Artificial selection in guppies; male and female phenotypes produced by inter- and intrasexual selection

Jens
Van Eeckhoven

De sexy alfaman… feit of fictie?

We zitten in het broedseizoen. Een groot hert dat met zijn prachtig gewei op een grasland staat; heeft zojuist een jong en onervaren mannetje verdreven. Hij bruist van de testosteron en brult het uit naar de vrouwtjes die nu vast en zeker tot hem aangetrokken zijn. Zo horen we het maar al te vaak in een natuurdocumentaire en vele biologen zullen dit ook beamen. Maar is dit altijd de realiteit? Wordt de meest dominante man steeds verkozen als partner? Is de stoere, macho alfaman wel immer zo aantrekkelijk? En waarom is dit zo geëvolueerd?

Darwin en seks

Toen Charles Darwin zijn theorie rond evolutie en natuurlijke selectie ontwikkelde, kwam hij voor een probleem te staan. Een schetsend voorbeeld; een mannelijke pauw met zijn prachtige staart ziet er schitterend uit, maar diezelfde grote, zware staart gaat hem niet verder helpen overleven. Integendeel, zonder die staart zou het waarschijnlijk een stuk eenvoudiger zijn om te ontsnappen aan een roofdier. Toch is die pauwenstaart, net als het hertengewei, na jaren van evolutie langzamerhand ontstaan. Het zou de mannetjespauw dus toch een voordeel moeten opleveren.

Darwin bedacht hiervoor seksuele selectie, waarbij organismen niet enkel vechten om hun eigen voortbestaan, maar ook trachten om de talrijkste en beste nakomelingen te produceren. Zo strijden mannetjes vaak onderling om vrouwtjes wat hij intraseksuele selectie noemde. Bovendien willen ook vrouwtjes de beste partner kiezen wat hij dan weer interseksuele selectie noemde. Het klassieke beeld is dat beide op hetzelfde neerkomen, namelijk dat de sterkste man, die de andere mannetjes kan verdrijven, ook de meest verkozen partner zou zijn door vrouwtjes.

Guppies
In een studie aan de universiteit van Antwerpen op vissen werd echter aangetoond dat dit niet altijd het geval hoeft te zijn. Guppies, gekend als populaire kleurrijke aquariumvissen, werden in het wild gevangen in Trinidad en ondergebracht in aquaria aan de universiteit. Mannetjes werden altijd eerst geselecteerd om mee verder te kweken. Enerzijds werden steeds de dominanste mannetjes gekozen, anderzijds die mannetjes die het meest geprefereerd werden door vrouwtjes. Na slechts drie generaties kweken werden de mannetjes van beide kweeklijnen vergeleken op verschillende kenmerken en gedragingen, en werd er bovendien nagegaan welke kweeklijn verkozen werd door vrouwtjes.

Het bleek echter dat de dominante alfamannetjes helemaal niet werden verkozen door vrouwtjes. Het was namelijk de andere kweeklijn die werd verkozen door het merendeel van de vrouwtjesvissen. De traditionele visie uit documentaires en populaire media ging hier dus klaarblijkelijk niet op.

Buitenbeentjes
Maar hoe komt het nu dat dit zo anders is bij guppies? Na vergelijking met gelijkaardige studies kwam vooral naar voor dat deze visjes verschillen in hun paarsysteem, dit is namelijk heel los en promiscue (zowel mannetjes als vrouwtjes paren met meerdere partners).

Vele vogels, vissen, zoogdieren en zelfs insecten verdedigen territoria voor hun wijfjes met rijke voedselbronnen, beschutting, goede nestplaatsen en dergelijke. Bij de guppy is dit allemaal niet aanwezig. Mannetjes guppies leveren geen bruidschat af, verdedigen geen territorium, leveren geen ouderzorg of wat dan ook.

Een dominante alfaman onder guppies blijkt dus enkel goed te zijn in het voorkomen van paringen door andere mannetjes, wat op zich geen direct voordeel oplevert voor de vrouwtjes zelf. Zij kiezen dus liever een aantrekkelijk mannetje, eentje die misschien betere genen heeft en die er mogelijks voor zal zorgen dat haar mannelijke nakomelingen er op hun beurt even aantrekkelijk uitzien.

Een korreltje zout
Of de menselijke natuur op een gelijkaardige manier tewerk gaat is dan weer een andere interessante vraag, die bovendien heel moeilijk te testen valt. De mens tracht aspecten van zijn eigen natuur (instincten) te overstijgen aan de hand van cultuur, traditie, wetenschap, discipline en dergelijke. Om bijvoorbeeld nog maar te beginnen met het paarsysteem; in bepaalde delen van de wereld is monogamie de algemene regel, terwijl in andere delen van de wereld of in andere tijdsperiodes dan weer polygamie de normale situatie was.

Binnen de wetenschap kunnen bepaalde opvattingen dus al eens als algemeen beschouwd worden, zelfs zonder een directe test. Dit onderzoek biedt hopelijk perspectief voor wetenschappers die zich bezighouden met studies rond seksuele selectie. Alleszins, wanneer je volgende keer grote uitspraken hoort over sexy alfamannetjes, denk dan heel even aan die kleurrijke aquariumvisjes die het toch net even anders doen, en neem er een korreltje zout bij. Laat het smaken!

Download scriptie (1.17 MB)
Universiteit of Hogeschool
Universiteit Antwerpen
Thesis jaar
2015