Onroerende vermogensplanning via een vastgoedbevak - Ontmijner van de patrimoniumvennootschap als tikkende tijdbom

Kaat
Coppens

 

Onroerende vermogensplanning via een vastgoedbevak

Ontmijner van de patrimoniumvennootschap als tikkende tijdbom

Opgang van de patrimoniumvennootschap

Toen in de jaren ’80 en ’90 advocaten en fiscalisten vermogende particulieren aanspoorden tot het opzetten van een vennootschap om hun onroerend vermogen onder te brengen, voorzag niemand de problemen die deze patrimoniumvennootschap nu teweeg brengt.

De motieven voor dergelijke oprichting waren duidelijk en voornamelijk fiscaal van aard, onder meer:

-       Zowel schenkings- als successierechten worden vermeden, o.a. via de handgift van aandelen;

-       Directe belasting wordt tot nul herleid vermits de belastbare huurinkomsten in een vennootschap worden weggewerkt, dankzij afschrijvingen op onroerend goed en interestaftrek op leningen;

-       Indien toch directe belasting verschuldigd is, dan is de aanslagvoet in de vennootschapsbelasting “slechts” 33,99% in tegenstelling tot de hoogste tarieven in de personenbelasting tot 50%.

Door de inbreng van onroerend goed in deze patrimoniumvennootschappen werd het onroerend goed omgezet in roerend vermogen (“effectisering”), namelijk aandelen. Dit effect/aandeel kon eenvoudigweg geschonken worden, ofwel vrij van schenkingsrechten mits een handgift, ofwel via betaling van 3% registratierechten. Dankzij effectisering werd het vastgoed – weliswaar onder vorm van aandelen – makkelijker verhandeld, waardoor het vastgoed – via aandelen –meer liquide werd. Deze liquiditeit blijkt later echter heel beperkt, vermits kinderen gedwongen waren in onverdeeldheid te blijven en de aandelen van de patrimoniumvennootschap moeilijk verhandelbaar bleken (wie wil er immers aandelen kopen van een vastgoedvennootschap zonder een meerderheid te hebben).

… én ondergang

Sinds de jaren 2000 echter begon men in te zien dat deze patrimoniumvennootschap steeds meer een tikkende tijdbom werd. Ieder jaar werden de onroerende goederen in deze vennootschappen door afschrijvingen minder waard, waardoor de mogelijke te realiseren  meerwaarden bleven stijgen. De interestaftrek op leningen om vastgoed te verwerven daalde naargelang de looptijd van de lening verder verstreek. Minder afschrijvingen en minder interesten leidden naar een hogere belastbare basis en belasting. Bijgevolg waren telkens nieuwe investeringen en leningen vereist teneinde uitdovende afschrijvingen en verminderende interestaftrek op te vangen. De private eigenaar werd meegesleurd in een vicieuze cirkel van investeringen en leningen met grotere bedragen en sterkere risico’s. Een patrimoniumvennootschap werd meer en meer ervaren als een ideaal middel om snel onroerend vermogen op te bouwen. Deze kortetermijnvisie staat in schril contrast met de langetermijnvisie, die een échte vermogensplanning nastreeft.
 

… mét ontsnappingsroutes

Ontsnappen uit de vicieuze cirkel kan enkel door gelden uit het vennootschapsvermogen over te dragen naar het privévermogen en dus inkomsten uit de vennootschap uit te keren aan haar aandeelhouders. Uitkering betekent echter ook belasting! Tal van al dan niet kunstmatige structuren werden opgezet: liquidatie (vereffening) van de vennootschap, verkoop van de onroerende goederen uit de vennootschap en kapitaalvermindering in natura (uitbreng) waren slechts enkele opties.

Tot het moment dat de ontmijner van de tikkende tijdbom – vrij onbekend doch geliefd voor diegenen die er gebruik van maken – zich aandiende : de vastgoedbevak!
 

… én een ontmijner van de tikkende tijdbom

De vastgoedbevak is een beleggingsvennootschap (NV of Comm.VA) naar Belgisch recht met als uitsluitend doel haar kapitaal – dat ze aantrekt uit het publiek – te beleggen in vastgoed. Haar aandelen moeten verplicht worden genoteerd en verhandeld op de beurs, wat een échte liquiditeit oplevert voor het vastgoed in de vorm van beursgenoteerde aandelen.

De patrimoniumvennootschap kan elegant worden ontmanteld (en ontmijnd) via de vastgoedbevak.  Onroerend goed wordt ingebracht in de bevak of eraan verkocht. De patrimoniumvennootschap kan daarnaast ook volledig fusioneren met de bevak of een deel van het vastgoed via splitsing laten aansluiten. In het beste geval vraagt de patrimoniumvennootschap zelf haar erkenning als vastgoedbevak aan. 

Bij de vorming van een vastgoedbevak en het samengaan (fusie, splitsing of erkenning) met een patrimoniumvennootschap wordt de meerwaarde op onroerende goederen van deze laatste aan een eenmalig tarief van 16,5% ( ½ van 33% vennootschapsbelasting) belast.  De ‘exit’taks doet haar naam eer aan: het is de prijs voor de toetreding tot het fiscaalvriendelijk statuut van de vastgoedbevak en benadrukt de overgang van het normale vennootschapsbelastingregime naar het belastingvrije vastgoedbevakregime. De vastgoedbevak wordt immers niet belast op de uitgekeerde en gereserveerde winsten en bijgevolg niet op haar huurinkomsten of gerealiseerde meerwaarden bij verkoop.

Vermits de vastgoedbevak wettelijk verplicht is jaarlijks minstens 80% van haar netto-opbrengst uit te keren als dividend aan haar aandeelhouders, is het een echte dividendmachine die onroerend inkomen (huur en meerwaarden) omzet in roerend inkomen. Bovendien worden dividenden belast aan een bevrijdende roerende voorheffing van 25% of 15% voor de residentiële bevak.

Dankzij de verhandelbaarheid van haar aandelen – die het vastgoed vertegenwoordigen – brengt de vastgoedbevak een grotere liquiditeit in ‘reëel’ vastgoed. Deze laatste heft familiale problemen op die een vererving van de aandelen van een patrimoniumvennootschap en de onlosmakelijke onverdeeldheid in aandeelhouderschap tussen kinderen met zich meebrengt.

Bovendien kan de opbrengst van de verkoop van de beursgenoteerde aandelen – net als het aandeel zelf – via handgift of tegen vlak tarief (3% of 7%) in de registratierechten worden geschonken.

Daarnaast is er een vrijstelling van personenbelasting op de gerealiseerde meerwaarden bij een verkoop van de aandelen van de bevak op de beurs.

Ook worden de beheers- en onderhoudsbekommernissen van een eigenaar van onroerend goed in een patrimoniumvennootschap opgevangen door een professioneel team van specialisten in de vastgoedbevak .

… maar niche-oplossing voor een nicheprobleem

De aansluiting bij een vastgoedbevak is slechts denkbaar voor patrimoniumvennootschappen, die voldoen aan de criteria van één van de 14 Belgische vastgoedbevaks inzake ligging, huurders, omvang en waarde van het onroerend goed. Bovendien is deze aansluiting enkel mogelijk voor homogeen binnen hetzelfde vastgoedsegment (residentieel, kantoor, logistiek) opgebouwde onroerende (vennootschaps)vermogens.

De aandeelhouder in een patrimoniumvennootschap zal via de vastgoedbevak

-       Zijn investeringsrisico spreiden in een transparante vastgoedbelegging met beperkte kosten;

-       Een onmiddellijk rendement met een permanente inkomstenstroom realiseren;

-       Een goede liquiditeit verwerven via de verhandelbaarheid van de aandelen op de effectenbeurs;

-       Met uitzicht op een elegante onroerende vermogensplanning.

Een totaaloplossing voor de ooit zo geprezen en actueel verdoemde patrimoniumvennootschap biedt zich aan. Een ontmijner kan worden ingezet voor deze tikkende tijdbom: de vastgoedbevak.

Bibliografie

BIBLIOGRAFIE

Afdeling 1. Wetgeving

Burgerlijk wetboek 21 maart 1804, BS 3 september 1807.

Wetboek 2 maart 1927 diverse rechten en taksen, BS 6 maart 1927.

Wetboek 31 maart 1936 der successierechten, BS 7 april 1936.

Wetboek 30 november 1939 der registratie-, hypotheek- en griffierechten, BS 1 december 1939.

Wet 23 december 1958 tot wijziging van het Wetboek der registratie-, hypotheek- en griffierechten, van het Wetboek der successierechten en van het Wetboek der zegelrechten, BS 7 januari 1959.

Gerechtelijk wetboek 10 oktober 1967, BS 31 oktober 1967.

Wetboek 3 juli 1969 van de belasting over de toegevoegde waarde, BS 17 juli 1969.

Wetboek 10 april 1992 van de inkomstenbelastingen 1992, BS 30 juli 1992.

Wetboek 7 mei 1999 van vennootschappen, BS 6 augustus 1999.

Wet 16 juli 2001 houdende wijziging van de Wet van 29 april 1999 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt, van de Wet van 12 april 1965 betreffende het vervoer van gasachtige producten en andere door middel van leidingen en het Wetboek van de Inkomstenbelastingen 1992, BS 20 juli 2001.

Wet 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten, BS 4 september 2002.

Wet 24 december 2002 tot wijziging van de vennootschapsregeling inzake inkomstenbelastingen en tot instelling  van een systeem van voorafgaande beslissingen in fiscale zaken, BS 31 december 2002.

Wet 20 juli 2004 betreffende bepaalde vormen van collectief beheer van beleggingsportefeuilles, BS 9 maart 2005, erratum BS 11 april 2008.

Programmawet 27 december 2004, BS 31 december 2004.

Wet 22 juni 2005 tot invoering van een belastingaftrek voor risicokapitaal, BS 30 juni 2005.

Wet 14 december 2005 houdende afschaffing van de effecten aan toonder, BS 23 december 2005, erratum BS 6 februari 2006.

Wet 16 juni 2006 op de openbare aanbieding van beleggingsinstrumenten en de toelating van beleggingsinstrumenten tot de verhandeling op een gereglementeerde markt, BS 21 juni 2006.

Programmawet 20 juli 2006, BS 28 juli 2006.

Wet 3 augustus 2012 betreffende bepaalde vormen van collectief beheer van beleggingsportefeuilles, BS 19 oktober 2012.

Programmawet 27 december 2012, BS 31 december 2012.

Decreet 13 juli 2012 houdende wijziging van het tarief op het recht op verdelingen en gelijkstaande overdrachten, BS 23 juli 2012.

K.B. 27 augustus 1993 tot uitvoering van het wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, BS 13 september 1993.

K.B. 10 april 1995 met betrekking tot vastgoedbevaks, BS 23 mei 1995.

K.B. 30 januari 2001 tot uitvoering van het wetboek van vennootschappen, BS 6 februari 2001.

K.B. 10 juni 2001 tot wijziging van het KB van 10 april 1995 met betrekking tot vastgoedbevaks, BS 19 juni 2001.

K.B. 21 juni 2006 op de boekhouding, de jaarrekening en de geconsolideerde jaarrekening van openbare vastgoedbevaks, en tot wijziging van het koninklijk besluit van 10 april 1995 met betrekking tot vastgoedbevaks, BS 29 juni 2006.

K.B. 7 december 2010 met betrekking tot vastgoedbevaks, BS 28 december 2010.

K.B. 12 november 2012 met betrekking tot de beheervennootschappen van instellingen voor collectieve belegging, BS 30 november 2012.

Besluit van de Vlaamse Regering van 17 juli 1985 tot vaststelling van de normen waaraan een serviceflatgebouw, een woningcomplex met dienstverlening of een rusthuis moet voldoen om voor erkenning in aanmerking te komen, BS 30 augustus 1985.

Besluit van de Vlaamse Regering van 17 maart 1998 tot vaststelling van de regels voor het verlenen van de voorafgaande vergunning, bedoeld in artikel 10 van de decreten inzake voorzieningen voor bejaarden, gecoördineerd op 18 december 1991, BS 6 juni 1998.

Afdeling 2. Voorbereidende documenten

Ontwerp van wet houdende sociale en diverse bepalingen, Parl.St., Senaat, 1994-1995, nr. 1218-4.

Vr. en Antw. Senaat, 1974-1975, 30 september 1974, nr. 57 in Bull. contr. 1975, nr. 525, 104-106.

Vr. en Antw. Senaat, 1998-1999, 27 november 1998, nr. 1-99, 5246 (Vr. nr. 1510 L. Delcroix).

Vr. en Antw. Kamer, 2005-2006, 31 januari 2005, nr. 114, 21889-21890 (Vr. nr. 631 H. Goyvaerts).

Mondelinge parlementaire vraag van de heer Philippe Goffin tot de heer Steven Vanackere, Hand. Vl.Parl., Commissie voor de Financiën en de begroting 2011-2012, 7 februari 2012, nr. 9153.

Afdeling 3. Administratieve beslissingen

Circulaire nr. Ci.RH.332/509.194 van 23 november 2001, www.fisconetplus.be.

Circulaire nr. Ci.RH.423/567.729 van 23 december 2004, www.fisconetplus.be.

Circulaire nr. Ci.RH.421/608.199 van 25 februari 2011, www.fisconetplus.be.

Circulaire nr. 8/2012 van 19 juli 2012, www.fisconetplus.be.

Com.I.B. 92, 2/11.4.

Com.I.B. 92, 208/9.

Com.I.B. 92, 217/7.

Com.I.B. 92, 313/8.1.

Rep.RJ. R/44/07-02.

Beslissing nr. Ci. COM/421 CDB van 20 september 1999, Bull. nr. 817, p.1494.

Voorafgaande beslissing nr. 600.068 van 5 september 2006.

Voorafgaande beslissing nr. 700.221 van 10 juli 2007.

Voorafgaande beslissing nr. 2011.131 van 3 mei 2011.

Afdeling 4. Rechtspraak

Brussel 12 september 2002, TFR 2003, 241, 434-442.

Leuven 26 januari 2007, TFR 2007, 322, 428-436.

Brussel 7 mei 2008, nr. 2003/10582/A, www.fisconetplus.be.

Leuven 2 april 2010, TFR 2010, 390, 900-905.

Afdeling 5. Rechtsleer

Blockerye, T., Acquisitions et fusions, Brussel, Bruylant, 2004, 396 p.

Blockerye, T., Acquisitions et fusions et réorganisations de sociétés, Limal, Anthemis, 2012, 498 p.

Blockerye, T., “Taxatie van vastgoed - Bevak's en hun aandeelhouders”, Fisc. Act. 1995, 4, 5-7.

Blockerye, T., Un régime fiscal adapté à l’investissement immobilier: la transparence fiscale, Brussel, 2011, 44 p.

Blockerye, T., Bonnefoy, P., Goossens, N., Kesselaers, J., Neckebroeck, R., Op ‘t Veld, H., Tansens, P., Vanden Borre, P. en Vangindertael, H., Vastgoedbevaks: tien jaar K.B. 10 april 1995 - Sicafs immobilières: dix ans d’application de l’A.R. du 10 avril 1995, Brussel, Larcier, 2006, 378 p.

Blockerye, T., Van Caubergh, P., “Fiscalité de l’investissement dans la brique-papier –SICAFI et certificats immobiliers” in X, L'investissement immobilier privé. Questions juridiques et fiscales, Limal, Anthemis, 2010, 69-102.

Blockerye, T., Vangindertael, H., Mertens, L., “La scission partielle de la loi du 16 juillet 2001 instaurant le régime fiscal des opérations assimilées aux fusions et scissions: la dernière pierre à l’édifice?”, C&FP 2002, 4, 171-203.

Bogaerts, S., Reorganisatie van vennootschappen: juridische spelregels, Gent, Kluwer Opleiding 8 maart 2012.

Bonte, A., Patrimoniumvennootschappen: de vennootschap als instrument bij de keuze van de minst belaste weg in Fiscale Praktijkstudies 7, Antwerpen, Kluwer, 1992, 359 p.

Bonte, A., Patrimoniumvennootschappen, in Het onroerend goed in de praktijk, Antwerpen, Kluwer, 2006, 178, VIII.E-1 – VIII.E.13-3.

Bonte, A., Belegging in onroerend goed via patrimoniumvennootschap, in Notariële Praktijkstudies, Mechelen, Kluwer, 2006, 147 p.

Bonte, T., “De NV als patrimoniumvennootschap”, in T. Bonte, B. Beheydt en F. Vanden Heede, Taxplanning : patrimoniumvennootschap, holding, familiale opvolging, managementvennootschap, driehoeksverhoudingen in intracommunautaire leveringen en terbeschikkingstelling van onroerende goederen, Mechelen, Kluwer, 2006, 11-43.

Bonte, T., De NV als patrimoniumvennootschap, Mechelen, Kluwer, 2009, 70 p.

Bonte, T., “Alternatieve organisatievormen van het privévermogen”, in X, Fiscaal Vermogensbeheer, Antwerpen, Kluwer, 2010, 2, 44 p.

Bonte, J. en Van Der Cruysse, S., “De patrimoniumvennootschap: een stand van zaken”, DAOR 2009, 89, 21-42.

Brouns, H., “Vrijstellingen van R.V.”, Vennootschap en belastingen 1997, 33, 331-366.

Buysse, C., “Wanneer is volledige afsplitsing van vastgoed gerechtvaardigd?”, Fiscoloog 2002, 839, 5.

Buysse, C., “’Exittaks’ vastgoedbevak: hoe de belastbare grondslag bepalen?”, Fiscoloog 2010, 1225, 13.

Byttebier, K. en Verstraelen, J., “De partiële splitsing”, Not.Fisc.M 2006, 3-4, 77-88.

Causin, E., “La sicaf Immobilière: nouveau maître-choix pour les placements immobiliers?”, Rev.not.b. 1998, 2902, 166-188. 

Coopman, B. en Dhanens, J., De belegging in onroerend goed via de vastgoedbevak in Het onroerend goed in de praktijk, Antwerpen, Kluwer, 2006, 128, VIII.D.8-1 – VIII.D.8-15.

Coppens, P., “Inbrengen van een tak van werkzaamheid, splitsingen of gedeeltelijke splitsingen van vennootschappen die een onroerend goed bevatten?”, Pacioli 2009, 282, 7-8.

Coudron, C., “Toch inhouding bijkomende heffing op inkomsten zonder RV?”, Fiscoloog 2012, 1293, 8.

Cozzani, L., “Réorganisation de sociétés. La scission partielle est-elle fiscalement attrayante pour les sociétés de patrimoine ?”, Act.Fisc. 2002, 14, 1-3.

De Brabander, K., Peeters, A. en Van Gils, M., “Nieuwe wetgeving voor Belgische vastgoedbevaks/ sicafi”, TAA 2011, 6, 18-25.

De Luyck, M., “Vastgoed-BEVAK’s: reglementair kader krijgt vaste vorm”, Fiscoloog 1995, 501, 1.

De Luyck, M., “Zal een belegging in een vastgoed-BEVAK interessant zijn?”, Fiscoloog 1995, 502, 3.

De Munter, M., “Draagwijdte vrijstelling collectieve beleggingsinstellingen”, Fiscoloog 1998, 674, 5.

De Munter, M., “Vastgoedbevaks: de belastbare grondslag van de ‘exit’-taks”, Fiscoloog 2005, 966, 4.

De Munter, M., “Vastgoedbevaks: belasting op belasting?”, Fiscoloog 2006, 1025, 7.

De Munter, M., “Over exit-taks voor vastgoedbevaks en haar belastbare basis”, TFR 2010, 390, 902-905.

De Munter, M., “Nu ook oprichting mogelijk van ‘institutionele’ vastgoedbevaks”, Fiscoloog 2011, 1243, 11.

De Page, P., “La transmission familiale de l’immeuble”, in X, L'investissement immobilier privé. Questions juridiques et fiscales, Limal, Anthemis, 2010, 7-42.

De Pestel, G. en Vantomme, B., “De vastgoedbevak. Vergelijking met vastgoedcertificaten”, Jura falconis 1996-97, 3, 455-510.

De Roo, F., Is een patrimoniumvennootschap vandaag nog fiscaal zinvol?, Gent, Studiedag KennisAteliers 11 oktober 2012.

De Schrijver, V., “Effectisering van onroerend goed”, RW 1997-98, 33-34, 1200-1214.

De Wulf, C., “Patrimoniumvennootschap versus familiaal vermogensrecht”, T.Not. 1992, 521-535.

De Wulf, H., “Effectisering van onroerend goed”, RW 1997-98, 42, 1502-1504.

Dhanens, J. en Lievens, S., De vastgoedbevak, in Het onroerend goed in de praktijk, Antwerpen, Kluwer, 2003, 141, IX.C.1-1 – IX.C.9-3.

Ernst, P. en Verstraelen, J., Reorganisatie van vennootschappen: fusie, (partiële) splitsing, inbreng van bedrijfstak of van algemeenheid, in Fiscale Praktijkstudies 24, Mechelen, Ced.Samsom, 766 p.

Feltkamp, R., “7 december 2010 - Koninklijk besluit met betrekking tot vastgoedbevaks”, TBH 2011, 3, 257.

Geens, K., Wyckaert, M., Clottens, C., Parrein, F., De Dier, S. en Cools S., “Concentratie van vennootschappen – Buitenlandse vennootschappen”, TPR 2012, 1, 629-683.

Gemis, G., “Effectisering als strategische oplossing bij externe collectivisering van onroerend goed: een fiscale analyse”, in Onroerend goed als beleggingsinstrument: juridische en fiscale aspecten, Brussel, Larcier, 2003, 193-277.

Geuzaine, C., “Les Sociétés d’Investissement à Capital Fixe en biens Immobiliers (SICAFI), C&FP 1998, 5, 59-81.

Gheret, D., “La fiscalité des placements collectifs (Sicav, SIC, Sicafi, Pricav)”, RGF 2000, 143-164.

Gielis, M., “De aankoop van een vennootschap die onroerend goed bezit – ‘Fiscale en andere aandachtspunten’”, TVV 2007, 2, 931-942.

Gielis, M., De aankoop van een vennootschap die onroerend goed bezit of de aankoop door een vennootschap – ‘Fiscale en andere aandachtspunten’ in Het onroerend goed in de praktijk, Mechelen, Kluwer, 2010, 213, VIII.P-1 – VIII.P-60.

Gielis, M., “Het voordeel van een patrimoniumvennootschap”, Vastgoed Info 2011, 5, 1-7.

Gielis, M. en Ruysschaert, S., “Alternatieven voor de aankoop van een onroerend goed: gevolgen in het licht van de nieuwe fiscaliteit van het hypothecair krediet”, TVV 2005, 1, 250-282.

Gillis, J., “De patrimoniumvennootschap bekeken door de bril van de fiscus”, Nieuwsbrief Notariaat 2004, 11-12, 1-8.

Gillis, J., “Ontbinding van de patrimoniumvennootschap”, Nieuwsbrief Notariaat 2005, 9, 1-8.

Haelterman, A., “Woningbouwvastgoedbevak: onwerkzame vrijstelling RV?”, Fiscoloog 1995, 547, 5.

Laenens, F., Fiscale aspecten van beveks/(Vastgoed)Bevaks, in Fiscaal Praktijkboek Directe Belastingen, Diegem, Ced.Samsom, 1999, 456-481.

Lamon, H., Acquisitions, financement et cessions d’entreprises: instruments financiers, structures d’acquisition et mécanismes de contrôle sous l’angle fiscal, comptable et financier, Brussel, Kluwer, 2003, 751 p.

Maes, N., Zeven strategische vragen rond onroerend goed, Mechelen, Kluwer Opleiding 27 oktober 2011.

Mercier, S., “Vereffening van een patrimoniumvennootschap”, Pacioli 2008, 249, 1-6.

Mund, M., “La transmission de l’entreprise familiale et le maintien du contrôle”, Rev.not.b. 2006, 3001, 554-603.

Nevelsteen, L. en Van Den Plas, R., “Collectieve beleggingsinstellingen en B.T.W.: een analyse”, AFT 2002, 3, 125-140.

Paramore, J., “La SICAF Immobilière (SICAFI) – Aspects juridiques et fiscaux”, Bank Fin. 1996, 2, 84-98.

Peeters, B. en Wustenberghs, T., Kapitaalvorming van vennootschappen: registratierechten en BTW, in Fiscale Praktijkstudies 22, Diegem, Ced.Samsom, 2001, 389 p.

Philippe, D. en Denis, N., “Fiscale aspecten van het “vertrek” van een onroerend goed uit een vennootschap”, Pacioli 2011, 311, 1-3.

Philippe, D. en Denis, N., “De onttrekking van een onroerend goed aan een vennootschap : de vereffening (Deel 2)”, Pacioli 2011, 325, 1-5.

Robberechts, S., “BEVEK & BEVAK”, TRV 2002, 27-57 en 92-122.

Schellekens, K., Beleggingsvennootschappen  naar Belgisch en Luxemburgs recht, Gent, Larcier, 2002, 247 p.

Schellekens, K., “Beleggingsvennootschappen”, Vennootschap en belastingen 2005, 67, 109-179.

Siaens, A., “De Belgische vastgoedbeleggingsvennootschappen (BEVAK-SICAFI)”, Bank Fin. 1995, 3, 157-162.

Sluyts, C., Het onroerend goed en de nalatenschap in Het onroerend goed in de praktijk, Antwerpen, Kluwer,1997, 5, 194 p.

Spruyt, E., Reorganisatie van vennootschappen: juridische spelregels, Brussel, Kluwer Opleiding 22 november 2011.

Spruyt, E. en Van Melkebeke, P., “Onttrekking van onroerend goed aan een vennootschap – bespreking van de artikelen 129 en 130 W.REG.” in J. Verstappen, K. Verheyden en M. Eeman, Zakelijke rechten en fiscaliteit, Antwerpen, Maklu, 2004, 223-275.

Taghon, C., “Ontbinding van de vennootschap. Verkrijging van een onroerend goed door de enige vennoot”, Nieuwsbrief Notariaat Fiscaal 1998, 10, 6-8.

Van Bever, L., Hermans, A., “Het vastgoedbevak-KB 2010”, TRV 2011, 3, 127-183.

Van Biervliet, C., Onroerende goederen door een fiscale bril bekeken in Fiscale Dossiers Vandewinckele, Mechelen, Ced.samsom, 2002, 407 p.

Van Biervliet, C., Geld uit uw vennootschap halen: van bezoldiging tot inkoop eigen aandelen: do’s en don’ts, Mechelen, Kluwer, 2008, 449 p.

Vandenberghe, W., “’Partiële splitsing’. Waarom nog splitsen als men kan partieel splitsen?”, TFR 2002, 217, 239-259.

Vandenberghe, W., Vande Velde, I., Van de Woesteyne, I., Verstraelen, J. en Vyncke, K., Handboek fiscale aspecten van vennootschapsherstructureringen, Mechelen, Kluwer, 2010, 256 p.

Vandermeersche, C., Fiscale aspecten van de afsplitsing van een onroerend goed, in Onroerend goed als beleggingsinstrument: juridische en fiscale aspecten, Brussel, Larcier, 2003, 83-132.

Vandermeersche, C., “Overdracht aandelen vastgoedvennootschap na afsplitsing van onroerend goed”, Nieuwsbrief Notariaat 2004, 15, 4 p.

Van de Woesteyne, I. en Verstraelen, J., “De volledig belaste partiële splitsing in de inkomstenbelastingen”, TFR 2004, 270, 951-993.

Vanhulle, H. en Lippens, N., “Praktische beschouwingen n.a.v. de invoering van de 10% heffing bij inkoop van eigen aandelen en liquidatie van vennootschappen” in X., Liber Amicorum Jean-Pierre de Bandt, Brussel, Bruylant, 2004, 657-696.

Van Melkebeke, P., De patrimoniumvennootschap in het kader van een successieplanning, Capita selecta notarieel recht, Leuven, Universitaire Pers Leuven, 2006, 229-271.

Van Melkebeke, P., “Onttrekking van onroerend goed aan een vennootschap: een Nederlandse BV wordt gelijkgesteld met een personenvennootschap”, Nieuwsbrief Notariaat Fiscaal 2000, 1, 7-8.

Vanoppen, S., “Effectisering: stro tot goud gesponnen”, TFR 2002, 254-260.

Van Tricht, E., Vrijstellingen [Vennootschappen] in F. Werdefroy, Registratierechten, Mechelen, Kluwer, 2010-2011, 1469-1516.

Verdonck, S., “Vastgoedbevak: gunsttarief exit-taks alleen voor fusiemeerwaarden”, Fisc.Act. 2011, 17, 9-11.

Verstraelen J. en Van de Woesteyne I., “De volledig belastingvrije partiële splitsing in de inkomstenbelastingen”, TFR 2002, 220, 391-438.

Vincke, J., “Fusies, splitsingen en gelijkgestelde verrichtingen (3)”, Pacioli 2008, 249, 7-8.

Wustenberghs, T., “Verdeling maatschappelijk vermogen: nieuw arrest maar oude feiten”, Fisc.Act. 2002, 4, 4-7.

X, “Hoe moet voor de berekening van de belastbare grondslag van de “exit”-taks die vastgoedbevaks verschuldigd zijn op datum van hun erkenning, de belastbare grondslag worden bepaald? Hoe moet de “werkelijke waarde” van het maatschappelijk vermogen van vastgoedvennootschappen worden berekend?”, Fisc.Koer. 2010, 10, 502-505.

X, “Een “Bevak-toepassing”: Serviceflats Invest”, Vastgoed info 1995, 23, 2-4.

X, “Roerend beleggen in onroerend goed: de vastgoedbevak”, Vastgoed info 1995, 15, 2-5.

X, “Vastgoed-BEVAK & RV”, Fiscoloog 1995, 516, 6.

X, “Vrijstelling Vlaamse vastgoed-BEVAK’s”, Fiscoloog 1995, 535, 5.

X, “Vrijstelling Vlaamse vastgoed-BEVAK’s (bis)”, Fiscoloog 1995, 545, 6.

X, “Successierechten. Vastgoed-BEVAK en PRIVAK”, Fiscoloog 2001, 788, 12.

X, “Vastgoed-Bevaks: verhoging van de toegelaten schuldenlast”, Fiscoloog 2001, 806, 8.

X, “Vennootschapsbelasting. Verlaagd tarief. Overname immobiliënvennootschap door vastgoedbevak”, Fiscoloog 2011, 1241, 14.

Afdeling 6. Krantenknipsels

Bertiau, W., “Vastgoedbevaks winnen aan transparantie”, De Tijd 22 januari 2005.

Boitte, C., “Nieuwe regels maken vastgoedbevaks dynamischer”, Moneytalk 3 november 2011.

Deceunynck, F., “De verschillende soorten vastgoedbevaks onder de loep”, De Tijd 31 oktober 2003.

Deceunynck, F., “Waarom beleggen in vastgoed?”, De Tijd 31 oktober 2003.

Deceunynck, F., “Wat bepaalt het koersverloop van vastgoedbevaks?”, De Tijd 31 oktober 2003.

Deceunynck, F., “Welk rendement mag u verwachten van een vastgoedbevak?”, De Tijd 31 oktober 2003.

De Hoon, I. en Steenackers, J., “Vastgoed in een vennootschap: de goede jaren zijn voorbij”, Moneytalk 2 februari 2012.

Demeester, S., “Bois Sauvage stapt uit bevak Cofinimmo”, De Tijd 12 november 2012.

Demeester, S., “Kleine vastgoedbelegger betaalt prijs van de duidelijkheid”, De Tijd 22 november 2012.

Demeester, S., “Zonder beurs stonden we vandaag lang niet zo ver”, De Tijd 25 april 2012.

De Mesure, G., “Bevaks onterecht onderschat”, De Tijd 30 juni 2012.

De Mesure, G., “Vastgoedbevaks zijn hedge funds”, De Tijd 2 februari 2013.

Deneef, A., “Veilig maar duur”, Cash 2 september 2004.

De Rijcke, C., “Befimmo koopt als eerste bevak eigen aandelen”, De Tijd 22 mei 2012.

De Rijcke, C., “Vastgoedcertificaten, vastgoedbevaks of vastgoedfondsen?”, De Tijd 11 november 2003.

Huygen, Y., “’Papieren’ vastgoed in al zijn gedaantes”, Cash 17 november 2005.

Lambrecht, K., “Dexia Insurance Belgium neemt belang in Montea”, De Tijd 6 december 2011.

Lejoint, F., “Een bevak is het Belgische vastgoedvehikel bij uitstek”, De Tijd 21 oktober 2011.

Lejoint, F., “Profiteer van hoge dividend-rendementen van vastgoedbevaks”, De Tijd 26 mei 2012.

Luysterman, P., “5 redenen waarom vastgoedprijzen sputteren”, Netto 10 januari 2013.

Luysterman, P., “Aedifica sluit verkoop hoteltak niet uit”, De Tijd 20 februari 2013.

Luysterman, P., “Bevaks niet al te hard getroffen”, De Tijd 30 november 2011.

Luysterman, P., “Beursgang vastgoedbevak Amandel wordt uitgesteld”, De Tijd 7 december 2012.

Luysterman, P., “Beursgang vastgoedbevak Fedimmo niet onmogelijk”, De Tijd 19 februari 2013.

Luysterman, P., “Cofinimmo verlaagt dividend na Dexia-debacle”, De Tijd 8 februari 2013.

Luysterman, P., “Eindelijk vers bloed voor Brusselse beurs”, De Tijd 3 november 2011.

Luysterman, P., “Home-Invest hoopt groei te verdubbelen”, De Tijd 4 november 2011.

Luysterman, P., “Home Invest stapt in studentenhuisvesting”, De Tijd 4 december 2012.

Luysterman, P., “Intervest Retail gaat meer voor de stad”, De Tijd 1 augustus 2012.

Luysterman, P., “Investeringen in rusthuizen maal zeven”, De Tijd 11 januari 2013.

Luysterman, P., “Kapers op de markt voor rusthuizen”, De Tijd 15 februari 2012.

Luysterman, P., “Loont zelf investeren in vastgoed de moeite?”, De Tijd 21 oktober 2011.

Luysterman, P., “Montea bouwt Brucargo West verder uit”, De Tijd 13 september 2012.

Luysterman, P., “Net als mijn vader denken we enkel op lange termijn”, De Tijd 16 februari 2013.

Luysterman, P., “Onze vastgoedportefeuille zal verdubbelen”, De Tijd 14 februari 2013.

Meeussen, G., “Aedifica koopt opnieuw rustoord”, De Tijd 20 december 2012.

Meeussen, G., “Cofinimmo koopt Nederlands ziekenhuis”, De Tijd 28 september 2012.

Meeussen, G., “Vastgoedbevak Aedifica slaagt in grootste kapitaalronde van 2012”, De Tijd 5 december 2012.

Pirson, V., “Vastgoedbevaks. Schokgolf.”, Trends 1 juni 2000.

Racquet, E., “Home Invest trekt dividend nogmaals op”, De Tijd 1 maart 2013.

Racquet, E., “Leasinvest bestudeert kapitaalverhoging”, De Tijd 23 februari 2013.

Racquet, E., “Montea plukt vruchten van hogere bezettingsgraad”, De Tijd 16 februari 2012.

Sephiha, M., “Vastgoedbevak Bernaerts volgend jaar naar beurs”, De Tijd 8 december 2011.

Steenackers, J., “5 manieren om voordelig vastgoed te schenken”, Moneytalk 29 september 2011.

Steenackers, J., “De gezinswoning: geen woning als een andere”, Moneytalk 24 mei 2012.

Steenackers, J., “Mist over residentiële vastgoedbevaks”, Moneytalk 27 september 2012.

Suy, P., “Bevaks bevestigen stevig imago”, De Tijd 4 augustus 2012.

Suy, P., “Prima jaar voor bevak Warehouses Estates Belgium”, De Tijd 9 december 2011.

Suy, P., “Vastgoedaandelen hip in Brussel”, De Tijd 24 augustus 2012.

Van Belle, D., “De vastgoedbevak, alternatief voor beleggen in onroerend goed”, De Tijd 18 februari  2000.

Van Belle, D., “De vastgoedbevak als instrument van reorganisatie”, De Tijd 25 februari 2000.

Van Espen, R., “Investeren in vastgoed (maar dan zonder vervelende huurders”, Trends 5 juni 2003.

Van Maldegem, P., “Rijkentaks treft dividenden residentiële bevaks”, De Tijd 5 september 2012.

Vansteeland, K., “WDP koopt site langs A12”, De Tijd 23 juli 2012.

Vekeman, J., “Meer investeringen in winkelpanden dan in kantoren”, De Tijd 17 december 2012.

Verhoeye, J., “Het fiscale leed van de vastgoedbevaks”, De Tijd 5 juli 2002.

Verhoeye, J., “Ontvangen huur kan belast worden als winst”, De Tijd 18 februari 2000.

Vessiere, G., “Zijn patrimoniumvennootschappen ten dode opgeschreven?”, Netto 4 februari 2012.

X, “Mooi product zoekt goede huisvader”, De Tijd 22 januari 2000.

X, “Nieuwe maatregelen voor beurstaks en bevaks”, De Tijd 13 oktober 2004.

X, “Rondzendbrief brengt vastgoedbevaks duidelijkheid”, De Tijd 11 januari 2005.

Afdeling 7. Websites

http://www.beursduivel.be 

http://www.epra.com

http://europeanequities.nyx.com

http://www.fisconetplus.be

http://www.fsma.be/nl/Supervision/finprod/icb/Article/lijsten/icb1_li.aspx

http://moneytalk.knack.be

https://multimediafiles.kbcgroup.eu/ng/published/KBC/PDF/SPABEL/beleggingsvormen_nl.pdf

http://www.tijd.be  en http://www.netto.tijd.be

http://trendstop.knack.be/nl/sector/bvk/vastgoedbeleggingsmaatschappijen.aspx

http://www.aedifica.be

http://www.ascencio.be/

http://www.befimmo.be/

http://www.cofinimmo.be/

http://homeinvestbelgium.be

http://www.intervest.be/nl/offices/

http://www.intervest.be/nl/retail/

http://www.leasinvest.be/

http://www.montea.com/

http://www.retailestates.com/

http://www.sfi.be/

http://www.wdp.be/

http://www.w-e-b.be/

http://www.wereldhavebelgium.com/

Download scriptie (1.44 MB)
Universiteit of Hogeschool
Universiteit Gent
Thesis jaar
2013