Het Koloniaal Monument als 'Ongehoorzame' Readymade - Demonumentalisering en Remythologisering van Intentioneel Memorerende Beeldhouwkunst
Een nieuw iconoclasme doet zijn intrede. Als zelfverklaarde mijlpalen in de geschiedenis en de
publieke ruimte worden symbolen van een geromantiseerde en eurocentrische visie op het
koloniaal verleden steeds meer onderhevig aan aantasting, bevraging en verwijdering. Als het
ware houden deze controversiële objecten een spiegel voor de ogen van de dagelijkse slenteraar.
In dit onderzoek is er gepoogd antwoord te krijgen op de hedendaagse relevantie van koloniale
monumenten in de openbare ruimte. Als centraal voorbeeld voor deze intentionele
memorerende monumenten worden de beeltenissen van Leopold II onder de loep genomen.
Hoewel deze objecten het tegenovergestelde van dekolonisatie symboliseren vormt deze
verhandeling geen betoog voor de aantasting of verwijdering van dergelijke monumenten.
Integendeel, het beheer en behoud van dergelijke monumenten in functie van
demonumentalisering en remythologisering geniet de voorkeur. Door herdefiniëring wordt
getracht een gemeenschappelijk koloniaal erfgoed en verleden na te streven.
De controversiële objecten omvatten, als voorbeelden van traditionele canonieke kunst, actuele
problematiek en hedendaagse relevantie. Als communicatiemiddel en metonymie van protest
stelt het koloniaal monument zichzelf aan de kaak. Dusdanig capteert het, als geval van
hedendaagse kunst, twee tegengestelde waarheden. Het object zelf als monument en pure vorm
van kolonialisme en het subject als strijd om de zuivere waarheid tussen de onderdrukker en de
onderdrukte. In dit onderzoek wordt getracht na te gaan of deze tegenstrijdige uitingen elkaar
in het object kunnen opheffen. Hierbij wordt een onderscheid gemaakt tussen twee
verschijningen die de standbeelden van Leopold II aannemen. Met name dat van een
intentioneel memorerend monument en dat van een koloniaal monument als readymade. Deze
nemen respectievelijk een amplische en een ciselante of beitelende fase aan.
De toestand van de mens verpersoonlijkt zich in het koloniaal monument als ongehoorzame
readymade. Het ziet zichzelf vervat in de terugkerende object-subject dialectiek die het beleeft.
De conclusie is dat de classificatie en criteria van een readymade ondersteuning biedt voor de
uitlijning van de maatschappelijke en politieke dilemma’s die de objecten meedragen. De inzet
is nog steeds de macht over tijd en ruimte. Het biedt een alternatieve werkwijze voor de
spektakeldemocratie waarin politiekers voor figuranten spelen en politieke correctheid als
illusie voor gelijkheid wordt gehanteerd. Als tweede verschijning nemen kunstenaars in dit
schouwtoneel de rol van burger-betoger op. Doormiddel van additivisme wordt er gemedieerd
tussen de verschillende actoren. Dit moet voldoen aan het erfgoedbeleid maar mag niet meer
als crimineel worden aanzien.
Meer lezen