Verdict de la Cour: illisible - Rechercher l'influence des connaissances préalables pour juger la lisibilité

Lenie Van Hecke
Persbericht

Ik veroordeel u: onleesbaar

IK VEROORDEEL U : ONLEESBAAR

Voorkennis als effect op de leesbaarheid van juridische teksten

 

Verdacht

Het thema leesbaarheid vangt in deze tijd veel wind. Vooral juridische teksten lijden onder veelzijdige kritiek. Wollig taalgebruik, complexe zinsconstructies,  onduidelijke terminologie, dubbelzinnige wetsregels en dergelijke zorgen voor onbegrip bij de burger. Wetboeken zijn niet meer eenduidig door de complexiteit ervan. De meerderheid van die burgers heeft moeilijkheden bij het lezen van juridische teksten (Wauters, 2013). Hautekiet en De Craemer kaarten met hun initiatief Heerlijk Helder deze thematiek met recht en rede aan. De Craemer meent zelfs dat juristen jargontaal hanteren als strategische zet om niet verantwoordelijk geacht te worden. Dat veroorzaakt wantrouw tegenover juridische entiteiten. Nochtans is heldere communicatie onontbeerlijk om een goede werking van justitie met de burger te garanderen. Ook minister van Justitie Koen Geens treft maatregelen om justitie toegankelijker te maken.

 

In verdenking gesteld

Dat alles sluit direct aan op de vraag: hoe kunnen we de redactie en zo de leesbaarheid van juridische bevorderen? Een tweezijdige aanpak spreekt voor zich: experts in het juridische vakgebied moeten taalkundig bijgestuurd worden. Taaltechnologische systemen moeten op hun beurt aangepast worden om automatisch teksten op leesbaarheid te beoordelen. Als men daarbij rekening houdt met voorkennis van het doelpubliek, streven we naar heldere communicatie tussen justitie en burger.

 

Beklaagden

Bij dit onderzoek gaan we op taalkundig vlak na hoe voorkennis, naargelang het doelpubliek, een invloed uitoefent op de leesbaarheid van juridische teksten. Bovendien worden de pijnpunten bij juridische redacties tegen het licht gehouden. Als laatste onderzoeken we huidige taaltechnologische tools nader op hun capaciteit om leesbaarheid te beoordelen. We zetten HENDI in, ontworpen door het language translation and technology team LT3 (De Clercq, 2014) aan de faculteit Toegepaste Taalkunde van Universiteit Gent. HENDI is in staat verschillende soorten Nederlandse teksten taalkundig te analyseren en te beoordelen.

 

Veroordeelden

In het eerste deel laten we vijftig masterstudenten en pas afgestudeerden uit de Rechtsgeleerdheid en (Toegepaste) Taal- en Letterkunde tien willekeurig geselecteerde juridische fragmenten lezen uit officiële documenten, gaande van wooncontracten tot algemene voorwaarden van een brandverzekering.  Elke burger wordt hier namelijk vroeg of laat mee geconfronteerd. De deelnemers duiden op een beoordelingsschaal aan of de tekst extreem makkelijk (0) of uiterst moeilijk (100) leest. De hypothese hierbij is dat de juristen de fragmenten als leesbaar beschouwen omdat zij de nodige juridische voorkennis bezitten. De taalkundigen daarentegen zullen de teksten als onleesbaar bestempelen, omdat ze niet beantwoorden aan de taalkundige regels. We verwachten dat hun kritisch oog zich zal richten op linguïstische kenmerken. In de laatste hypothesetoetsing hebben de juridische experts meer inhoudelijke commentaar terwijl de taalkundigen zich meer zullen focussen op het vormelijk aspect van de tekst.

 

Correctionele procedure

Alle scores van de beoordelingsschaal normaliseren we, aangezien elke deelnemer een andere manier van quoteren heeft. Bij de berekening van de gemiddelde scores wordt al meteen duidelijk dat de scores gegeven door de taalkundigen beduidend hoger liggen dan bij de andere groep. Dit wijst op groter onbegrip bij de taalkundigen. Vinden de juristen de teksten dan helemaal niet moeilijk?

 

Alle 500 commentaren zijn geanalyseerd en onderverdeeld in vijf groepen van taalkundige kenmerken. Die situeren zich op syntaxisch, lexicaal, semantisch, vormelijk en inhoudelijk niveau.  In totaal turven we er 1111. Wat leren we hieruit? Linguïsten zijn kritischer op syntaxisch niveau, terwijl juristen de inhoud grondiger beoordelen. Dit is het bewijs dat voorkennis een invloed uitoefent op de beoordeling van de leesbaarheid. Bovendien werden alle commentaren verzameld die de typische juridische kenmerken aan de kaak stellen. Daaruit blijkt dat hoofdzakelijk technische termen, het juridisch vakjargon, abstract taalgebruik, onpersoonlijke constructies, archaïsch woordgebruik en het accumuleren van zelfstandige naamwoorden de teksten bemoeilijken. De groep taalkundigen én juristen geven aan dat ze sommige passages meerdere keren hebben moeten doornemen. De juristen zijn op hun beurt van mening dat de bovenvermelde ongemakken in een tekst tot onbegrip bij leken leiden.

 

In cassatie

Op het vlak van taaltechnologie werd HENDI (De Clercq, 2015) ingezet om de leesbaarheid automatisch te beoordelen. Dankzij HENDI werden er twee significante correlaties gevonden:  één tussen de beoordeling van de taalkundigen en de gemiddelde woordlengte en één tussen de commentaren van de juristen en het gemiddeld aantal bijwoorden. Dit zijn belangrijke resultaten bij het geringe corpus dat hiervoor werd gebruikt. HENDI is dus in staat de leesbaarheid op lexicaal vlak te voorspellen.

 

Uitspraak

Ook zeven professoren aan de UGent zijn ondervraagd over de huidige toestand van de schrijfvaardigheid bij hen en hun studenten. Er wordt verwacht dat zij juridische teksten leesbaar achten en dat zij de studenten niet genoeg ondersteunen bij het redigeren van juridische teksten. Enkele interessante bevindingen: leerlingen die het middelbaar verlaten zijn volgens hen vaak onvoldoende voorbereid op het hoger onderwijs. De professoren hebben zelf noch de tijd noch de competentie om een consequente redactie op een convenabele manier aan de studenten bij te brengen. De frappantste ondervinding van dit deelonderzoek is dat professoren zelf de rode draad verliezen bij het beantwoorden van de enquête. Hun mening luidt: ‘juridische precisie haalt het altijd van taalgebruik’. Bovendien geven ze aan te beseffen dat leken juridische documenten vaak niet begrijpen, ze geven eveneens toe dat zelfs wetboeken voor hen onduidelijk zijn. Waar blijft de verzoening tussen justitie en de taalkunde dan?

 

Vonnis

De complexiteit van juridische teksten werd wederom bevestigd door bovenstaand onderzoek. Juristen geven de voorrang aan juridische precisie en blokkeren taalkundige creativiteit. De taalkundigen en juristen achten dezelfde teksten moeilijk, maar die tweede groep doet dat in veel mindere mate. De gekozen representatieve fragmenten laten te wensen over op minstens vijf taalkundige kenmerken. Daarvan krijgen de lexicale en inhoudelijke karakteristieken beduidend meer kritiek. Bovendien missen juristen een adequate taalkundige opleiding. Taaltechnologische tools kunnen beter afgesteld worden door lezers- en tekstkenmerken te combineren. Hier gaat het om voorkennis en bijvoorbeeld complexe zinsstructuren. Er is bijgevolg nog een lange weg te gaan: het juridisch en taalkundig pad kruisen elkaar voortdurend. Die paden zouden in de nabije toekomst parallel moeten lopen.

Lenie Van Hecke

Bibliografie

Geconsulteerde bronnen

Adams, M. (1997). De precedentwerking van rechterlijke uitspraken. Jura falconis, jrg. 33, nr 4, p. 747-762.   

Bacon, F. (1985, le 25 mars). Aphorisme no 66.CEDH, Barthold c/ Allemagne, A/90, § 47; R. c/ Royaume-   Uni, 8 juill. 1988, A/121.  

Cornu, G. (1990). Vocabulaire juridique, PUF, Paris, pp. 776-777.  

Crombag, H.F.M., van Koppen, P.J. Wagenaar, W.A. (1992). Dubieuze zaken: De psychologie van het strafrechtelijk bewijs (p.49,50). 

Daelemans, W., De Pauw, G., Durieux, G., Gillis, S., Hoste, V., Tjong Kim Sang, E. (2000). Zelflerende systemen als instrument voor de taalkunde en de taaltechnologie. In Met taal om de tuin geleid, ed. S. Gillis, J. Nuyts, J. Taeldeman, pp. 81-93. Wilrijk: Universitaire Instelling Antwerpen. 

Defrancq, B. (2010). Leesbaarheid: hoe moeilijk is uw syllabus voor uw studenten. In Steven Vanhooren & A. Mottart (Eds.), Vierentwintigste conferentie het Schoolvak Nederlands (pp. 191–194). Presented at the 24ste conferentie Het Schoolvak Nederlands, Gent: Academia Press.  

Defrancq, B., & Van Laecke, G. (2009). Leesbaar schrijven. Antwerpen ; Apeldoorn: Garant. 

De Clercq, O. et Hoste, V. (2014). Hoe meetbaar is leesbaarheid? Sous la direction de Evenepoel, S., Goethals, P. et Jooken, L. (Éds.). Beschouwingen uit een talenhuis (147-155). Gent: Academia Press. 

Dillemans, R., Ballon, L., & De Moor, A. (1990). Wegwijs recht. 5de, volledig nieuwe ed. Leuven: Davidsfonds. 

Feng, L.: 2010, Automatic Readability Assessment , Phd, The City University of New York. 

Flesch, R., & Banis, M. (1977). Helder schrijven, spreken, denken : stap voor stap naar betere communicatie. Deventer: Van Loghum Slaterus. 

Frison-Roche, M-A. & Baranès, W. (2000).Le principe constitutionnel de l’accessibilité et de l’intelligibilité de la loi . n°23, p.363. 

Hautekiet, Jan. (07.01.2015). Heerlijk helder - Hautekiet schenkt klare taal: lancement de l’action avec Ann De Craemer [Émission de radio]. Bruxelles: Radio 1.

Hautekiet, H. & De Craemer, A. (2015), Heerlijk Helder. Weg met krommunicatie, Uitgeverij Polis,  Antwerpen, 60. 

Hendrickx, K. (2003). Taal- en formuleringsproblemen in de regelgeving : de taalopmerkingen in de adviezen van de Raad van State. Brugge: Die Keure. 

Hendrickx, K. (2008). Juridische taaltips : een selectie van taalcolumns verschenen in de Juristenkrant. Mechelen: (Wolters) Kluwer. P136. 

Hendrickx, K. (2008). Tijdschrift voor Wetgeving. Taalkundige aandachtspunten in de nieuwe handleiding voor wetgevingstechniek. Volume 1 (4), p. 207. 

Heirbaut, D., Baeteman, G., & Storme, M. (2004). Cumulatieve editie van het Burgerlijk Wetboek : de huidige en de originele tekst met alle wijzigingen in België van 1804 tot 2004. Mechelen: Kluwer. 

Jansen, C. (1993). Miscommunicatie tussen overheid en burger. In: K. van Rees & L. Verhoeven (red.), De geletterde samenleving. Delft, p. 59-78.  

Jansen, C. (2005). Brochures begrijpelijker maken of vertalen: een vals dilemma. Comma. Magazine voor overheidscommunicatie, 17 (10), p. 210. 

Jansen, C. (2005). Kwaliteit overheidscommunicatie meetbaar gemaakt? Pretenties van BureauTaal tegen het licht gehouden. Tekst[blad], 11 (4), p. 9-11. 

Jansen, C. (2013).  Meten is weten? Over de waarde van de leesbaarheidsvoorspellingen van drie geautomatiseerde Nederlandse meetinstrumenten, Tijdschrift voor Taalbeheersing. 35, 1, p. 47-62. 

Jansen, C. & Lentz, L. (2008). Hoe begrijpelijk is mijn tekst? De opkomst, neergang en terugkeer van de leesbaarheidsformules. Genootschap Onze Taal. Volume 77 (1).  

Jansen, C.J.H. (1995). Popularisering van het recht in Nederland: Enige beschouwingen over de kloof tussen recht en volk in het laatste kwart van de 19e en in het begin van de 20e eeuw. Groningen. 

Jansen, C. & Steehouder, M. (1989). Overheidsformulieren aangepakt. Resultaten van een onderzoek naar verbeteringsmogelijkheden. Communicatief, 2, p. 152-162.  

Jansen, C. & Steehouder, M. (2002). Formulieren als bron van taalverkeersproblemen. In F. van Eemeren, P. van den Hoven, C. Jansen & P.J. Schellens (red.), Tussenstand; 25 jaar Tijdschrift voor Taalbeheersing. Assen: Van Gorcum, p. 97-112.  

Sanders, T. & Jansen, C. (2011). Tijdschrift voor Taalbeheersing, Volume 33, Number 3, December, pp. 201-207 (7). Amsterdam University Press. 

Jongen, I. Triesscheijn, B. en Machteld Verhelst, M. (1994). Leesbaarheid en leesvaardigheid: De ontwikkeling van een domeingericht meetinstrument. Bonset, H., van Gelderen, A. & Hoogeveen, M., Enschede: Universiteit Twente.  

Jonker, D. A, van den Hoven, P. J., & Van Maarseveen, H. Th. J. F. (1983). Recht spreken, krom schrijven : een bescheiden taalgids voor juristen. Deventer: Kluwer. 

Kimble, J. (28 januari 2015). Learning to be clear: conferentie. De Juristenkrant, nr. 302, p.8. 

Kraf, R & Pander Maat, H. (2011). Drie Nederlandse instrumenten voor het automatisch voorspellen van begrijpelijkheid: Een klein consumentenonderzoek. Tijdschrift voor Taalbeheersing, Volume 33, Number 3, December 2011, pp. 249-265(17). 

Lentz, L. (2011). Let op Begrip Verplicht! Begrijpelijkheid als norm in de wet. Universiteit Utrecht Faculteit Geesteswetenschappen.  

Leys, M., & Theys, P. (2000). Goed geschreven, goed begrepen : Tips om leesbare ambtelijke teksten te schrijven. Brussel: Federaal Ministerie van Ambtenarenzaken. 

Moerdijk, J., & Sluimer, P. (1978). Taalgids voor de ambtenaar. 7de, gew. dr. 's-Gravenhage: VUGA. 

Pander Maat, H., N. de Boer & C. Timmermans (2009). De gebruiksvriendelijkheid van hypotheekinformatie: een lezersonderzoek. Rapport van een onderzoek in opdracht van de Autoriteit Financiële Markten. Universiteit Utrecht.  

Pitlo, A. (1953). Taal en stijl der notariële akten, Ars Notariatus II, Wageningen: Zomer & Keunings, 32. 

Popelier, P., Van Nieuwenhove, J., Dalbelo Basic, B., Malliet, C., Van Damme, M., Van Engers, T., Van Aeken, K., Hendrickx, K., & Hubeau, B. (2008). Toegang tot de wet. Brugge: Die Keure. 

Staphorius, G. (1994). Leesbaarheid en leesvaardigheid: De ontwikkeling van een domeingericht meetinstrument. Cito, Arnhem. 

Steehouder, M. & Jansen, C. (1981). Problemen rond overheidspublikaties. Onze Taal, 50 (12), p. 136-137. Onze Taal Vol. 50, numéro 12.  

van der Pool, E. & van Wijk, C. (2004). Burgers over de begrijpelijkheid van rechtbankbrieven: Een onderzoek naar lezerreacties op een tekstherziening. Tijdschrift voor de Rechterlijke  Macht 06/2010; 33(6):244-248. 

van Boom, W.H.. (2014). Begrijpelijke hypotheekvoorwaarden en consumentengedrag. Sous la direction de Berkhout, T.M.,  van Velten, A.A. (Éds.), Perspectieven voor vastgoedfinanciering Congresbundel Stichting Fundatie Bachiene) (45-80). Amsterdam: Stichting Fundatie Bachiene 2014.

van Boom, W.H., Desmet, P. & van Dam, M.R. (2015). Eenvoudige tekst, eenvoudige claim? Over de invloed van tekstniveau in algemene verzekeringsvoorwaarden op verwachtingen en gedrag van consumenten, Tijdschrift voor Consumentenrecht en Handelspraktijken 2015/4, p. 200-207. 

van der Meer, F. (2012). ‘Communicatiekunde: De begrijpelijkheid van educatieve teksten. Een overzichtsartikel.’ Thèse publié à l’université d’Utrecht. 

Van Haver, J. (1999). Taalhaver : voor een bewuster taalgebruik in een juridische omgeving. Kalmthout: Biblo. 

Van Waes, L., Cuvelier, P., Jacobs, G. et De Ridder, I. (2003). Studies in taalbeheersing 1: Bolt, A. et Spooren, W.:Complexiteit naamwoordstijl, p71.  

Van Waes, L., Cuvelier, P., Jacobs, G. et De Ridder, I. (2003). Studies in taalbeheersing 1. Kloet, L., Renkema, J. et van Wijk, C. Waarom foutloos schrijven? Het effect van taalfouten op tekstwaardering, imago en overtuigingskracht, p70.  

Vogel, M. & Washburne, C. (1928). An objective method of determining grade placement of children's reading material. Elementary School Journal, 28, 373-381. 

Geconsulteerde electronische bronnen

Auteur inconnu (s.d.) (2008, 4 janvier). Genootschap Onze Taal: Begrijpelijke taal soms te simpel. Repéré le 19 mars 2015 à http://www.kennislink.nl/publicaties/ 

Auteur inconnu (s.d.) (2015). Leesniveau tool. Repéré le 26 mars à https://www.accessibility.nl/kennisbank/tools/leesniveau-tool 

Auteur inconnu (s.d.) (2008). Tijdschrift voor taalbeheersing : Leesbaarheidstools op de Nederlandse markt. Repéré à http://www.kennisbankbegrijpelijketaal.nl/begripsvoorspelling/ned_tools 

Bax, C. (2008). Afstudeeronderzoek naar de begrijpelijkheid en  leesbaarheid van de polisvoorwaarden Personenautoverzekering Aansprakelijkheid. Faculty of Humanities Theses. Repéré à http://dspace.library.uu.nl/handle/1874/27236  

Beaudet, C. (2001). Recherches en rédaction professionnelle, vol. 1, no 1. Clarté, lisibilité, intelligibilité des textes :un état de la question et une proposition pédagogique. Université de Sherbrooke. Repéré à http://acseg.univ-mrs.fr/redactologie/IMG/pdf/Beaudet2.pdf 

Belgiëlex (1992). Charte de l'utilisateur des services publics. Chapitre 2, article 2: Un langage clair et précis.  Repéré à http://www.ejustice.just.fgov.be/cgi_loi/change_lg.pl?language=nl&la=N&… 20431&table_name=wet 

Besson, E. (2005). Principe de clarté et objectif de valeur constitutionnelle d’accessibilité et d’intelligibilité de la loi. Allocataire de recherches monitrice Université Paul-Cézanne Aix-Marseille 3. Repéré à http://www.droitconstitutionnel.org/congresmtp/textes5/BESSON.pdf   

Bordes, A., Usunier, N. , Garcia-Dur, A. (2009). Translating Embeddings for Modeling Multi-relational Data. Université de Technologie de Compiegne. France. Repéré à https://www.utc.fr/~bordesan/dokuwiki/_media/en/transe_nips13.pdf  

Commission Européenne. (2005). Recommendation of the european parliament and of the council on key competences for lifelong learning. 2005/0221 (COD) 0548. Repéré à http://eur-lex.europa.eu/LexUriServ/LexUriServ.do?uri=COM:2005:0548:FIN… 

Commission Européenne (2002, le 6 juin). Gouvernance européenne: mieux légiférer. Accord interinstitutionnel. Repéré à http://ec.europa.eu/smart-regulation/index_fr.htm et http://www.consilium.europa.eu/fr/policies/better-regulation/  

Deville, G et Barthel, V. (2015). UCL: Les plates-formes technologiques: Centre de traitement automatique du langage. Qu'est-ce que le TAL?  Repéré à https://www.uclouvain.be/168783.html  

Flückiger, A. (2007). Le principe de clarté de la loi ou l'ambiguïté d'un idéal. Cahiers du Conseil constitutionnel n° 21 Dossier : La normativité - janvier. Repéré à http://www.conseilconstitutionnel.fr/conseil-constitutionnel/francais/n… 

François, T. (2014, 25 mars). La lisibilité computationelle: limites et défis. Séminaire à Aix Marseille Université, LIF. [TALEP] Traitement Automatique du Langage Ecrit et 

Parlé Repéré à  http://www.lif.univ-mrs.fr/recherche/equipes/6/evenements 

Geens, K. (2014), Beleidsverklaring Justitie 2014-15. Repéré le 4 avril 2015 à https://cdn.nimbu.io/s/1jn2gqe/assets/Beleidsverklaring_Koen_Geens.pdf  

Gerits, J. (2001). Betere taal : meer recht : handboek rechtstaalbeheersing. 2e dr. Leuven: Acco. 

Hautekiet. (2015) Heerlijk Helder. Repéré à http://www.heerlijkhelder.be/ 

Huber, E. (1907). Swiss Civil Code. Repéré à http://www.britannica.com/topic/Swiss-Civil-Code 

Jacquet, G (2014). De klant(on)vriendelijkheid van hoven en rechtbanken als organisatie in strafzaken."Een praktijkinitatief voor een klantvriendelijkere justitie”. Thèse publiée à la faculté de Droit, Université de Gand.  

Jansen, C. & Sanders, T. (2008). Communiceren in begrijpelijke taal: jip-en-janneketaal helpt niet. Éditorial publié sur http://taalunieversum.org/, débat ‘Burger, Taal en Overheid’, organisé par Nederlandse Taalunie, le 24 novembre 2008. http://repository.ubn.ru.nl/handle/2066/67625  

Jansen, C. et Mulder, J. (2009). Op weg naar begrijpelijker overheidsteksten? Politiek in afwachting van resultaten nieuw onderzoek. Tekstblad, 15 (5/6), 28-33. Répéré à http://www.careljansen.nl/Publications/jm2009.pdf  

Jansen, C. et Sanders, T. (red.). (2011). Begrijpelijke taal. Themanummer Tijdschrift voor Taalbeheersing, 33 (3). (p. 201-207). Répéré à http://www.careljansen.nl/Publications/articles-dutch.html 

Koolstra, G. (2008). Leesbaarheid gevangen in formules? Commissie toekomstig wiskunde onderwijs. Repéré à http://www.ctwo.nl   

Kraf, R. & Pander Maat, H. (2009). Leesbaarheidsonderzoek: oude problemen, nieuwe kansen. Repéré à http://languagelink.let.uu.nl/tscan/docs/nieuwe_kansen_voor_leesbaarhei… 

OCDE (2012). L'évaluation des compétences des adultes (PIAAC): Proficiency in Key Information-Processing Skills among Working-Age. Table A2.5. Repéré à http://skills.oecd.org/documents/SkillsOutlook_2013_Chapter2.pdf  

Office fédéral de la justice (2002). Guide de législation: guide pour l'élaboration de la législation fédérale, Berne, p. 365 et 367. 

Quirynen, P. & Deschamps, K. é Visser, W. (2010). Met eenvoudigere juridische taal was de kredietcrisis er nooit gekomen. Repéré à http://taalschrift.org/reportage/005627.html 

Raad van State. (2015). Geschiedenis van de instelling. Repéré à http://www.raadvstconsetat.be/?lang=nl&page=about_history 

Ruis, L. (2013, 17 mai). Begrijpelijke juridische teksten: moeder helpt! Taaljurist. Repéré à http://hallo.kvk.nl/hallo/juridisch/b/weblog/archive/2013/05/20/begrijp… Sinot, J. (2014). Test de leesbaarheid van je tekst. Boekenbusiness. Repéré à http://www.boekenbusiness.com/schrijven/test-de-leesbaarheid-van-je-tek…

van Boom, W. & Van Gestel, R. (2015). Rechtswetenschappelijk onderzoek - Uitkomsten van een landelijke enquête. NJB 2015/20. Repéré à http://njb.nl/Uploads/2015/5/Van-Boomen-Van-Gestel-2015.pdf  

Van Laecke, G. (2007). Le Traité constitutionnel européen: enquête sur la lisibilité du texte et le degré de compréhension des citoyens. Dromen en daden rond leesbaarheid van het Europees grondwettelijk verdrag. Repéré à http://www.scriptiebank.be/   

Van Weerst, J. & Vanden Heede, P. (2010). Juridisch schrijven in 10 stappen. Repéré à  https://www.ugent.be/re/nl/voor-studenten/taalbegeleiding/juridschrijve…   

Wauters, E (2013, 19 décembre). Een juridische analyse van de Algemene Voorwaarden van Sociale Netwerksites: Rechten en plichten. Repéré à www.emsoc.be

Universiteit of Hogeschool
Meertalige Communicatie Frans, Spaans, Nederlands
Publicatiejaar
2016
Promotor(en)
Orphée De Clercq
Kernwoorden
Share this on: