Scriptiebank overzicht

De Vlaamse Scriptiebank is een vrij toegankelijke online databank. Deze bevat alle artikels en full text scripties van deelnemende bachelors en masters aan de

Kracht of macht? Een verkennend onderzoek naar de effecten van het GPMI op leefloongerechtigden

Karel de Grote Hogeschool
2023
Rianne
Hermans
Genomineerde shortlist Bachelorprijs
Ik heb mij verdiept in de leefwereld van (ex)leefloongerechtigden. Daarvoor heb ik tijdens het onderzoek gefocust op de gevoelsbeleving die het GPMI (geïndividualiseerd project maatschappelijke integratie) bij hen oproept op diverse vlakken. Het GPMI is een contract tussen het OCMW en de leefloongerechtigde met doelstellingen om de leefloongerechtigde te stimuleren naar de arbeidsmarkt.
Meer lezen

Ouderschap en ontwikkeling van kinderen in niet-traditionele gezinnen.

Universiteit Gent
2021
Sanne
Goossen
In deze systematic review willen we een overzicht geven van alle bestaande literatuur rond opgroeien in een niet-traditioneel gezin en hoe afwijken van traditionele gezinsvormen de (ervaren) opvoedingscompetentie, ouder-kindrelatie en het welzijn en de ontwikkeling van kinderen (fysiek, emotioneel en gedragsmatig) kan beïnvloeden.
Meer lezen

Mohammed zkt. stereotiepvrije kiezer. Een quasi-experimenteel onderzoek naar stereotypen die kiezers gebruiken bij de beoordeling van etnische kandidaten in de Vlaamse politiek

Universiteit Gent
2017
Sigrid
Van Trappen
Etnische minderheden zijn politiek ondervertegenwoordigd in België. Kiezers spelen hierbij een cruciale rol. Deze masterproef gaat na hoe jonge kiezers kandidaten met een migratieachtergrond beoordelen en of ze hierbij gebruik maken van stereotypen. Uit de resultaten blijkt dat kiezers kandidaten met een migratieachtergrond niet minder competent, maar wel linkser inschatten.
Meer lezen

Raamwerk voor de evaluatie van locaties voor een duurzaam strafuitvoeringsproject

Universiteit Gent
2016
Sarah
Holbrouck
Vzw De Huizen streeft naar een kleinschalige, maatschappelijk geïntegreerde en gedifferentieerde strafuitvoering met een focus op re-integratie. Gevangenissen worden daarbij vervangen door kleinschalige detentiehuizen. In deze masterproef wordt een raamwerk opgesteld om de vele locaties die hiervoor nodig zijn te evalueren.
Meer lezen

Eigen Kracht-conferenties in de Geestelijke Gezondheidszorg: voldoende kracht van het netwerk?

Odisee Hogeschool
2016
Kristine
Donche
.Krachtgerichte en netwerkversterkende methodieken zoals Eigen Kracht-conferenties worden vaak toegepast in de jeugdhulpverlening maar vinden tot op vandaag weinig ingang in de Geestelijke Gezondheidszorg. Stigmatisering en vooroordelen maken dat sommige hulpverleners te weinig geloven in de kracht en competenties van hun cliënt en zijn netwerk. Wil men streven naar een meer herstelgerichte zorg waar de cliënt zijn leven en zorg in eigen hand heeft dan kan EK-c een positieve aanvulling zijn op het bestaande aanbod.
Meer lezen

Artikel 60 binnen OCMW Aalst, een goedlopende trein of een bij te sleutelen parcours?!

Odisee Hogeschool
2016
Karolien
Devos
In dit onderzoek werd artikel 60 op mesoniveau, binnen het OCMW van Aalst, onderzocht. Dit met als doel een zo duidelijk mogelijk beeld te krijgen over hoe deze tewerkstelling loopt en waar er eventueel marge is voor verbetering.

Mijn onderzoeksopzet bestond enerzijds uit een interview met de beleidsmensen, met de ambtenaren die verantwoordelijk zijn voor deze sociale tewerkstelling. Anderzijds uit een focusgesprek met ervaringsdeskundigen, met mensen die of een sociale tewerkstelling positief hebben beëindigd of nog steeds aan het werk zijn als artikel 60.

Aan de hand van mijn ervaring en mijn onderzoeksopzet heb ik mijn veranderingsdoelen opgemaakt. Gezien de ervaringsdeskundigen artikel 60 als een positieve ervaring beschouwden denk ik dat men eerst en vooral moet proberen meer tewerkstelling plaatsen te creëren. Meer plaatsen geeft ook meer kansen dus meer kwetsbare mensen die men zo kan helpen naar werkervaring of zelfs naar een doorstroom naar de reguliere arbeidsmarkt. Hiervoor zal de begeleiding anders moeten worden aangepakt en zal ook de bijhorende subsidiëring moeten herbekeken worden. Zowel op mesoniveau binnen het OCMW te Aalst als op macroniveau en dus op Vlaams, gezien dit recent is overgeheveld van Federaal naar Vlaams.

Een tweede veranderingsdoel, wat ik zou willen gerealiseerd zien, is het verbeteren van de sfeer op de werkvloer ten opzichte van de mensen in artikel 60. Het welbevinden op het werk draagt volgens mij ook bij naar enerzijds je goed voelen in je vel maar anderzijds ook het goed presteren op het werk zelf. Voor mensen in sociale tewerkstelling denk ik dat de motivatie om op zoek te gaan naar een job na artikel 60 groter zal zijn als men een positieve ervaring heeft mogen ervaren.

Ook na begeleiding moet volgens mij beter. In het focusgesprek gaf elke deelnemer aan dat men in het spreekwoordelijke zwarte gat valt na artikel 60. Ook hier zouden we door in te zetten op betere, intensievere begeleiding, de doorstroom naar de reguliere markt kunnen bevorderen.

Ik ben dit eerst en vooral juridisch gaan bekijken, wetgeving versus toepassingen die men hanteert in het OCMW te Aalst. Daaruit bleek onder andere dat een flexibel werktraject, bijvoorbeeld deeltijds werken, wettelijk wel kan. Iets wat mogelijk zou moeten zijn voor iedereen in deze hectische maatschappij, zeker voor kwetsbare mensen die geen (groot) sociaal opvangnet hebben. Ook het loon voor de artikels 60 bepaalt men zelf als OCMW. Naar privé werkgevers toe factureert men 740 euro, openbare instanties die mensen tewerk stelt in artikel 60 betalen niets. Ook het feit dat men enkel leefloon gerechtigden in artikel 60 toelaat, is specifiek voor Aalst en zou dus ook anders kunnen. Er is dus een duidelijk verschil tussen wat er wetmatig mag en wat er in Aalst wordt toegepast. De reden hiervoor ligt meestal bij de subsidiëring die men hiervoor krijgt.

In een tweede invalshoek heb ik de psychosociale bril opgezet. Daar bleek, door de analyse van verschillende theorieën met betrekking tot het welbevinden en het hebben van een job, dat er wel effectief gevolgen kunnen zijn door het al dan niet hebben van een job. Zeker naar kwetsbare mensen toe moeten we hiermee rekening houden, zij hebben misschien bepaalde werkattitudes niet meegekregen van thuis. Doordat ze niet aan het werk zijn, worden ze uitgesloten uit de maatschappij. Men verliest zijn status en heeft niet het gevoel ergens bij te horen, ergens deel vanuit te maken. Aan het werk zijn zal hen dus empoweren, zal hun psychosociaal welzijn erop verbeteren.

Een laatste invalshoek is de hulpverlening. Doordat onze maatschappij volop in transitie is, dient de hulpverlening herbekeken te worden. Sleutelwoord bij hulpverlening is empoweren. Niet enkel doen wat wetmatig moet maar mensen helpen hun doelen te laten stellen en deze te verwezenlijken. De houding van de hulpverlener moet op voet van gelijkwaardigheid zijn en met een onvoorwaardelijke positieve houding ten opzichte van de cliënt met als doel zijn eigenwaarde te versterken.

Ik breng aan de hand van mijn onderzoeksopzet en theoretische staving vijf veranderingsstrategieën naar voor. Eerst en vooral moet artikel 60 voor iedereen kunnen en niet enkel voor mensen met een leefloon. Zo sluiten we mensen uit die ook zouden geholpen zijn door op deze manier aan het werk te kunnen. Ik denk bijvoorbeeld van een vrouw op leeftijd die van haar man is gescheiden en jaren voor de kinderen heeft gezorgd. Iemand van een iets oudere leeftijd, met een ‘black hole’ in haar CV van enkele jaren, zal niet makkelijk werk vinden.

Een tweede veranderingsstrategie is de mogelijkheid naar een flexibeler traject. Zeker nu we langer zullen moeten werken, is dit geen overbodige luxe. Zoals we ook in Finland zien, werkt zo’n systeem. Meer en meer mensen nemen ook hier ouderschapsverlof, tijdskrediet of loopbaanonderbreking om voor hun gezin of voor zichzelf te kunnen zorgen. Ook en zelfs vooral kwetsbare mensen die weinig of geen ervaring hebben en vaak niet beschikken over een sociaal opvangnet, zouden dit dus zeker moeten kunnen doen. Meer mensen zullen slagen in hun te presteren dagen in de opgegeven referteperiode en mensen gaan ook meer gemotiveerd zijn aan het werk te blijven in deze drukke geluksmaatschpapij.

Een derde strategie is de begeleiding van de mensen op de werkvloer die met mensen in artikel 60 moeten werken. Het stigmatiseren van deze groep tegen gaan door preventief de mensen op de werkvloer zelf grondig te informeren en hen te duiden wat de intentie is. Zo kunnen we taboes en vooroordelen wegwerken en eventuele pesterijen voorkomen. Een ‘workbuddy’, een gezinswetenschapper die niet alleen de mensen in sociale tewerkstelling maar ook de collega’s hierin begeleidt.

Een vierde strategie is het herbekijken van de kosten die men factureert aan privé firma’s. Zij krijgen een factuur van 740 euro per maand voor een werknemer, openbare instanties en vzw’s niet. Men hanteert dit omdat dit de kost is die het OCMW zelf zou moeten bijleggen, die men dus niet krijgt via subsidieringen. Op macroniveau zouden we dus moeten inzetten in het herbekijken van deze subsidieringen om deze gelijk te stellen. Maar ook OCMW Aalst zou zelf de beslissing kunnen nemen dit niet als grondvoorwaarde te hanteren. Zo creëren we meer tewerkstellingsplaatsen en vergroten we ook de doorstroom.

Een laatste voorstel naar verandering is de betere (na)begeleiding. Mensen in de laatste weken goed toeleiden naar het einde van hun tewerkstelling en al klaarstomen naar solliciteren op de reguliere arbeidsmarkt. Ook een betere samenwerking met onder andere VDAB is opportuun zijn. Ook hier is een rol weggelegd die perfect zou zijn voor een gezinswetenschapper.

Referentielijst:

Adriaens, C. L. (2013). Praktisch handboek voor OCMW-recht. 612 Loopbaan met zorg. (2015). Betekenis van werk. Betekenis van werk.

Tine Van Regenmortel, K. H. (2013. Het concept ‘empowerende academische werkplaats’. Een innovatieve vorm van samenwerken aan werkzame kennis. Tijdschrift voor Welzijnswerk, 36-48 Van Regenmortel, S. (2015, april). Sociaal werk moet anders in de nieuwe samenleving. Entry-media

Vlieger, S. D. (2008, Juni). Schuld en schaamte: een vergelijkende studie tussen werkenden en werklozen. Gent: Universiteit Gent.

Vries, S. D. (2010). Basismethodiek psychosociale hulpverlening. In S. D. Vries, Basismethodiek psychosociale hulpverlening (p. 425). Hoten, Nederland: Bohn Stafleu van Loghum.
Meer lezen

De schuldige onschuldige kinderen. Jeugddelinquentie tijdens de Eerste Wereldoorlog in onbezet België

Universiteit Gent
2015
Anouk
Bruneel
  • Anouk
    Bruneel
Met deze scriptie werd een bijdrage geleverd aan het historisch onderzoek aangaande kinderen tijdens de Eerste Wereldoorlog in onbezet België. Aan de hand van het bespreken van de jeugddelinquentie werd een beeld geschetst van de kinderen en hun dagelijks leven tijdens deze voor hen ongeziene omstandigheden. Het werd duidelijk dat de oorlog niet alleen inwerkte op het wel en wee van de bevolking in het door het Duitse Rijk bezette landsdeel, maar dit ook het geval was voor de bevolking achter het front.
Meer lezen

Een andere kijk op lichamelijke opvoeding: sport als zorg dragen voor onszelf

Universiteit Gent
2013
Shirin
Eimermacher
Een andere kijk op lichamelijke opvoedingEr lijkt binnen onze samenleving een grote consensus te bestaan over het belang van het schoolvak lichamelijke opvoeding. Aan de ene kant bestaat er een enorm enthousiasme over de mogelijkheden van sport, maar aan de andere kant lijkt het erop dat sport op school nog maar weinig te maken heeft met lichamelijkheid.
Meer lezen

Hoe kan een lokale investering in toegankelijkheid een investering zijn in de toekomst?

KU Leuven
2011
Mark
Van Assche
Hoe kan een lokale investering in toegankelijkheid een investering zijn in de toekomst?Dat het aantal mensen met een beperking in de komende jaren, mede als gevolg van de vergrijzing van bevolking en de vooruitgang van de wetenschap, zal wel niemand verbazen. Neem daarnaast noch een persoon met een gebroken been  die het moeilijk heeft om het openbaar vervoer te gebruiken of een leverancier met een zware last moet doos per doos binnenbrengen omdat zijn wagentje de vijf treden naar de ingang niet kan nemen dan komt men tot een zeer grote groep van mensen die met een ‘toegankelijkheidsprobleem’
Meer lezen

Levenslang leren in de bijstand? Bespreking van de overgang van bestaansminimum naar leefloon in functie van studenten.

Universiteit Antwerpen
2005
Griet
Briels
Studeren met een leefloon?
Evaluatie van de overgang van bestaansminimum naar leefloon in functie van studenten
 
In 2002 werd de ‘Wet betreffende het recht op maatschappelijke integratie een feit.  Deze wet kwam er ter vervanging van de ‘Wet tot instelling van het recht op een bestaansminimum’.  Net als het bestaansminimum vormt het leefloon een vangnet voor mensen die tussen de mazen van de sociale zekerheid vallen.  Er zijn ook studenten die een beroep doen op deze uitkering om de kosten van studies en leven te kunnen financieren.  We gingen na in hoeverre de wetgeving vroeger en nu reke
Meer lezen