Studie vh toeristisch aanbod in de salm-, amblève en ourthe-vallei

Veerle Jacobs
Persbericht

Studie vh toeristisch aanbod in de salm-, amblève en ourthe-vallei

Op stap langs betoverende beken en rivieren

 

In de Ardennen liggen drie pareltjes van valleien: de vallei van de Ourthe, de vallei van de Amblève en  de vallei van de Salm. Deze valleien werden reeds door de toeristen ontdekt. Maar wat maakt ze dan zo aantrekkelijk ? Wat doet de overheid om het toerisme naar deze valleien te bevorderen ? Staat men vandaag al stil bij de vraag welke toekomst het toerisme in deze streek heeft?

 

Deze valleien liggen in verschillende geografische streken: de Ardennen, de Kalkzoom, de Condroz en Fagne en Famenne. De Ourthe stroomt door deze vier geografische streken, de Amblève vloeit door de Ardennen en de Kalkzoom, de Salm daarentegen loopt enkel door de Ardennen.

Doordat deze valleien zoveel verschillende geografische streken doorkruisen, is het landschap er zeer gevarieerd en vooral in de Ardennen en de Kalkzoom kwam het toerisme al snel op gang. Het Ardeens landschap bestaat uit harde gesteente. Daardoor ontstaan sterke versnijdingen van de rivieren, wat het landschap zeer aantrekkelijk maakt. De Kalkzoom werd daarentegen uit zachte gesteenten met grote doorlaatbaarheid opgebouwd, waardoor grotten ontstonden.

 

Het toerisme in deze valleien dankt zijn ontstaan aan het rijke natuurlijk aanbod. Nu nog worden jaarlijks vele toeristen aangetrokken door rivieren en beekjes, de talrijke natuurparken, de uitgestrekte bossen en de grotten. Het natuurtoerisme gaf later de aanleiding tot het ontwikkelen van sport- en avonturentoerisme met onder meer rafting, kayak en speleologie.

Naast dit gevarieerd natuurlijk aanbod, beschikt deze streek eveneens over een rijk cultureel patrimonium, zoals de feodale burcht van La Roche-en-Ardenne, de dolmen en menhirs in Wéris en de vele musea. Bovendien zijn talrijke bezienswaardigheden het hele jaar door voor het publiek toegankelijk, waardoor een slechte zomer geen financiële ramp hoeft te zijn.

Buiten de zomer kan men in deze gebieden immers ook terecht. Tijdens het jachtseizoen worden er talrijke gastronomische weekends georganiseerd. In 2001 werd de gastronomie nog eens extra in de verf gezet, het Office de Promotion du Tourisme (OPT) werkte toen namelijk rond het jaarthema ‘In het hart van smaken en geuren’. Talrijke kleinere evenementen i.v.m. gastronomie werden toen in de schijnwerpers geplaatst.

Sinds enkele jaren promoot men trouwens de evenementen weer volop. Het is namelijk bewezen dat de evenementen het herhaaltoerisme bevorderen en nieuwe toeristen lokken. De belangrijkste sportieve evenementen zijn De Waalse Pijl, Luik – Bastenaken – Luik en de vierentwintig uur van Francorchamps. Voor degenen die het liever ludieker houden, zijn er ondermeer het carnaval van Stavelot en Malmédy en de heksenstoet van Vielsalm. Daarnaast zijn er nog talrijke kleinere evenementen.

 

Bij het toerisme spelen heel wat organisaties een rol. Eerst en vooral moet er een degelijke toeristisch – receptieve structuur uitgebouwd worden. Deze structuur heeft in Wallonië een piramidale structuur. Aan de top staat het OPT en het Commisariat Générale du Tourisme (CGT). Daaronder vinden we de toeristische federaties op provinciaal niveau en de toeristische federaties op regionaal niveau. Onderaan de piramide tenslotte vinden we de toeristisch federaties op lokaal niveau.

Het CGT verzorgt de administratieve en juridische taken. Het OPT daarentegen zorgt ervoor dat het toerisme naar Wallonië en Brussel gepromoot wordt. Dit doet zij op vier manieren. Een eerste manier is de promotie van bestaande toeristische producten. Een tweede luik is de uitbouw van de diensten, bijvoorbeeld de mogelijkheid om via het OPT een hotelkamer te boeken. Een derde doel bestaat erin om nieuwe infrastructuren te commercialiseren. Ten slotte zorgt het OPT ook voor de ontwikkeling van nieuwe producten.

De toeristische federaties op provinciaal niveau zijn, net als het OPT, overkoepelende organisaties, maar zij werken enkel op provinciaal niveau. Zij geven ook eigen brochures uit.

Onlangs werden er toeristische federaties op regionaal niveau opgericht. Deze zullen ervoor zorgen dat er een betere communicatie tussen de verschillende toeristische diensten ontstaat. Tussen de verschillende toeristische federaties op lokaal niveau was immers nauwelijks of geen samenwerking. Bovendien werken deze toeristische federaties vaak met vrijwilligers. In de toeristische federaties zal enkel geschoold, tweetalig personeel werken waardoor een beter onthaal verzekerd zal zijn.

 

Naast een goede receptieve structuur, moet er ook voldoende aandacht aan accommodatie besteed worden en dat is waar het schoentje in deze valleien wringt. De hotels, campings en het ruraal toerisme scoren ronduit slecht als het op professionaliteit en kwaliteit aankomt. Van de achtendertig erkende campings in de vallei van de Amblève, bijvoorbeeld, kregen er vierendertig slechts één ster. De overige vier erkende campings kregen twee sterren. Dit gebrek aan professionalisme en kwaliteit is waarschijnlijk de oorzaak van de lage bezettingsgraad van de verschillende logiesvormen. Vorig jaar kwam er een nieuwe hotelclassificatie in Wallonië waar men met strengere eisen de kwaliteit van de hotels probeerde te verbeteren.

 

Een ander nadeel voor deze valleien is de slechte bereikbaarheid met het openbaar vervoer. Tijdens het jaar is de situatie al slecht, maar tijdens de schoolvakanties, wanneer er minder bussen en treinen worden ingelegd, wordt de situatie werkelijk schrijnend. Enkel in La Roche-en-Ardenne en Remouchamps wordt dit probleem gedeeltelijk opgelost door het inschakelen van toersitentreintjes.

 

Deze drie valleien hebben een grote potentiele markt: België, Nederland, Duitsland, Frankrijk en Groot – Brittannië. Maar enkel Belgen en Nederlanders komen vaak naar deze valleien. Voor Duitsers en Britten zijn deze valleien nagenoeg onbekend. Ook de Amerikanen komen naar België, maar zij brengen enkel een bezoekje aan de historische steden. Een nieuw marketingplan zou aandacht moeten hebben voor Duitsland en Groot – Brittannië.

 

Vermits de natuur nog altijd dé troef van deze regio is, doet men er al veel aan om deze te beschermen. Zo werden onder andere natuurreservaten erkend en sinds kort probeert men bovendien de rivieren en hun directe omgeving te beschermen. Hiervoor werden ‘Contrats de Rivières’ opgesteld.

 

De valleien van Ourthe, Amblève en Salm hebben alles om een topbestemming te zijn: een gevarieerd natuurlijk aanbod, een rijk cultuurhistorisch aanbod, een uitgebreid gastronomisch aanbod, sfeervolle stadjes, folklore, tradities en legenden die herleven in de talrijke evenementen. Toch heeft dit gebied zijn mogelijkheden nog niet genoeg aangewend. Veel is te wijten aan een gebrekkige, onprofessionele organisatie. Gelukkig heeft men begrepen dat het zo niet verder kan. Er werden al talrijke initiatieven op touw gezet om het toerisme aantrekkelijker te maken: meer professionele medewerkers, de verbetering van de kwaliteit in de hotels,…

Wanneer er een grotere samenwerking tussen de verschillende gemeenten een feit zal zijn, en indien de noodzakelijke verbeteringen aan de infrastructuur tot stand komen, zal het aantal toeristen in deze streek nog sterk toenemen.

Universiteit of Hogeschool
Publicatiejaar
2002
Share this on: