Scriptiebank overzicht

De Vlaamse Scriptiebank is een vrij toegankelijke online databank. Deze bevat alle artikels en full text scripties van deelnemende bachelors en masters aan de

Duurzaamheidsrapportering in genoteerde vennootschappen

Universiteit Antwerpen
2024
Eline
Roels
Samenvatting
1. Door de omvang van de problematiek van de klimaatverandering wordt het duidelijk dat verschillende belanghebbenden zullen moeten bijdragen aan de bestrijding ervan. Hierbij wordt steeds meer aandacht besteed aan de rol van ondernemingen, die via duurzaamheidsrapportering verantwoordelijk kunnen worden gesteld. De Europese Unie heeft in dit kader niet stil gezeten en heeft een nieuwe richtlijn voorbereid, de Corporate Sustainability Reporting Directive. Deze richtlijn zal voor een groot aantal ondernemingen de verplichting tot duurzaamheidsrapportering opleggen. In het licht van deze nieuwe richtlijn en het feit dat een groot aantal ondernemingen hiervoor niet verplicht waren te rapporteren, lijkt het nuttig om te onderzoeken in hoeverre ondernemingen hierop zijn voorbereid.

2. Om dit te evalueren wordt allereerst het juridisch kader onderzocht, dat grote uitbreidingen met zich meebrengt. Zo zullen veel ondernemingen die voorheen niet over duurzaamheid rapporteerden, dit nu wel moeten doen. Bovendien wordt het toepassingsgebied qua inhoud aanzienlijk uitgebreid, vooral door de ESRS-standaarden die worden geïntroduceerd bij de CSRD. De ESRS-standaarden bestaan uit een aantal dwarsdoorsnijdende standaarden en thematische standaarden waaronder de ondernemingen zullen moeten rapporteren. Ondernemingen zullen hun rapportering moeten uitvoeren met een grote mate van detail. Voor sommige ondernemingen komt dit er bovendien al snel aan, waarbij sommige ondernemingen volgend jaar al moeten rapporteren over hun boekjaar in 2024.

3. In het kader van deze aangrijpende juridische veranderingen, lijkt het nuttig om te onderzoeken in hoeverre ondernemingen al rapporteren over duurzaamheid en of de nieuwe wetgeving haalbaar zal zijn voor deze ondernemingen. In dit empirisch onderzoek zijn de variabelen opgesteld door informatie te putten uit de duurzaamheidsrapporten van 2022. Hieruit worden de huidige problematieken omtrent duurzaamheid achterhaald. Deze variabelen worden vervolgens getoetst aan de duurzaamheidsrapporten van de ondernemingen van de BEL 20, BEL Mid en BEL Small. Uiteindelijk worden de bevindingen over duurzaamheidsrapportering in 2022 vergeleken met de CSRD-richtlijn en ESRS-standaarden om de stand van zaken van de ondernemingen te achterhalen. Dit helpt een beter beeld te vormen over de huidige positie van de ondernemingen en of deze stand van zaken tekort schiet in de toekomst.

Het onderzoek begint met het analyseren of ondernemingen überhaupt al rapporteren over duurzaamheid, wat niet bij alle ondernemingen al het geval is. Vervolgens wordt er onderzocht waar deze informatie zich bevindt, dit is van belang voor de consistentie met de financiële informatie. De resultaten tonen aan dat de overgrote meerderheid van de ondernemingen duurzaamheidsinformatie in het jaarverslag opneemt, wat de consistentie met de financiële informatie ten goede komt. Daarna wordt onderzocht in welke mate ondernemingen vrijwillig het belang van duurzaamheid erkennen. Dit wordt getoetst aan de vermelding van duurzaamheidsthema’s in het voorwoord en de aanwezigheid van een materialiteitsanalyse. Uit de bevindingen komt naar voren dat de vermelding van een duurzaamheidsthema daalt per categorie. De ondernemingen van de BEL 20 vermelden dit bijna allemaal, bij de BEL Mid doen 75% van de ondernemingen dit, terwijl dit bij de BEL Small 52% is. Bij de meeste ondernemingen lijkt het eerder de verantwoordelijkheid van de CEO om dit voorwoord op te stellen. Daarnaast hanteren ondernemingen vaak een (dubbele) materialiteitsanalyse. Deze analyse is voornamelijk aanwezig bij de ondernemingen van de BEL 20 en BEL Mid en komt minder naar voren bij de BEL Small.

Nadat onderzocht is of ondernemingen rapporteren over duurzaamheid en of zij vanuit zichzelf al met deze thema’s bezig zijn, wordt ook de inhoud van deze rapporteringen beoordeeld. Allereerst wordt onderzocht volgens welke standaarden ondernemingen hun duurzaamheidsrapportering opstellen. De conclusie hierbij is dat er een grote diversiteit aan rapporteringsstandaarden wordt gebruikt, doordat de NFRD geen verplichte standaarden oplegt. De EU hoopt hier in de toekomst verandering in te brengen, door de komst van de ESRS-standaarden. Hoogstwaarschijnlijk zal de diversiteit aan standaarden blijven bestaan, maar zullen de ondernemingen enkel onder de ESRS-standaarden moeten rapporteren om ook aan de andere standaarden te voldoen.

Met betrekking tot de klimaatdoelstellingen, zijn de meeste ondernemingen vanaf 2021 hun CO2uitstoot beginnen meten. Uit deze resultaten blijkt dat de BEL 20 en BEL Mid al uitgebreid rapporteren over hun uitstoot scopes 1, 2, terwijl de inspanningen van de BEL Small achterblijven. Vooral de rapportering over scope 3 blijft een grotere uitdaging dan de andere scopes, dit voor alle categorieën van ondernemingen. Niettemin komen de ESRS-standaarden hier al tegemoet door de ondernemingen de mogelijkheid te bieden deze scope in het eerste jaar, weg te laten. De klimaatkwesties hebben bovendien voor de verscheidene ondernemingen een andere impact, hierdoor wordt het belang van sectorale standaarden benadrukt.

Bij de sociale thema's valt op dat ondernemingen al uitgebreid rapporteren over deze thema’s. Dit staat in contrast met de rapportering over klimaatthema’s, waarbij de rapportering voor sommige ondernemingen toch moeizamer gaat. Dit kan verklaard worden doordat de informatie in eigen onderneming en bij eigen personeel verzamelen, simpeler is.

4. Op dit moment zijn er nog uiteenlopende resultaten op te merken tussen de verschillende ondernemingen, dit is vooral bij de BEL Small in vergelijking met de BEL 20 en de BEL Mid. Voor de meeste ondernemingen zal de komst van de CSRD inspanningen verwachten. De mate waarin ondernemingen zich zullen moeten inspannen zal wel verschillen. Van sommige ondernemingen, vooral in de BEL Small, zullen er nog veel inzet verwacht worden doordat ze momenteel achterlopen in hun rapportering. Bij de andere ondernemingen is dit echter niet het geval en wordt er gerapporteerd over de onderwerpen die de ESRS-standaarden voorop zal stellen. Dit gebeurt vaak nog niet in de mate van detail die van deze standaarden en nieuwe wetgeving wordt verwacht. Ook voor hen zal er dus nog energie moeten gestoken worden in het verfijnen van hun duurzaamheidsrapporten.
Meer lezen

Implementatie van de SRD II: een blik op remuneratie

Universiteit Gent
2022
Dominik
Verbist
Deze scriptie vormt een onderzoek naar de omzetting van de regels omtrent remuneratie voor bestuurders van beursgenoteerde vennootschappen uit de SRD II naar Belgisch recht. Hierbij wordt rekening gehouden met de Belgische rechtsleer aangaande het oude regime. Een rechtsvergelijking met Nederland en Frankrijk gaat op zoek naar lessen die de Belgische wetgever uit de omzetting in deze landen kan trekken.
Meer lezen

De uitdagingen voor het vennootschapsrecht door de opkomst van stemadviseurs (‘proxy advisors’)

KU Leuven
2019
Arnaud
Van Caenegem
Stemadviseurs zijn rechtspersonen die beroepshalve en op commerciële basis bedrijfs- en andere informatie van beursgenoteerde vennootschappen analyseren om vervolgens beleggers advies te geven over hoe zij moeten stemmen in de algemene vergadering. Ondanks hun louter adviserende functie hebben stemadviseurs in de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk een invloedrijke rol in het bepalen van goede corporate governance in de meeste beursgenoteerde vennootschappen.

Deze masterproef zal aan de hand van twee opeenvolgende tendensen verklaren waarom stemadviseurs ook in België aan invloed winnen. Aansluitend past dit onderzoek de agency theorie toe om een duidelijk economisch beeld weer te geven van de kosten en baten verbonden aan het gebruik van stemadviseurs. Uit deze analyse blijkt dat de voornaamste kosten voortkomen uit een gebrek aan transparantie in de methodologieën en het bestaan van belangenconflicten. Het Belgisch juridisch kader komt hier vooralsnog niet aan tegemoet. Op Europees niveau werden een aantal maatregelen genomen waarbij de nadruk ligt op transparantie. Na een bespreking en evaluatie van een aantal Belgische rechtsfiguren en deze Europese maatregelen worden voorstellen gedaan om het juridisch kader aan te scherpen.
Meer lezen

Groepsinterne belangenconflicten: is er nood aan hervorming ?

KU Leuven
2018
Jolien
Bulcke
De scriptie handelt over de eventuele noodzaak tot bijkomende hervorming aan de bestaande groepsinterne belangenconflictregeling. Verder wordt beoordeeld of de geplande hervormingen in het kader van het nieuwe Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen zouden volstaan.
Meer lezen

De oprichting van een GVV versus private equity

Odisee
2017
Gilles
Dupont
Analyse en bespreking van de Belgische openbare gereglementeerde vastgoedvennootschap, alsook een korte vergelijking van verschillen met de niet-beursgenoteerde operationele vastgoedvennootschap. Hierbij wordt de lezer vertrouwd gemaakt met het bestaan van voormelde vastgoedbedrijven op een breed niveau, gaande van het wetgevend kader tot de financiële aspecten. Eveneens wordt de aantrekkelijkheid van voormelde vastgoedbedrijven in kaart gebracht voor particuliere beleggers.
Meer lezen

Indirect beleggen in vastgoed via een (residentiële) vastgoedbevak versus een gereglementeerde vastgoedvennootschap.

KU Leuven
2015
Maria
Zalubovskaja
Gereglementeerde vastgoedvennootschap als nieuwe toevluchtsoord voor de bestaande vastgoedbevaks. De wet van 19 april 2014 betreffende de alternatieve instellingen voor collectieve belegging en hun beheerders heeft het landschap van de vastgoedbevaks grondig gewijzigd. Sindsdien moesten de vastgoedbevaks zich immers organiseren als een alternatieve beleggingsinstelling, wat  veel bijkomende formaliteiten en onnodige kosten met zich mee zou brengen zonder enkele economische meerwaarde daartegenover. De Belgische wetgever zag dat ook in en schiet ter hulp.
Meer lezen

Genderdiversiteit bij bestuursleden en earnings quality Een analyse van Belgische beursgenoteerde ondernemingen

KU Leuven
2014
Koenraad
Block
  • Bart Kuijper
    Louis Lesage
‘Quota voor vrouwen in raad van bestuur werpen hun vruchten af’Beursgenoteerde vennootschappen die een algemeen beleid voeren met aandacht voor gelijke kansen tussen mannen en vrouwen rapporteren winstcijfers van een hogere kwaliteit. Onze masterproef bevestigt het belang van genderdiversiteit binnen de raden van bestuur en ondersteunt de invoering van de Belgische quotawet.QuotawetBelgië keurde in 2011 het wetsvoorstel goed dat, in de raden van bestuur van alle Belgische beursgenoteerde vennootschappen, tegen 2017 minstens één derde vrouwen moet zetelen.
Meer lezen

Onroerende vermogensplanning via een vastgoedbevak - Ontmijner van de patrimoniumvennootschap als tikkende tijdbom

Universiteit Gent
2013
Kaat
Coppens
 Onroerende vermogensplanning via een vastgoedbevakOntmijner van de patrimoniumvennootschap als tikkende tijdbomOpgang van de patrimoniumvennootschapToen in de jaren ’80 en ’90 advocaten en fiscalisten vermogende particulieren aanspoorden tot het opzetten van een vennootschap om hun onroerend vermogen onder te brengen, voorzag niemand de problemen die deze patrimoniumvennootschap nu teweeg brengt.De motieven voor dergelijke oprichting waren duidelijk en voornamelijk fiscaal van aard, onder meer:-       Zowel schenkings- als successierechten worden vermeden, o.a.
Meer lezen

Corporate governance: een kwestie van zelfregulering per Lid-Staat?

KU Leuven
2009
Dennis
Lievens
 
Corporate Governance: een kwestie van zelfregulering per Lid-Staat?
 
Golden Parachutes, Silver Handshakes en fabelachtige oprotpremies voor laag presterende topmanagers waren eind vorig jaar niet uit het nieuws weg te slaan. De kranten stonden destijds vol kritiek op het loonbeleid dat sommige – zo niet alle - van ‘onze’ topbanken hanteerden om hun topmanagers te bedanken voor hun ‘inzet’ of om hen aan de deur te zetten.
Meer lezen

Corporate Governance en de implementatie van de Code Lippens: een empirische studie

Universiteit Antwerpen
2007
Wouter
Vermeersch
Is er iets veranderd sinds de affaires L&H en Picanol?
“Het duurt 20 jaar om een reputatie op te bouwen… en slechts vijf minuten om die terug af te breken.”


Deze woorden van Warren Buffet, Amerikaans zakenman en investeerder, hebben meerdere malen het debat over deugdelijk bestuur ingeleid.
Meer lezen