Scriptiebank overzicht

De Vlaamse Scriptiebank is een vrij toegankelijke online databank. Deze bevat alle artikels en full text scripties van deelnemende bachelors en masters aan de

Applying evaluative conditioning to combat obesity prejudice in gym environments

Universiteit Gent
2024
Kristien
Bondarenko
In english:
Obesity prejudice is pervasive, especially in sports environments (Boudreault et al., 2022;
Greenleaf et al., 2012; Thedinga et al., 2021), and negatively impacts individuals who are
overweight or obese, including under -or unemployment, unequal treatment policies.,
discrimination in health care practices, and a higher risk of self-intentional harm and suicidality. This study aimed to examine the effectiveness of an evaluative conditioning (EC)-based poster, grounded in the newly emerging inferential framework, designed to reduce two common stereotypical beliefs: ‘Overweight people are lazy’ and ‘Overweight people lack motivation to exercise’ (RQ1); while also assessing its effect on the evaluation of individuals who are overweight (RQ2).

The researchers hypothesized that the inferential EC-based poster in the experimental
condition would significantly reduce the stereotypical beliefs (H1a), as well as the reduction would be significantly greater in the experimental condition compared to the control condition (H1b), in which a traditional EC-based poster was presented. The inferential EC-based poster included the pairing of individuals who are overweight (i.e., unconditioned stimulus) with t-shirts displaying ‘I love/heart-symbol fitness’ (i.e., conditioned stimuli), and a slogan to clarify the relation between the pairings. Both posters were displayed in the gym setting and the outcome variables were measured using pre- and post-intervention questionnaires.

The results were mixed, providing partial support for H1a but no support for H1b. This
may be attributed to methodological issues common for research in naturalistic settings. While the intervention did not consistently reduce all targeted stereotypical beliefs or consistently show stronger effects than the traditional EC-based poster, it did significantly reduce the belief that overweight people lack motivation to exercise, with a small to moderate effect size. Furthermore, the study may have found a significant positive effect of the inferential EC-based poster on the evaluation outcome. However, this potential effect should be further examined.

This study highlights the promise of inferential EC-based posters as a potential tool for
reducing obesity prejudice and stereotypical beliefs in everyday environments such as gyms. The findings underscore the importance of further research to replicate and refine inferential EC interventions, focusing on optimizing design variations and enhancing their impact in real-world contexts.
Meer lezen

Exploring the potential of saRNA-engineered cells in promoting microvascularization of 3D-bioprinted tissues.

Universiteit Gent
2024
Sabina
Shamieva
Organen geprint op een 3D-bioprinter vereisen net als de organen in ons lichaam een functioneel netwerk van bloedvaten. In deze scriptie werd een nieuwe elastine-rijke bio-inkt ontwikkeld dat de bloedvatvorming zou toelaten. Dit resulteerde uit talrijke printbaarheidsevaluaties en fysiologische testen. Verder werd ook het potentieel van VEGF-producerende cellen geëvalueerd om de vorming van bloedvaten te stimuleren in 3D-gefabriceerde organen. Meer bepaald werden de eiwit productie en overleving van de cellen gekarakteriseerd. Dit werd gevolgd door een test-print waarin de aanwezigheid van VEGF-producerende cellen resulteerde in bloedvatvorming uit een bloedvatcellen aggregaat.
Meer lezen

AI in healthcare: Accurate Innovation or Alarming Inconsistencies? The role of Large Language Models in Self-Care: A Study on Medical and Supplement Guidance Accuracy

Universiteit Antwerpen
2024
Branco
De Busser
In deze studie werd de prestatie van zes grote taalmodellen (GPT-3.5, GPT-4.0, Copilot, Gemini, Gemini Advanced en Perplexity) geëvalueerd op hun vermogen om nauwkeurige zelfzorgadviezen te geven over medicatie en supplementen. De taalmodellen werden getest met een reeks zelfzorgvragen in verschillende contexten en hun antwoorden werden systematisch verzameld en beoordeeld. De evaluatiecriteria omvatten de nauwkeurigheid van de antwoorden en hun potentieel om de patiënt te helpen.
De resultaten geven aan dat taalmodellen zeer goed in staat zijn om zelfzorgvragen nauwkeurig te beantwoorden en beschikken over de nodige kennis om relevante gezondheidsinformatie te verstrekken. GPT-4.0 kwam naar voren als het meest betrouwbare model en leverde nauwkeurige en uitgebreide antwoorden.
Een belangrijke bevinding van de studie is de aanzienlijke variabiliteit in de antwoorden tussen de modellen, beïnvloed door factoren zoals taal, vraagstructuur en gebruikerscontext. De meeste modellen presteerden beter bij vragen in het Engels dan in het Nederlands, wat wijst op een sterkere trainingsbasis in het Engels. De formulering van de vragen had ook een aanzienlijke invloed, waarbij modellen vaak hun antwoorden aanpasten op basis van de waargenomen voorkeuren van de gebruiker. Dit ondersteunt bevestigingsbias. Deze variabiliteit benadrukt de noodzaak van zorgvuldige overweging bij het integreren van AI-taalmodellen in de gezondheidszorg, aangezien inconsistente antwoorden kunnen leiden tot misinformatie en mogelijks schadelijke beslissingen.
De studie benadrukt dat taalmodellen een cruciaal onderdeel van patiëntenzorg zullen worden. Wanneer ze correct worden gebruikt, kunnen deze modellen de uitkomsten voor patiënten aanzienlijk verbeteren door toegankelijke en nauwkeurige gezondheidsinformatie te verstrekken. Het vermogen van grote taalmodellen om de last voor zorgverleners te verlichten, het begrip van patiënten over medische aandoeningen te verbeteren en 24/7 assistentie te bieden, maakt hen een waardevol hulpmiddel in de moderne gezondheidszorg. Hun inzet moet echter voorzichtig worden benaderd, met zorgvuldige validatie en het aanpakken van mogelijke risico's om hun voordelen te maximaliseren en schade te minimaliseren.
Meer lezen

Ouderbetrokkenheid bij het revalidatie- en onderwijstraject van kinderen binnen de ambulante kinderrevalidatie en ziekenhuisschool.

Erasmushogeschool Brussel
2024
Koen
Bellemans
Genomineerde shortlist Bachelorprijs
Gezinsgerichte zorg en het beschouwen van ouders als gelijkwaardige partner zijn belangrijke pijlers binnen het revalidatieproces en het onderwijs. Deze eindopdracht onderzoekt hoe ouders betrokken worden bij het proces van doelbepaling en welke factoren bijdragen/verhinderen dat ouders doelstellingen en hulpvragen verwoorden. Er wordt nagegaan of de implementatie van een ICF core set een ondersteunend element kan zijn in het proces van formuleren van hulpvragen en doelstellingen door ouders.
Meer lezen

THE AMERICAN DREAM IN DE VLAAMSE FILMINDUSTRIE: EEN KWALITATIEF ONDERZOEK OVER DE HOLLYWOOD- ERVARINGEN VAN VLAAMSE FILMMAKERS EN - PRODUCENTEN

Universiteit Gent
2024
Jens
Van Landschoot
Deze masterproef gaat aan de hand van interviews in op de verschillende filmproductionele en -creatieve context in Hollywood en Europa met Vlaanderen als specifieke case. De focus ligt voornamelijk op de verschillende aspecten van beide productiecontexten. De onderzoeksvraag luidt: “Wat zijn de verschillen tussen de Vlaamse/Europese productiecontext en die in Hollywood, en hoe ervaren Vlaamse filmmakers deze verschillen?”. Een eerste stap in het formuleren van een antwoord op deze vraag was dan ook het interviewen van enkele Vlaamse filmmakers met ervaringen in beide productiecontexten. Deze data werd vervolgens aangevuld met een krantenanalyse. Met behulp van een thematische analyse werden daarna negen thema’s op een inductieve wijze ontwikkeld om de onderzoeksvraag te helpen beantwoorden. Deze thema’s hebben betrekking op de vrijheid van de filmmaker, censuur, agents, streamers, het sterrensysteem, de macht van de vakbonden, financiering, hoe filmmakers in Hollywood geraken en de schaalvergroting. Uit dit onderzoek blijkt dat de voornaamste resultaten bijna allemaal wel teruggekoppeld kunnen worden aan de commerciële verschillen van beide productiecontexten. In Hollywood overheersen de commerciële belangen namelijk veel meer de genomen beslissingen dan in Vlaanderen en
Europa. Daardoor is deze laatste productiecontext in staat om grotere risico’s te handhaven. Daarnaast zijn de verschillen ook vaak te verklaren door de schaalvergroting die de Hollywoodiaanse filmindustrie kenmerkt.
Meer lezen

Ongewenst geboren ongewenst in maatschapij

Andere
2024
Peggy
Poppe
  • Ocmw
    Sociale dienst
Psyhologie
Meer lezen

The relationship between empowering leadership and in-role job performance: the moderating role of conscientiousness

Universiteit Gent
2024
Mara
de Koning
Genomineerde shortlist Klasseprijs
Mijn scriptie onderzoekt hoe "empowering leadership" de prestaties van leerkrachten beïnvloedt, met een focus op de persoonlijkheidstrek "consciëntieusheid." Het onderzoek, uitgevoerd onder bijna duizend leerkrachten in Vlaanderen en Brussel, toont aan dat leiderschap dat autonomie bevordert, een positieve invloed kan hebben op de werkprestaties van leerkrachten. Echter, deze positieve invloed is minder sterk bij leerkrachten die zeer consciëntieus zijn, omdat zij meer behoefte hebben aan structuur en duidelijke richtlijnen. De conclusie van de studie is dat een flexibele leiderschapsaanpak, afgestemd op de persoonlijkheid van leerkrachten, essentieel is om het lerarentekort en werkgerelateerde stress te verminderen.
Meer lezen

De verruimde devolutieve werking: ook in meerpartijengeschillen?

Universiteit Gent
2024
Senne
Van Boven
Het eerste deel bevat een uiteenzetting van het hoger beroep en zijn gevolgen in het Belgisch, Frans en Nederlands procesrecht. In het tweede deel schuift de auteur een oplossing naar voor om de twee aanleggen in de burgerlijke procedure voor alle partijen - zowel eiser, als verweerder, als tussenkomende partijen - evenveel te waarborgen.
Meer lezen

THE EFFECTS OF SPONTANEOUS EMOTION REGULATION ON STRESSRESPONSE

Universiteit Gent
2024
Katrien
Bondarenko
Deze thesis onderzocht de relatie tussen spontane emotieregulatie (ER) en stressherstel, gemeten aan de hand van subjectief herstel (via stress-schaal) en objectief herstel (parasympathische activiteit en sympathische activiteit ). In het kader van de hoofdonderzoeksvraag werden de effecten van tijd besteed aan helpende en minder helpende ER-strategieën binnen gedefinieerde groepen (adaptief of maladaptief) onderzocht, evenals de effectiviteit van specifieke helpende ER-strategieën binnen een stress-context, gezien sommige onderzoekers twijfelden aan de universele effectiviteit van deze technieken. In deze experimentele studie werden studenten uit het hoger onderwijs blootgesteld aan stress door hen een tekst te laten voorbereiden en presenteren aan een online jury. Om de stress nog wat op te voeren, kreeg elke student vervolgens negatieve feedback op hun presentatie.
Meer lezen

Close Reading in de arbeidsfinaliteit

Hogeschool PXL
2024
Charlène
Pagnaer
Mijn onderzoek richt zich op het toepassen van Close Reading binnen de lessen PAV in het secundair onderwijs. Onderzoek toont aan dat de leesvaardigheid van leerlingen is achteruitgegaan, waardoor veel jongeren moeite hebben om teksten goed te begrijpen en kritisch te lezen. Dit heeft negatieve gevolgen voor hun schoolprestaties en hun functioneren in de samenleving.

Close Reading is een leesmethode waarbij herhaald lezen centraal staat. Leerlingen analyseren teksten voortdurend, zowel qua structuur als qua diepere betekenis. De leerkracht speelt een cruciale rol door ondersteuning te bieden, zodat leerlingen de essentiële informatie uit de tekst kunnen halen en de boodschap ervan begrijpen.

Om leerkrachten te helpen bij het toepassen van Close Reading, heb ik een boekje ontwikkeld met 25 rijke teksten en bijbehorende vragen. Dit boekje stimuleert leerlingen om diepgaander na te denken over wat ze lezen en helpt hen leesvaardigheden te ontwikkelen.

Uit de praktijk blijkt dat Close Reading niet alleen de leesvaardigheid, maar ook de leesmotivatie van leerlingen verbetert. Ontdek hoe Close Reading een verschil kan maken in het onderwijs en de toekomst van onze leerlingen.
Meer lezen

Partnerrelaties van bepaalde duur: flirten met de grenzen van het Belgisch recht?

Vrije Universiteit Brussel
2024
Jarne
Thiels
Mijn masterthesis onderzocht de mogelijkheden van partnerrelaties van bepaalde duur. Enerzijds het huwelijk en de wettelijke samenwoning van bepaalde duur. Anderzijds huwelijks- en samenlevingsovereenkomsten van bepaalde duur.
Meer lezen

Bouwen Aan Een Actief Agrarisch Grond- En Pandenbeleid

Universiteit Gent
2024
Bart
Laridon
Deze thesis verkent en ontwikkelt een duurzaam en actief agrarisch-ruimtelijk beleid, gericht op het versterken en beschermen van de Vlaamse agrarische structuur tegen toenemende verstedelijking en niet-agrarisch ruimtegebruik. De studie identificeert zowel tekortkomingen in het huidige beleid als de belangrijkste uitdagingen voor de agrarische sector. Er werd onderzocht welke instrumenten ingezet kunnen worden in zo’n beleid. Dit resulteert in een prototype voor een actief agrarisch grond- en pandenbeleid. Hiermee formuleert het thesisonderzoek concrete oplossingen die het behoud en optimalisatie van de Vlaamse agrarische structuur kunnen ondersteunen. De aanbevelingen onderstrepen de urgentie voor een geïntegreerde beleidsvisie en -aanpak, waarin omgevings- en landbouwbeleid nauw worden afgestemd. De betrokkenheid van lokale en regionale overheden en andere stakeholders is cruciaal voor de succesvolle implementatie en effectiviteit van dit beleid.
Meer lezen

WERKPAUZES EN -BEVLOGENHEID: EEN DAGBOEKSTUDIE BIJ VOLTIJDSE LEERKRACHTEN IN HET LAGER ONDERWIJS

Universiteit Gent
2024
Lijs
Devoldere
Deze masterproef onderzoekt de invloed van werkpauzekarakteristieken, zoals duur en kwaliteit, op de werkbevlogenheid van voltijdse leerkrachten in het lager onderwijs. Een online dagboekstudie werd uitgevoerd onder 112 leerkrachten, waarbij zij vier werkdagen lang informatie gaven over de duur en kwaliteit van hun voormiddag-, middag- en namiddagpauzes, evenals hun ervaren werkbevlogenheid in de namiddag. De resultaten laten zien dat vooral de kwaliteit van de middagpauze een significante impact heeft op de werkbevlogenheid, meer dan de duur van de pauzes. De conclusie benadrukt het belang van investeren in kwalitatieve pauzes voor het welzijn van leerkrachten.


Meer lezen

plaatsvervangende rechters: afschaffen of behouden?

Universiteit Gent
2024
Chey
De Roeck
Een kritische analyse van het statuut van de plaatsvervangende rechter.
Meer lezen

SME Adoption of Voluntary Environmental Actions

KU Leuven
2024
Joonatan
Van Eecke Laaksonen
Deze studie onderzoekt hoe de drijfveren en belemmeringen waarmee kleine en middelgrote ondernemingen (KMO’s) worden geconfronteerd bij het aannemen van vrijwillige milieumaatregelen de aard van hun adoptie beïnvloeden. Het onderzoek identificeert twee primaire adoptietypen: symbolisch, gekarakteriseerd door oppervlakkige milieumaatregelen, en substantieel, waarbij sprake is van een oprechte integratie van milieu relevante praktijken. Het onthult dat financiële en strategische motivaties, zoals groene premies, fiscale voordelen, merkondersteuning en klantvraag, cruciaal zijn voor het bevorderen van substantiële adoptie. In tegenstelling hiermee leiden barrières zoals lage environmental awareness en beperkte middelen vaak tot symbolische adoptie, met minimale impact tot gevolg.

Het herziene conceptuele model, ontwikkeld op basis van de bevindingen van de studie, benadrukt dat het aanpakken van economische beperkingen door middel van financiële prikkels en het verbeteren van environmental awareness kan bijdragen aan een diepere betrokkenheid. Ethische motivaties alleen zijn minder effectief zonder bijbehorende financiële of strategische voordelen. De studie draagt bij aan de bestaande literatuur door het begrip van KMO-milieumaatregelen te verfijnen en te suggereren dat substantiële adoptie waarschijnlijker is wanneer zowel financiële als strategische drijfveren aanwezig zijn, terwijl symbolische adoptie vaak voortkomt uit awareness- en resource belemmeringen.

Deze inzichten zijn cruciaal voor het afstemmen van toekomstig onderzoek en praktische interventies gericht op het verbeteren van de betrokkenheid van KMO’s bij milieumaatregelen. Verbeterde awareness en gerichte prikkels kunnen KMO’s ondersteunen bij de overgang van symbolische naar substantiële adoptie, waardoor hun duurzaamheidsinspanningen beter in lijn komen met hun bedrijfsdoelstellingen.
Meer lezen

Franse militaire interventies in de Sahel: verklaringen hoe Russische inmenging de Franse terugtrekking beïnvloedde

Universiteit Gent
2024
Aelön
Messiaen
Deze masterproef heeft als doel om verklaringen te vinden voor de impact van Russische
inmenging op de terugtrekking van Franse militaire interventies in de Sahel. Daarbij wordt
gefocust op interventies van de afgelopen tien jaar met als vertrekpunt de toegenomen
militarisering in de regio. Dit zal namelijk een proces in gang zetten dat leidde tot de Franse terugtrekking waarbij onderzocht wordt wanneer en in welke mate Rusland via o.a. huurlingen (PMSC’s) invloed uitoefende. Voor het onderzoek naar de geselecteerde cases Mali, Burkina Faso en Niger wordt gebruikt gemaakt van de methode theory-testing process-tracing. Concreet wordt aan de hand van bevindingen uit de literatuur en voorgaand onderzoek een model opgesteld dat de verhouding tussen de militarisering van de Sahel, de Franse terugtrekking en de Russische inmenging theoretiseert. Hieruit worden hypotheses afgeleid en getest aan de hand van observaties. Een eerste vaststelling is dat er aanwijzingen zijn dat Rusland invloed uitoefende bij de gemilitariseerde lokale bevolking wiens onvrede leidde tot een staatsgreep, vooral door het bestaande anti-regeringssentiment te exploiteren. Vervolgens werden observaties gevonden dat Rusland via PMSC’s en lokale pro-Russische organisaties uit de civil society een anti-Frans narratief verspreidde bij de junta. Ten slotte werd met de uiteindelijke ontplooiing van Russische PMSC’s bevestigd dat de nieuwe machtshebbers voluit voor het aanbod van Moskou hebben gekozen. De impact van Russische inmenging op de Franse militaire terugtrekkingen van Opération Barkhane, Opération Sabre en Les éléments français au Niger werd dus in redelijke mate bevestigd, waarbij Rusland vooral een bestaand ongenoegen succesvol capteerde.
Meer lezen

Parametric study on the DED-LB process parameters for the production of Fe to Cu Functionally Graded Additive Materials

Vrije Universiteit Brussel
2024
houda
houban
Deze thesis onderzoekt de productie van Functionally Graded Materials (FGMs) met behulp van Laser Directed Energy Deposition (L-DED). Door ijzer (Fe) en koper (Cu) te combineren, worden FGMs ontwikkeld voor toepassingen in de luchtvaart, automobielsector en energieopwekking. De nadruk ligt op het optimaliseren van procesparameters om scheuren en porositeit te minimaliseren. De resultaten laten zien dat met de juiste instellingen Fe-Cu FGMs succesvol kunnen worden vervaardigd. Toekomstig onderzoek zal zich richten op verdere verbetering van deze technieken.
Meer lezen

Toepassen van een Autonomous Mobile Robot (AMR) voor interne logistiek

Universiteit Gent
2024
Dries
Van Landeghem
Mijn masterproef is vertrouwelijk, gelieve mij te contacteren indien mijn onderzoek de volgende ronde haalt.
Meer lezen

Doet samen lezen ook liever lezen?: een onderzoek naar de relatie tussen coöperatief lezen en leesmotivatie

Arteveldehogeschool Gent
2024
Yente
Degroote
  • Yente
    Degroote
Er moet een oplossing gevonden worden voor het dalende begrijpend leesniveau van onze Vlaamse leerlingen. Een belangrijke pijler binnen het begrijpend leesonderwijs is leesmotivatie. Ik ging op zoek naar een werkvorm die sterk in relatie staat met de leesmotivatie.
Zo kwam ik op de onderzoeksvraag ‘Wat kan coöperatief begrijpend lezen betekenen voor de leesmotivatie?’ met de deelvragen ‘Hoe staat verbondenheid in relatie met leesmotivatie?’ en ‘Hoe verhouden individuele verantwoordelijkheid en positieve wederzijdse afhankelijkheid zich tot leesmotivatie?’. Om hier een antwoord op te kunnen formuleren, zette ik een onderzoek op in mijn stageschool in Malawi. De leerlingen van mijn stageklas, Standard 4, en de leerkrachten werden participanten voor dit onderzoek. Ze uitten hun mening over bepaalde stellingen binnen de methode ‘quizzen’, duidden het passende antwoord aan op een vragenlijst en fungeerden als onderwerpen tijdens ongestructureerde observaties.
De verworven resultaten tonen aan dat er wel degelijk een heel sterke link is tussen coöperatief lezen en leesmotivatie. Eerst en vooral gaven de participanten aan meer gemotiveerd te zijn wanneer ze een leesopdracht in groep mochten volbrengen. De verbondenheid leidt tot een hogere motivatie. Daarnaast zorgt individuele verantwoordelijkheid en positieve wederzijdse afhankelijkheid voor hetzelfde gevolg. Leerlingen krijgen autonomie over hun eigen stuk en voelen zich meer competent door het volbrengen van de opdracht in groep. Door ook op die twee basisbehoeften in te zetten, bevorder je de leesmotivatie van leerlingen.
Meer lezen

Optimization of the analysis of post-translational modifications on histones using LC-MS with ion mobility

Hogeschool West-Vlaanderen
2024
Marit
Van Assche
Core histones (H2A, H2B, H3, and H4) form nucleosomes, the basic units of chromatin, which compact DNA into chromatin fibers. Euchromatin, with loosely packed structure, facilitates transcription by allowing enzyme access to DNA, whereas heterochromatin's tight packing blocks transcription. Histone proteins contain tails rich in lysine and arginine residues, which undergo various posttranslational modifications (PTMs). These modifications influence the regulation of chromatin structure and gene activity. Post-translational modifications, such as histone lysine methylation, acetylation and phosphorylation are prevalent in various cancer types. The aim of the study is to detect and localize specific PTMs on histones by optimizing the existing method for nuclei isolation and sample purification. The research employs the OPM-2 cell line, for which sample preparation begins with the isolation and breakdown of the nuclei. Next, magnetic beads are utilized to purify the sample by binding the proteins and removing contaminants, followed by overnight digestion. After preparing the Evotips, the samples are injected into the Evosep One connected to the timsTOF HT for tandem MS analysis with trapped ion mobility. The addition of an extra washing step during nuclei isolation, which was tested during protocol adjustments, had no effect on the purity of the sample. Similarly, the separate addition of SDS and Benzonase during nuclei isolation showed no positive impact. When the effect of an additional protein purification step using 5 µl RPW cartridges was investigated, it led to a significant improvement in purity, with a lower total protein yield and histones being the most abundant proteins in the sample. With the latest optimization, nine peptides of interest on H3 could be detected. However, the evaluation of this optimized protocol is still ongoing and further optimization remains necessary.
Meer lezen

De manier waarop volwassenen de emotionele toestand van honden (Canis lupus familiaris) evalueren

VIVES Hogeschool
2024
Cheyenne
Callens
Heel wat mensen halen een hond in huis met de functie als gezelschapshond. Echter hebben heel wat van deze hondeneigenaren geen kennis opgedaan over de manier waarop hun huisdier communiceert. Dit zorgt ervoor dat de, vaak subtiele, lichaamstaal van de hond niet opgemerkt of fout geïnterpreteerd wordt. Dit onderzoek is opgesteld om te achterhalen hoe volwassenen de emotionele toestand van honden evalueren.

Er werd een fysiek evenement georganiseerd waarbij de deelnemers (n = 37) vijftien video’s te zien kregen, waarin er telkens een hond geaaid werd door zijn eigenaar. De deelnemers werden gevraagd om na iedere video de desbetreffende hond een score te geven met betrekking tot hoe de hond de aaisessie ervaarde (nul: erg onaangenaam, vijf: erg aangenaam). Daarnaast gaven de deelnemers ook de reden waarom ze de hond deze score gaven.

Uit de thematische analyse van de antwoorden bleek dat mensen hun score veeleer baseren op basis van een emotie en/of een intentie die de hond mogelijks vertoond, dan op basis van object waarneembare signalen zoals het al dan niet vertonen van lichaamstaal. Deelnemers die geen voorkennis hebben betreffende communicatie bij honden duidden minder vaak lichaamstaal aan (66,1%), dan de deelnemers die wel vookennis hebben (86,7%).

Er werden significante correlaties gevonden tussen het rapporteren van bepaalde categorieën en de gegeven score. Zo worden categorieën zoals ‘bevriezen’, ‘communicatie via de muil’ en ‘communicatie via de ogen’ vaker gebruikt om een negatief gevoel te beschrijven. Categorieën zoals ‘communicatie via de staart’, ‘toekennen van emotie’ en ‘op de rug gaan liggen’ worden op hun beurt meer gebruikt bij het toekennen van positieve gevoelens.

Ondanks dat de hond ook negatieve emoties kan uiten door middel van zijn staart, werd de staart hoofdzakelijk vermeld om de hond een positieve emotie toe te kennen. Uit dit onderzoek blijkt dus dat er enerzijds slechts een beperkt aantal van de communicatieve signalen die de hond uitstuurt ook effectief door de deelnemers opgemerkt worden. Anderzijds worden er ook door de deelnemers verschillende signalen systematisch verkeerd geïnterpreteerd.

Dit wijst op de noodzaak om kennis omtrent lichaamstaal bij honden breed te communiceren onder de bevolking. Enkel door de hond zijn subtiele lichaamstaal op te merken en correct te kunnen interpreteren, kan de mens zijn hond pas echt begrijpen. Hierdoor is het verbeteren van de kennis met betrekking tot de lichaamstaal van de hond dus cruciaal voor het verbeteren van de relatie tussen de hond en zijn eigenaar, maar ook voor het optimaliseren van het welzijn van beide partijen.
Meer lezen

HOE DRAGEN JEUGDHUIZEN VIA SOCIALE MEDIA BIJ AAN DE BEELDVORMING EN NORMALISERING VAN ALCOHOL?

Universiteit Gent
2024
Laurence
Vuylsteke
De invloed, beeldvorming en normalisering van jeugdhuizen en hun communicatie via sociale media op het alcoholgebruik van jongeren
Meer lezen

The Effect of a Highly Intensive and Task Oriented Intervention Camp on Postural Control in Children with Developmental Coordination Disorder

Universiteit Hasselt
2024
Linde
Cauwelier
  • Anke
    Schollen
Deze masterproef onderzoekt het effect van een hoog intensief taak georiënteerd trainingskamp op de posturale controle bij kinderen met DCD tussen 6 en 12 jaar oud. Deze thesisstudie is gesitueerd binnen een doctoraatstudie rond posturale controle bij kinderen met DCD. De belangrijkste aspecten die gebruikt werden tijdens de interventie waren taakgerichte activiteiten, 1-op-1 begeleiding, motorisch leren en het framework van posturale controle.
Meer lezen

De invloed van belangenorganisaties op politieke partijen

Universiteit Gent
2024
Guus
Vande Kerckhove
De scriptie gaat over de invloed van belangenorganisaties op politieke partijen in België. Verschillende topmensen uit belangenorganisaties in Vlaanderen geven een unieke inkijk in hoe ze de politieke partijen proberen te beïnvloeden. In de scriptie komen deze verschillende, soms creatieve en/of indringende manieren aan bod. Er is een grote verwevenheid tussen belangenorganisaties en politieke partijen die in de luwte erg aanwezig is en dagdagelijks op structurele wijze plaatsvindt.
Meer lezen

Denkroutines inzetten tijdens onderzoekend leren bij de oudste kleuters

Hogeschool West-Vlaanderen
2024
Marthe
Spenninck
Genomineerde shortlist Klasseprijs
Door kleuters zelf antwoorden en oplossingen te laten zoeken, leren ze zelfstandigheid en onderzoekend leren. Dit roept de vraag op hoe diepgaand dat leren is. Leerkrachten moeten kleuters prikkelen om hen in 'de zone van de naaste ontwikkeling' te krijgen, door vragen te stellen en denkroutines aan te bieden. Kleuters kunnen nog niet lezen, dus moeten leerkrachten hen op andere manieren ondersteunen. Dit onderzoek richt zich op het inzetten van denkroutines in de kleuterklas om te onderzoeken hoe deze kleuters ondersteunen in hun leerproces en hoe leerkrachten deze effectief kunnen toepassen.

De onderzoeksvragen zijn: Wat is onderzoekend leren voor jonge kinderen? Wat zijn denkroutines en welke bestaan er al? Hoe worden routines ingezet in de kleuterklas? Hoe kan ondersteuning bij denkroutines kleutervriendelijk worden gemaakt? Hoe kan een denkroutine voor een buitenactiviteit in de derde kleuterklas worden ontwikkeld zodat kleuters zelfstandig aan de slag kunnen? Deze gegevens worden verwerkt tot drie kleutervriendelijke denkroutines: ‘Schil de vrucht’ om het denken te verdiepen, ‘Stap in – stap uit – stap terug’ waar perspectief nemen centraal staat, en ‘Krantenkoppen’ om gedachten samen te vatten.

De literatuurstudie is tot stand gekomen via onlinebronnen en boeken, vaak verwijzend naar de Project-zero website. Er is dus ruimte voor meer onderzoek naar denkroutines. Gegevens uit het werkveld worden verzameld via enquêtes en interviews. De ontwikkelde denkroutines zijn getest in enkele kleuterklassen, wat nieuwe informatie opleverde.

De resultaten tonen aan dat visualiseren van denkroutines belangrijk is en dat leerkrachten getraind moeten worden om te weten wat denkroutines zijn en hoe ze toe te passen. Daarnaast moeten leerkrachten gerichte vragen stellen om kleuters te stimuleren in hun denkproces.
Meer lezen

Optimalisatie van een isolatieprotocol en een protocol voor het genereren van kwalitatieve DNA- extracten voor de karakterisering van Clostridium botulinum

Erasmushogeschool Brussel
2024
Chehrazad
Rahouti
Clostridium botulinum (C. botulinum) is een Gram-positieve, sporenvormende bacterie die een van de krachtigste neurotoxinen, het botulineneurotoxine (BoNT), produceert. Deze bacterie vormt een ernstig risico voor de volksgezondheid vanwege de mogelijke aanwezigheid in voedingsmiddelen met een lage zuurgraad, zoals ingeblikte producten en gerookt vlees. Dit onderzoek richt zich op de isolatie en karakterisering van C. botulinum, met als doel de ontwikkeling en optimalisatie van isolatiemethoden en moleculaire technieken voor nauwkeurige detectie en identificatie. Het onderzoek bestaat uit twee delen: het eerste deel richt zich op het optimaliseren van isolatieprotocollen van C. botulinum uit verschillende voedingsmiddelen door het evalueren van diverse methoden en parameters. Het tweede deel ontwikkelt een protocol voor het verkrijgen van hoogwaardige DNA-extracten, geschikt voor whole genome sequencing (WGS). Het onderzoek beoogt de verbetering van isolatie- en DNA-extractiemethoden, wat kan bijdragen aan verbeterde detectie- en preventiestrategieën tegen C. botulinum.
Meer lezen

How available are charging stations really? Revealing hidden insights from transactional charging data

Vrije Universiteit Brussel
2024
Thomas
Laureys
In deze masterproef is een model ontwikkeld dat toelaat om de functionaliteit van de bestaande laadpaalinfrastructuur te analyseren op basis van gegevens over historisch laadgedrag aan deze laadpaalinfrastructuur. Concreet gaat dit model, voor een dataset over historisch laadgedrag, periodes met mogelijke defecten voor een bepaalde laadpaal gaan identificeren, wat toelaat om enerzijds de beschikbaarheid van de laadpalen na te gaan voor deze periode en anderzijds om de dataset te kuisen. Dit laatste is zeer nuttig voor voorspellingsmodellen die ontwikkeld worden op basis van deze datasets.

Meer lezen

ZeroTraining: Extending Zero Gravity Objects Simulation in Virtual Reality using Robotics as an Encountered-Type Haptic Feedback System

Universiteit Hasselt
2024
Maties
Claesen
Genomineerde shortlist Eosprijs
Astronauten voorbereiden op ruimtewandelingen op aarde is uitdagend vanwege de aanwezigheid van zwaartekracht. Dit onderzoek, uitgevoerd in informele samenwerking met de Europese Ruimtevaartorganisatie, presenteert een bewijs van concept voor het simuleren van nul-zwaartekrachtomgevingen met behulp van virtual reality (VR). Het ontwikkelde systeem, genaamd ZeroTraining, omvat twee belangrijke subsysteem: ZeroPGT en ZeroArm. ZeroPGT is een VR-toepassing die een Extravehicular Activity (EVA)-omgeving simuleert, terwijl ZeroArm een haptisch feedbacksysteem van het encounter-type is dat een controller fysiek uitlijnt met virtuele objecten, waardoor gebruikers de sensatie van het hanteren van nul-zwaartekrachtobjecten kunnen ervaren. Verschillende fundamentele uitdagingen werden aangepakt, waaronder de ontwikkeling van een aangepaste IK FABRIK-algoritme, het tot stand brengen van naadloze communicatie tussen de VR-headset en de robotarm, het fabriceren van de end-effector en het implementeren van hardwareverbeteringen aan de robotarm. De haalbaarheid van het systeem werd gevalideerd door een gebruikservaringsstudie met 10 deelnemers, die een significant potentieel onthulden ondanks de huidige robotbeperkingen en de noodzaak voor verdere verbeteringen.
Meer lezen

Spoedig comfort, Verpleegkundige aanpak van comfortmedicatie voor patiënten met een slechte prognose.

Thomas More Hogeschool
2024
Margot
Raymaekers
Deze bachelor proef richt zich op het verkennen van manieren waarop de communicatie tussen verpleegkundigen en naasten van patiënten met een slechte prognose binnen een spoedgevallendienst kan worden verbeterd. Specifiek zal worden onderzocht hoe de ontwikkeling en implementatie van een communicatiemethodiek kunnen bijdragen aan het versterken van de verbinding tussen verpleegkundigen en naasten.
Hoe kunnen communicatievaardigheden en kennis over comfortmedicatie van spoedverpleegkundigen verbeterd worden om zo de kwaliteit van zorg te verhogen en het comfort van patiënten en hun naasten te bevorderen? Vanuit deze onderzoeksvraag is gezocht naar een oplossing voor dit probleem. Er werd gebruik gemaakt van verschillende databanken.
Spoedverpleegkundigen staan dagelijks voor diverse uitdagingen, waarvan communicatie er één is. Echter kan een gebrek aan zelfvertrouwen en kennis over comfortmedicatie een belemmerende factor zijn voor effectieve en doeltreffende communicatie met naasten en patiënten. Er is dus dringende noodzaak om een effectieve bijscholing te ontwikkelen die gericht is op het vergroten van het zelfvertrouwen en de kennis van spoedverpleegkundigen, met als doel de kwaliteit van de zorg en het comfort van de patiënt te verhogen.
Uit de resultaten van de literatuurstudie blijkt het belang van eensgezinde communicatie tussen verpleegkundigen en naasten of patiënten, ondersteund door diverse vormen van communicatie. Ook bleek dat de WHO- pijnladder een belangrijke factor was in het effectief behandelen van pijn. Het gedragswiel biedt een waardevolle inkijk in het begrijpen van gedragsveranderingen bij zowel verpleegkundigen als patiënten en naasten.
Het prototype dat werd ontwikkeld, speelt in op het verbeteren van communicatievaardigheden en kennis over de verschillende comfortmedicatie. Het prototype bevat een presentatie, met daarna oefenen in een rollenspel. Hierna vindt ook een debriefingsmoment plaats. Dit prototype wordt geïmplementeerd aan de hand van de PDCA- cyclus
Meer lezen

Structural studies of HTLV-1 reverse transcriptase for antiviral drug design

KU Leuven
2024
Brecht
Bollaert
  • Adéla
    Novotná
Human T-cell leukaemia virus type 1 (HTLV-1) is a major problem in highly endemic regions and is the causative agent for adult T-cell leukaemia and HTLV-1-associated myelopathy/tropical spastic paraparesis. To date, no cure is available for either of these diseases, yet prevention of HTLV-1 infection has proven to be a viable option. The HTLV-1 reverse transcriptase (RT) enzyme provides an interesting drug target due to its vital function in the viral replication. In this thesis, we aim to obtain the structure of HTLV-1 RT via single-particle cryogenic electron microscopy (cryo-EM) and gain insight into the mechanisms it employs to perform its DNA polymerase function. In the first part, an extensive analysis was conducted on phylogeny, gene ontology, and homology, where we found HTLV-1 RT to have great similarity to both human immunodeficiency virus type 1 RT and human endogenous retrovirus K RT. Following this, a physiologically relevant model of HTLV-1 RT in complex with a nucleic acid dimer was constructed and used in an antiviral compound docking study. In the second part, multiple plasmids were designed to express HTLV-1 RT in various forms and were transformed into multiple Escherichia coli (E. coli) strains for recombinant protein expression. After induction, HTLV-1 RT was isolated using nickel-histidine affinity chromatography. Here, the recombinant protein yield remained very low, which prompted us to perform an in-depth analysis of the HTLV-1 RT encoding mRNA. Via RT-qPCR, significant variation in mRNA expression levels between constructs was observed, but the presence of HTLV-1 RT encoding mRNA was confirmed. In silico RNA folding of the HTLV-1 RT mRNA suggested the occurrence of a highly stable GC-rich hairpin loop at the 5’ end of the mRNA. In conclusion, we substantiated the link between HIV-1 RT and HTLV-1 RT necessary to validate the effort in
screening anti-HIV-1 RT compounds against HTLV-1 RT. Furthermore, by docking these compounds into a physiologically relevant in silico model of HTLV-1 RT, we showed that some of those would favourably bind to HTLV-1 RT’s polymerase active site with sub-nanomolar affinity. Additionally, we successfully expressed and isolated HTLV-1 RT in low quantities. This low yield is most likely explained by the presence of a highly stable GC-rich hairpin loop at the 5’ end of the mRNA, reducing the ribosomes' binding capacity for successful translation. Although we succeeded in expressing HTLV-1 RT, higher quantities are required to perform structural studies. In the future, once sufficient protein is obtained, a high-resolution model of HTLV-1 RT can be constructed, which will allow for high-throughput drug screening and the development of HTLV-1 RT-specific drugs, for which there is a great need.
Meer lezen