Zowel in het theoretische als praktische deel van mijn eindwerk in de opleiding juweelkunst nam ik “communicatie” als basisidee.
Juwelen brengen immers ideeën en boodschappen over, bijvoorbeeld door hun godsdienstige iconografie, hun sociale symbolen of doordat de drager met zijn juweel wil tonen wat hij zich kan veroorloven. Zelf was ik vooral geïnteresseerd in de wereld van de medailles, waarvan de inhoudelijke verwijzing de essentie is van zijn gehele vormgeving. Alhoewel medailles vooral een historisch gegeven zijn en juweelkunst tegenwoordig in termen van schoonheid en design besproken wordt, is het nog steeds zo dat bijvoorbeeld jongeren onder andere via hun keuze van juwelen zichzelf trachten te plaatsen binnen een bepaalde culturele wereld. Algemeen kunnen we stellen dat communicatie in ruime zin nog steeds een fundamenteel iets is voor juweelkunst.
Een ander van mijn interessepunten in verband met communicatie is de fascinerende communicatiewereld van de bijen.
Bijen beschikken over de vaardigheid om berichten te verzenden en te ontvangen en kunnen zo in een gemeenschap van circa 50.000 individuen chaos vermijden. Hun uniek systeem is gebaseerd op een aantal dansen (rondedans en kwispeldans) waardoor ze elkaar vertellen waar goede nectar te vinden is.
Ik probeerde beide interesses, de culturele wereld van de medailles en de leefwereld van de bijen, te combineren.
De patronen van de bijendansen zijn fascinerend en in mijn eerste praktische experimenten om de communicatie der bijen om te zetten in juwelen, bootste ik letterlijk de dansbeweging na door deze uit te voeren met een draadconstructie binnen een kader. Later combineerde ik de regelmatigheid van de bijendansen met de chaotische indruk die we krijgen bij het zien van een bijennest en ontstond er een vlak van draden. Ik verkoos te werken op schaal van broches, aangezien deze het meest verwant zijn met medailles, besproken in mijn theoretisch eindwerk.
Al snel besefte ik dat er nog veel mogelijkheden waren om met het tweedimensionale vlak van draden in het driedimensionale volume van een halve bol te verwerken. Hieruit creëerde ik een aantal broches in plexiglas en zilver waarbij de draden als een visuele illusie lijken te zweven in de halve bol.
De dansbewegingen der bijen deden me ook denken aan ‘soldatengaren’ dat op een zeer eigen manier op een kartonnetje met een centraal gaatje gedraaid wordt. Om dit te combineren met de patronen van de bijendans boorde ik in een halve bolletje van plexiglas of zilver zodanig gaatjes dat ik het patroon met één draad kon weven. Hierbij zorgde ik ervoor dat in het midden van het dradenpatroon een cirkelvormige opening bleef die het gevoel van oneindige beweging overbrengt, voor altijd draaiend rond een cirkelvormige schacht.
Het uiteindelijke resultaat van mijn ontwerpen komt misschien eerder abstract over en de link naar communicatie is niet rechtstreeks afleesbaar, maar communicatie beperkt zich voor mij zeker niet alleen tot rechtstreekse mededelingen.