Popular politics - re-thinking populism with Laclau and Deleuze&Guattari

Arne Verkerk
Persbericht

Popular politics - re-thinking populism with Laclau and Deleuze&Guattari

Links populisme…bestaat dat eigenlijk?

Als het woord populisme valt weten wij, bewoners van  Europa, onmiddellijk waar het naar verwijst, namelijk de stijl van politiek zoals bedreven wordt aan de rechtse en vaak conservatieve zijde van ons politieke spectrum. Andere associaties volgen snel, want bekend zijn we allemaal met de retoriek over eigen volk eerst, eigen taal eerst en eigen schuld eerst. Kortom, populisme zoals het zich vandaag de dag manifesteert, gaat gepaard met angst voor het vreemde en liefde voor het eigene: het volk is bang en wil alleen zichzelf. Alleen, is de link tussen populisme en rechtse politiek wel zo natuurlijk als wij haar aan ons doen voorkomen? Zo niet, wat kan links doen om populistische politiek te claimen? Om deze vragen te beantwoorden is het raadzaam om zowel populisme als politieke groepsvorming nader onder de loep te nemen.

Waar komt de vanzelfsprekendheid van rechts-populisme vandaan? Het antwoord op deze vraag volgt wanneer we een stap terug doen en eens goed kijken naar wat populisme precies is, links of rechts, dat maakt niet uit. Populisten wordt vaak verweten dat ze inspelen op de buikgevoelens van kiezers: ze bieden heldere oplossingen voor complexe problemen en doen dit in eenvoudige, aansprekende taal. Dit heeft ertoe geleid dat populisme bekend is komen te staan als een onvolwassen politieke stroming: in plaats van de kiezers door middel van rationele argumenten te overtuigen, gebruikt een populist vooral emotionele argumenten om de kiezer mee te verleiden. Versimpelingen en retoriek spelen hierbij een belangrijke rol. Maar is populisme wel de onvolwassen politieke stroming die het verweten wordt te zijn?De volwassenheid die aan normale politiek wordt toegeschreven is gebaseerd op een aantal pijlers: rationaliteit, complexiteit en transparantie. Zo beschouwd vormt politiek bij uitstek een middel om grip te krijgen op een diffuse sociale werkelijkheid. Wat hieruit ook volgt is dat populisme de stand van zaken vertekent: niet alleen wordt de kiezer verleid, ze wordt ook misleid. Maar hoe eerlijk is dit beeld? Als we naar de samenleving kijken wordt één ding snel duidelijk: complex is zij zeker, rationeel en transparant zeer zeker niet. Waarom zou politiek dat wel moeten zijn? Is het niet eerlijker om politiek in termen van emotie, passie en retoriek te begrijpen? Sterker nog, wordt politiek niet juist begrijpelijker als we zien in hoeverre zij van affectieve verbindingen afhangt? Juist omdat de samenleving altijd onaf en rommelig is zouden wij meer oog moeten hebben voor een vorm van politiek die laat zien dat ieder gedeeld doel enkel tot stand komt wanneer wij ons er emotioneel mee verbonden voelen. In plaats van onvolwassen, is populisme niet eerder de meest eigenlijke vorm van politiek? Zo ja, dan verdient zij in plaats van afwijzing onze serieuze aandacht.Kortom, politiek is emotie, ongeacht of het linkse, rechtse, progressieve of conservatieve politiek betreft. Hoe komt het dan dat alleen rechts-conservatieve politici gebruik lijken te maken van deze affectieve ondergrond? Zijn alleen zij in staat om zich in populaire taal uit te drukken? Om zich populaire symboliek eigen te maken? Kortom, om zwevende sentimenten bijeen te brengen?Grofweg zijn er twee manier om te verklaren hoe politieke groepen zich vormen. Enerzijds kunnen we denken in termen van het bundelen van verschillende belangen in oppositie tegen een gedeelde vijand, het creëren van een scheiding tussen ons en hen. Anderzijds kunnen we een verklaring geven in termen van spontaniteit, waarbij een netwerk van verschillende belangen zich vormt zonder daarbij een gedeelde vijand nodig te hebben. Dit onderscheid gaat gepaard met verschillende manieren van denken over de rol die verschil in politiek speelt. De eerste benadering denkt verschillende belangen of meningen het liefst weg: ten overstaan van de gedeelde vijand doen onderlinge verschillen er niet of nauwelijks meer toe. Integendeel, hier is vooral eenheid belangrijk. De tweede benadering staat welwillender tegenover verschil. Hier wordt verschil juist gezien als de motor die groepsvorming aandrijft: een groep is niet langer een gesloten systeem, maar bestaat enkel als constant van zichzelf verschillend. Bijgevolg, des te meer verschil een groep kan herbergen, des te meer vrijheid het biedt voor de leden van de groep.In dit onderscheid worden de contouren van een antwoord op onze vraag al zichtbaar. Rechts-conservatieve politici zijn constant bezig om het vermeende verschil tussen ons en hen in stand te houden: wij bestaan vooral ten overstaan van de Grieken en hun uit luiheid geboren schuldenproblematiek, van de stroom vluchtelingen die ons continent overspoelt of, op meer lokaal niveau, van autochtone Marokkaanse jongeren die onze steden onveilig maken of Oost-Europese werklui die onze banen inpikken. Wat dan staat links te doen ?Het antwoord op deze laatste vraag is eenvoudig, maar brengt complexe gevolgen met zich mee. In plaats van de politieke stand van zaken te reduceren tot een eenvoudige tegenstelling zouden links-progressieve politici een nieuw samenlevingsideaal moeten uitdragen, een ideaal waarin verschil en complexiteit op waarde worden geschat. In concrete termen betekent dit dat links zich een nieuw vocabulaire en een nieuwe beeldtaal eigen moet maken, een links-populaire taal waarin complexiteit en populisme elkaar niet weerspreken, maar samen op gaan. Echter, in plaats van deze nieuwe taal en bijbehorende symboliek gestalte te geven binnen linkse geledingen, alsof het een interne aangelegenheid van professionele politici betreft, zouden progressieve partijen de durf moeten tonen om hun oor te luister te leggen bij de samenleving. In de praktijk komt dit soms neer op onduidelijkheid, op tegenstrijdigheid zelfs, want de populaire mening is niet eenduidig, ongeacht wat rechts het electoraat vertelt. Maar juist in het benoemen van tegenstrijdige meningen ligt de sterkte van een nieuw links-populair front. Wie ondergaat de complexiteit van huidige politieke vraagstukken niet aan de lijve? Politici zouden niet moeten terugschrikken om die complexiteit te claimen. Progressieve politiek is niet per se elitair, maar kent een duidelijke populaire voedingsbodem. Kortom, in plaats van zich te ‘herbronnen’ op talloze partijcongressen, kan de impasse waarin progressieve politiek zich reeds decennia bevindt alleen worden doorbroken door middel van een hernieuwde links-populaire dialoog.

 

Bibliografie

BibliographyArditi, Benjamin (2010) Populism is Hegemony is Politics: On Ernesto Laclau’s ‘On populist reason’, in : Constellations Vol.17, No 3, Blackwell Publishing, Oxford, pp. 488-497Badiou, Alain (2009) Existe-t-il quelque chose comme une politique deleuzienne ? Cités 4 (n° 40), p. 15-20Bergson, Henri (1932) Les deux sources de la morale et de la religion, http://www.uqac.uquebec.ca/zone30/Classiques_des_sciences_sociales/inde…, Ronald (2010) Deleuzian fabulation and the scars of history, Edinburgh University Press, EdinburghBogue, Ronald (2011) Deleuze and Guattari and the Future of Politics: Science Fiction, Protocols and the People to Come, Deleuze Studies Volume 5: 2011 supplement: 77–97Buchanan, Ian & Thoburn, Nicholas (eds.) (2008) Deleuze and politics, Edinburgh University Press, pp. 218-240Critchley, Simon & Marchart, Oliver (ed.) (2004) Laclau; a critical reader, Routledge, New YorkDeleuze (1995) Negotiations, transl. Martin Joughin, Columbia university press, New YorkDeleuze, Gilles (1997) Essays – clinical and critical, transl. Smith & Greco, University of Minnesota press, MinneapolisDeleuze, Gilles & Guattari, Félix (1980) Mille plateaux, Les éditions de de minuit, ParisDeleuze, Gilles & Guattari Félix (1983) Anti-Oedipus, transl. Hurley, Seem & Lane, The Athlone press, LondonDeleuze, Gilles & Féliz Guattari (1994) What is philosophy? Transl. Burchell & Tomlinson, Verso, LondonLaclau, Ernesto & Mouffe, Chantal (1985) Hegemony and socialist strategy – towards a radical democratic politics, Verso, LondonLaclau, Ernesto (1996), Emancipation(s), Verso, LondonLaclau, Ernesto (2001) Can immanence explain social struggles?, book review, in Diacritics 31.4, pp. 3-10Laclau, Ernesto (2005) On populist reason, Verso, LondonLaclau, Ernesto (2006) Why Constructing a People Is the Main Task of Radical Politics, Critical Inquiry no. 32, University of Chicago press, pp. 646-680Marchart, Oliver (2005), In the name of the people: Populist reason and the Name of the Political, in : Diacritics, Vol. 35, No. 3, The Johns Hopkins University press, pp. 3-19Marchart, Oliver (2007) Post-foundationalist political theory, Edinburgh University press, EdinburghMelville, Herman (1962) Short novels of Herman Melville, ed. J. Gallagher, Michigan State University press, East Lansing, pp. 83-121Pasolini, Pier Paolo (2003) Tutte le poesie vol. 2, ed. Arnoldo Mondadori, Milano2Patton, Paul (2000) Deleuze and the political, Routledge, LondonPatton, Paul (2007) Vortrag ins Institutscolloquium des PhilosophischenInstituts der Freien Universität Berlin (15/11/2000) http://www2.hum.uu.nl.proxy.library.uu.nl/cfh/publications/downloads/fi…, downloaded 27/7/2010Robinson, Andrew (2004) The politics of lack, in The British Journal of Politics and International Relations, Vol. 6, pp. 259–269Tønder, Lars (2005), Inessential commonality: immanence, transcendence, abundance ; in Radical democracy – between abundance and lack, Tønder&Thomassen (ed.), Manchester University press, Manchester, pp. 203-218Tønder, Lars &Thomassen, Lasse (ed.) (2005) Radical democracy – between abundance and lack, Manchester University press, ManchesterWidder, Nathan (2012) Political theory after Deleuze, Continuum, LondonZizek, Slavoj (2004) Organs without bodies – On Deleuze and consequences, Routledge, London

Universiteit of Hogeschool
MA Philosophy
Publicatiejaar
2015
Kernwoorden
Share this on: