Militairen door de bril ... van kleuters?

Naomi Debeuf
Persbericht

Militairen door de bril ... van kleuters?

militairen op oefening

                                                                                          "Ze vechten en hebben van die grote schieters.

                                                                                                  Ja, ze schieten, dat heb ik gezien op tv."

                                                                                                                              K.C., 4 jaar

 

Hoe vaak zien we het niet in de klas … kleuters die samen ‘soldaatje’ spelen en die elkaar neerschieten met een denkbeeldig geweer. Zien we ook kleuters andere spellen spelen binnen dit thema? Waarom blijft hun spel zo éénzijdig? Misschien omdat ze dit zo hebben gezien, een imitatie van de impressies die ze eerder hebben verkregen? Misschien omdat er geen verdere informatie beschikbaar is voor kleuters? Misschien werken we zelf dit beeld in de hand? En is dit het beeld dat we willen meegeven aan kleuters, van soldaten die enkel vechten en schieten? Ik vroeg me af welk beeld de kleuters hadden van militairen, hoe ze tot dit beeld waren gekomen en vooral of het mogelijk was om dit beeld te verrijken. Dachten kleuters in stereotypes over militairen of toch niet?

Hoe dit werd onderzocht?

Ik stond stil bij wat ik wou onderzoeken bij de kleuters (hun beeld), maar ook bij wat ik hen zelf wou meedelen. Op welk vlak wou ik hun beeld verruimen? Ik koos ervoor om hun beeld te verrijken door af te stappen van het typisch gekende beeld van de vechtende militair en door meer aandacht te besteden aan enkele waarden die binnen defensie belangrijk zijn. De sectie motivatiebeleid van DGHR (Algemene Directie Human Resource) stelt verschillende waarden voor als de “militaire waarden”. Deze waarden werden eveneens getoetst aan de generieke competenties en aan de tuchtwet. Het aantal gekozen “militaire waarden” (in totaal 8) zijn zo gekozen dat ze toegankelijk zijn voor iedere militair namelijk moed, plichtsbesef, respect, kameraadschap, loyaliteit, integriteit, uitmuntendheid en onbaatzuchtige inzet. Ik koos ervoor om deze acht waarden om te zetten in drie kernwaarden die ik kon hanteren binnen de kleuterklas: vriendschap, vertrouwen en samenwerken. Drie kernwaarden die onrechtstreeks deel uit maken van de acht “militaire waarden” en begrijpbaar zijn voor de kleuters.

Aan de hand van een thematische week en verschillende werkvormen kon ik mijn onderzoek uitvoeren. Ik observeerde de reacties van de kleuters tijdens de verschillende werkvormen. Hoe reageerden de kleuters op de aangeboden themahoek? Hoe gingen zij om met het feit dat er hier geen geweren werden aangeboden en vonden zijn dit noodzakelijk voor hun spel? Welk beeld hadden ze van de huidige militair? Hoe verliep het samenwerken binnen de aangeboden activiteiten? Veranderde hun spel gaandeweg? Welke vragen werden er gesteld tijdens de gesprekken? Veranderde hun beeld na afloop van de thema week? Op de eerste dag wou ik vooral observeren welke voorkennis de kleuters precies hadden. Door middel van gesprek en spel, merkte ik dat er al enige voorkennis was, gekleurd door de media, vooral rond het oorlog voeren.

Maar ik merkte ook dat bepaalde kleuters al wat meer wisten door hun opa die in het leger had gezeten. Een goede bodem om verder op te bouwen. Iedere dag daarna bood ik een nieuwe impressie aan, om zo na te gaan of het beeld van de kleuters veranderde en verrijkte. Ik observeerde ook of dit zichtbaar was in hun spel. Ik merkte vrijwel direct dat het beeld van de kleuters inderdaad werd uitgebreid met de nieuwe kennis.

Waar ze de eerste dag ‘soldaatje’ speelden en elkaar neerschoten met materialen die ze in de klas hadden gevonden, speelden de kleuters in de loop van de week dokters die voor de gewonden zorgden. Ze bestempelden ook dat spel als ‘soldaatje’ spelen. Niet enkel in hun spel konden deze verrijkingen worden opgemerkt, maar ook binnen de gesprekken met medekleuters, leerkrachten en de gast die op bezoek kwam, zag je een verschuiving in hun vragen en interesses. Terwijl ze in het begin van de week nog vooral spraken over vechten en schieten, stelden ze in de loop van de week meer vragen rond hoe soldaten andere mensen helpen en hoe ze samenwerken. Ik merkte dat de kleuters hun beeld op een korte tijd toch heel wat bijgesteld hadden en een vollediger beeld kregen van de taken van militairen. Het enige wat hiervoor nodig was, waren volledige en waarheidsgetrouwe impressies aangeboden via verschillende, speelse werkvormen. Hun beeld was niet alleen vollediger, maar ook veel positiever. De soldaat was niet enkel meer iemand die anderen neerschiet, maar ook iemand die anderen helpt, die een land terug opbouwt, die zorg draagt voor anderen, … .

Hoe kan het verder in de toekomst?

Bleef alleen nog de vraag welk beeld wij willen meegeven aan onze kinderen? Waarom hebben ze zo’n éénzijdig beeld? Zowel voor de start van mijn onderzoek als tijdens mijn onderzoek was er één gegeven dat mij erg opviel, namelijk de angst en de terughoudendheid binnen dit thema. Een angst die vooral gebaseerd leek op basis van opvoedkundige bezorgdheid. Hoe gaan de ouders reageren op dit thema? Hoe zullen de kinderen, misschien uit een oorlogsgebied, hierop reageren? Zullen de kinderen wilder worden tijdens dit thema? Willen we hier wel op verder gaan? Zullen er geen lastige vragen gesteld worden? Ik merkte tijdens de week dat de kinderen die afkomstig waren uit een oorlogsgebied wel langer gefocust bleven op het geweld en op het vechten. Ze vertelden vanuit hun ervaringen, die meestal vrij negatief waren. Maar uiteindelijk stelden zij ook hun beeld bij naarmate de week vorderde. Een soldaat was niet enkel pijn en geweld meer, maar ook een dokter, een vriend, een beschermer, … . De kinderen werden zeker niet wilder binnen dit thema. Integendeel zelfs, waar er eerst enkel wild met ‘geweren’ werd gezwaaid, zag je de kinderen nu dokter spelen of samen een ‘missie’ oplossen. Echt negatieve reacties van ouders heb ik ook niet gemerkt, dus blijft de vraag ‘Waarom ontstaat deze angst en terughoudendheid tegenover dit thema?’.

Waarom zou dit thema minder opvoedkundig zijn dan thema’s zoals piraten, cowboy en indianen, … die aanbod kwamen binnen de zelfde schoolcontext. Zoals hierboven reeds beschreven staat, is er een negatieve sfeer te bespeuren over dit thema. Toch worden we in onze maatschappij steeds meer en meer geconfronteerd met niet alleen militairen (denk aan het vliegveld, in Brussel na de aanslagen, …), maar ook met geweld. Is het dan niet raadzaam en zelfs noodzakelijk om ervoor te zorgen dat onze kinderen al op jonge leeftijd een beter, positiever en vollediger beeld krijgen van hetgeen militairen doen? Dat ze leren dat samenwerken, vriendschap en zorgen voor elkaar belangrijk zijn? Zou het kunnen helpen bij het opvangen van kinderen van vluchtelingen die enkel negatieve ervaringen hebben met oorlog en vechten? Kan het de kleuters een gevoel van veiligheid en zekerheid geven na de zoveelste berichtgeving over aanslagen?

Omwille van al die redenen zou ik een vervolgonderzoek aanraden. Een onderzoek dat stilstaat bij het beeld dat leerkrachten (en ouders) hebben over dit onderwerp en hoe we de vooroordelen die er zijn kunnen ombuigen naar iets constructiefs.

Bibliografie
  • Bron: Defensie. Componenten. [online]. Geraadpleegd op 15 juli, 2016, op: http://www.mil.be
  • Bron: Brecht, E. (2015, 03 december). Militairen op straat: we leven alsof we op een buitenlandse missie zijn. [elektronische versie] De Morgen
  • Bron: Beroep van militair moet dringend geherwaardeerd worden. (2015, 1 december). [elektronische versie] de Morgen
  • Bron: Van Peteghem, T. (2016). Politie in beeld: beeldvorming over de politie bij 5-jarige kleuters voor en na thema-uitwerking. Arteveldehogeschool Gent: Bachelor in het onderwijs: kleuteronderwijs. (onuitgegeven bachelorproef)
  • Bron: Chirojeugd Vlaanderen. Soldaatje spelen. [online]. Geraadpleegd op 1 oktober, 2016, op: http://www.spelensite.be
  • Bron: Juf Gitte. Thema Leger. [online]. Geraadpleegd op 06 oktober, 2016, op: http://www.jufgitte.weebly.com
  • Boon, T. & Geeraerts, D. (2008). Groot Woordenboek Van De Nederlandse Taal. Antwerpen: Van Dale Lexicografie.
  • Defensie. Componenten. [online]. Geraadpleegd op 15 juli, 2016, op: http://www.mil.be
  • Vriens, J. (2015). Drie eigentijdse schoolverhalen. Amsterdam: Van Holkema & Warendorf.
  • Housen, R. (2013, december). Militair zijn. Belgisch Militair Tijdschrift, 13-31.
  • Koning, R. (2010). Processen aan de lopende band? Een onderzoek naar het verbeteren van de processen bij Profile Tyrecenter Vermeulen. Universiteit Twente: Faculteit Management en bestuur: technische bedrijfskunde. (onuitgegeven bachelorthesis)
  • Over het sociaal constructivisme: De Corte, E. (1996). Actief leren binnen krachtige onderwijsleeromgevingen. Impuls voor onderwijsbegeleiding, 4, 145-156.
  • Katholieke Universiteit Leuven. Onderwijs.Hoe leren studeren. [online] Geraadpleegd op 24 augustus, 2017, op: https://www.kuleuven.be
  • Verbeke, N. & Pieters, F. (2017, 31 januari). Onderzoeksinterview. Interview in verband met bachelorproef militairen door de bril van kleuters, Roeselare.
  • Hellendoorn, J. & Harinck, J.H.F. (1995). Oorlogsspeelgoed en agressie bij kinderen. Kind en adolescent, 16. 4,228-243
Universiteit of Hogeschool
Bachelor in het kleuteronderwijs
Publicatiejaar
2017
Promotor(en)
Dhr. Ollieuz Tom
Kernwoorden
Share this on: