Landschap als drager voor stedelijke ontwikkeling. Case study Amsterdam west

Dave Depetter Dave Depetter
Persbericht

Landschap als drager voor stedelijke ontwikkeling. Case study Amsterdam west

Landschap als drager voor stedelijke ontwikkeling. Case study Amsterdam west.

 Amsterdam wil tegen 2040 met 90.000 woningen uitbreiden.(1) Het zwaartepunt van deze stadsuitbreiding bevindt zich ten westen van het stadscentrum. Op deze plek, waar 14.000 nieuwe woningen worden verwacht, ontmoeten de haven, de stad en het groene landschap elkaar. Deze landschapsconditie kan je nergens anders tegenkomen in de gehele Metropoolregio Amsterdam en zal dus van immense waarde zijn voor kwalitatief wonen. Maar hoe gaan we om met deze conditie in de toekomst? Wat is de draagkracht van dit landschap en hoe kan dit boeiende landschap als armatuur en instrument de stedelijke ontwikkelingen van Amsterdam west structureren en identiteit bijbrengen?

Met mijn onderzoek ging ik op zoek naar een antwoord op deze vraag en ontwikkelde ik een visie, ontwikkelingsstrategie en ruimtelijke uitwerking voor de stedelijke ontwikkeling van Amsterdam west. Ik ben mijn onderzoek gestart vanuit de hypothese dat de potentie voor kwalitatieve ontwikkeling van Amsterdam west ligt in het landschap en zijn fysieke structuur.

Dit vraagstuk is mede ontstaan door mijn participatie aan de Summer School Design in Urbanism ‘The Big Reset on Neighbourhood Design’ te Amsterdam in augustus 2014. Hier werd de vraag gesteld hoe we een nieuw stadsgedeelte kunnen vormgeven. Ik kwam er in contact met de specifieke conditie van Amsterdam west.

Door mijn vooropleiding als landschapsarchitect heeft de verhouding tussen stad en land mijn interesse steeds behouden. Ik vind het belangrijk dat de brug tussen landschapsarchitectuur en stedenbouw steeds wordt gemaakt. Met deze thesis heb ik dan ook proberen duidelijk te maken hoe door constante reflectie van kennis een bepaald meerwaardig resultaat kan worden behaald.

‘Landschap’ is een zeer breed begrip. Ik ben ervan overtuigd dat elke ruimtelijke planner een andere interpretatie heeft en dit zal zich dan ook steeds anders vertalen naar ingrepen, groot of klein. Ik heb deze thesis geschreven vanuit een ‘Reflective Theory’. Deze methode laat toe om vanuit de reflectie van een bepaalde theorie een vertaling te maken naar praktische ingrepen. Als theoretische benadering heb ik gewerkt vanuit ‘Landscape Urbanism’, het befaamde begrip van Charles Waldheim dat stelt dat landschap de architectuur zal vervangen als voornaamste bouwsteen van de hedendaagse stedenbouw.(2) Daarnaast speeltook de stad Almere een rol in het theoretisch onderzoek. Niet enkel omdat het zich ook bevindt in de Metropoolregio Amsterdam, maar vooral omdat de stad inwoners aantrekt door zichzelf te verkopen als ‘wonen in het groen’.

Eerst en vooral wordt vanuit literatuurstudie, plananalyse, historisch beeldmateriaal en eigen observaties het projectgebied Amsterdam west in kaart gebracht. Aan de hand van een ‘landschapslectuur’ ga ik op zoek naar de kenmerken en identiteit. Eerst vraag ik me af wat de bouwstenen van het landschap zijn. vervolgens bekijk ik hoe deze bouwstenen van belang kunnen of beter gezegd moeten zijn voor de verstedelijking van dit stadsdeel. Alle kenmerken van het landschap kunnen gelezen en gecategoriseerd worden als vier bouwstenen, namelijk ‘Groene stad’, ‘Water Stad’, ‘Breuken en Grenzen’ en ‘101 Landschapsfragmenten’. De breuken ontstaan vooral door de wirwar aan infrastructuur. De landschapsfragmenten, zoals tuinen en landschapszichten, spreken van een bepaalde identiteit en cultuur-historische waarde. Alle vier bouwstenen zijn van evenwaardig belang.

De opdracht van de ruimtelijk planner, en dus ook mijn doel, is om vanuit het vraagstuk, het theoretisch onderzoek en de landschapslezing een ruimtelijke vertaling te maken waarbij een concreet ontwerpvoorstel wordt gedaan. De ruimtelijke strategie die ik heb toegepast om een ontwerpvoorstel te bekomen bestond uit vier fases, namelijk de projectie, reflectie, de dialoog en het resultaat. Hierbij spelen de inzichten vanuit de theorie en de ontwikkelingsstrategieën van de studie New Town Almere een grote rol. Deze inzichten werden getoetst aan de feitelijke context van Amsterdam west, het gelaagd landschap met de vier grote bouwstenen. Door de projectie van ontwikkelingsstrategieën en de reflectie van de werkelijke context ontstond er een ontwerpend onderzoek met een concreet resultaat.

De toepassing en het gevolg van deze methodiek laat toe dat er een zeer doordacht en kwalitatief ontwerpvoorstel ontstaat. Door de onderlinge interactie tussen de vier bouwstenen die als lagen op elkaar inspelen, ontstaat er een woongebied met verschillende kwaliteiten. Met dit voorstel is het mogelijk om te wonen in het groen, aan de haven, nabij de stad. Elke woonbuurt heeft zijn eigen kwaliteiten en woonvormen. Zo kan een breed publiek worden aangesproken. Al deze woonbuurten hebben toegang tot de mooie groene omgeving en men kan er genieten van de boeiende skyline van de haven. Door de aanwezigheid van de nodige weginfrastructuur is het centrum van Amsterdam goed bereikbaar. De cultuur-historische waarde en de identiteit van de plek zijn steeds gerespecteerd, behouden en zelfs versterkt.

Ik geloof niet dat ik dit resultaat had bekomen indien ik het gelaagd landschap van Amsterdam west niet als fundamentele bouwsteen voor verstedelijking had gezien. De inhoudelijke kwaliteiten van het ontwerpvoorstel zijn enkel ontstaan door de toegepaste landschapslezing en de daarop volgende strategie.

Uit mijn onderzoek kan ik besluiten dat verstedelijken vanuit het landschap, of dat nu Amsterdam west of een andere plek is, een moeilijke opdracht en een zeer hoge ambitie is. De toegepaste methodiek, waarbij theorie en waarneming kritisch worden bekeken en in vraag worden gesteld, hebben in dit geval wel tot een interessant ontwerpvoorstel geleid, waarbij ik rechtstreeks heb beantwoord aan de noden van de stad Amsterdam.

Er werd al zeer veel geschreven over het begrip ‘landschap’ en het ideaal van wonen in een groene omgeving. In deze tijden waar duurzame en ecologische stadsontwikkeling meer en meer in beeld worden gebracht zal dat waarschijnlijk niet minderen. Elke landschapsarchitect, architect of planner zal dit gegeven anders interpreteren en ruimtelijk vertalen. We zullen anders moeten omspringen met de ruimte die we hebben. Net deze moeilijkheid daagt ons uit om steeds verder te denken en duurzame antwoorden te bieden op de vraagstukken van de toekomst. Met mijn thesis heb ik getracht te tonen hoe het anders kan.

 Illustratie op volgende 

Bibliografie

Allen, S.,‘From Object to Field’, in Architectural Design, vol 67, 1997, p.  24-31

 

Berg, JJ., Franke, S. En Reijndorp A., ‘Adolescent Almere – Hoe een stad wordt gemaakt’, Nai Uitgevers,Rotterdam, 2007, 225 p.

 

Boeri, S., ‘Around a Solid Sea’ in Archis, ‘Doors op Perception 7: Flow’, November issue, 2002

 

Broers, I.,‘File: flevoland, Er was eens een eiland’, in Chepos Bouwkundig Magazine, 49, 2014, p. 23-25

 

Brouwer, P., ‘Almere Leisure City’, in Archis, 1999, p. 24-29

 

Brouwer, P., ‘Van stad naar stedelijkheid’, Nai Uitgevers, Rotterdam, 1999

 

Brugmans. G. en Strien J., ‘IABR-2014-Urban By Nature’, Uitgever IABR, Rotterdam, 2014

 

Corner, J., ‘Terra Fluxus’ in Waldheim, C., ‘The Landscape Urbanism Reader’, Princeton  Architectural Press, New York, 2006, p. 21-33

 

Corner, J., ‘Landscape Urbanism’ in Mostafavi, M., ‘Landscape Urbanism – A Manual for the Machinic Landscape’, Princeton Architetural Press, New York, 2003, p. 58-63

 

Corner, J., ‘Recovering Landscape: Essays in Contemporary Landscape Architecture.’, Princeton Architectural Press, New York, 1999

 

Czerniak, J., ‘Looking back at Landscape Urbanism: Speculations on Site’, in Waldheim,. C.,  ‘Landscape Urbanism Reader’, Princeton Architectural Press, New York, 2006, p. 21-33

 

Dehaene, M., ‘Tuinieren in het Stedelijk Veld. Gardening in the Urban Field’, A&S/Books- Ghent University, Gent, 2013

 

De Meulder, B. En Shannon, K.,‘Traditions of Landscape Urbanism’, Topos, 71, 2010, p. 69-73

 

Donadieu, P., ‘Landscape Urbanism in Europe: From Brownfields to Sustainable Urban Development’, in Journal op Landscape Architecture, nr2, 2006, p. 36-45 

 

Fabian, L., Giannotti, E. en Vigano, P., “Recycling City”, Giavedoni Editore, Pordenone, 2012

 

Gemeente Almere, ‘Op weg naar een voorkeursalternatief’, Almere, geen datering

 

Gemeente Almere en MVRDV, ‘Growing Green Cities – Floriade 2022’,  Almere, geen datering

 

Gemeente Almere en MVRDV, ‘Concept Structuurvisie Almere 2.0’, Almere, 2009

 

Gemeente Almere, ‘De Almere Principles’, Uitgeverij Thoth, Bossum, 2008

 

Gemeente Amsterdam, ‘Structuurvisie Amsterdam 2040. Economisch sterk en Duurzaam’, Drukkerij Callf & Meischke, Amsterdam, 2011

 

Gieling, S., ‘Een groenstructuur met een hoofdletter’, in Publikaties Ruimtelijke Ordening Amsterdam, jaar 12 no 113, 1994

 

Heeling J., Meyer, H. En Westrik J., ‘Het ontwerp van de stadsplattegrond’, Uitgeverij SUN, Amsterdam,  2002

 

Hertweck, F., en Marot, S., ‘The City in The City. Berlin: A Green Archipelago. A manifesto (1977) by Oswald Mathias Ungers and Rem Koolhaas with Peter Riemann, Hans Kollhoff and Arthur Ovaska’,  2013,  Lars Müller Publishers, Zûrich en UAA Ungers Archives for Architectural Research, Cologne, 2013

 

Keil, A., ‘Use and Perception of Post-Industrial Urban Landscape in the Ruhr’ in Kowarik, I. en Körner, S., ‘Wild Urban Woodlands: New Perspectives for Urban Forestry’, Springer- Verlag, Berlin, 2005

 

Keulen, J. Van, 2014, ‘File: Flevoland, Nieuw Land op een Tabula Rasa’,  in Chepos Bouwkundig Magazine, uitgave 49, 2014, p. 18-21

 

Komossa, S., ‘Hollands Bouwblok en Publiek Domein. Model Regel Ideaal’, Uitgeverij Vantilt, Nijmegen, 2010

Landscape Urbanism Issue, Topos, no 71, 2010

 

McHarg, I., ‘Design with Nature’, John Wiley and Sons, 1995

 

Metz, T., ‘The Newtown in The Polder’, in American Planning Association, 2010, p. 34-38

 

Meyer, H., Westrik, J., en Hoekstra MJ., ‘Het programma en ruimtegebruik van de stad’, Uitgeverij SUN, Amsterdam,2014

 

Mostafavi, M., Doherty, G. en Harvard University Graduate School of Design, ‘Ecological Urbanism’, Lars Müller Publishers, Baden,2010

 

Mostafavi, M., ‘Landscape Urbanism – A Manual for the Machinic Landscape’, Princeton Architetural Press’, New York, 2003

 

Oles, T., Abelman, J., Timmermans, M. en Amsterdam Academy of Architectur’, Architecura & Natura Publishers, Amsterdam, 2014

 

Palmboom, F., ‘Landscape urbanism: Conflation or coalition?’, Topos, 71, 2010, p. 43-49

 

Palmboom, F., Thomaes, S.; Stoekaert, J., Kieboom, C. En Puffelen, J. van, ‘Drawing the ground – Landscape Urbanism today. The Work of Palmbout Urban Landscapes’, Birkhäuser,  Basel, 2010

 

Secchi, B. en Viganò, P., ‘Antwerp. Territory of a New Modernity’, Uitgeverij SUN, Amsterdam, 2009 

 

Shane, G., 2003, ‘The emergence of “Landscape Urbanism”. Reflections on Stalking Detroit’, in Harvard Design Magazine, 19, p. 1-8

 

Shane, G., ‘The Emergence of Landscape Urbanism’ in Waldheim, C., ‘The Landscape Urbanism Reader’, Princeton Architectural Press, New York, 2006, p. 55-67

 

Shannon, K., ‘From Theory to Resistance: Landscape Urbanism in Europe’in Waldheim, C., ‘The Landscape Urbanism Reader’, Princeton  Architectural Press, New York, 2006, p. 141-161

 

Sijmons, D., ‘Wakker worden in het Antropoceen’ in Brugmans. G. en Strien J., ‘IABR-2014-Urban By Nature’, Uitgever IABR,  Rotterdam, 2014, p. 13-22

 

Sijmons, D., ‘Landkaartmos en andere beschouwingen over landschap’, Rotterdam, Uitgeverij 010, 2002

 

Smets, M., ‘Grid, casco, clearing and montage’, in Topos, 38, 2002,  p. 88-101

 

Somer, K., ‘The Functional City. The CIAM and Cornelis van Eesteren 1928-1960’, Nai Publishers, Rotterdam, 2007

 

Stuurgroep Visie Noordzeekanaalgebied en Urhahn Urban Design, ‘Visie Noordzeekanaalgebied 2040. Duurzame ontwikkeling van een economische motor’, Drukkerij Van Orsouw, Amsterdam, 2013

 

Teerds, H. En Zwart, J. van der, ‘Levend Landschap – Manifest voor stad en land’, 2012, Uitgeverij SUN, Amsterdam, 2012

 

Thompson, I.H., ‘Ten Tenets and Six Questions for Landscape Urbanism’, in Landscape Research, 37(1), 2012, p. 7-26

 

Tummers., L.J.M. en Tummers-Zuurmond J.M., ‘Het Land in de Stad. De Stedenbouw van de Grote Agglomeratie’, Uitgeverij Toth, Bossum, 1997 

 

Val, W., ‘Nieuw Sloten: van tuinbouwgebied tot nieuwbouwwijk’, in Publikaties dienst Ruimtelijke Ordening Amsterdam, jaar 11 no 99, 1993

 

Van Damme, S., ‘Landschapsontwerp in Vlaanderen – Landschap als narratief en integrerend medium in de ruimtelijke ontwerppraktijk’, Garant, Antwerpen-Apeldoorn, 2013

 

Van Damme, S., Leinfelder, H. en Uyttenhove, P., ‘Landscape as a Medium for Integration in Design Practice: The Case of Flanders, Belgium’, in European Planing Studies, 31(8), 2013, p. 1128-1152

 

Waldheim, C., ‘Weak Work: Andrea Branzi’s “Weak Metropolis” and  the Projective Potential of an “Ecological Urbanism” ‘ in Mostafavi, 

 

M., Doherty, G. en Harvard University Graduate School of Design, ‘Ecological Urbanism’, Lars Müller Publishers, Baden, 2010, p. 114-121

 

Waldheim, C., ‘The Landscape Urbanism Reader’, Princeton ArchitecturalPress, New York, 2006

 

Waldheim, C., ‘Landscape as Urbanism’ in Waldheim, C., ‘The Landscape Urbanism Reader’, Princeton Architectural Press, New York, 2006, p. 35-53

 

Waldheim, C., Landscape Urbanism: a genealogy’, in Praxis: A Journal of Writing + Building, 4(1), 2002, p. 10-17

 

Weller, R., ‘Global theory, Local practice – Landscape Urbanism and some recent design projects at UWA’, in Kerb, vol 15, 2007, p. 66-71

 

onbekend auteur, ‘Urban Greeners starten programma voor jonge ondernemers’ in Almere Zaken. Magazine voor ondernemend Almere, Jaargang 4 uitgave 2, 2015

 

amsterdam.nl

bouweninalmere.nl

hetkaninalmere.nl

portofamstedram.nl

Universiteit of Hogeschool
Stedenbouw en Ruimtelijke Planning
Publicatiejaar
2015
Kernwoorden
Share this on: