Scriptiebank overzicht

De Vlaamse Scriptiebank is een vrij toegankelijke online databank. Het bevat intussen al meer dan 8.000 artikels en volledige scripties van bachelor- en masterstudenten die sinds 2002 hebben deelgenomen aan de Vlaamse Scriptieprijs.

Key drivers and motivations for joining and participating in agricultural marketing cooperatives: The impact of farm size

KU Leuven
2025
Jef
Desmedt
  • Ariël
    Verschueren
  • Laurens
    Fievet
This thesis investigates the motivations and barriers that shape farmers’ participation in agricultural marketing cooperatives, with a focus on how farm size influences these dynamics. While established literature highlights economic, social, and governance-related drivers of participation, less is known about how these are perceived and prioritised by farmers of varying scales. Drawing on the Mutual Incentives Theory and elements of Self-Determination Theory, this study uses qualitative interviews with a diverse group of Flemish fruit and vegetable producers to explore motivational variation. Findings show that smaller farmers often highlight the cooperative’s stabilising role and deem their membership as critical, while larger farmers adopt a more strategic stance, valuing efficiency, autonomy, and access to alternative sales channels. Furthermore, the study reveals how collectivistic incentives, such as shared goals, are frequently internalised as individual business advantages. Ambitious, growth-oriented farmers, in particular, reported tensions between their entrepreneurial drive and the cooperative’s collective framework. This study contributes to the literature in three ways: by documenting how member motivations are interpreted through the lens of farm scale; by refining theoretical models of participation to account for strategic constraints; and by highlighting how motivation is shaped by context-specific perceptions, not fixed categories. These insights provide a more nuanced understanding of cooperative participation and offer broader relevance for motivation theory in collective organisational forms.
Meer lezen

The Role of Coffee Cooperatives in the Socio-Economic Transition of Rebel Returnees in Sulu, Southern Philippines

Universiteit Gent
2025
Moh. Shanizee
Sarabi
Reintegrating former rebels into civilian life remains a major challenge in post-conflict societies, where sustainable livelihoods and social cohesion are essential for long-term peace. The Philippines is one of the most conflict-affected countries in the world, sharing the 29th spot with Afghanistan and ranks second in ASEAN after Myanmar. The Bangsamoro Autonomous Region in Muslim Mindanao (BARMM) in the southern Philippines has been particularly affected by decades of armed conflict and
institutional weaknesses, notably in provinces such as Sulu. In response, the Philippine government is promoting the integration of returnees into coffee cooperatives as part of its peace and reintegration strategy. Despite persistent volatility, the BARMM, particularly Sulu province, has emerged as one of the country’s leading coffee-producing regions contributing over a quarter of national production and providing a strategic pathway to economic recovery. It is therefore crucial to understand how these cooperatives contribute to both livelihoods and social reintegration. This study examines how membership in a coffee cooperative is associated to the socio-economic transition of rebel returnees in Sulu. Based on the Disarmament, Demobilization, and Reintegration (DDR) framework and social capital theory, a comparative cross-sectional design with survey data from 101 returnees was used. Through regression analysis and structural equation modelling, we show that membership in a cooperative is associated with higher productivity, financial stability, and stronger social capital, even if infrastructural challenges, conflict vulnerabilities, governance, and market difficulties persist. The study demonstrates how locally rooted cooperatives can transform conflict legacies into peace dividends that foster economic gains, social cohesion, and inclusive development. These findings highlight the potential of cooperatives as a pathway for durable socio-economic transitions in fragile contexts. Moreover, the study underscores the importance of targeted support, capacity building, and improved market access to enable returnee cooperatives to fully realize their role in promoting sustainable livelihoods, facilitating social reintegration, and contributing to lasting peace.
Meer lezen

Rubens' portretkunst als spiegel voor zijn interesse in fysiognomie

Universiteit Gent
2025
Mariette
Van Gysegem
Mijn onderzoek bekijkt de portretpraktijk van Peter Paul Rubens vanuit een fysiognomische lens. Vooraleer dit denkkader kan toegepast worden op zijn oeuvre, wordt Rubens' fascinatie voor fysiognomie in zijn culturele context bekeken. Het vertrekt vanuit de oorsprong en ontwikkeling van het gedachtegoed om zo het belang in de leefwereld van Rubens te contextualiseren. Vervolgens onderzoekt het de connectie tussen fysiognomie en de vroegmoderne kunstpraktijk. Hierna wordt ingezoomd op Rubens' aantoonbare interesse in het onderwerp als vereiste voor het gebruik van een fysiognomische lens.

Daarna wordt het fysiognomisch denkkader toegepast op case-studies binnen zijn oeuvre. Hierbij richt de beeldanalyse zich op vorm, kleur en textuur, aangezien bestaand onderzoek vaak enkel naar vorm keek. Voor de karaktertypologie werden primaire zeventiende-eeuwse fysiognomische traktaten bestudeerd en zo de typerende elementen van verschillende karaktertypes geïdentificeerd om ze toe te passen op de case-studies. De afbakening tot portretkunst is een logisch gevolg van het gezicht als primaire plek voor de fysiognomische lezing. Binnen zijn portretten wordt gefocust op familieportretten en kopieën naar oude meesters aangezien hij bij deze genres het meeste vrijheid had om te experimenteren.

Voor deze analyse werd een methodologie ontwikkeld die vertrekt vanuit het uitgangspunt van de fysiognomie, waarbij het uiterlijk en het innerlijk van een persoon onlosmakelijk verbonden zijn. Het onderzoek bekijkt deze connectie in twee richtingen. Ten eerste worden familieportretten geanalyseerd om te onderzoeken in hoeverre het innerlijk iets zegt over het uiterlijk, met het sanguinische temperament als uitgangspunt, omdat dit karaktertype als positief en zeldzaam werd beschouwd en Rubens vermoedelijk warme genegenheid voor zijn familieleden voelde. Ten tweede worden zijn kopieën naar oude meesters bestudeerd om de omgekeerde richting te ondervragen. Het uitgangspunt is de beeldanalyse van visuele aanpassingen die Rubens doorvoert in zijn kopie ten opzichte van het origineel. Vervolgens wordt gekeken of deze aansluiten bij de representatie van een specifiek innerlijk karakter.

De analyse toont hoe Rubens systematisch ronde vormen, roodheid en glanzende huidaccenten gebruikte, kenmerken die overeenstemmen met het sanguinische temperament, dat in zijn tijd overwegend positief gewaardeerd werd. Hierdoor creëerde Rubens een fysiognomisch ideaaltype dat functioneerde binnen de beeldcommunicatie met zijn publiek. Dit onderzoek vult een lacune in de bestaande literatuur, die vaak enkel de passies en niet de fysiognomie in Rubens’ werk behandelde. Bovendien wordt dit gedachtegoed nooit bekeken zij-aan-zij met het effectieve kunstwerk, hoewel deze combinatie cruciaal is. Het besluit dat Rubens’ intellectuele fascinatie voor fysiognomie niet enkel een persoonlijke interesse was, maar een diep ingebed cultureel referentiekader dat zijn portretkunst beïnvloedde.

Deze studie opent de weg om Rubens’ intellectuele interesses concreet te verbinden met zijn oeuvre en suggereert verdere uitbreiding via technische beeldanalyses zoals kleuranalyse en reflectografie. Daarnaast vormt ze een vertrekpunt om ook andere categorieën binnen zijn portretkunst, zoals de keizerportretten, door een fysiognomische lens te bestuderen. Verdere analyses kunnen nagaan hoe andere temperamenten werden verbeeld en in welke mate Rubens’ leerlingen en tijdgenoten dit gedachtegoed overnamen of er eigen invullingen aan gaven.
Meer lezen

AI en toeristische B2B- en B2C-communicatie

Hogeschool PXL
2025
Maartje
Kerfs
Mijn bachelorproef gaat over AI binnen toeristische B2B- en B2C-communicatie. De communicatiemedewerkers van Visit Limburg - een toeristische organisatie die het toerisme in de provincie Limburg ontwikkelt en promoot - wensen artificiële intelligentie te gebruiken om de communicatie met partners én toeristen te verbeteren. Het resultaat is een praktische handleiding met tips over prompten en uitleg over AI-tools.
Meer lezen

Over dikke dozen op gevoelige grond

Universiteit Gent
2025
Senne
De Ridder
  • Cas
    Neels
Charleroi is een stad gevormd door haar industriële verleden en getekend door socio-economische breuken. Deze thesis onderzoekt hoe de industriële kavels – restanten van een cyclisch patroon van gebruik en verwaarlozing – opnieuw betekenis kunnen krijgen in het stedelijk weefsel. Via de lens van fytoremediatie, successie en typologisch onderzoek groeit een voorstel: de dikke doos. Deze grote vorm balanceert tussen industriële robuustheid en historische verfijning. Zo tekent zich een nieuw landschap af waarin vergeten gronden, architectuur en sociale relaties elkaar ontmoeten.
Meer lezen

Beestige producten: De impact van slangenpatronen als emotioneel competente stimuli in product designs

Universiteit Gent
2025
Sterre
Coppens
In de hedendaagse marketingomgeving verwerken consumenten reclameboodschappen vaak oppervlakkig, door een gebrek aan motivatie of capaciteit (zowel cognitief als contextueel). Het Elaboration Likelihood Model verklaart hoe consumenten via deze perifere route attitudes vormen op basis van emotioneel competente stimuli of perifere cues. Een relatief onderbelichte categorie van dergelijke cues zijn gevaarlijke biophilische elementen. Deze studie richt zich specifiek op slangenprints. Slangen combineren een evolutionair ingebedde vermijdingsreflex met een fascinatie die vaak wordt geassocieerd met luxe, macht en elegantie, waardoor hun rol als marketingcue inherent ambivalent is.

Om te onderzoeken hoe consumenten reageren op slangenprints, werd een A/B-test uitgevoerd met 18 experimentele sets, elk bestaande uit een neutraal productontwerp en een gemanipuleerde versie met een camouflage- of waarschuwingsslangenprint. In totaal gaven 128 respondenten hun voorkeur aan voor elk paar. De resultaten tonen een duidelijke trend: producten met slangenprints worden over het algemeen als minder aantrekkelijk beoordeeld dan hun neutrale tegenhangers. Dit suggereert dat diepgewortelde, evolutionair gevormde emoties nog steeds een sterke invloed uitoefenen op consumentenevaluaties. De studie toont daarmee niet alleen de impact aan van een specifieke visuele cue, maar onderstreept ook het bredere belang van onbewuste emotionele reacties in hedendaags consumentengedrag.
Meer lezen

Sincerity, Strength, and Spin: Putin’s Brand in a Decade of Direct Line. Applying Aaker’s Brand Personality Framework to Authoritarian Image Management.

KU Leuven
2025
Sofie
Poestovit
This thesis examines how Vladimir Putin has adjusted his personal brand over a ten-year period by analyzing three episodes of the televised program Direct Line with Vladimir Putin from 2014, 2019, and 2024. In modern authoritarian regimes, popularity and public legitimacy are crucial for maintaining power. This research applies Jennifer Aaker’s Five Dimensions of Brand Personality: Sincerity, Excitement, Competence, Ruggedness, and Sophistication, as a coding framework to assess how Putin constructs and adapts his image in response to changing political and social contexts. Four hypotheses were tested: (1) that Putin’s brand primarily uses Sincerity, Excitement, and Competence; (2) that Competence is emphasized during economically stable periods; (3) that Ruggedness and Daring increase during international crises and (4) that Excitement becomes more prominent when public mobilization is needed. The findings affirm the first two hypotheses. Sincerity, Excitement, and Competence consistently dominate Putin’s image, with a notable emphasis on Competence in 2019. The third hypothesis receives partial support, as Ruggedness increases during crisis years, though mainly in domestic contexts. The fourth hypothesis is not supported, as no significant rise in Excitement was observed in 2024. This study contributes to the field of political marketing in authoritarian regimes and offers a deeper understanding of how contemporary autocrats use media and personal branding to maintain legitimacy and control.
Meer lezen

TRIPI door doet_ Bouwstenen van duurzaam design

Thomas More Hogeschool
2025
Lucas
Desmet
Genomineerde longlist Bachelorprijs
Deze masterproef onderzoekt hoe een stenen tafel ontworpen kan worden met een minimum aan onderdelen, gemaakt uit reststromen natuursteen, en toch volledig demonteerbaar blijft. Het resultaat is TRIPI, een circulaire tafel, gemakkelijk transporteerbaar, modulair, zonder gebruik van vaste verbindingen.

Het eerste luik - ontwerp - vertrekt vanuit de vraag hoe een tafel enkel door massa en stabiliteit gedragen kan worden. Inspiratie werd gehaald uit kunstwerken zoals ‘Props’ van Richard Serra en prehistorische megalithische architectuur, aangevuld met een historische analyse van de monopode als archetypische en rituele vorm. Parallel werd de praktijk van hergebruik in steenproductie bestudeerd, zowel in een historische als hedendaagse context. Dit vormde de basis voor TRIPI als een eigentijdse monopode die diepe wortels in de geschiedenis verbindt met circulaire innovatie. Het ontwerpproces omvatte onderzoek naar reststromen natuursteen, marktonderzoek naar prijs en vraag, en de ontwikkeling van een ontwerpmethodiek met meerdere prototypes, waarin circulaire principes centraal stonden: het hergebruik van kleinere reststukken natuursteen van steenkappers als volwaardige bouwstenen voor een nieuw meubel.

Het tweede luik - uitvoering - vertaalt het ontwerp naar een concreet uitvoeringsdossier. TRIPI bestaat uit drie poten, drie bladdelen en één sluitstuk in gerecycled staal. In het dossier werden constructief-technische tekeningen uitgewerkt, aangevuld met materiaalanalyses en prototyping in terrazzo, staal, hout en EPDM. Daarnaast bevat dit luik een handleiding voor montage, een materialenpaspoort en een technische fiche. Dankzij de modulaire opbouw weegt geen enkel onderdeel meer dan 10 kilogram, waardoor de tafel niet alleen licht en verplaatsbaar is, maar ook eenvoudig flatpack te transporteren.

Het derde luik - marketing - bekijkt TRIPI als product binnen de meubelmarkt. Er werd een kostprijsberekening opgesteld, inclusief de prijs van de dummy, verzekeringswaarde en verkoopprijs, om het economische potentieel in kaart te brengen. Door reststromen natuursteen te valoriseren in een modulair designmeubel, kan dit systeem bijdragen aan de verduurzaming van de steenverwerkende sector, terwijl het consumenten een circulaire én luxueuze tafel aanbiedt die levenslang kan meegroeien met hun woonomstandigheden.

De scriptie toont zo hoe ontwerp, technische uitvoering en marktbenadering samenkomen in een concreet product dat een antwoord biedt op twee uitdagingen: de verspilling van waardevolle natuursteenresten en de vraag naar lichtere, duurzamere tafels. TRIPI is dus meer dan een tafel: het zijn bouwstenen van duurzaam design.
Meer lezen

Taste the Music

Hogeschool VIVES
2025
Henri
Lahousse
Wat als je muziek niet alleen kon horen, maar ook kon proeven? Taste the Music vertaalt liedjes naar volledig nieuwe cocktails met behulp van slimme AI. Tijdens mijn stage in de VS tilde ik dit idee van studentproject naar internationaal platform, met multi-agent AI, stand-alone cocktailrobots en een iOS-app voor thuisgebruik. Het resultaat is een ervaring die persoonlijk, deelbaar én commercieel relevant is voor artiesten en merken. Deze scriptie vertelt hoe technologie, creativiteit en ondernemerschap samenkomen in een innovatie die muziek letterlijk smaak geeft.
Meer lezen

Het gebruik van AI voor contentcreatie binnen eventmarketing

Odisee Hogeschool
2025
Sinem
Ardiçlar
  • Yinthe
    De Paepe
De evolutie van artificiële intelligentie (AI) biedt nieuwe mogelijkheden voor de marketing- en evenementensector, met name binnen contentcreatie. Deze bachelorproef onderzoekt hoe AI-tools op een efficiënte en effectieve manier kunnen bijdragen aan het verbeteren van contentcreatie binnen de evenementensector, met House of Entertainment als opdrachtgever.
Aan de hand van een literatuurstudie, interviews met experts, het uittesten van AI-tools en een enquête bij 386 respondenten (op een vooropgestelde steekproef van 385, met een betrouwbaarheid van 95%) werd vastgesteld dat AI vooral meerwaarde biedt in de voorbereidende fasen van contentcreatie. Denk hierbij aan het brainstormen over ideeën, het genereren van basiscontent zoals teksten of visuals en het structureren van content. Tools zoals ChatGPT, Midjourney en Adobe Firefly blijken zowel in de praktijk als in dit onderzoek vaak gebruikt te worden, wat hun relevantie en toegankelijkheid onderstreept. Ook Ubersuggest bleek een waardevolle aanvulling, vooral bij het optimaliseren van content op basis van zoekwoorden en SEO.
AI kan helpen om repetitieve taken en het creëren van content te versnellen, maar vervangt menselijke creativiteit niet. Kritische tussenkomst door mensen blijft essentieel voor het waarborgen van kwaliteit, nuance en merkbeleving. Vooral bij emotioneel geladen of merkgevoelige communicatie is menselijke controle en verfijning cruciaal. AI is dus vooral geschikt als ondersteunend hulpmiddel bij functionele of informatieve content.
Deze bachelorproef biedt House of Entertainment en de rest van de evenementensector een helder overzicht van enkele bruikbare AI-tools en concrete aanbevelingen voor een verantwoorde implementatie. De resultaten tonen dat AI het potentieel heeft om de efficiëntie van contentcreatie te verhogen, mits de tools strategisch worden ingezet en medewerkers voldoende worden opgeleid.
Deze studie levert niet alleen academische inzichten op, maar biedt ook praktische richtlijnen voor de evenementensector om AI op een doordachte en toekomstgerichte manier te implementeren in hun takenpakket.
Meer lezen

Hoe kunnen chatbots, gebruik makend van RAG en NLP, bijsluiters begrijpbaar maken?

Hogeschool West-Vlaanderen
2025
Lien
De Jong
De centrale onderzoeksvraag van deze bachelorproef luidt: Hoe kunnen chatbots, gebruikmakend van RAG en NLP-technologieën, bijsluiters begrijpbaarder maken? Het doel van het onderzoek was om na te gaan hoe artificiële intelligentie ingezet kan worden om medische informatie toegankelijker te maken voor een breed publiek, waaronder jongeren, ouderen en mensen met beperkte gezondheidsvaardigheden.

Het project bestond uit een literatuurstudie naar bestaande NLP-technieken, gevolgd door de ontwikkeling van een werkende demo van een AI-chatbot. Deze chatbot maakt gebruik van Retrieval-Augmented Generation (RAG), Azure AI Search en GPT-technologie om informatie uit medische bijsluiters te extraheren, te vereenvoudigen en aan te bieden via een gebruiksvriendelijke interface.

Tot slot werd de oplossing kritisch geëvalueerd aan de hand van feedback van experten uit het werkveld, zoals VITO, het FAGG, en softwareontwikkelaars en marketing directors uit de medische sector.

Positieve elementen in de evaluatie waren de technische haalbaarheid, de intuïtieve gebruikerservaring en de schaalbaarheid van het systeem. Negatieve of kritische aandachtspunten betroffen vooral de juridische en ethische grenzen, het risico op misinterpretatie, en de nood aan duidelijke afbakening van wat het systeem wel
en niet mag doen.

De belangrijkste elementen in het advies zijn dan ook het vermijden van persoonlijke data, het beperken van de reikwijdte van de chatbot tot informatieve antwoorden, en het voorzien van een heldere juridische en echnische structuur. De conclusie van het project luidt dat AI-chatbots een waardevolle bijdrage kunnen leveren aan begrijpelijke gezondheidsinformatie, op voorwaarde dat ze zorgvuldig ontworpen, beperkt ingezet en
voortdurend gemonitord worden.
Meer lezen

Wat zegt jouw Spotify Wrapped over je persoonlijkheid? Een lensmodelonderzoek naar persoonlijkheidsindrukken op basis van muziekvoorkeuren

KU Leuven
2025
Sara
Samadi
Veel mensen luisteren naar muziek via Spotify, waar ze vrij kunnen kiezen waar ze naar luisteren. Op basis van deze keuzes, die hun luistergedrag weerspiegelen, stelt Spotify jaarlijks een overzicht samen dat bekendstaat als Spotify Wrapped. Dit roept de vraag op of mensen in staat zijn om op basis van iemands Spotify Wrapped een accurate indruk te vormen van diens persoonlijkheid. Hoewel heel wat studies de accuraatheid van persoonlijkheidsindrukken in andere domeinen hebben onderzocht, is er tot nu toe slechts één studie die dit binnen de context van muziek heeft gedaan. Dit is de eerste studie die het verband onderzoekt tussen muziekvoorkeuren, persoonlijkheid en persoonlijkheidsoordelen aan de hand van de populaire Spotify Wrapped, met als theoretische basis het Lens Model van Brunswik (1955).
Het doel van deze thesis is het onderzoeken van: (1) het verband tussen iemands muziekvoorkeuren, met name Spotify Wrapped en zelfgerapporteerde voorkeuren voor genres, en diens persoonlijkheid, (2) het verband tussen muziekvoorkeuren en persoonlijkheidsoordelen door anderen, en (3) de accuraatheid van deze oordelen op basis van deze informatie. Om de eerste twee onderzoeksvragen te beantwoorden, werden 14 muziekgenres en twee bijkomende kenmerken (het aantal genres waar men graag naar luistert en de neiging om naar dezelfde artiest te luisteren) gebruikt als cues, wat een totaal geeft van 16 cues waarmee correlaties berekend worden.
De studie werd uitgevoerd in twee delen. Voor het eerste deel werd een vragenlijst opgesteld waarin deelnemers (N = 96) werd gevraagd naar hun leeftijdscategorie, gender, een screenshot te uploaden van hun top 5 Spotify Wrapped nummers, hun voorkeuren voor 14 muziekgenres aan te duiden en een persoonlijkheidsvragenlijst in te vullen. Dit eerste deel van de studie leverde het materiaal voor het tweede deel. Er werden 93 muziekprofielen samengesteld die informatie bevatten over de gender, leeftijdscategorie, top 5 Spotify Wrapped nummers en genrevoorkeuren van de deelnemer. Deze 93 muziekprofielen (dit zijn de ‘targets’) werden verdeeld over vragenlijst A en B, elk die de helft van de muziekprofielen bevat. Zes beoordelaars evalueerden de persoonlijkheid van de targets in vragenlijst A, en zes andere beoordelaars deden hetzelfde voor vragenlijst B.
Wat de eerste onderzoeksvraag betreft, werd zwak bewijs gevonden voor een verband tussen persoonlijkheid en muziekvoorkeuren. Na toepassing van de Bonferroni-correctie werden de meeste verbanden verwaarloosbaar. Met betrekking tot de tweede onderzoeksvraag werden verscheidene verbanden gevonden, waarvan een deel ook na toepassing van de Benjamini-Hochberg-correctie overeind bleven. Mensen vormen dus wel degelijk persoonlijkheidsindrukken op basis van meerdere muzikale cues. Dit geldt in het bijzonder voor de trekken openheid voor ervaringen, gewetensvolheid en vriendelijkheid.
Wat betreft de laatste onderzoeksvraag tonen de resultaten aan dat beoordelaars in beperkte mate accuraat zijn in het inschatten van gewetensvolheid, neuroticisme en openheid op basis van iemands muziekvoorkeuren. Mensen blijken dus in staat om indrukken te vormen die in zekere mate overeenkomen met de werkelijke persoonlijkheid, op basis van de muziekvoorkeuren zoals weerspiegeld in de Spotify Wrapped en genrevoorkeuren. Dit is opmerkelijk gezien de beperkte informatie die werd aangeboden én het zwakke verband tussen muziekvoorkeuren en persoonlijkheid, zowel in deze als in eerdere studies.
Meer lezen

Hoe beïnvloeden AI-gegenereerde virtuele influencers de merkperceptie en aankoopintentie van de jongere consumenten binnen influencer marketingcampagnes?

Odisee Hogeschool
2025
Assiya
El Youssfi
Virtuele influencers zijn digitale personages die door artificiële intelligentie worden gegenereerd en actief zijn op sociale media. In deze bachelorproef wordt onderzocht hoe jongeren tussen 18 en 30 jaar deze virtuele profielen ervaring in marketingcampagnes, met focus op hun impact op merkperceptie en aankoopintentie. Het onderzoek werd uitgevoerd aan de hand van een survey bij 388 jongeren, in het kader van hypothetische campagnes voor Philips, uitgevoerd door communicatiebureau AKQA Brussels PR. De resultaten tonen dat jongeren kritisch blijven ten opzichte van virtuele profielen, al erkennen sommigen hun potentieel binnen innovatieve en transparante campagnes. De studie biedt concrete aanbevelingen voor het geloofwaardig inzetten van virtuele influencers in toekomstige communicatie.
Meer lezen

What is the willingness-to-pay for sustainable product attributes?

KU Leuven
2024
Margot
Himschoot
Following recent evolutions in sustainability, this master’s thesis examines what consumers are willing to pay for fast-moving consumer goods with certain eco-friendly attributes. The methodology used is ratings-based conjoint analysis, applied to data obtained via a web-based survey. Each respondent was asked to rate ten profiles of a body wash product with varying prices, ingredients, packaging and branding attribute levels. This rating data was later analysed using R. Based on the coefficients of a linear regression analysis, the willingness-to-pay and importance measures of each product attribute (level) were derived. The regression is then repeated for several subsamples constructed on sociodemographic characteristics, i.e., age, gender, income level and highest obtained degree. In this way, results can be compared across different types of consumers. The findings of this study are that the willingness-to-pay is highest for products that contain biological ingredients and that are sold in reusable packaging. In line with this trend, the product content is the most important attribute to consumers, followed by the product packaging. Furthermore, the price only comes in third place and branding has the lowest importance measure. The analysis of the demographic subgroups shows that the most sustainable shopper is female, older than 45 years old, highly educated and has a high-income level.
Meer lezen

How can Virtual Reality and/or Augmented Reality influence the Customer Journey?

Universiteit Gent
2024
Ruben
Coppens
Deze masterproef onderzoekt de invloed van virtual reality (VR) en augmented reality (AR) op de customer journey (CJ). De probleemstelling richt zich op hoe deze technologieën de interacties en ervaringen van klanten met bedrijven kunnen transformeren. De centrale onderzoeksvraag is: "Hoe kunnen Virtual Reality en/of Augmented Reality de customer journey beïnvloeden?"

Het onderzoek is gestart met een uitgebreide literatuurstudie om een theoretisch kader te bieden. Daarnaast is een kwalitatieve benadering gebruikt, waarbij semigestructureerde interviews zijn gehouden met zes experts in de sector. Tot slot is de data-analyse uitgevoerd met behulp van thematische analyse om patronen en inzichten te identificeren.

Uit het onderzoek blijkt dat VR en AR aanzienlijke voordelen bieden in alle fasen van de
customer journey, van bewustwording tot loyaliteit. VR biedt diepgaande immersieve
ervaringen, terwijl AR praktische en verbeterde interacties in de fysieke wereld mogelijk
maakt. Deze technologieën verbeteren de klantbeleving, verhogen de betrokkenheid en
kunnen leiden tot hogere conversiepercentages.

De conclusie van deze studie is dat VR en AR de potentie hebben om de gehele customer journey te transformeren door innovatieve en boeiende klantervaringen te bieden. De conclusie is daarom dat bedrijven die deze technologieën effectief implementeren, een concurrentievoordeel kunnen behalen en klanttevredenheid kunnen verhogen.
Meer lezen

Unboxing Materialism: A Content Analysis of YouTube Videos from Popular American Kidfluencers

Universiteit Gent
2024
Yana
Degroote
Kidfluencers inspireren kinderen over de hele wereld en worden daarom ingezet door adverteerders om merken te promoten. Desondanks het succes daarvan, wordt kidfluencer content bekritiseerd van matertialistische waarden te verspreiden. Er is een belangrijk hiaat in de wetenschappelijke literatuur die deze mogelijke relatie tussen blootstelling aan kidfluencer content en materialisme in kinderen bestudeert. Deze scriptie dient als een basisonderzoek binnen dit domein. Aan de hand van een exploratieve inhoudsanalyse van videos van zes populaire kidfluencer YouTube-kanalen (n = 130), gaan we op zoek naar hoe materialistische dimensies gerepresenteerd worden en hoe en of deze verschillen tussen kidfluencer video genres. De resultaten tonen aan dat merken in grote mate aanwezig zijn in kidfluencer YouTube videos. Gesponsorde video’s vertonen vaak enorme volumes van speelgoed en/of dure merken. Dit kan ervoor zorgen dat kinderen meer materialistische waarden ontwikkelen door het kijken van kidfluencer content. Daarom doet deze scriptie enkele suggesties om de aanwezigheid van merken in kidfluencer video’s te beperken.
Meer lezen

De Ruimtelijk-Energetische Puzzel: Koppelkansen tussen ruimtelijke en energetische doelstellingen op wijkniveau in Mechelen

KU Leuven
2024
Laurine
De Rop
De klimaatverandering zal de vormgeving van ons leven in de nabije toekomst sterk bepalen. De komende jaren zal er dus prioriteit moeten worden gegeven aan het terugdringen van de uitstoot van broeikasgassen. De omschakeling naar hernieuwbare energie is hierbij cruciaal. Er gaapt echter momenteel een enorme kloof tussen de ambitieuze visies en doelstellingen en de operationale acties op het terrein.

De ruimtelijke dimensie blijft in deze uitdaging echter vaak onderbelicht, vooral wanneer het gaat over klimaatmitigatie. Het wijkniveau vormt, als hypothese in deze masterproef, een beheersbaar en tastbaar schaalniveau om op een collectieve manier energetische doelstellingen te integreren met ruimtelijke uitdagingen en aldus samenhangende projecten te intiëren.

Deze masterproef onderzoekt daarom welke mogelijke koppelkansen er bestaan tussen ruimtelijke en energetische doelstellingen voor klimaatmitigatie op wijkniveau en de rol van de ruimtelijke planning in het identificeren en integreren van deze koppeling(en). Hiervoor wordt gebruik gemaakt van een iteratief leertraject dat ontwerpend onderzoek, theorievorming en bestaande praktijken integreert. Hiermee tracht deze masterproef bij te dragen aan de verdere uitbouw van kennis en inzichten rond ‘Klimaatwijken’, met een specifieke focus op de koppeling tussen ruimtelijke en energetische doelstellingen op vlak van warmteproductie, -opslag en -distributie.

De ruimtelijke planning kan bijdragen in het opnieuw zicht- en kenbaar te maken van energie voor energetische bewustwording, de energetische ruggengraat te gebruiken als drager voor ruimtelijke ontwikkeling, in te zetten op duurzame koeling voor groenere, aangenamere en comfortabelere wijken, het momentum van warmte-infrastructuuringrepen te gebruiken om ruimtelijke meerwaarde te creëren en intersectorale koppelingen te maken met energie in gedeeld ruimtegebruik. Het toepassen van deze strategieën vereist echter een nieuwe manier van denken en werken. Het is duidelijk dat ruimtelijke planning een cruciale rol speelt in de koppeling van ruimte en energie op wijkniveau, maar dat er nood is aan een gemeenschappelijke taal. Een nauwe samenwerking tussen energie-experts en ruimtelijke planners is essentieel in het garanderen van een geïntegreerd planningsproces. Daarnaast lijkt er vandaag een ontbrekende schakel te zijn tussen niet-juridisch bindende energetische plannen en hun doorwerking in omgevingsvergunningen.
Meer lezen

Bridging The Gap Between Urban Planning and Development - Generating Value by Shifting Risk and Reward

Universiteit Gent
2024
Wouter
Coucke
De master thesis onderzoekt de complexe interactie tussen stedenbouwkundigen en projectontwikkelaars bij het vormgeven van de gebouwde omgeving, gekenmerkt door een dynamisch samenspel van visie, onderhandeling en uitvoering tussen deze disciplines. Hoewel zowel ontwikkelaars als stedenbouwkundigen waarde hechten aan professionele samenwerking en erkennen dat dit leidt tot kwalitatief betere projecten en snellere goedkeuringen, wijzen de afgenomen interviews op het bestaan van een grote kloof, gekenmerkt door wederzijds wantrouwen, uiteenlopende doelstellingen en een uiteenlopend discours. Ontwikkelaars geven prioriteit aan winst en rendabiliteit, wat vaak botst met de lange termijnwaarde, de sociale impact en het gemeenschappelijk welzijn, waar stedenbouwkundigen zich op richten. Verschillende opvattingen over eigendomsrechten, een aanvaardbare vergoeding voor de genomen risico's, en verschillende visies omtrent de aanpak van het verdichtingsvraagstuk en de realisatie van betaalbare woningen, verergeren de kloof verder.

Vastgoedontwikkeling is een risicovolle, complexe, multidisciplinaire en kapitaalintensieve onderneming die de interactie en afstemming van verschillende belanghebbenden en een actief risicobeheer vereist. Wanneer risico's correct zijn geïdentificeerd, geanalyseerd en geëvalueerd, kunnen ze worden beheerst door deze te vermijden, te elimineren, te verminderen, te delen, over te dragen en uiteindelijk het restrisico te accepteren. Hoewel risicobeheer een complexe is, is het zeker niet uitsluitend een rationele benadering. Ervaring speelt ook een rol, en de risicoperceptie van ontwikkelaars wordt onder meer beïnvloed door de verwachtingen van consultants, financiële instellingen en investeerders.

Vanuit een stedenbouwkundig perspectief zijn de maatschappelijke risico's breder en de relevante tijdshorizon veel langer dan de doorlooptijd van het ontwikkelingsproces. Het vermogen van een projectontwikkelaar om risico's te delen of zelfs over te dragen aan een andere partij hangt grotendeels af van de professionaliteit en onderhandelingskracht van die andere partij. Hoewel ervaringen met publiek-private samenwerkingen niet eenduidig zijn, bieden ze wel het potentieel om ontwikkelingsrisico's te delen en de nodige publieke capaciteit en competenties op te bouwen om risico's te begrijpen en zelfs te beheren.

Het bereiken van een evenwicht tussen private ambities en maatschappelijke impact is een cruciaal element van stedenbouw en ontwerp. Dit evenwicht wordt vaak aangeduid als de 'kwaliteit' of 'waarde' van het project. Er bestaan echter verschillende waardebegrippen en deze worden in de masterthesis onderzocht. Ruilwaarde verwijst naar de waarde van een goed of dienst in handel, vaak uitgedrukt in geld. De focus op ruilwaarde geeft vaak voorrang aan monetair gewin onder het kapitalisme, waardoor bredere sociale en culturele waarden, die een belangrijke rol spelen in stedelijke ontwikkeling, mogelijks worden verwaarloosd. De conceptie van stedelijke ruimte wordt beïnvloed door dominante visies op sociale en culturele gebruikswaarde en veel minder door persoonlijke emotionele waarden. Het heersende regime, waarvan de stedenbouwkundigen de vertegenwoordigers zijn, controleert de productie van sociale ruimte door middel van de conceptie ervan , en dit kan botsen met de puur economische focus op ruilwaarde, vaak aangenomen door projectontwikkelaars.

Effectieve kwaliteitsborging in ruimtelijke ontwikkeling vereist duidelijke discussies tussen ontwikkelaars en autoriteiten over de onderliggende aannames, ambities en strategieën om een goed projectresultaat te bereiken. Om stedelijke kwaliteit te evalueren, is een genuanceerde en veelzijdige benadering noodzakelijk. Kwaliteitskamers, opgericht in allerlei vormen om projectkwaliteit te evalueren en te waarborgen, missen formele autoriteit en een coherente aanpak, en de toepassing ervan wordt niet dooer iedereen positief beoordeeld. Het is daarom aangewezen om de noodzaak en de werking van deze kwaliteitskamers te evalueren en desnoods te herzien.

De algemene uitkomst van de interviews is een falen van een effectief ruimtelijk beleid in Vlaanderen. De centrale Vlaamse overheid wordt als zwak en afwezig beschouwd, terwijl kleinere lokale overheden onderbemand en niet toegerust zijn om complexe vergunningsaanvragen aan te pakken. De 'laissez-faire'-aanpak kan historisch worden gesitueerd, maar heeft geleid tot een ongekende verstedelijking, aangejaagd door kansen voor grondeigenaren om speculatieve waarde te creëren en te behouden door het verkrijgen van vergunningen. Dit gedrag wordt vaak toegeschreven aan projectontwikkelaars, maar hun werkterrein is verschoven naar de herontwikkeling van bestaande locaties en gebouwen.

Het debat over ruimtelijke ordening richt zich hoofdzakelijk op het verlenen van vergunningen, met een zeer sterke nadruk op formaliteiten. Het vergunningsproces is ook overmatig gereguleerd en de nadruk op juridische formaliteiten heeft geleid tot een verlies aan strategische visie, terwijl belangrijke planningsuitdagingen blijven bestaan. Het ontbreken van duidelijke ontwikkelingskaders creëert bovendien onzekerheid, wat efficiënte en innovatieve stedelijke ontwikkeling belemmert.

De Vlaamse overheid moet opnieuw de controle verwerven over planning en programmering door middel van een synergetische aanpak aan te nemen waarbij beslissingen meer centraal worden genomen en middelen worden gebundeld, en waarbij stedelijke ontwikkelingskaders op subregionaal niveau worden vastgelegd. Zodra het ontwikkelingskader is bepaald, is het een stevig werkinstrument voor zowel stedenbouwkundigen als ontwikkelaars. De betrokkenheid van provincies op dit tussenniveau, of een andere subregionale instantie, moet verder worden onderzocht. Bovendien moeten een aantal dubbelzinnige ruimtelijke concepten worden herzien door ze te beoordelen vanuit hun collectieve gebruikswaarde en de grenzen met puur emotionele waarde, zodat ze bruikbare concepten worden in plannings- en vergunningsprocedures.

De vergunningsprocedure dient grondig herzien te worden, onder andere om de mogelijkheden van lichtvaardige beroepen op basis van persoonlijke emotionele waarden of zakelijke motieven te beperken, en om de mogelijkheid om de hele vergunningsbeoordeling compleet over te doen in de adminsitratieve beroepsprocedure, zonder daarmee rekening te houden met voorafgaande afspraken en overwegingen, af te schaffen. De rol en reikwijdte van de zogenaamde Kwaliteitskamers moet worden gestructureerd en geïntegreerd in het vergunningsproces, o.a. door de mogelijkheden van ontwikkelingskosten en ontwikkelingsakkoorden uit te breiden. Een fundamentele vraag in dit alles is wat de rol van de stedenbouwkundige in dit alles is.

Tenslotte heeft de analyse van de case study aangetoond dat Upgrade Estate in staat is relaties op te bouwen met zijn stakeholders en een product te ontwikkelen dat voldoet aan de behoeften van zijn huurders en investeerders, gebaseerd op grondig marktonderzoek. De behoefte aan het product, de marketingaanpak en, tot op zekere hoogte, de architecturale vorm van de Loop 5-gebouwen creëren een gevoel van collectiviteit dat Upgrade Estate in staat stelt zijn operatie te financieren op basis van naamsbekendheid en reputatie, wat het resultaat is van een zeer sterke relatie met zijn investeerders, een stabiel maar relatief laag financieel rendement, het nemen van sociale en maatschappelijke verantwoordelijkheid, een uitstekende corporate marketingmachine en een bewezen staat van dienst. De financiering van het project gebeurt via een innovatief financieringssysteem dat aan de aandacht van de de Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten (FSMA) ontsnapt lijkt te zijn. Om de risico's voor de eindinvesteerders te beperken, zou de FSMA dit soort structuren dringend moeten herzien, met name met betrekking tot deugdelijk bestuur, marktconforme waardering en transparantie.
Meer lezen

SME Adoption of Voluntary Environmental Actions

KU Leuven
2024
Joonatan
Van Eecke Laaksonen
Deze studie onderzoekt hoe de drijfveren en belemmeringen waarmee kleine en middelgrote ondernemingen (KMO’s) worden geconfronteerd bij het aannemen van vrijwillige milieumaatregelen de aard van hun adoptie beïnvloeden. Het onderzoek identificeert twee primaire adoptietypen: symbolisch, gekarakteriseerd door oppervlakkige milieumaatregelen, en substantieel, waarbij sprake is van een oprechte integratie van milieu relevante praktijken. Het onthult dat financiële en strategische motivaties, zoals groene premies, fiscale voordelen, merkondersteuning en klantvraag, cruciaal zijn voor het bevorderen van substantiële adoptie. In tegenstelling hiermee leiden barrières zoals lage environmental awareness en beperkte middelen vaak tot symbolische adoptie, met minimale impact tot gevolg.

Het herziene conceptuele model, ontwikkeld op basis van de bevindingen van de studie, benadrukt dat het aanpakken van economische beperkingen door middel van financiële prikkels en het verbeteren van environmental awareness kan bijdragen aan een diepere betrokkenheid. Ethische motivaties alleen zijn minder effectief zonder bijbehorende financiële of strategische voordelen. De studie draagt bij aan de bestaande literatuur door het begrip van KMO-milieumaatregelen te verfijnen en te suggereren dat substantiële adoptie waarschijnlijker is wanneer zowel financiële als strategische drijfveren aanwezig zijn, terwijl symbolische adoptie vaak voortkomt uit awareness- en resource belemmeringen.

Deze inzichten zijn cruciaal voor het afstemmen van toekomstig onderzoek en praktische interventies gericht op het verbeteren van de betrokkenheid van KMO’s bij milieumaatregelen. Verbeterde awareness en gerichte prikkels kunnen KMO’s ondersteunen bij de overgang van symbolische naar substantiële adoptie, waardoor hun duurzaamheidsinspanningen beter in lijn komen met hun bedrijfsdoelstellingen.
Meer lezen

Waarom kan SEO en SEA ervoor zorgen dat meer studenten de bachelor Communicatie starten?

Hogeschool West-Vlaanderen
2024
Shauni
Stalpaert
Steeds meer studenten hechten belang aan de praktische kant van de bachelor Communicatie, wat blijkt uit interviews met huidige studenten. Om deze praktijkgerichtheid beter te communiceren, is een sterke SEO- en SEA-strategie essentieel voor Howest. Het optimaliseren van de opleidingspagina met aantrekkelijke zoekwoorden zorgt ervoor dat de bachelor Communicatie beter zichtbaar wordt in zoekresultaten, wat meer potentiële studenten kan aantrekken. Een literatuuronderzoek en zoekwoordenanalyse gaven inzicht in de termen met hoog zoekvolume. Als oplossing zijn twee content briefs opgesteld voor SEO-optimalisatie en een Google Ads-template ontwikkeld voor effectieve SEA-campagnes, gericht op de juiste zoekwoorden.
Meer lezen

Hoe kan MASTR, als Vlaams influencer marketing agency, Belgische influencers ondersteunen bij het volgen van het Content Creator Protocol zonder dat zij hun authenticiteit verliezen?

Hogeschool West-Vlaanderen
2024
Kirsten
Vercruysse
In mijn scriptie ga ik op zoek naar hoe Belgische influencers beter ondersteund kunnen worden bij het volgen van het Content Creator Protocol en welke gevolgen ze ondervinden sinds de regelgeving in België strenger werd. Daarnaast bekijk ik dit ook vanuit het standpunt van volgers van influencers en vanuit het standpunt van de VRM.
Meer lezen

Ontmaskering van Industry plants: vervalst succes in de muziekindustrie

Hogeschool PXL
2024
Sinem Muge
Vatanlar
Industry plant is een negatieve term die wordt gebruikt om muzikanten te beschrijven die zogenaamd populair zijn geworden door nepotisme, erfenis, rijkdom of hun connecties in de muziekindustrie in plaats van op hun eigen verdiensten. (Wikipedia, 2024)

De doelstelling van deze bachelorproef is het onderzoeken hoe industry plants zijn ontstaan en hoe we ze kunnen identificeren in de muziekindustrie. Dit onderzoek wordt gedaan omdat het een complex en controversieel fenomeen is, en om een beter begrip en meer transparantie te bevorderen voor een eerlijkere muziekindustrie.
Meer lezen

Leerdoeloriëntatie als Moderator tussen Beroepskeuzespijt en Werkgerelateerd Leren

Andere
2024
Michaëla
Jespers
Bij loopbaanovergangen zijn flexibiliteit en leervermogen cruciaal voor aanpassing aan nieuwe rollen, maar kunnen uitdagingen zoals spijt over eerdere carrièrekeuzes het welzijn en de motivatie voor verdere ontwikkeling negatief beïnvloeden. Deze cross-sectionele studie (2024) onderzoekt bij 79 respondenten de samenhang tussen beroepskeuzespijt uit een eerdere functie en de participatie in werkgerelateerd leren binnen een nieuwe functie, met een focus op de modererende rol van leerdoeloriëntatie. Uit de resultaten van de hiërarchische regressieanalyse blijkt dat er aanwijzingen zijn voor een negatieve samenhang tussen beroepskeuzespijt uit een voorgaande functie en informeel leren door persoonlijke bronnen (β = 0.24, p = .033), wat nader onderzoek vereist. Daarnaast is gebleken dat een hoge leerdoeloriëntatie positief samenhangt met informeel leren via omgevingsbronnen (β = 0.31, p = .006), en er zijn aanwijzingen dat leerdoeloriëntatie ook positief gerelateerd is aan formeel leren (β = 0.23, p = .046). Er werd geen significant moderatie-effect van leerdoeloriëntatie gevonden op de relatie tussen beroepskeuzespijt en werkgerelateerd leren. Dit onderzoek levert een waardevolle bijdrage aan de wetenschappelijke kennis over de relatie tussen beroepskeuzespijt en werkgerelateerd leren, waarbij leerdoeloriëntatie als moderator fungeert. Toekomstig onderzoek zou moeten onderzoeken hoe interventies gericht op het verminderen van beroepskeuzespijt en het bevorderen van leerdoeloriëntatie kunnen bijdragen aan verbeterde leerresultaten en welzijn op de werkplek.
Meer lezen

Etnisch ondernemerschap in Beringen: Wat zijn de verschillen en gelijkenissen tussen de eerste, tweede en derde generatie Turkse migranten?

Universiteit Antwerpen
2024
Mahmut Can
Akbudak
Op internationaal niveau zijn er veel onderzoeken verricht omtrent etnisch ondernemerschap. In België en Vlaanderen is dat echter vrij beperkt. Dit onderzoek probeert hier een bijdrage aan te leveren. Het onderzoek focust meer specifiek op wat de verschillen en gelijkenissen zijn in ondernemerschap tussen Turkse ondernemers met een migratieachtergrond van de eerste, tweede en derde generatie in Beringen. De casestudy wordt uitgevoerd in Beringen, omdat die stad een grote Turkse gemeenschap en een rijke migratiegeschiedenis heeft. Er werden elf Turkse ondernemers geïnterviewd aan de hand van een interviewgids, waarbij de data werd getranscribeerd en opgenomen in de analyse. Uit de resultaten blijkt dat er evolutie te zien is in etnisch ondernemerschap in Beringen. Turkse ondernemers groeien en breiden hun economische activiteiten uit en focussen zich op klanten buiten de etnische groep. Ondanks de uitdagingen die Turkse ondernemers ondervinden, vermelden de geïnterviewde zaakvoerders dat hun etnische achtergrond een positieve rol speelt in hun ondernemerschap. Niettemin zijn er opportuniteiten beschikbaar voor beleid die de slaagkansen van etnische ondernemers zullen vergroten. Bovendien kan het interessant zijn voor academici en beleidsmakers om meer onderzoek te voeren rond de derde generatie etnische ondernemers omdat het een vrij jonge generatie is waarbij er weinig informatie beschikbaar is. Een onderzoek over dit onderwerp is sociaal en maatschappelijk relevant omdat het bijdraagt aan een groter begrip van de superdiversiteit in de samenleving. Daarnaast kan ondernemerschap bijdragen aan inclusie en groei ongeacht geslacht, ras of etniciteit.
Meer lezen

Zelfsturing in de les economie

Odisee Hogeschool
2023
Inne
Boulpaep
Mijn onderzoek gaat over zelfsturing in de les economie bevorderen. Ik heb daarvoor een lessenpakket ontworpen met hierin strategieën. Het is belangrijk om zelfsturing goed op te bouwen en de leerlingen van de nodige motivatie te voorzien.
Meer lezen

Impact of "Made in Belgium" Label on Customers' Willingness To Pay for Fast-Moving Consumer Goods

Vrije Universiteit Brussel
2023
Gino
Aytas
Onderzoek naar de betalingsbereidheid van Belgische consumenten voor producten met een "Made in Belgium" label. Verder is het effect van zulk label ook geëvalueerd voor de graad van etnocentrisme, imago van het land van herkomst en imago van het merk. Finaal tracht het onderzoek ook te achterhalen of er een verschil is in de bevindingen tussen respondenten die aan een 2D (afbeelding) of 3D (interactief model) product werden blootgesteld.
Meer lezen

Geurbeleving op events

Arteveldehogeschool Gent
2022
Jelle
Rijdant
  • Steffie
    Verploeg
  • Rachel
    Van den Elzen
  • Delfien
    van Ackere
Eventmanagers, organisatoren en marketeers stellen zich de blijvende vraag hoe ze de beleving van bezoekers kunnen optimaliseren. Het doelpubliek op verfrissende en originele manieren overtuigen, is dan ook wat marketeers en organisatoren al jaren bezighoudt.

Deze scriptie gaat in op deze vraag en tracht daar een antwoord op te geven vanuit een innovatieve hoek: geurmarketing. In deze thesis werden de mogelijkheden van geurmarketing in de eventsector onderzocht.
Meer lezen

De herlancering van een online horlogemerk - Wat kan horlogemerk Fjordson doen om online succesvol op te vallen met zijn aanbod?

Hogeschool UCLL
2022
Jeremie
Boissevain
Fjordson is een online horlogemerk waarin al enige tijd weinig beweging zit. De bedoeling was om dit merk opnieuw in de markt te zetten. Hiervoor werd de volgende onderzoeksvraag opgesteld: ‘Wat kan horlogemerk Fjordson doen om online succesvol op te vallen met zijn aanbod?’
Meer lezen

How do physical features affect the online credibility of Instagram influencers?

Universiteit Gent
2022
Lotte
Remue
Genomineerde shortlist Vlaamse Scriptieprijs
Waarom lijken bedrijven altijd voor knappe modellen en influencers te gaan, en is dat wel de slimste optie?
In deze scriptie wordt het begrip 'aantrekkelijkheid' onder loep genomen, en wordt gekeken hoe uiterlijke kenmerken onze geloofwaardigheid beïnvloeden.
Meer lezen

How can Spanish creative agencies optimise the use of their Instagram and TikTok pages?

Arteveldehogeschool Gent
2022
Hanien
Mahdi
Deze scriptie onderzoekt de verschillen tussen de sociale mediakanalen Instagram en TikTok. Welke content post een bedrijf het best op Instagram en welke op TikTok? Mag dit dezelfde content zijn of moet een bedrijf een duidelijk onderscheid maken tussen beide platformen? Deze content werd onderzocht op basis van beste aesthetic, tone of voice en inhoud voor elk van de twee platformen.
Meer lezen