Charlotte Kellogg: Women of America and Belgium

Anton Goegebeur
Persbericht

Charlotte Kellogg: Women of America and Belgium

In de zomer van 1916 luisterde een Amerikaanse vrouw begeesterd naar een toespraak van kardinaal Mercier in de kathedraal van Brussel. Als vertegenwoordiger van de internationale Commission for Relief in Belgium (CRB of kortweg Commissie) had zij enkele dagen eerder de oversteek naar bezet België gemaakt. Charlotte Kellogg is de eerste en enige Amerikaanse vrouw die voor de Commissie in België verbleef. Op zoek naar lokale liefdadigheidsinstellingen trok zij zes maanden lang door Vlaamse en Waalse gemeenschappen. Meteen na de oorlog keerde Charlotte terug naar België en bezocht de verscheurde Westhoek. Totnogtoe maakten historici geen gebruik van het uitzonderlijke verhaal van deze Amerikaanse vrouw uit Californië. Dat is verwonderlijk want zelf publiceerde zij drie boeken over België tijdens en na de Eerste Wereldoorlog.                          

Haar publicaties maken deel uit van het pantheon van de vrouwen geschiedenis. Charlotte was geen academische historica en had niet de intentie academisch onderzoek te verrichten. Toch sluit haar werk aan bij de school van vrouwelijke historici die leefden en werkten voor de tweede feministische golf in de jaren '60. Publicaties, toespraken en persoonlijke correspondentie tonen aan dat Charlotte bijzonder begaan was met de maatschappelijke positie van de vrouw. Haar vergeten werk, maar ook haar eigen leven, toont aan dat vrouwen actoren zijn in de geschiedenis en niet louter onderhevig zijn aan de overheersende omgeving. Ze geeft een stem aan deze bijzonder grote groep in de samenleving. Aan de hand van Charlotte Kellogg wilt dit onderzoek de bijzondere rol die Amerikaanse en Belgische vrouwen in de Eerste Wereldoorlog speelden in de schijnwerpers zetten.

De Commissie onder aanvoering van de latere Amerikaanse president Herbert Hoover staat bij ons bekend voor het verijdelen van een hongersnood. Ze is de eerste spontane internationale humanitaire organisatie. Het establishment van de Commissie was uitgesproken mannelijk. Mannen bevolkten de vergaderingen, vertegenwoordigen de commissie en delegeerden de complexe organisatie. Tegelijkertijd waren het de vrouwen die op het terrein werkten. Amerikaanse vrouwen hielden benefietacties terwijl Belgische vrouwen de kommen van hongerige weeskinderen vulden met soep. Charlotte Kellogg is de enige uitzondering. Als officiële vertegenwoordiger maakt zij de overtocht. Terwijl in de Brusselse salons Herbert Hoover hevig discussieerde met zijn Belgische collega Émile Francqui trok Charlotte naar kantines, weeshuizen en scholen in de bezette steden en dorpen.                                                          

Charlotte kwam niet toevallig in België. In Californië had zij naam gemaakt als schrijfster en vanaf het eerste uur, in september 1914, geraakte ze betrokken bij de organisatie van de Commissie in San Francisco. In 1916 vroeg Hoover haar om te schrijven over de ontberingen die vrouwen en kinderen in bezet België moesten doorstaan. Hiervoor trok zij een half jaar naar België. Als officiële vertegenwoordiger ontbreekt Charlotte op de vergaderingen in Brussel en wordt zij niet vermeld in verslagen. Haar taak is al even uniek als haar aanwezigheid. Charlotte observeert en interviewt vrouwen. Terug in de Verenigde Staten  speelt ze een cruciale rol in de propagandamachine van de commissie. Ze gaat aan het schrijven en ontroert duizenden Amerikanen die naar haar toespraken komen luisteren.                      

Van San Francisco tot Washington, van Chicago tot New York, maandenlang reist Charlotte door de Verenigde Staten om het verhaal van de Belgische vrouwen te vertellen. In 1917 komt haar eerste boek op de markt. De Belgische consul in Washington beschrijft Women of Belgium als een ode aan de Belgische vrouwen die ondanks de rampspoed hun taak als moeder van de natie met verve opnemen. In haar boek benadrukt Charlotte het doorzettingsvermogen van de vrouwen maar ook de rol van de Commissie. Haar boodschap aan de lezer is duidelijk: Zonder jullie geld is de inzet van de Belgische vrouwen tevergeefs. Charlotte speelt haar rol binnen de propagandamachine van de Commissie voortreffelijk.

Hier houdt het niet op. In april 1917 trekken de Verenigde Staten ten oorlog en zetten noodgedwongen de samenwerking met de neutrale Commissie stop. Gedecentraliseerd gaan hulporganisaties in de Verenigde Staten door met het houden van diverse benefietacties. Het geld dat zij hierbij ophalen komt via het Belgische consulaat terecht bij hulporganisaties in België. Het zijn in de eerste plaats Amerikaanse vrouwen die de straten opgaan en geld inzamelen. Eén van de meest succesvolle afsplitsingen van de Commissie bevindt zich in Californië, onder leiding van Charlotte. De toespraken die ze gaf voor de Commissie geeft ze nu voor haar lokale afsplitsing. Dit blijft ze doen, tot maanden na de wapenstilstand. 

Bevrijd van de strikte regelgeving van de Commissie kan Charlotte haar eigen weg gaan. Ze is ambitieus en wil, samen met andere vrouwen, een nieuwe nationale commissie oprichten. Ze publiceert twee nieuwe boeken en valt hierin niet alleen Duitsland maar ook het vooroorlogse Belgische establishment en de Kerk aan. De sociale wantoestanden in de kantindustrie waar meer dan 45.000 vrouwen werkzaam zijn worden door Charlotte op de korrel genomen. Meisjes kregen geen opleiding, moesten te lange uren draaien en verdienden te weinig. Voor de oorlog deelde de industrialisering klappen uit aan de textielindustrie. Noch de vakbonden noch de Belgische staat deed iets om deze te verzachten.                                        

De paradox is dat de oorlog beterschap brengt. Het is de Commissie die samen met Belgische hulporganisaties zich het lot van de vrouwen in de kantindustrie aantrekt.  De situatie lijkt niet alleen hier te verbeteren. De Kerk van kardinaal Mercier is volgens Charlotte katholieker dan ooit en verenigt Vlamingen en Walen. De honger doet grenzen tussen sociale klassen vervagen. Iedere Belg heeft elkaar nodig, los van zijn of haar stand. Charlotte haar missie beperkt zich niet langer tot het voeden van de geteisterde Belgen. De Amerikaanse vrouw uit San Francisco ziet potentieel voor het naoorlogse België. Ze neemt kiemen van sociale vooruitgang waar. Tegelijkertijd vreest ze dat als de oorlog eenmaal voorbij is en de Amerikaanse hulp ophoudt, dat alles in het oude zal hervallen.                                                         

In januari 1919 vertrekt Charlotte voor een tweede keer uit België. De eerste keer, in december 1916, is ze vol lof over het patriottisme, de inzet en de solidariteit die ze waarnam. Twee jaar later keert ze gedesillusioneerd terug naar de Verenigde Staten. Van klasse overstijgende solidariteit is niet langer sprake. De eenheid die Mercier bracht verbrokkelt opnieuw en de werkomstandigheden in de kantindustrie vervallen in vooroorlogse wantoestanden. 

Bibliografie

BIBLIOGRAPHY

 

1.    Primary Sources

 

1.1.Unpublished sources

 

NAB, Archives de la Guerre, Consulats et l'ambassade de Belgique en Amérique du Nord (Denver, Minnéapolis, Nouvelle-Orléans, Philadelphie, Washington), T-521 , Letter from Mrs Kellogg to Mrs Harkin, 22 April 1918.

-       Monthly financial reports from July 1917 - February 1919 (Except February 1918 and August 1918).

-       Letter from Baron de Cartier de Marchienne to Mrs Kellogg, 18 April 1917.

-       Letter from Mr Hymans to Mrs Kellogg, 6 May 1917.

-       Letter from Mrs Kellogg to Baron de Cartier de Marchienne, 12 May 1917.

-       Official rapport on the organisation of the CCRB, October 1917.

-       Letter from Mrs Kellogg to Baron de Cartier de Marchienne, 13 June 1917.

-       Letter from Mrs Kellogg to Baron de Cartier de Marchienne, 14 June 1917.

-       Letter from Baron de Cartier de Marchienne to Mrs Kellogg, 3 July 1917.

-       Letter from Baron de Cartier de Marchienne to Mrs Kellogg and Mrs Harkin, 4 August 1917.

-       Letter from Mrs Kellogg to Baron Cartier de Marchienne, 6 August 1917.

-       Letter from Baron de Cartier de Marchienne to Mrs Kellogg, 14 August 1917.

-       Letter from Mrs Kellogg to Baron de Cartier de Marchienne, 25 October 1917.

-       Letter from Mrs Kellogg to Baron de Cartier de Marchienne, March 1918.

-       Speech by Baron de Cartier de Marchienne for "The Daughters of the American Revolution, 15 April 1918.

-       Letter from Mrs Kellogg to Baron de Cartier de Marchienne, 30 April 1918.

-       Letter from Mrs Kellogg to Baron de Cartier de Marchienne, 1 May 1918.

-       Letter from lawyer Edward Hohfeld to the CCRB, 7 June 1918.

-       Letter from Mrs Kellogg to Baron de Cartier de Marchienne, 11 June 1918.

-       Letter from Baron de Cartier de Marchienne to Mrs Kellogg, 13 June 1918.

-       Letter from Mrs Kellogg to Mr Cerf, 13 June 1918.

-       Letter from Mrs Kellogg to Baron de Cartier de Marchienne, 17 June 1918.

-       Letter from Mr Hymans to Baron de Cartier de Marchienne, 19 June 1918.

-       Letter from Baron Cartier de Marchienne to Mrs Spreckels, 30 June 1918.

-       Letter from Mr Hymans to Mrs Kellogg, 20 July 1918.

-       Letter from Mrs Kellogg to Mr Paternotte, 29 August 1918.

-       Letter from Baron de Cartier de Marchienne to Mr Hymans, 3 December 1918.

-       Letter from Baron Cartier de Marchienne to Mrs Crocker, 8 December 1918.

-       Telegram from Mrs Kellogg to the CCRB, 20 December 1918

-       Letter from Mrs Harkin to Baron Cartier de Marchienne, 15 January 1919.

-       Letter from Mrs Kellogg to Baron Cartier de Marchienne, 7 February 1919.

-       Letter from Mrs Kellogg to Mrs Parker, 7 March 1919.

-       Letter from Mrs Kellogg to Baron Cartier de Marchienne, 18 May 1919. 

-       Letter from Mrs Kellogg to Baron de Cartier de Marchienne, 28 May 1919.

-       Letter from Baron de Cartier de Marchienne to Mr Hymans, 5 April 1920.

-       Letter from Mr Paternotte (Belgian consul in the US) to Mr Tyck (Secretary of the Belgian Chambre de Commerce),  11 March 1920.

-       Letter from Mr Healy (American consul in Belgium) to Baron de Cartier de Marchienne, 15 March 1920.

-       Letter from the Belgian ambassador in the US to Mr Blondiau, 21 June 1921.

-       Letter from the Belgian customs to the Belgian embassy in Washington, 22 June 1921.

NAB, Nationaal Werk voor Steun aan Kantwerksters, Aide et Protections aux Dentellières, T 042, 1914-1920, Nr. 1, Réglement et organisation.

 

-       Nr. 14, Expéditions de dentelles par la Commission for Relief in Belgium.

-       Nr. 15, Letter from Mr Verwaest (CSNA) to LC, 14 May 1917.

-       Nr. 17, Letter from CNSA to Mr Hoover, 6 October 1915.

-       Nr. 18, Letter from Mr Hoover to CNSA, 6 September 1915.

-       Nr. 19, Letter from Mr Hoover to CNSA, 9 August 1915.

 

1.2.Published sources

 

"Review: Women of Belgium", The New York Times, 23 April 1917.

"Mrs. Kellogg voices plea for Belgium", The San Francisco Examiner, 21 October 1917.

" Women of Belgium, Turning Tragedy to Triumph", Pamphlet, 1918.

"The need is urgent!", Pamphlet for the CCRB by C. Kellogg, 1918.

"U.S. Overfed as Others Starve, Woman Asserts", Chicago Journal, 30 April 1918.

"Urgent Need for Saving Food to Win the War", Chicago Evening Post, 30 April 1918.

"Women Thrill at Recital of Allies' Needs", Chicago Examiner, 1 May 1918.

KELLOGG C., "Belgium's Queen", Women's Magazine, June 1919, 16-18.

KELLOGG C., Bobbins of Belgium: A Book of Belgian Lace, Lace-Workers, Lace-Schools and Lace-Villages, New York, 1919.

KELLOGG C., "A Cinema of the C.R.B.",  The Atlantic Monthly, April 1917, 535-545.

KELLOGG C., "The First Industrial Fair at Brussels", The Atlantic Monthly, August 1920, 264-269.

KELLOGG C., "The Young Hoovers", Saturday Evening Post, September 1920, 232-237.

KELLOGG C., Jadwiga, Queen of Poland, Washington, 1936.

KELLOGG C., Mercier, the fighting cardinal of Belgium, New York, 1920.

KELLOGG C., Women of Belgium: Turning Tragedy to Triumph, New York, 1917.

 

2.    Secondary Sources

 

ALBERTI J., Beyond Suffrage, Feminists in War and Peace, 1914-1928, London, 1989.

ALLEN A.B., An Independent Woman: The life of Lou Henry Hoover, Westport, 2000.

BETHKE ELSHTAIN J., Women and War, Chicago, 1987.

BERSON B.Z. and KAPLAN D.E., Guide to the Kellogg-Dickie Papers, New Haven, 2000.

BRAYBON G., Women Workers in the First World War: the British Experience, London, 1981.

CAPDEVILA L. ed., Hommes et femmes dans la France en guerre (1914-1945), Paris, 2003.

COOPER S., "The Work of Women in the 19th Continental European Peace Movements", Peace and Change, 9(1984), 11-28.

COSEMANS A., Inventaire des archives de la 'Commission for Relief in Belgium' et du 'Comité Hispano-Néerlandais', (http://search.arch.be/nl/zoeken-naar-archieven/zoekresultaat/ead/index/…), last visited on 11/08/2014.

CURIE M., Pierre Curie, KELLOGG C. transl. and KELLOGG V. transl. New York, 1923.

DANIEL Ü., Arbeiterfrauen in der Kriegsgesellschaft, Beruf, Familie und Politik im Ersten Weltkrieg, Bielefeld, 1989.

DARROW M.H., French Women and the First World War: War Stories of the Home Front, London, 2000.

DARROW M.H., "French Volunteer Nursing and the Myth of War Experience in World War I", American Historical Review, 101(1996), 80-106.

DE SCHAEPDRIJVER S., De Groote Oorlog, Het Koninkrijk België tijdens de Eerste Wereldoorlog, Antwerpen, 2013.

DEN HERTOG J., "The Commission for Relief in Belgium and the Political Diplomatic History of the First World War", Diplomacy and Statecraft, 21(2010), 593-613.

DOWNS L.L., Manufacturing Inequality: Gender division in the French and British metalworking industries, 1914-1939, London.

DOWNS L.L., Writing Gender History, 2e edition, London, 2010.

EPPLE A. ed. and SCHASER A. ed., Gendering Historiography, Beyond National Canons, New York, 2010.

History of the 16th Street Station, 2012, (http://www.16thstreetstation.com/history/). Last visited on 11/08/2014.

KELLOGG V., "Conversion d'un Neutre", L'Echo Belge, 8 May 1917.

KELLOGG V., Fighting Starvation in Belgium, New York, 1918.

KELLOGG V., Headquarters Nights: a Record of Conversations and Experiences at the Headquarters of the Germany Army in France and Belgium, Washington, 1917.

KELLOGG V., Herbert Hoover, the Man and his Work, New York, 1920.

MAYER D.C., Lou Henry Hoover: A Prototype for First Ladies, New York, 2004.

SIMPSON J., "The American Delegate in Northern France", in G.I. GAY ed., Public Public Relations of the Commission for Relief in Belgium, Stanford, 1929, 492-507.

STORR K., Excluded from the Record, Women, Refugees and Relief 1914-1929, Bern, 2010.

SURFACE F.M. and BLAND R.L., American Food in the World War and Reconstruction Period. Operations of the Organisations Under the Direction of Herbert Hoover 1914 to 1924, Stanford, 1931.

TILLY L.A. and SCOTT J.W., Women, Work, and Family, New York, 1978.

The Pioneer Spirit, 2014, (http://www.grand-island.com/index.aspx?page=147). Last visited on 11/08/2014.

THÉBAUD F., La femme au temps de la Guerre de 14, Paris, 1986.

THOM D., Nice Girls and Rude Girls, Women Workers in World War I, London, 1998.

WHITLOCK B., Belgium, A Personal Narrative, 2 vol., New York, 1919.

WICKES F., "The American Delegate in Belgium" in G.I. GAY ed., Public Relations of the Commission for Relief in Belgium, Stanford, 1929, 478-492.

ZUCKERMAN L., The Rape of Belgium: The Untold Story of World War I, New York, 2004.

Universiteit of Hogeschool
Master of European Studies: Transnational and Global Perspectives
Publicatiejaar
2014
Kernwoorden
Share this on: