De Roze Muis in de Massa

Jasper
De Cnuydt

Inleiding

 

Marieke Nyssen

In de middelbare school ben ik niet of nauwelijks uit de kast (durven) komen. Dit deels door mijn late besef van mijn geaardheid en de angst uit de kast te komen. Die angst werd in de hand gewerkt door de school, waar openheid een streefdoel was, maar in werkelijkheid nog steeds zo niet aanvoelde.

Bovenstaand citaat geeft sterk de nood weer om ons denken omtrent holebi’s te veranderen. In wat wij zien als een moderne samenleving wordt sterk duidelijk dat er geen sprake is van gelijkwaardigheid, maar eerder een schijnheiligheid. Doorheen mijn onderzoek wordt sterk duidelijk dat heteroseksualiteit een geprivilegieerde status heeft en dit ten koste van alle mensen die volgens hen ‘afwijken’. Mijn onderzoek gaat op zoek naar een mogelijk antwoord en belicht de sleutelrol van het onderwijs hierin.

Ik heb niks tegen homo’s hé, maar…

Een typische zin die in elke huiskamer in Vlaanderen al eens de revue is gepasseerd. Het illustreert duidelijk het vertrekpunt van mijn onderzoek. Hoewel er sprake is van België als een vooruitstrevend land op het gebied van gelijke kansen, betekent dit echter niet dat er een gelijkwaardige samenleving heerst voor iedereen. Hedendaags is er nog steeds een sterk taboe rond holebiseksualiteit. Men vindt dat homoseksuelen binnenskamers mogen doen en laten wat ze willen, maar dat ze buitenshuis moeten voldoen aan de ‘algemeen geaccepteerde norm’, zoals die door de heteroseksuelen worden vastgelegd. Het is zeker niet mijn bedoeling om u als lezer op de vingers te tikken, misschien is dat bij u niet aan de orde. Echter wil ik u er wel op wijze dat onze gehele maatschappij wel spreekt van een positieve houding en dat men gelijke rechten gaat toekennen aan holebiseksuelen. Echter blijkt dat men in concrete gevallen toch nog vooroordelen heeft, maar deze worden door henzelf niet herkend. Zo zullen hetero’s minder bereid zijn om holebi’s gelijk te behandelen, indien het gaat over het adopteren van kinderen, fysiek contact uiten in het openbaar,…

Het zijn allemaal situaties en discussies waarmee u al zeker bent geconfronteerd geweest en waarschijnlijk heeft u hier ook een mening over. Het is niet aan mij om u een mening op te dringen, daarvoor dient deze masterproef niet. Echter wil ik u graag meenemen in het leven van de holebi’s zelf en u duidelijk maken met welke vormen van discriminatie en schijnheiligheid zij mee in contact komen. Kort samengevat, ben ik in het leven van holebiseksuelen in Vlaanderen gedoken en op zoek gegaan naar verhalen en ervaringen die mij hun leven schetsen. Om op die manier anderen inzicht te geven in deze vaak onzichtbare problematiek en hoe we deze kunnen aanpakken.

 

Holebi’s als volwaardige burgers(?)

Doordat holebi’s zich vaak onzichtbaar dienen te maken, heb ik gebruik gemaakt van het internet om met hen in contact te komen. Doormiddel van een forum te analyseren en interviews af te nemen, heb ik op deze manier meer inzicht kunnen vergaren in sommige problematieken en gebeurtenissen die holebi-jongeren meemaken. Velen gaven aan dat ze met heel veel verwachtingen worden geconfronteerd en dat ze zich dienen aan te passen aan wat de heteroseksuele meerderheid wil. Dit zorgt voor een enorme druk en angst op deze jongeren. Samen met de voor hen opgelegde coming out, die hen nog extra verplicht om zichzelf kenbaar te maken en hen ‘afwijking’ nog verder bloot te leggen.

Daarnaast beschrijven ze op welke manieren de maatschappij en die burgers hen discrimineren. Naast fysieke agressie (gay bashing) en ook verbale agressie (uitschelden op straat, op school,…) werd duidelijk dat holebi’s bepaalde rechten ontnomen worden, die voor hetero’s heel normaal zijn. Zoals kinderen adopteren, kussen in het openbaar en zelf bloed geven.

Concreet gaf mijn onderzoek aan dat het voor holebi’s en zeker holebi-jongeren niet evident is om als volwaardige burger te worden aanzien. Dit begint al vanaf de opvoeding en het onderwijs, waarbij holebiseksualiteit nauwelijks tot zelfs negatief aan bod komt. Dit verschilt natuurlijk van school tot school. Het is zeker niet zo dat elke school zichzelf negatief uitlaat ten opzichte van holebi’s. Echter dien ik hier erop te wijzen dat het dus afhangt van uw woonplaats of een holebi-jongeren zichzelf kan ontwikkelen of in angst zijn jeugd dient door te brengen.

Afrondend

Een korte schets van mijn masterproef toont aan dat we nog steeds vanuit een hetero-homo bril onze samenleving bekijken. Duidelijk wordt hierbij dat heteroseksualiteit de bovenhand heeft en alles hiermee wordt vergeleken. Het gevolg hiervan is dat holebiseksualiteit niet lijkt ingeburgerd te zijn en dat dit dient te veranderen. Zeker voor holebi-jongeren is het noodzakelijk dat zij in alle veiligheid zichzelf kunnen ontwikkelen en hun positie als burger in de maatschappij van de toekomst kunnen bepalen. Echter wringt hier het schoentje en werd vanuit mijn onderzoek duidelijk dat er vanuit de opvoeding en het onderwijs te weinig positieve aandacht wordt gegeven aan het fenomeen ‘holebiseksualiteit’. Het lijkt mij dan ook aangewezen om een uniform kader op te stellen om welke manier seksuele geaardheid dient aan bod te komen in onze Vlaamse scholen. Zodat op deze manier elke jongere de kans krijgt om zichzelf te ontdekken en te ontplooien. Maar er is meer nodig dan enkel alles in de schoot van het onderwijs te werpen. Onze gehele maatschappij dient de oppositie tussen heteroseksualiteit en homoseksualiteit te verwerpen, met als doel meer gelijkwaardigheid te creëren tussen beide doelgroepen. In tijden van seksuele ‘vloeibaarheid’ dient er voorbij gegaan te worden aan het taboe rond geaardheid en dient men zich niet enkel te focussen op met wie we naar bed gaan. Er dient niet gesproken te worden van een roze muis in een grijze massa, maar simpelweg over muizen. 

Bibliografie

Bibliografie

Aerts, S. (2013). Uit de kast op school. De schoolloopbanen en schoolervaringen van holebi- en heteroleerlingen in het Vlaamse secundair onderwijs.

Aerts, S., Dewaele, A., Cox, N., & Van Houtte, M. (2014). De rol van welbevinden bij de impact van seksuele identificatie op falen in het secundair onderwijs in Vlaanderen, (april), 68–76.

Aerts, S., Dewaele, A., Cox, N., & Van Houtte, M. (2014). Homonegativity in the Technical and Vocational Track : A Survey of Secondary School Students in Flanders. Journal of LGBT Youth, 11(2014), 364–387. http://doi.org/http://dx.doi.org/10.1080/19361653.2014.910485

Bour, J., Gresnigt, R. & Tielman, R. (1986). Homoseksualiteit en Onderwijs. Utrecht: Universiteit Utrecht

Byrne, D. N. (2007). Public discourse, community concerns, and civic engagement: Exploring black social networking traditions on BlackPlanet.com. Journal of Computer-Mediated Communication, 13(1), 319–340. http://doi.org/10.1111/j.1083-6101.2007.00398.x

Chesir-Teran, D. (2003). Conceptualizing and assessing heterosexism in high schools: A setting level approach. American Journal of Community Psychology, 31 (3/4), 243-252.

Dewaele, A., & Michielsens, M. (2003). Structurele en culturele belemmeringen en succesfactoren in het leven van holebi’s: een verkenning.

Dewaele, A., & Motmans, A. (2003). Holebi’s voor het voetlicht: holebi’s bekeken door beleid, samenleving en onderzoek, 165–192.

Dewaele, A., Vincke, J., Cox, N., & Dhaenens, F. (2009). Het discours van jongeren over man- vrouw rolpatronen en holebiseksualiteit. Over flexen, players en metroseksuelen. Antwerpen/Hasselt: Steunpunt Gelijkekansenbeleid.

Dewaele, A., Vincke, J., Van Houtte, M., & Cox, N. (2008). De schoolloopbaan van holebi- en heterojongeren.

De Brauwere, Greet (2002). Onderzoek naar de situatie van Vlaamse holebileerkrachten. Gent: Hogeschool Gent - Departement Sociaal-Agogisch Werk, Steunpunt Onderzoek en Dienstverlening.

de Lauretis, Teresa. 1991. Queer Theory: Lesbian and Gay Sexualities. Differences 3: iii- xviii

De Pourcq, L. (2014). Homo’ s en janetten Leerlingen uit het beroeps- en algemeen secundair onderwijs over gendernonconformiteit en homonegativiteit.

Dhoore, J. (2012). De genderkloof in onderwijsprestaties op een kruispunt met etniciteit en sociaal-economische status: een kwantitatieve benadering.

Doty, A. (1993). Making Things Perfectly Queer: Interpreting Mass Culture. Minneapolis: University of Minnesota Press

Evans, L. (2010). Authenticity Online: Using Webnography to Address Phenomenological Concerns. New Media and the Politics of Online Communities, 11–17.

Fuss, D. (1991). Inside/Out: Lesbian Theories, Gay Theories. New York: Routledge.

Hair, N., & Clark, M. (2003). An Enhanced Virtual Ethnography: The Role Of Critical Theory, 44(0). Retrieved from http://merlin.mngt.waikato.ac.nz/ejrot/cmsconference/2003/proceedings/e…

Hammersley, M. & Atkinson, P. (1983.) Ethnography: principles in practice. Tavistock: London.

Hanckel, B., & Morris, A. (2014). Finding community and contesting heteronormativity: Queer young people’s engagement in an Australian online community. Journal of Youth Studies, 17(7), 872–886. http://doi.org/10.1080/13676261.2013.878792

Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen. (2013). Interfederaal actieplan tegen homofoob en transfoob geweld. Geraadpleegd op 6 april 2016, van http://igvm-iefh.belgium.be/sites/default/files/adivsories/interfederaa…

Kintaert, T. (2013). Beeldvorming van holebi’s in de media.

Lindlof, T. R., & Shatzer, M. J. (1998). Media ethnography in virtual space: Strategies, limits, and possibilities. Journal of Broadcasting and Electronic Media, 42(2), 170–189. http://doi.org/10.1080/08838159809364442

Maele, D. Van, Huyge, E., & Vantieghem, W. (2014). Een moeizame start van de secundaire schoolloopbaan: De rol van genderidentiteit en schoolverbondenheid, 1–22.

Meyer, I. H. (2003). Prejudice, social stress, and mental health in lesbian, gay, and bisexual populations: Conceptual issues and research evidence. Psychological Bulletin, 129(5), 674–697. http://doi.org/10.1037/0033-2909.129.5.674

Miller, D., & Slater, D. (2001). The Internet: An Ethnographic Approach. Paris: Berg Publishers.

Morrison, M.A., Morrison, T.G. (2002). Development and validation of a scale measuring modern prejudice toward gay men and lesbian women. Journal of Homosexuality, 43, 15–17

Mustanski, B. S., Garofalo, R., & Emerson, E. M. (2010). Mental health disorders, psychological distress, and suicidality in a diverse sample of lesbian, gay, bisexual, and transgender youths. American Journal of Public Health, 100(12), 2426–2432. http://doi.org/10.2105/AJPH.2009.178319

Namaste, K. (1994). The Politics of Inside / Out: Queer Theory, Poststructuralism, and a Sociological Approach to Sexuality, 12(2), 220–231.

Parrott, D. J., Adams, H. E., & Zeichner, A. (2002). Homophobia: Personality and attitudinal correlates. Personality and Individual Differences, 32(7), 1269–1278. http://doi.org/10.1016/S0191-8869(01)00117-9

Pickery, J. & Noppe, J. (2007). Vlamingen over homo’s: Loopt het beleid voorop? Attitudes tegenover holebi’s en holebiseksualiteit in Vlaanderen. In: Vlaanderen gepeild 2007. Brussel: Diensten voor het Algemeen Regeringsbeleid – Studiedienst van de Vlaamse Regering, 199-224.

Plummer, K. (2001). The Square of Intimate Citizenship: Some Preliminary Proposals. Citizenship Studies, 5(3), 237–253. http://doi.org/10.1080/13621020120085225

Richardson, D. (2015). Rethinking Sexual Citizenship. Sociology, 1–17. http://doi.org/10.1177/0038038515609024

Russell, S. T. (2002). Queer in America : Citizenship for Sexual Minority Youth, 258–263. http://doi.org/10.1207/S1532480XADS0604

Seidman, S. (1995). Deconstructing queer theory or the under-theorization of the social and the ethical. In L. Nicholson & S. Seidman (Eds.), Social postmodernism (pp.116–141). Cambridge, UK: Cambridge University Press

Slootmaeckers, K., & Lievens, J. (2014). Cultural capital and attitudes toward homosexuals: exploring the relation between lifestyles and homonegativity. Journal of Homosexuality, 61(7), 962–79. http://doi.org/10.1080/00918369.2014.870848

Stein, A., & Plummer, K. (1994). “I Can’t Even Think Straight” “Queer” Theory and the Missing Sexual Revolution in Sociology, 12(2), 178–187.

Ueno, K. (2005). Sexual orientation and psychological distress in adolescence: Examining interpersonal stressors and social support processes. Social Psychology Quarterly, 68(3), 258–277. http://doi.org/10.1177/019027250506800305

UNIA. (2016). Racisme, homofobie en afwijzing van de ander: het gebeurt steeds openlijker. Geraadpleegd op 6 april 2016, van http://www.unia.be/nl/artikels/racisme-homofobie-en-afwijzing-van-de-an…

UNIA. (2014). Volop jezelf zijn, in en voor de klas. Geraardpleegd op 6 april 2016, van http://unia.be/nl/artikels/volop-jezelf-zijn-in-en-voor-de-klas

Van Bauwel, S., Dhaenens, F., & Biltereyst, D. (2013). Queer Gazing and the Popular. A study on the representational strategies of queer representations in popular televisioin fiction. The International Encyclopedia of Media Studies: Media Effects/Media Psychology, First Edition., 225–239.

Versmissen, D. (2011). Zzzip2: Onderzoek naar de levenskwaliteit van Vlaamse holebi’s.

Vincke, J., Dewaele, A., Vanden Berghe, W., & Cox, N. (2008). Discriminatie van holebi’s op de werkvloer: Over inkomensverschillen, sectorsegregatie en het “roze” plafond.

Wel Jong Niet Hetero (2017). Wat is WJNH? Geraadpleegd op 23 april 2017, van http://www.weljongniethetero.be/content/wat-wjnh

ZiZo-Online. (2013). Het interfederaal actieplan tegen homofoob en transfoob geweld. Geraadpleegd op 6 april 2016, van http://zizo-online.be/het-interfederaal-actieplan-tegen-homofoob-en-tra…

Download scriptie (913.69 KB)
Universiteit of Hogeschool
Universiteit Gent
Thesis jaar
2017
Promotor(en)
Prof. dr. Kris Rutten
Thema('s)