Scriptiebank overzicht

De Vlaamse Scriptiebank is een vrij toegankelijke online databank. Deze bevat alle artikels en full text scripties van deelnemende bachelors en masters aan de

WERKPAUZES EN -BEVLOGENHEID: EEN DAGBOEKSTUDIE BIJ VOLTIJDSE LEERKRACHTEN IN HET LAGER ONDERWIJS

Universiteit Gent
2024
Lijs
Devoldere
Deze masterproef onderzoekt de invloed van werkpauzekarakteristieken, zoals duur en kwaliteit, op de werkbevlogenheid van voltijdse leerkrachten in het lager onderwijs. Een online dagboekstudie werd uitgevoerd onder 112 leerkrachten, waarbij zij vier werkdagen lang informatie gaven over de duur en kwaliteit van hun voormiddag-, middag- en namiddagpauzes, evenals hun ervaren werkbevlogenheid in de namiddag. De resultaten laten zien dat vooral de kwaliteit van de middagpauze een significante impact heeft op de werkbevlogenheid, meer dan de duur van de pauzes. De conclusie benadrukt het belang van investeren in kwalitatieve pauzes voor het welzijn van leerkrachten.


Meer lezen

ZeroTraining: Extending Zero Gravity Objects Simulation in Virtual Reality using Robotics as an Encountered-Type Haptic Feedback System

Universiteit Hasselt
2024
Maties
Claesen
Genomineerde shortlist Eosprijs
Astronauten voorbereiden op ruimtewandelingen op aarde is uitdagend vanwege de aanwezigheid van zwaartekracht. Dit onderzoek, uitgevoerd in informele samenwerking met de Europese Ruimtevaartorganisatie, presenteert een bewijs van concept voor het simuleren van nul-zwaartekrachtomgevingen met behulp van virtual reality (VR). Het ontwikkelde systeem, genaamd ZeroTraining, omvat twee belangrijke subsysteem: ZeroPGT en ZeroArm. ZeroPGT is een VR-toepassing die een Extravehicular Activity (EVA)-omgeving simuleert, terwijl ZeroArm een haptisch feedbacksysteem van het encounter-type is dat een controller fysiek uitlijnt met virtuele objecten, waardoor gebruikers de sensatie van het hanteren van nul-zwaartekrachtobjecten kunnen ervaren. Verschillende fundamentele uitdagingen werden aangepakt, waaronder de ontwikkeling van een aangepaste IK FABRIK-algoritme, het tot stand brengen van naadloze communicatie tussen de VR-headset en de robotarm, het fabriceren van de end-effector en het implementeren van hardwareverbeteringen aan de robotarm. De haalbaarheid van het systeem werd gevalideerd door een gebruikservaringsstudie met 10 deelnemers, die een significant potentieel onthulden ondanks de huidige robotbeperkingen en de noodzaak voor verdere verbeteringen.
Meer lezen

Middelengebruik in de Vlaamse Dovengemeenschap: een kwalitatief onderzoek

Universiteit Gent
2024
Tamie
Wuytjens
Dit scriptie richt zich op middelengebruik binnen de Vlaamse dovengemeenschap, een thema dat internationaal lange tijd over het hoofd wordt gezien. Uit onderzoek blijkt dat dove personen unieke risico's lopen op middelengebruik die niet te vergelijken zijn met personen met een handicap. Er is echter een gebrek aan kennis over de patronen van middelengebruik binnen de dovengemeenschap en hoe deze verschillen van de horende samenleving. Daarnaast is er weinig onderzoek gedaan naar de perspectieven en ervaringen van dove mensen zelf op dit gebied.

Het doel van deze studie is om meer inzicht te geven in de percepties, omvang en aard van middelengebruik onder dove individuen binnen de Vlaamse dovengemeenschap. De studie bestaat uit twee delen: een onderzoek naar de omvang en aard van middelengebruik en een verkenning van de heersende opvattingen hierover binnen de dovengemeenschap. Aangezien dit een van de eerste kwalitatieve studies is op het gebied van middelengebruik onder dove mensen, is verder onderzoek noodzakelijk om een dieper begrip te krijgen.
Meer lezen

Een case study naar studiekeuzeprocessen bij laatstejaars. The adventures of Alice, Cat, Rabbit and several others in Choosing Land

Universiteit Antwerpen
2024
Lise
Bergen
Laatstejaars in het secundair onderwijs maken een studiekeuze als ze verder willen studeren. Dat proces verloopt via vijf studiekeuzetaken die een belangrijke voorspeller vormen van studiesucces en drop-out in het hoger onderwijs.

Voorgaand onderzoek is hoofdzakelijk kwantitatief van aard. Bovendien is er gebrek aan gecontextualiseerd onderzoek op dit terrein. Daarom kiezen we in deze masterproef voor een kwalitatieve aanpak, meer bepaald een casestudy, waarmee we peilen naar de opvattingen, percepties en ervaringen van 13 laatstejaars gedurende een volledig schooljaar binnen de context van één school. Via interviews, observaties, documentanalyse, interventieonderzoek en vragenlijsten proberen we grip te krijgen op het studiekeuzeproces dat zij doorlopen. Daarnaast exploreren we in welke mate de functiebeperkingen autismespectrumstoornissen (ASS) en dyslexie invloed kunnen uitoefenen op het studiekeuzeproces. Ten slotte bekijken we de rol die de school speelt bij het begeleiden van studiekeuzeprocessen en onderzoeken we welke activiteiten jongeren hierbij waarderen.

Uit de resultaten blijkt dat jongeren die leercoaching volgen hun mogelijkheden breder en diepgaander exploreren dan jongeren die dat niet doen. De meeste leerlingen raadplegen hierbij bronnen zoals mensen, zowel bekenden als professionals, exploreren op afstand via websites, brochures en sociale media en leggen plaatsbezoeken af waar ze peers en docenten ontmoeten. Niet al deze bronnen zijn even kwaliteitsvol, waardoor jongeren ook op basis van desinformatie een keuze dreigen te maken. Verder stellen we vast dat eenzelfde leerling meerdere studiekeuzeprocessen kan doorlopen. Wie een eerste keuze maakt, maar een toegangsproef voor deze keuze moet afleggen, doorloopt een parallel keuzeproces om een backup-plan te voorzien. We merken dat dit tweede keuzeproces anders verloopt dat het eerste. Hierdoor stellen we niet alleen variabiliteit vast in de tijd en tussen leerlingen, maar ook binnen eenzelfde persoon.
Bovendien vinden we indicaties die doen vermoeden dat jongeren met ASS en dyslexie anders exploreren dan leerlingen zonder deze functiebeperkingen. Ten slotte waarderen leerlingen een aanpak op maat, waarbij scholen zowel één-op-één gesprekken als groepssessies voorzien om op een regelmatige basis studiekeuzebegeleiding aan te bieden. Een combinatie van verschillende generieke, gefocuste en vakspecifieke activiteiten, waaruit ze autonoom kunnen kiezen, zijn zinvol volgens deze respondenten.
Meer lezen

De schryverkes van Guido Gezelle: Gezelles creatief schrijfonderwijs aan het Klein Seminarie Roeselare

KU Leuven
2024
Brecht
Berteloot
Genomineerde longlist Klasseprijs
This study reconstructs the creative writing pedagogy of Guido Gezelle at the Klein Seminarie
in Roeselare, drawing on both previous publications and previously unexplored student
exercises. These exercises are linked to Gezelle's debut poetry collection, Vlaemsche
Dichtoefeningen (1858), and other relevant primary sources. This thesis is divided into three
chapters, each addressing different facets of Gezelle's teaching methods to provide a
comprehensive understanding of his educational practices.
Chapter one presents a portrait of Guido Gezelle, emphasizing his youth and education,
which significantly influenced his teaching style. Gezelle's deep appreciation for nature, his
strong advocacy for the Flemish language, and his educational background were pivotal in
shaping his approach to creative writing teaching. His initial experiences as a teacher, coupled
with his relationship with Bp. Malou, who played a crucial role in Gezelle's life from the
beginning of his priesthood, are also discussed. Despite his preference to be a missionary in
England, Gezelle's dedication to teaching proved to be the catalyst for his dual vocation as a
poet and priest. His so-called particularistic stance on the Flemish language, his Catholic faith,
his accessible approach to poetry, and his close bonds with his students were fundamental to
his teaching practice.
Chapter two examines the broader educational context of the turbulent 19th century and
its implications for Gezelle's teaching environment. This chapter, along with the first,
addresses how the educational context at the Klein Seminarie influenced Gezelle's teaching.
The school's curriculum emphasized character and attitude formation inspired by humanistic
ideals. Gezelle's pedagogical approach balanced formal rigor with creative freedom,
emphasizing language and its musicality. His methods aimed to cultivate a deep appreciation
for the technical and aesthetic aspects of poetry among his students.
The third chapter offers a detailed analysis of the primary sources, including Gezelle's
Vlaemsche Dichtoefeningen and the various student exercises. These exercises, which cover a
wide range of topics such as alliteration, imitation, translation, current events, nature
descriptions, literary adaptations, and miracle stories, provide insights into Gezelle's teaching
methods. His pedagogical practices were advanced for their time, incorporating tailored
instruction, differentiated difficulty levels, feedback, and relevance to the students' lives.
In short, this study sheds light on Gezelle's creative writing pedagogy at the Klein
Seminarie, offering a nuanced understanding of his methods. While many questions remain
unanswered, this study provides an introductory framework on which future research can
build.
Meer lezen

SLAAPWEL: Niet-farmacologische verpleegkundige maatregelen voor volwassenen met een verstandelijke beperking

Thomas More Hogeschool
2024
Katrien
Roelandt
Deze bachelorproef richt zich op het verbeteren van slaapgewoonten en het verminderen van slaapproblemen bij volwassenen met een verstandelijke beperking binnen een zorginstelling. De aanpak omvatte het herzien van de visietekst en het verstrekken van educatie aan het team orthopedagogen, met het oog op mogelijke uitbreiding naar het bredere zorgpersoneel en de doelgroep zelf. Door middel van literatuuronderzoek werden relevante inzichten verzameld en vertaald naar concrete aanpassingen in de visietekst. Praktijkgerichte interventies werden geïmplementeerd, waarbij feedback uit het werkveld werd verzameld en geïntegreerd om de effectiviteit van de aanpak te optimaliseren. Hoewel bepaalde doelen werden bereikt, blijven er nog stappen te zetten om de herziene visietekst goed te keuren en te verspreiden. Desondanks biedt deze bachelorproef waardevolle inzichten en aanbevelingen voor toekomstige interventies gericht op het verbeteren van slaap bij volwassenen met een verstandelijke beperking.
Meer lezen

Hartfalen, een tikkende tijdbom? Met meer inzicht en vertrouwen terug naar huis.

Thomas More Hogeschool
2024
Charlotte
Ulenaers
Steeds méér mensen lijden aan chronisch hartfalen (CHF). Voor wie het
treft, is het een tikkende tijdbom. Voor de zorgverleners betekent dit een
toename van hun werklast. Beiden zijn op elkaar aangewezen om de lont
uit het kruitvat te halen en om het tij te keren.
Meer lezen

Welbevinden boosten bij anderstalige nieuwkomers in het lager onderwijs

Odisee
2024
Jolien
Van Hoey
Mijn bachelorproef heeft als doel een antwoord te vinden op volgende hoofdvraag: ‘Hoe kunnen leerkrachten op de Vrije Basisschool Sint-Jozef in Temse het welbevinden van anderstalige leerlingen in het eerste leerjaar verhogen?’ Daarnaast wou ik ook een antwoord vinden op enkele bijvragen, namelijk: ‘Wat houdt de term ‘welbevinden’ in?’,
‘Hoe kan een leerkracht op de Vrije Basisschool Sint-Jozef in Temse een laag niveau van welbevinden bij anderstalige leerlingen herkennen?’ en ‘Welke noden hebben anderstalige leerlingen in het eerste leerjaar en hun leerkracht op de Vrije Basisschool Sint-Jozef in Temse op vlak van welbevinden?’.

Mijn bachelorproef is gericht op een heel actueel thema. Als gevolg van de toenemende globalisering, migratie en humanitaire uitdagingen, krijgen steeds meer lagere scholen met anderstalige nieuwkomers te maken. De aanpassingsperiode waarin anderstalige nieuwkomers te maken krijgen met taalbarrières en culturele verschillen, vormt een cruciale fase. Het welbevinden kan flink onder druk komen te staan. Anderstalige leerlingen hierin bijstaan en zo goed mogelijk begeleiden is geen eenvoudige opdracht.

Door verschillende methoden toe te passen zocht ik een antwoord op mijn deelvragen en hoofdvraag. Om te beginnen heb ik mij verdiept in verschillende soorten bronnen binnen de literatuur. Mijn literatuuronderzoek onthulde de cruciale rol van welbevinden op het leerproces van een leerling. Volgens Heylen & Laevers (2019) is de
meest algemene definitie van welbevinden: Welbevinden is een toestand waarin kinderen zich bevinden wanneer ze zich op en top voelen. Op dat moment
genieten ze volop. Ze stellen zich daarbij open en ontvankelijk op voor wat op hen afkomt. Ze zijn spontaan en durven zichzelf te zijn. Ze stralen energie en tegelijk ontspanning en innerlijke rust uit. Het identificeren van de signalen van welbevinden kan een waardevolle leidraad bieden voor leerkrachten om het welbevinden van anderstalige leerlingen in te schatten, te begrijpen en er correct op te reageren.

Naast de literatuurstudie heb ik ook een beeldende bevraging, een interview en observaties gebruikt als onderzoeksmethoden. De resultaten daarvan heb ik verwerkt in deze bachelorproef. Ik ontwierp een eindproduct, een toolbox, waarmee ik leerkrachten wil ondersteunen bij het bevorderen van welbevinden bij anderstalige
leerlingen.
Meer lezen

Spelenderwijs werken aan een warme relatie met al jouw leerlingen

VIVES Hogeschool
2024
Justine
Vandermeys
Vanuit zowel mijn ervaringen en noden, als die van mijn collega's koos ik ervoor om een spel te ontwikkelen voor teams waarbij de relatie met hun leerlingen soms stroef loopt of gekenmerkt wordt door conflicten. In mijn onderzoek staat de volgende onderzoeksvraag centraal: "Wat als probleemgedrag overheerst? Hoe kunnen we de relatie tussen de begeleiding en leerlingen met moeilijk hanteerbaar gedrag in een type 2 school herstellen en/of behouden?”

Mijn praktijkonderzoek kunnen jullie via onderstaande link raadplegen:
https://sites.google.com/view/justine-vandermeys/home
Meer lezen

De existentiële waarde van psychedelica-geassisteerde therapie in palliatieve zorgverlening

Vrije Universiteit Brussel
2024
Lima
van den Steen
In dit onderzoek exploreer ik de existentiële waarde van psychedelica-geassisteerde therapie (PAT) als een opkomende behandeling voor existentiële angst en depressie in palliatieve zorgverlening. Psychedelica zijn hallucinogenen die kunnen zorgen voor spirituele ervaringen, intense emoties en nieuwe inzichten. Deze nieuwe therapievorm situeert zich in een trend waarin de aandacht voor de existentiële pijler van palliatieve zorgverlening groeit. PAT is nog volop in onderzoek, en er is nood aan interdisciplinaire input om deze therapievorm beter te begrijpen en te omkaderen. In dit werk ga ik in op deze nood door vanuit een filosofisch en psychologisch kader te onderzoeken wat de existentiële waarde is van PAT binnen palliatieve zorgverlening. Hiervoor ga ik dieper in op de huidige stand van zaken van zowel onderzoek naar PAT als palliatieve zorgverlening, om vervolgens te exploreren hoe deze therapie existentiële thema’s zoals de dood, vrijheid, isolatie, betekenisgeving en spiritualiteit aanraakt.
Meer lezen

Who wants to live forever. The reconfiguring of the experiences of time caused by HIV/AIDS as visualized in fiction films

Andere
2024
Anne-Sophie
De Mey
The majority of queer scholars studying the AIDS crisis tend to take being sick as always already a socially mediated condition; such politically sensitive analyses primarily aim to disclose the normative structures informing HIV/AIDS. In this thesis, I suggest that the lived experience of HIV/AIDS is also about biological processes which cannot always be understood through a social/political analysis. I thus use both queer studies and medical humanities theories on the lived experience of chronic diseases as theoretical framework. Applying this framework on feature films about HIV/AIDS enables me to analyze the rich temporal dimensions that can be found in this corpus, which conveys temporality in medium-specific ways. I suggest that feature films enable the viewer to interpret the whole film, understood as the combination of camera movement, montage and narrative, as the transformed, accessible perception of the characters. In chapter 2, I distinguish two main causes for conflicting temporalities in AIDS films regarding infection with HIV. First, the impossibility to determine (retrospectively) the moment of infection with HIV, which often results in conflicting ways of dealing with temporality. Secondly, films relate differently to the lost culture of sexual possibility of pre-AIDS crisis time, showing how an individual or collective sexual past can either be rejected or reactivated in the present. When it comes to the time in which the illness itself is experienced and reflected upon (chapter 3), temporalities become even more complex. I elaborate on how the experience of physical pain because of AIDS-related illnesses is visualized in AIDS films; the ‘suspended animation’ (§3.3.2) of ‘stagnated suffering’ (§3.4.1), in particular, caught my attention. Especially present-day filmmakers working outside of Hollywood manage to create phenomenologically poignant scenes where the complex temporalities of suffering are visualized. All of those aspects of living with HIV/AIDS oppose, in their particular way, what Elizabeth Freeman has called ‘chrononormative’ structures that favour heteronormative and capitalist temporalities. AIDS films tend to visualize time in such a way that chrononormative structures become visible as not just ‘ordinary bodily tempos and routines’, but as normative power structures that do not favour those who are ill, queer, or both. AIDS films show that alternative, non-normative temporalities do exist; those queer temporalities all share, however, a fragmentarily and, above all, temporarily character.
Meer lezen

Vervreemde wereld. Een onderzoek naar de actuele vervreemdingsvormen binnen productie- én consumptie-as van de samenleving

Vrije Universiteit Brussel
2024
Marie
Claerhout
In dit artikel wordt onderzocht in hoeverre het negentiende-eeuwse marxistische concept van 'vervreemding' nog steeds relevant is in de hedendaagse samenleving, zowel binnen de productie- als de consumptiesfeer van het economische systeem. Een diepgaande reflectie op de moderne samenleving onthult een verontrustende realiteit: vervreemding is niet alleen een historisch artefact, maar eerder een veelvoorkomend
fenomeen dat doorsijpelt in zowel productie- als consumptieprocessen. Op basis van een bijgewerkte interpretatie van Marx' theorie van vervreemding worden de losgekoppelde relaties tussen individuen, hun productie- en consumptieproducten, medemensen en het sociaaleconomische systeem blootgelegd. Moderne ontwikkelingen, waaronder consumentisme en flexibilisering, versterken dit fenomeen. De bevindingen wijzen op de complexiteit en interconnectie tussen moderne economische structuren en culturele systemen en suggereren dat een herwaardering van duurzame alternatieven en gemeenschapsgerichte waarden cruciaal is om
een vervreemde wereld te kunnen transformeren in een verbonden wereld.
Meer lezen

Uitwerken van een sensibiliseringscampagne voor studenten en personeelsleden van de Associatie Universiteit-Hogescholen Limburg richting een duurzame modal shift

Universiteit Hasselt
2024
Seppe
Van Springel
  • Myrthe
    Bouckaert
De masterthesis richt zich op het realiseren van een duurzame gedragsverandering bij studenten en personeelsleden van de Associatie Universiteit-Hogescholen Limburg (AUHL), bestaande uit de onderwijsinstellingen PXL, UCLL en UHasselt. Het doel is om autoverplaatsingen te verminderen, duurzame vervoersmodi te stimuleren en parkeer- en verkeersproblemen rond de campussen te voorkomen. De centrale onderzoeksvraag is hoe strategische communicatie campusbeleidsmaatregelen kan inzetten om duurzame verplaatsingsgedragingen te bevorderen. De masterthesis combineert een literatuurstudie over het COM-B model met gedragsveranderingsstrategieën, traditionele en moderne communicatiemethoden, en technologische toepassingen. Het onderzoek omvat een analyse van COM-B componenten, uienschillen en kleurtabellen, campagnetijdlijnen en strategische communicatie. Dit biedt inzicht in het creëren van effectieve boodschappen en het beter afstemmen van communicatiestrategieën op studenten en personeel, wat de kans op succesvolle gedragsverandering vergroot.
Meer lezen

Succesvolle communicatie voor leerkrachten, scholen en ouders van hoogbegaafde leerlingen

Hogeschool PXL
2024
Geert
Conard
"Hoogbegaafde leerlingen behalen altijd goede resultaten."

“Een hoogbegaafde leerling is slim genoeg,
die komt er wel op eigen houtje.”

Hoewel deze misvattingen vaak gehoord worden, is het verrassend hoe vaak hoogbegaafde leerlingen onderpresteren, en soms zelfs vroegtijdig de school verlaten zonder diploma. Communicatie tussen ouders en leerkrachten loopt vaak muurvast, met ernstige gevolgen voor het welzijn en de toekomst van de leerling en zijn gezin.

In dit onderzoek werden antwoorden gezocht op de onderzoeksvraag “Hoe beïnvloeden misvattingen over hoogbegaafdheid de communicatie tussen scholen, leerkrachten en leerlingen?". Geert Conard ontwikkelde een communicatietool die duidelijkheid schept over de meest voorkomende misvattingen voor leerlingen, leerkrachten en scholen. Door hiermee rekening te houden kan de communicatie aanzienlijk verbeterd worden.

Het communicatiemodel is echter niet het enige product wat werd afgeleverd, de resultaten werden verder aangevuld met heel wat persoonlijke ervaringen met als resultaat “Hoogbegaafdheid in dialoog”, een boek met waardevolle inzichten en handvatten voor leerkrachten en scholen om beter te communiceren met hoogbegaafde leerlingen en hun ouders.
Meer lezen

Het welzijn van niet begeleide minderjarigen bevorderen bij de overgang van de OKAN-klas naar het reguliere onderwijs

UC Leuven-Limburg
2024
Jehad
Omar
Genomineerde longlist Bachelorprijs
Genomineerde shortlist Klasseprijs
Voor niet begeleide minderjarige vluchtelingen is de overgang van hun vertrouwde omgeving in de OKAN-klas naar het reguliere onderwijs een grote stap. Het is essentieel om aandacht te besteden aan het optimaliseren van hun welzijn tijdens en na de overgang van de OKAN-klas naar het reguliere onderwijs. Het doel van dit onderzoek is handvatten bieden aan begeleiders en leerkrachten om het welzijn van de niet-begeleide minderjarigen te optimaliseren bij de overgang van de OKAN-klas naar het reguliere onderwijs.
Meer lezen

Rituele passage

KU Leuven
2024
Lanaya
De Naeyer
Deze masterproef is tot stand gekomen binnen de opleiding Interieurarchitectuur aan de KU Leuven, met als thema ‘The Bright Side of the Moon’. Deze publicatie biedt een inkijk in het ontwerpend onderzoek voor de masterproef ‘rituele passage’. Het onderwerp werpt een kritische en deconstructivistische blik op de transitie die plaatsvindt bij nabestaanden. Het onderzoek is voortgekomen uit persoonlijke ervaringen met plotseling verlies en het herbestemmen van ‘toegangbare plekken’ in zowel kerkgebouwen als publieke ruimtes. Als toekomstig interieurarchitect streef ik ernaar om telkens het persoonlijke, zowel van mezelf als van mijn omgeving, te integreren in het ontwerp, waardoor het begrip ‘interieur’ zich ontwikkelt tot een breder concept zonder grenzen.
Ik wil graag mijn dank uitspreken aan mijn begeleidende docenten, Tom Callebaut, Ignaas Back, Hilde Bouchez en Klaas Vanslembrouck, voor hun waardevolle begeleiding, kritische inzichten en motivatie tijdens het proces. Daarnaast wil ik mijn familie en vriend bedanken, en in het bijzonder mijn overleden vader, die mij altijd heeft gesteund en geholpen gedurende deze jaren. Deze masterproef is voor ons, papa.
Meer lezen

De kracht van context, de kunst van meten Valideringsstudie van een vignetteninstrument voor datageletterdheid van Vlaamse leraren basis- en secundair onderwijs

Universiteit Antwerpen
2024
Andy
Boydens
Onderzoek toont aan dat data-geïnformeerde beslissingen cruciaal zijn voor leerkrachten om effectief lesgeven. Daardoor is diepgaand empirisch bewijs over datageletterdheid, de kennis en vaardigheden om deze beslissingen te nemen in combinatie met specifieke kennisdomeinen eigen aan de werkcontext van
leerkrachten, noodzakelijk. De contextuele diversiteit van het onderwijslandschap daagt onderzoekers echter uit om datageletterdheid adequaat te meten. Leraren onderwijzen namelijk verschillende vakken en leergebieden, met een specifieke vakinhoud, curriculum en didactiek. Bovendien variëren leerkrachten in onderwijsniveaus, klassamenstellingen, lokale contexten en onderwijswaarden. Meetinstrumenten kunnen dus niet omheen deze contextpremisse.
Dit onderzoek gaat deze uitdaging aan door ontwerpprincipes van factoriele survey-experimenten (FSE) te integreren in een contextrijk vignetteninstrument voor het meten van de datageletterdheid van Vlaamse leerkrachten basis- en secundair onderwijs. Meer specifiek beoordeelde deze studie de inhouds- en
constructvaliditeit van dit instrument via een kwalitatieve aanpak. Op basis van twaalf think-aloud interviews van Vlaamse leerkrachten, die variëren in onderwijsniveau (basis- en secundair onderwijs) en hun gehanteerde evaluatiepraktijk (cijferrapporten versus letter-, woord- en symboolrapporten), rapporteert dit onderzoek twee
belangrijke bevindingen. Ten eerste bleek het vignetteninstrument, door de factoren onderwijsniveau en evaluatiepraktijk te integreren, in staat om inhoudelijk valide metingen te verrichten voor datageletterdheid (inhoudsvaliditeit). Respondenten gebruikten bij het beantwoorden van de vignetten hun specifieke vakkennis,
curriculumkennis en algemene pedagogische kennis. Daarnaast bleek het instrument ook in staat om leerkrachten hun pedagogisch-inhoudelijke kennis, hun kennis over hun leerlingen, onderwijscontext en onderwijswaarden aan te doen boren. Ten tweede bleek het instrument effectief te zijn om de contextuele diversiteit te overbruggen, waardoor ze in staat is om dezelfde kennis en vaardigheden, consistent en gelijkwaardig, te meten bij alle respondenten (constructvaliditeit).
Dit onderzoek effent daardoor het pad voor onderwijsonderzoekers en beleidsmakers om via een FSE-design datageletterdheid adequaat te meten én biedt eveneens een nieuw methodologisch perspectief binnen het
complexe datageletterde discours.
Meer lezen

surftherapie toepasbaar bij jongeren in kansengroepen

VIVES Hogeschool
2024
Nienke
Delaere
  • Lindert
    Wilbers
  • Justien
    Cool
  • Axelle
    Vandermeersch
  • Elise
    Deven
  • Laura
    Van Cauwenberge
  • Sarah
    Vandorpe
  • Marjana
    Debyser
De bachelorproef ‘Surftherapie voor kansengroepen’ wordt uitgevoerd binnen de vzw Monstergolf. Monstergolf is een vzw die streeft naar een verbetering van de mentale gezondheid van haar deelnemers. Er wordt gewerkt via een ‘outdoor’ programma. Monstergolf werkt in de natuur en ervaringsgericht. De hoofdactiviteit van Monstergolf is surfen. Via surftherapie wordt er gestreefd naar een verbetering van gezondheid en verbetering van de levenskwaliteit.

Het project gaat gepaard met enkele uitdagingen, namelijk het financieel aspect, het team, de tijdsnood, de winter en het bereiken/activeren en motiveren van de jongeren. Als groep besloten een draaiboek op basis van dit onderzoek te stellen voor een vijfdaags surfkamp voor jongeren uit kansengroepen.

In het eerste deel van het onderzoeksrapport kunt u onze literatuurstudie raadplegen. In dit onderdeel behandelen we uitgebreid thema’s die relevant zijn om het vijfdaags kamp te gronden. We starten met het definiëren van surftherapie, om vervolgens de ontwikkeling van jongeren te bespreken. Daarnaast bespreken we de mentale gezondheid en de link met sport.

In het tweede deel van het onderzoeksrapport delen wij ons onderzoeksontwerp- en verloop. In dit onderzoek maken we gebruik van een kwalitatieve onderzoeksmethode, waarbij we diepgaand onderzoek verrichten. Met het onderzoek willen we zicht krijgen op de ervaringen, ideeën, denkwijzen, motieven, belevingen, gevoelens en de gedragingen van personen met bepaalde expertise binnen ons onderwerp. Aan de hand daarvan kunnen we een antwoord bieden op de onderzoeksvraag: ‘Hoe kan je surftherapie voor jongeren uit kansengroepen vormgeven en promoten?’.

Aan het einde van ons onderzoeksrapport delen we onze resultaten mee die we verkregen uit ons kwalitatief onderzoek. Bij de jongerenorganisaties, partnerorganisaties en de focusgroepen kwam er aan bod dat de meesten nog geen weet hadden van surftherapie en/of Monstergolf vzw. De meeste respondenten van onze focusgroepen hebben nog geen ervaring met surfen. Het promoten van een kamp vereist een veelzijdige aanpak. Een samenwerking met gemeenschappen en jeugdorganisaties biedt een meerwaarde. Het financieel aspect is van belang, want zonder is het onmogelijk om alles te verwezenlijken. Daarom is het een meerwaarde om samen te werken met instellingen, partners... en gebruik te maken van maatschappelijke hulpbronnen. Er moet rekening gehouden worden met de interesses van de jongeren om hen persoonlijk te benaderen, dit kwam voor bij al onze bevraagden. De betrokkenheid van een begeleider is essentieel bij de jongeren en de opvoedingsfiguren, want het betrekken van hen blijft een uitdaging. Begripvolle communicatie is essentieel wanneer er weerstand is bij jongeren en/of opvoedingsfiguren, en is het belangrijk om de weerstand te erkennen. De groepscontext is afhankelijk van de doelgroep en de dynamiek die er zich in bevindt. Veiligheid binnen de groep wordt aangegeven belangrijk te zijn voor alle bevraagden. Sociale media is een effectieve tool om met de jongeren te communiceren. De partnerorganisaties vertellen dat mond- tot-mondreclame effectiever is. Het samenwerken met instellingen die te maken hebben met jongeren die een vertrouwensband hebben, leidt zich ertoe actief te mengen in groepen en laagdrempelige ondersteuning te bieden. Dit kan een belangrijke rol spelen in het begeleiden van jongeren. De jongeren tonen waardering en dankbaarheid wanneer men succeservaringen behaalt. Het is belangrijk om geduldig te zijn met de doelgroep en hen de ruimte te bieden die ze nodig hebben, omdat dit essentieel is voor de individuele behoeften.

Tot slot werd ons meegegeven dat het woord therapie kan afschrikken en hier een voorzichtige aanpak in moet worden voorzien. Als laatste boodschap wordt ons meegegeven dat we niet mogen opgeven in wat we doen.
Meer lezen

Hoe kan ik de mate van betrokkenheid van leerlingen in de tweede graad doorstroom vergroten door het toepassen van gamificatie in geschiedenislessen?

Karel De Grote Hogeschool
2024
Mirte
Meessens
Voor mijn actieonderzoek heb ik onderzocht hoe gamificatie de betrokkenheid van leerlingen kan verhogen tijdens geschiedenislessen. Ik heb een spel ontwikkeld gebaseerd op mijn onderzoek, om zo mijn onderzoeksvraag te beantwoorden. Actieonderzoek is een onderzoeksmethode waarbij de onderzoeker actief betrokken is bij het ontwikkelen en implementeren van oplossingen voor praktijkproblemen, in dit geval gericht op het verbeteren van leerlingbetrokkenheid door middel van gamificatie.
Meer lezen

Participatie binnen De Zande

VIVES Hogeschool
2024
Marie
Degryse
  • Davina
    Dejonghe
  • Janick
    Van Loock
  • Margaux
    Maebe
  • Febe
    Vanderbeken
  • Chloë
    Van Steenbrugge
  • Chiandro
    Verschaeve
  • Julia
    Gheysens
De initiële vraag die deze bachelorproef in gang zette, kwam vanuit de gemeenschapsinstelling De Zande in Ruiselede. Het hoofddoel van dit onderzoek is om antwoorden te verschaffen op de vragen die binnen De Zande leven. Concreet brengen we in kaart hoe de participatie van jongeren in de gemeenschapsinstelling 'De Zande Ruiselede' verloopt, en hoe zij deze participatie ervaren. Daarnaast onderzoeken we ook de mate van participatie en de ervaring ervan bij de ouder(s) of voogd(en) van de jongeren. Participatie betekent het mee mogen beslissen en denken, en dit kan invloed hebben op het leven van de jongeren.

Onze hoofdonderzoeksvraag is “In welke mate ervaren jongeren en hun ouder(s)/voogd(en) participatiemogelijkheden binnen de gemeenschapsinstelling Ruiselede?”. Vanuit deze centrale onderzoeksvraag hebben we een aantal deelvragen opgesteld. Om deze vragen te beantwoorden, hebben we diverse onderzoeksmethoden gebruikt. We organiseerden cirkelgesprekken in vier leefgroepen om de jongeren te bevragen en voerden daarnaast individuele gesprekken met enkele jongeren.
Voor de ouder(s)/voogd(en) hebben we een enquête opgesteld. Om de respons op onze enquêtes te optimaliseren, organiseerden we aansluitend bij een ouderavond. Tijdens deze avond waren de ouders welkom om vragen te stellen omtrent onze enquêtes.

Met de resultaten van bovenstaande onderzoeksmethoden hebben we een SWOT-analyse opgesteld, waarin we de sterktes, zwaktes, kansen en bedreigingen van de organisatie met betrekking tot participatie bespraken. Op basis van deze analyse kwamen we tot een aantal aanbevelingen voor De Zande, campus Ruiselede.

Uit het kwantitatief onderzoek waarin we ouder(s)/voogd(en) bevragen, kunnen we concluderen dat het grootste aandachtspunt de gesprekken met de individuele begeleiders zijn. Huisbezoeken, de ronde tafel, het trajectoverleg en de gesprekken met de contextwerker worden als waardevol ervaren en mogen behouden blijven. Daarnaast wensen sommige respondenten voor meer georganiseerde evenementen zoals familiedagen om de participatie te vergroten. Helaas ervaren enkele ouder(s)/voogd(en) dat de bereikbaarheid naar de gemeenschapsinstelling als moeilijk.

Vanuit ons kwalitatief onderzoek blijkt dat de jongeren hun stem kunnen laten horen tijdens hun traject. Echter, hun vragen of ideeën worden niet altijd opgevolgd. Ze ervaren vaak lange wachttijden op een antwoord, aangezien niet alle voorstellen haalbaar zijn. Een negatief antwoord op de vragen of voorstellen van de jongeren kan afhankelijk zijn van de begeleider die op dat moment dienst heeft. Ook moet de sanctie ‘kamermoment’ volgens de jongeren worden herzien.

Enkele aanbevelingen om de participatie van de ouders te bevorderen is onder andere om meer familiedagen te organiseren zodat er op een informele manier meebeslist kan worden binnen het traject van de jongere. Daarnaast hadden we het idee om een welkomstboekje te introduceren in de opstartprocedure van hun traject. Op die manier kunnen ouder(s)/voogd(en) meer kennis krijgen over wat participatie precies is en hoe deze tot uiting komt. Een andere belangrijk gegeven is de bereikbaarheid van de gemeenschapsinstelling. Er zou eventueel overlegd kunnen worden met het politieke bestuur om het openbaar vervoer toegankelijker te maken in die streek.

Er zijn ook een aantal aanbevelingen omtrent de participatie voor de jongeren. Een eerste actie is om meer gesprekken te organiseren tussen de jongere en de individuele begeleider. De jongeren geven ook aan dat ze meer behoefte hebben aan eerlijkheid en transparantie. Vervolgens willen we meer aandacht schenken aan de rol van de commissaris Eveline, die het aanspreekpunt is voor de jongeren.
Meer lezen

Internationalisering: Een paspoort voor succes

Arteveldehogeschool Gent
2024
Jonas
De Pril
  • Kato
    D'haens
  • Nathan
    De Pape
Deze bachelorproef onderzoekt de behoeften van studenten bij internationaliseringstrajecten, gemotiveerd door eigen en gedeelde ervaringen. Via enquêtes en interviews werden onduidelijkheden en obstakels in kaart gebracht. We ontwikkelden een fictief paspoort als hulpmiddel, met checklists en stappenplannen om studenten te begeleiden voor vertrek, tijdens het verblijf en na terugkomst. Ook werd promotiemateriaal gemaakt om internationalisering te stimuleren. Uit de resultaten bleek een grote behoefte aan duidelijke informatie, communicatie en begeleiding, vooral bij praktische regelingen, inschrijvingsprocedures, en verwachtingen van gastinstellingen. Het paspoort is bedoeld om studenten te ondersteunen en aan te moedigen op internationalisering te gaan.
Meer lezen

Atletiek innoveren in het lager onderwijs

Odisee
2024
Alexander
Fassaert
Meer atletiek innoveren in het lager onderwijs: in ons onderzoek nemen we vortexwerpen en kogelstoten onder de loep. Deze disciplines kent u waarschijnlijk niet, des te meer reden om de scriptie te lezen. Deze atletiekdisciplines worden aangeleerd binnen Atletiek Vlaanderen aan kinderen tussen 6 en 9 jaar. In ons onderzoek kijken we of het mogelijk is om deze disciplines aan te bieden in het lager onderwijs aan dezelfde leeftijden en onderzoeken we het effect van vortexwerpen en kogelstoten op de motivatie van leerlingen en leerkrachten in het lager onderwijs.
Meer lezen

Lichamelijkheid en seksualiteit bij vrouwen in de postnatale fase: Een kwalitatief belevingsonderzoek

Universiteit Gent
2023
Jade
Blyckaerts
Seksualiteit en intimiteit horen bij het leven. De (vrouwelijke) beleving van seksualiteit en intimiteit ondervinden impact van een zwangerschap, moederschap, een veranderd lichaam, en de (vaak geïnternaliseerde) blik van de samenleving en iemands dichte omgeving. Na een bevalling gaat de aandacht vooral naar het pasgeboren kind en het moederschap. Aandacht voor lichaamsbeleving en intimiteitsbeleving lijkt naar de achtergrond te verdwijnen. Dit onderzoek verzamelt en analyseert de verhalen en discussies omtrent lichaamsbeleving en intimiteitsbeleving van vrouwen in de postnatale fase.
Meer lezen

Broodnodige zorg? Hoe straatverpleegkunde kan inspelen op de ervaren (zorg)noden van personen met een dakloosheidsproblematiek

Universiteit Gent
2023
Charlotte
Ruyssen
Ondanks de vele initiatieven in België om mensen met een dak- of
thuisloosheidsproblematiek op te vangen en te integreren, blijft de prevalentie
stijgen. Deze populatie kan weinig beroep
doen op de gezondheidszorg, ondanks de populatie haar gezondheidstoestand
als algemeen slecht ervaart.
Straatverpleegkundigen bevinden zich in een gunstige positie om contact te
leggen met de doelgroep, zorgnoden te identificeren en toegang tot de zorg te
simplificeren.
Meer lezen

ViaVia: a way to sustainability? Tourism social entrepreneurship as a catalyst for sustainable development - the case of ViaVia Travelers Cafés

KU Leuven
2023
Jazmin
Cevallos Vintimilla
Sociale ondernemingen hechten naast het economische aspect ook veel aan het sociale, en kunnen zo een hefboom zijn voor duurzame ontwikkeling. In deze scriptie wordt gekeken of een sociale onderneming uit de toeristische sector, de ViaVia Travelers Cafés, effectief duurzaam zijn. Case study ViaVia León (Nicaragua) en vergelijkend onderzoek 10 andere ViaVia's in het Globale Zuiden.
Meer lezen

Seksualiteitsbeleving bij Personen met een Psychotische Stoornis

KU Leuven
2023
Chayenne
Krupa
In deze scriptie werd onderzoek gedaan naar de seksualiteitsbeleving bij personen met een psychotische stoornis.
Meer lezen

Hoe kan men jongeren betrekken bij het ontwikkelen van een jeugdcentrum in Leopoldsburg?

UC Leuven-Limburg
2023
Zoë
Brock
In deze bachelorproef is onderzocht hoe men jongeren kan betrekken bij het ontwikkelen van een jeugdcentrum.
Meer lezen

Hé, mijn kleuter is seksueel?! Een exploratieve studie naar de onzekerheden bij moeders van jonge kinderen

KU Leuven
2023
Hasse
Forceville
Jonge kinderen kennen nog weinig schaamte en stellen regelmatig openlijk seksueel gedrag. Ze wrijven met hun handen over hun geslachtsdelen omdat ze merken dat dat fijn is en gaan bij elkaar op onderzoek. Sommige kinderen ontdekken hoe ze kunnen masturberen. Die lichamelijkheid is deel van de seksuele ontwikkeling, maar voor ouders vaak even schrikken. Het gedrag zorgt voor ongemakkelijkheid en roept veel vragen op. Hasse Forceville deed onderzoek naar de ervaringen van acht moeders van kleuters tussen drie en zes jaar.
Meer lezen

Borsten in perspectief: een verkenning van borstbeleving en zichtbaarheidsmanagement bij cisgender vrouwen

KU Leuven
2023
Cindy
Druyts
Wat betekent het om borsten te hebben?
Deze scriptie buigt zich over deze vraag door de borstbeleving, en het gehanteerde zichtbaarheidsmanagement van de borsten, te verkennen bij cisgender vrouwen. Dit resulteert in een aantal opvallende inzichten.
Meer lezen

Onderzoek naar de effecten van stabilisatie of reanimatie met intacte navelstreng op de neonaat.

Erasmushogeschool Brussel
2023
Sarah
Vanden Bremt
Winnaar Bachelorprijs
Wanneer een baby extra hulp nodig heeft bij de geboorte wordt de navelstreng meestal meteen doorgeknipt. Deze bachelorproef onderzoekt de effecten van een stabilisatie of reanimatie met een intacte navelstreng.
Meer lezen