De geopolitieke en sektarische dimensies van de Syrische crisis en hun weerslag op het Libanese politieke landschap

Isis
Brun

 

Libanon politiek verdeeld over Syrische crisis

Sinds maart 2011 verkeert Syrië in een ernstige crisissituatie waarvan het einde nog niet in zicht lijkt. Intussen lopen ook in buurland Libanon de gemoederen op als gevolg van de Syrische crisis. Dat blijkt uit een masterproef die vorig academiejaar aan de UGent werd geschreven.

Dat Libanon zo gevoelig is voor wat er in buurland Syrië gaande is, hoeft niet te verwonderen. Dit kleine land is altijd al onderhevig geweest aan een grote invloed vanuit Syrië. Sinds 2005 is het Libanese politieke landschap bovendien verdeeld tussen de 8 maartalliantie, die het Syrische regime steunt, en de 14 maartalliantie, die sterk tegen datzelfde regime gekant is. De polarisering in Syrië tussen de opstandelingen en het regime en zijn aanhangers heeft dus onvermijdelijk ook gevolgen voor Libanon.

Geopolitieke dimensie

De tweedeling van het Libanese politieke landschap kunnen we in een breder geopolitiek kader plaatsen. De Toekomstbeweging, de grootste soennitische partij van Libanon en koploper binnen de 14 maartalliantie, heeft namelijk nauwe banden met het soennitische Saoedi-Arabië. Ze kan daardoor op Saoedische steun rekenen en heeft zich net als Saoedi-Arabië achter de Syrische rebellen geschaard.

Tegelijkertijd krijgt Hizbollah, de grootste sjiitische partij van Libanon en belangrijkste lid van de 8 maartalliantie, steun van het sjiitische Iran. Iran is de belangrijkste regionale rivaal van Saoedi-Arabië. Zowel Hizbollah als Iran, maar ook de kleinere sjiitische Libanese partij Amal, staan achter het Syrische regime.

In het Midden-Oosten woedt er een tweestrijd tussen enerzijds een pro-Amerikaans kamp met Saoedi-Arabië als centrale macht en anderzijds een zogenoemde ‘As van het Verzet’ rond Iran, waartoe ook Hizbollah en Syrië behoren. Aangezien het Syrische regime een belangrijke spil binnen die ‘verzetsas’ is, zou Syrië als gevolg van de woelige situatie die er momenteel heerst het strijdtoneel van een conflict tussen de twee regionale assen kunnen worden. Volgens de masterproef bestaat het gevaar dat ook Libanon in zo’n scenario tegen wil en dank bij het conflict betrokken raakt, aangezien er een sterke band is tussen de twee overheersende politieke allianties in Libanon en de twee tegengestelde regionale assen.

Sektarische spanningen

Het Libanese politieke landschap is niet alleen verdeeld tussen de 8 maart- en de 14 maartalliantie, maar ook tussen de verschillende religieuze sektes die het land rijk is. Libanon heeft namelijk een confessioneel politiek stelsel, wat inhoudt dat er strikte regels zijn over welke politieke mandaten aan welke religieuze sekte zijn toegewezen.

De sektarische verdeeldheid die met het confessionele systeem gepaard gaat heeft een invloed op de standpunten van Libanese politici over de Syrische crisis, zo blijkt uit de masterproef. Terwijl de soennitisch-sjiitische breuklijn in Libanon eerder met de geopolitieke context te maken heeft, kunnen we de standpunten van maronitisch-christelijke en druzische politieke leiders voor een deel met het confessionalisme in verband brengen.

De belangrijkste maronitische politieke partijen zijn verdeeld tussen de 8 maart- en de 14 maartalliantie en hun standpunt over de Syrische crisis kwam overeen met dat van de alliantie waartoe ze behoorden. Er was dus geen sprake van een eenvormig maronitisch-christelijk standpunt.

Het valt op dat de maronitische politici de nadruk legden op de gevolgen die de situatie in Syrië voor de christenen zou hebben. Op die manier werd de Syrische crisis het onderwerp van het interne getouwtrek tussen maronitische politieke partijen aan weerskanten van het Libanese politieke landschap om een zo groot mogelijk aandeel van de ‘christelijke arena’ te veroveren. Dit vloeit voort uit het confessionele karakter van het politieke systeem in Libanon. De belangrijkste partijen richten zich namelijk vooral tot een bepaalde religieuze groep en niet zozeer tot de Libanese bevolking in haar geheel. Daardoor zijn partijen die dezelfde religieuze groep vertegenwoordigen in feite concurrenten van elkaar.

Walid Jumblatt, de belangrijkste druzische politieke leider in Libanon, maakte bij aanvang van de Syrische revolte nog volop deel uit van de 8 maartalliantie, die het Syrische regime steunde. Daar kwam verandering in naarmate de opstand in Syrië zich verder ontwikkelde: Jumblatt schaarde zich alsmaar explicieter achter de Syrische rebellen.

De gedaanteverwisseling van Jumblatt kunnen we deels aan het Libanese confessionalisme toeschrijven. De druzen krijgen in dit systeem namelijk minder gewicht toebedeeld dan de maronieten, de soennieten en de sjiieten, waardoor ze er belang bij hebben om hun allianties zorgvuldig uit te kiezen als ze hun politieke invloed willen vergroten. Dit verklaart voor een groot deel de vaak wisselende standpunten die Jumblatt in het verleden heeft ingenomen. Dergelijke politieke berekeningen zijn volgens het onderzoek de belangrijkste reden waarom Jumblatt tijdens de Syrische crisis opnieuw het geweer van schouder veranderde.

Linkse verdeeldheid

De masterproef bespreekt ook het debat dat ter linkerzijde over de Syrische crisis werd gevoerd, zowel in Libanon als daarbuiten. Sommige zelfverklaarde linkse groepen en personen schonken zodanig veel belang aan de geopolitieke dimensie van de crisis dat andere bekommernissen op het achterplan verdwenen. Vanuit dit perspectief bagatelliseerden of ontkenden sommigen de misdaden van het Syrische regime. Anderen vonden dan weer dat argumenten over de geopolitieke dimensie van de Syrische crisis en de langetermijngevolgen van een mogelijke interventie geen plaats mochten krijgen in het debat, waarmee ze meer aanleunden bij het standpunt dat ter rechterzijde lijkt te domineren.

Tussen de twee uiterste standpunten ontwikkelde zich een ‘derde weg’, die stelt dat alle uitingen van machtsmisbruik onaanvaardbaar zijn – ongeacht of het over geopolitieke machtsspelletjes gaat of over een regime dat zich schuldig maakt aan ernstige misdaden tegen zijn burgers.

Actuele ontwikkelingen

Volgens een rapport van de International Crisis Group is er voorlopig geen sprake van een Westerse interventie in Syrië, maar zou een dergelijke tussenkomst een reactie van Iran en Hizbollah kunnen uitlokken. Dit zou onvermijdelijk gevolgen hebben voor Libanon. Bovendien heeft de Syrische crisis in het noorden van Libanon al tot gevechten en ontvoeringen geleid. Die recente gebeurtenissen bevestigen wat ook uit de masterproef blijkt, namelijk dat Libanon niet aan de weerslag van de Syrische crisis ontsnapt.

Download scriptie (834.78 KB)
Universiteit of Hogeschool
Universiteit Gent
Thesis jaar
2012