Illegale prostitutie en seksuele exploitatie in België

Ruben
Lagae

Illegale prostitutie en seksuele exploitatie in België – De Nigeriaanse maffia beheerst de winstgevende handel in meisjes van plezier…

 

Middernacht, Schipperskwartier, Antwerpen. In een groezelig pand, met enkele roze neonlampen als enige verlichting, bezorgt een zwarte deerne haar zoveelste klant zijn seksueel vertier. De tel is ze ondertussen kwijtgeraakt, maar te merken aan haar schrale hongerloontje duurt het nog wel even vooraleer ze het leven van gedwongen sekswerkster vaarwel mag zeggen. Welkom in de onderwereld der prostitutie, met de Nigeriaanse maffia als heersende koningen en koninginnen.

 

Anno 2004 blijft mensenhandel een hardnekkige luis in de pels van de Belgische overheid. Hoewel we onze politieke leiders niet beschuldigen van een paardenbril-mentaliteit of een lakse aanpak, vergaat dit onkruid niet zomaar. De drugsmarkt stagneert en de georganiseerde misdaad zoekt koortsachtig naar verse inkomsten. De handel in meisjes, die in Europa hun ticket uit de armoede willen verdienen, vormt voor veel criminele groeperingen veel méér dan een leuke bijverdienste. Ook in Nigeria draait de molen al een paar decennia op volle toeren, met België als aanzienlijke afzetmarkt. De zwarte maffia neemt in ons land een opvallende plaats in tussen hun Albanese, Russische en Chinese collega’s. Een wegwijzer doorheen de broeierige vrouwenjungle.

 

Oliemonopolie

 

De Nigeriaanse maffia vindt haar oorsprong in de gigantische stijging van olieprijzen, halfweg de jaren tachtig. De economie van het West-Afrikaanse land dreef toen al op een zee van ruwe olie. Hooggeschoold Nigeria voelde zich plots genoodzaakt om haar broodwinning elders te zoeken. De kronieken van het land brachten raad. Wat bleek? Hun bloedeigen voorvaderen hadden eeuwen voordien, onder de knoet van de Engelse bezetter, een opmerkelijke voorliefde voor slavenhandel aangekweekt. Daarom traden veel van deze “nieuwe armen” geleidelijk aan in de lucratieve voetsporen van hun stamvaders en –moeders. Autozwendel, fraude, maar vooral de handel in autochtone meisjes bleken een ideale springplank naar rijkdom. Tegen een achtergrond van dictatuur en corruptie gedijden zo de eerste uitwasemingen van vrouwenhandel. Zelfs de democratisch verkozen president Olusegun Obasanjo kan vandaag enkel machteloos toekijken en zien dat zijn vrouwelijke inwoners worden versjacherd voor de Europese prostitutie.

 

Halve trouwboek en seksdienares

 

Maar er is meer aan de hand. De massale vrouwenhandel vanuit Nigeria zit dieper geworteld dan louter een economische crisis. Zo levert Benin City, hoofdstad van de meest welvarende deelstaat Edo, het leeuwendeel van de toekomstige prostituees. Een citaat van de Nigeriaanse, satirische auteur Peter Enahoro brengt duidelijkheid: “In de Westerse wereld trouwt men uit liefde, in Nigeria doen ze dat voor de seks.” Een waarheid als een koe. Op vlak van huwelijk en seksualiteit koesteren Nigerianen op zijn zachts gezegd nogal bizarre opvattingen. Van kindsbeen af leren ze dat de man in de samenleving letterlijk en figuurlijk de broek draagt. Ongelijkheid tussen de seksen, heet dat dan. Zo zijn de meeste Nigerianen er stellig van overtuigd dat hun onderdanige echtgenotes of dochters er genoegen in scheppen fysiek en seksueel mishandeld te worden door hun naasten. Systematisch raken de vrouwen gehersenspoeld en hebben ze geen enkel zelfrespect meer, tot in het huwelijksbootje toe. In dat verband spreken we, naast de emotionele kant, evengoed van een nog grotere “instrumentele reden”. De man brengt immers het brood op de plank. Met andere woorden: vrijen is voor de meeste vrouwen vooral een middel om van haar halve trouwboek cadeaus te krijgen of om zelf een boterhammetje te verdienen. In hun voetsporen blijkt de stap in de prostitutie voor veel meisjes vlug gezet. Zelfs in de toeristische centra van Benin City vindt de klant van commerciële seks altijd zijn gading. Prijs is geen punt: voor een schamele 2 euro krijg je voor een ganse nacht wat “bushmeat”, een plaatselijk koosnaampje voor een hoertje.

 

Bang van juju

 

In Afrika leeft de arme, weinig ontwikkelde bevolking niet alleen in het zichtbare. Religie en (bij)geloof worden op zijn minst als even belangrijk ervaren. Met dat gegeven in het achterhoofd hanteren Nigeriaanse maffiosi een eeuwenoud gebruik om kersverse prostituees en hun families te domineren. “Juju”, bij ons beter bekend als “voodoo”, blijkt een ideaal afschrikmiddel om rebellerende meisjes onder de knoet te houden én aan hun contractuele verplichtingen te herinneren. Vooraleer ze naar het Westen mogen afreizen, leggen bijna alle meisjes in een heiligdom een eed af tegenover een godheid. Na een occult en vernederend ritueel moeten ze beloven nooit hun handelaars te verklikken of met politiediensten te praten. Wie dat toch probeert, mag zich aan een zware sanctie van de godheid verwachten. Meteen de hoofdreden waarom slachtoffers in België zich slaafs laten dwingen en misbruiken.

 

In zee met de mensenhandelaar

 

Of ze nu afkomstig zijn uit plattelandsdorpen of zelfs de universiteitscampussen van Lagos of Benin City, zich vrijwillig laten verkopen of met een leugen in de Europese prostitutie verzeilen: alle slachtoffers van mensenhandel voelen zich aanvankelijk gecharmeerd. Het geschetste plaatje (rijkdom, een luilekkerleven en eerbied in het thuisland) is te aanlokkelijk om links te laten liggen. Bovendien wordt de hele operatie zo tot in de puntjes uitgekiend dat een rampscenario bij de meisjes niet opkomt. Elke mensenhandelbusiness lijkt dan ook een multinational van jewelste. Vakkundig georganiseerde, criminele syndicaten vervullen elk hun specifieke rol in het raderwerk, gaande van ronselen en transporteren tot de verkoop van toekomstige sekswerksters. Na een rist louche verbintenissen tussen ouders, echtgenoot, meisje en handelaar, breekt het grote ogenblik aan: het vertrek naar het beloofde aards paradijs. Dit gebeurt letterlijk ter land, ter zee en in de lucht. Na veel vijven en zessen bereiken troepjes (bestaand uit Nigeriaanse vrouwen en hun smokkelaars) de Marokkaanse kust. Vanuit de Spaanse enclave Ceuta ondernemen ze de levensgevaarlijke boottocht richting Europese vasteland. Tot in België toe, waar ze uiteindelijk totaal uitgeput door “madames” (vrouwelijke pooiers) worden opgevangen. Nu ja, opgevangen: als koopwaar verhandeld, is een betere omschrijving. De bedragen swingen de pan uit: binnen een afgesproken termijn moeten de slachtoffers van hun zuurverdiende centjes tussen de 20000 en 50000 euro afdokken. Of ze daarna helemaal uit de klauwen van de mensenhandelaars kunnen ontsnappen, is nog maar de vraag. Velen stappen na hun carrière als actieve prostituee mee in de sekscarrousel en worden zelf “madame”. Daartegen heeft zelfs de beste politieman of immigratieambtenaar geen verhaal. De Nigeriaanse maffia groeit nog elke dag en wordt in de toekomst een stevige bierkaai om te bestrijden.

 

Ruben Lagae

Download scriptie (2.43 MB)
Universiteit of Hogeschool
Arteveldehogeschool Gent
Thesis jaar
2004