Scriptiebank overzicht

De Vlaamse Scriptiebank is een vrij toegankelijke online databank. Deze bevat alle artikels en full text scripties van deelnemende bachelors en masters aan de

Geminiaturizeerde luchtgevulde substraatgeïntegreerde golfgeleidercomponenten voor schaalbare antenneroosters in volgende-generatie mobiele netwerken

Universiteit Gent
2024
Sofie
Lenders
Winnaar mtech+prijs
De ridge air-filled substrate integrated waveguide (ridge AFSIW) wordt voorgesteld als een oplossing voor de tegenstrijdige vereisten op vlak van lage verliezen en miniaturisatie voor de voedingsstructuren van antenneroosters
bij millimetergolffrequenties (mmWave). Een uitgebreide parameteranalyse leidt tot een pareto-optimale dimensionering. Van een dergelijke ridge AFSIW, geoptimaliseerd voor gebruik op 28 GHz, werd een prototype gemaakt en gekarakteriseerd. Om de toepasbaarheid van de ridge AFSIW in het ontwerp van mmWave-componenten aan te tonen, is een derde-orde gekoppelde-resonatorfilter ontworpen, dat de n257 (26,5 GHz - 29,5 GHz) band afdekt.
De voorgestelde ridge AFSIW maakt dus de weg vrij om geminiaturiseerde mmWave-componenten met lage verliezen te realiseren in next-generation ultra-efficiënte antenneroostersystemen.
Meer lezen

Spelenderwijs op het woonwagenterrein: onderzoek naar speel- en leermogelijkheden voor het woonwagenterrein, die sociaal-emotionele ontwikkeling kunnen bevorderen

Hogeschool UCLL
2024
Riene
Decoene
Dit onderzoek biedt de mogelijkheid om leerkansen te creëren voor de huidige
woonwagenbewoners. Leren gaat immers niet alleen via school, maar ook via spel.
Dit werd verder aan het licht gebracht aan de hand van een literatuurstudie, die
zich spreidt over vier topics: woonwagencultuur, onderwijs, spel en sociaal-emotioneel leren (SEL). Voor spel en SEL werden respectievelijk volgende theorieën
gefilterd: flow- en zelfdeterminatietheorie én het CASEL framework.
Om betrokkenheid tijdens het onderzoek te vergroten werd er participatief gewerkt
met Art Based Research methoden. Daarnaast werd er een expertinterview
afgenomen bij Mobile School om na te gaan wat deze organisatie zou kunnen
betekenen in het kader van sociaal-emotioneel leren via spel op het
woonwagenterrein.
Hieruit is gebleken dat spel aanbieden op het terrein wel degelijk een meerwaarde
zou zijn. Zo kunnen kinderen namelijk sociaal-emotionele vaardigheden aanleren, die
ze in hun latere leven kunnen gebruiken. Bovendien draagt dit bij tot een positievere
beeldvorming van de maatschappij naar de gemeenschap toe.
Daarom mondt dit artikel uit in ontwerpeisen voor een speelterrein.
Meer lezen

De verborgen lagen van belle époque sgraffito: een Gentse casestudy

Universiteit Gent
2024
Febe
Buysse
De decoratietechniek sgraffito siert talloze gevels in Belgische steden en biedt hedendaagse wandelaars een blik op het straatbeeld van de belle époque. Deze prachtige decoraties vereisen echter aanzienlijke zorg om hun schoonheid te behouden, maar blijven vaak onderbelicht. Dit onderzoek richt zich op Gent als casestudy, met als doel de ontwikkeling van sgraffiti in de bloeiperiode van 1895 tot 1914 in kaart te brengen.

De centrale onderzoeksvraag luidt: Hoe heeft sgraffito zich in Gent ontwikkeld en wat maakt deze decoraties uniek op het gebied van stijl en techniek? Binnen een straal van 3 km worden specifiek 38 gebouwen en gebouwen-ensembles onderzocht. Deze selectie omvat ook sgraffiti uit het interbellum, gezien de directe invloeden van de sgraffito-techniek uit de belle époque. Om de onderzoeksvraag te beantwoorden, worden de decoraties en ontwerpers voornamelijk geanalyseerd via bronnenonderzoek, visuele analyse en archiefonderzoek. Dit leidt tot een indeling in vier groepen: sgraffito-pioniers, sgraffito-meesters, sgraffito-verkenners en sgraffito-erfgenamen, die samen de ontwikkeling van Gentse sgraffiti in kaart brengen.
Meer lezen

Verbeurdverklaring ten laste van derden: hoe eigen blijft eigendom?

KU Leuven
2024
Katrijn
Sette
Dit onderzoek focust op de Belgische regelgeving en rechtspraak betreffende het raakvlak tussen de verbeurdverklaring ten laste van derden (VTLD) en het eigendomsrecht. Bij een VTLD wordt op grond van een rechterlijke beslissing een verbeurdverklaring uitgesproken als bijkomende straf ten aanzien van een veroordeelde, maar zijn de goederen in kwestie – of een deel ervan – eigendom van een derde. Een dergelijke verbeurdverklaring heeft tot gevolg dat de derde zijn eigendom verliest ten voordele van de staat (of burgerlijke partij). Het mag duidelijk zijn dat een VTLD op gespannen voet staat met het eigendomsrecht van derden. Niettemin wordt eerstgenoemde toegepast in België, al wordt voor bepaalde derden wel in een bescherming van hun eigendom voorzien.

Dit onderzoek wil nagaan in hoeverre België beschikt over een ‘goede’ regelgeving en invulling ervan voor wat betreft het raakvlak tussen de VTLD en het eigendomsrecht. Het wenst het potentieel tot verbetering in kaart te brengen.

Hiertoe wordt eerst een beschrijvende analyse gemaakt van het huidig Belgisch kader. Er wordt gekeken naar de draagwijdte van het recht op eigendom en onderzocht in welke mate en op welke wijze de regeling omtrent de VTLD een balans weet te vinden tussen het eigendomsrecht enerzijds en de strafrechtelijke doelstellingen die aan de VTLD ten grondslag liggen anderzijds. Tevens wordt het Belgisch kader vergeleken met de benadering in Zwitserland en Zuid-Afrika. Op basis van voorgaande beschrijvende analyse en rechtsvergelijking, aangevuld met een studie omtrent de regeling en vereisten op niveau van de Raad van Europa en de Europese Unie, wordt vervolgens een toetsingskader ontwikkeld. Dit toetsingskader laat toe het huidig Belgisch kader grondig te evalueren qua mogelijkheid tot VTLD en qua voorziening in, voorwaarden voor en wijzen van derdenbescherming. De evaluatie toont dat – naast diverse goede elementen – de Belgische regeling en rechtspraak geplaagd worden door problemen, onduidelijkheden, hiaten en discrepanties. Dit potentieel tot verbetering wordt na een interne rechtsvergelijking met het goederenrecht vertaald in een reeks concrete aanbevelingen. Deze aanbevelingen – voornamelijk gericht aan de wetgever – willen een meerwaarde bieden bij de realisatie van een ‘goed’ Belgisch kader.
Meer lezen

Rethinking Anthropocene Architecture At Altitude

KU Leuven
2024
Marthe
Van Rompaey
De totale hoeveelheid door de mens gemaakte massa heeft de totale hoeveelheid biomassa op aarde ingehaald. Een nieuw tijdperk waarin de mens domineert, het Antropoceen, kondigt zich aan. Met 'sneller en meer' als religie, ontsnapt ook onze architectuurpraktijk niet aan de huidige tendens. Maar kan de tendens doorbroken worden en kan (interieur)architectuur een symbiotische relatie tussen mens en natuur vormgeven?

Marthe neemt je aan de hand van zes paviljoenen mee op een scenografische wandeling doorheen de Aosta Vallei. Doormiddel van tekst, maquette en film wordt op zoek gegaan naar alternatieve ontwerppraktijken die ruimte maken voor mens én anders-dan-mens. Wie de bergtop bereikt, vindt geen absolute waarheden, maar leert gaandeweg in vraag stellen langs paviljoenen die bewegen tussen hyperartificiële poëzie en de taal van de natuur.
Meer lezen

De Ruimtelijk-Energetische Puzzel: Koppelkansen tussen ruimtelijke en energetische doelstellingen op wijkniveau in Mechelen

KU Leuven
2024
Laurine
De Rop
De klimaatverandering zal de vormgeving van ons leven in de nabije toekomst sterk bepalen. De komende jaren zal er dus prioriteit moeten worden gegeven aan het terugdringen van de uitstoot van broeikasgassen. De omschakeling naar hernieuwbare energie is hierbij cruciaal. Er gaapt echter momenteel een enorme kloof tussen de ambitieuze visies en doelstellingen en de operationale acties op het terrein.

De ruimtelijke dimensie blijft in deze uitdaging echter vaak onderbelicht, vooral wanneer het gaat over klimaatmitigatie. Het wijkniveau vormt, als hypothese in deze masterproef, een beheersbaar en tastbaar schaalniveau om op een collectieve manier energetische doelstellingen te integreren met ruimtelijke uitdagingen en aldus samenhangende projecten te intiëren.

Deze masterproef onderzoekt daarom welke mogelijke koppelkansen er bestaan tussen ruimtelijke en energetische doelstellingen voor klimaatmitigatie op wijkniveau en de rol van de ruimtelijke planning in het identificeren en integreren van deze koppeling(en). Hiervoor wordt gebruik gemaakt van een iteratief leertraject dat ontwerpend onderzoek, theorievorming en bestaande praktijken integreert. Hiermee tracht deze masterproef bij te dragen aan de verdere uitbouw van kennis en inzichten rond ‘Klimaatwijken’, met een specifieke focus op de koppeling tussen ruimtelijke en energetische doelstellingen op vlak van warmteproductie, -opslag en -distributie.

De ruimtelijke planning kan bijdragen in het opnieuw zicht- en kenbaar te maken van energie voor energetische bewustwording, de energetische ruggengraat te gebruiken als drager voor ruimtelijke ontwikkeling, in te zetten op duurzame koeling voor groenere, aangenamere en comfortabelere wijken, het momentum van warmte-infrastructuuringrepen te gebruiken om ruimtelijke meerwaarde te creëren en intersectorale koppelingen te maken met energie in gedeeld ruimtegebruik. Het toepassen van deze strategieën vereist echter een nieuwe manier van denken en werken. Het is duidelijk dat ruimtelijke planning een cruciale rol speelt in de koppeling van ruimte en energie op wijkniveau, maar dat er nood is aan een gemeenschappelijke taal. Een nauwe samenwerking tussen energie-experts en ruimtelijke planners is essentieel in het garanderen van een geïntegreerd planningsproces. Daarnaast lijkt er vandaag een ontbrekende schakel te zijn tussen niet-juridisch bindende energetische plannen en hun doorwerking in omgevingsvergunningen.
Meer lezen

Bridging The Gap Between Urban Planning and Development - Generating Value by Shifting Risk and Reward

Universiteit Gent
2024
Wouter
Coucke
De master thesis onderzoekt de complexe interactie tussen stedenbouwkundigen en projectontwikkelaars bij het vormgeven van de gebouwde omgeving, gekenmerkt door een dynamisch samenspel van visie, onderhandeling en uitvoering tussen deze disciplines. Hoewel zowel ontwikkelaars als stedenbouwkundigen waarde hechten aan professionele samenwerking en erkennen dat dit leidt tot kwalitatief betere projecten en snellere goedkeuringen, wijzen de afgenomen interviews op het bestaan van een grote kloof, gekenmerkt door wederzijds wantrouwen, uiteenlopende doelstellingen en een uiteenlopend discours. Ontwikkelaars geven prioriteit aan winst en rendabiliteit, wat vaak botst met de lange termijnwaarde, de sociale impact en het gemeenschappelijk welzijn, waar stedenbouwkundigen zich op richten. Verschillende opvattingen over eigendomsrechten, een aanvaardbare vergoeding voor de genomen risico's, en verschillende visies omtrent de aanpak van het verdichtingsvraagstuk en de realisatie van betaalbare woningen, verergeren de kloof verder.

Vastgoedontwikkeling is een risicovolle, complexe, multidisciplinaire en kapitaalintensieve onderneming die de interactie en afstemming van verschillende belanghebbenden en een actief risicobeheer vereist. Wanneer risico's correct zijn geïdentificeerd, geanalyseerd en geëvalueerd, kunnen ze worden beheerst door deze te vermijden, te elimineren, te verminderen, te delen, over te dragen en uiteindelijk het restrisico te accepteren. Hoewel risicobeheer een complexe is, is het zeker niet uitsluitend een rationele benadering. Ervaring speelt ook een rol, en de risicoperceptie van ontwikkelaars wordt onder meer beïnvloed door de verwachtingen van consultants, financiële instellingen en investeerders.

Vanuit een stedenbouwkundig perspectief zijn de maatschappelijke risico's breder en de relevante tijdshorizon veel langer dan de doorlooptijd van het ontwikkelingsproces. Het vermogen van een projectontwikkelaar om risico's te delen of zelfs over te dragen aan een andere partij hangt grotendeels af van de professionaliteit en onderhandelingskracht van die andere partij. Hoewel ervaringen met publiek-private samenwerkingen niet eenduidig zijn, bieden ze wel het potentieel om ontwikkelingsrisico's te delen en de nodige publieke capaciteit en competenties op te bouwen om risico's te begrijpen en zelfs te beheren.

Het bereiken van een evenwicht tussen private ambities en maatschappelijke impact is een cruciaal element van stedenbouw en ontwerp. Dit evenwicht wordt vaak aangeduid als de 'kwaliteit' of 'waarde' van het project. Er bestaan echter verschillende waardebegrippen en deze worden in de masterthesis onderzocht. Ruilwaarde verwijst naar de waarde van een goed of dienst in handel, vaak uitgedrukt in geld. De focus op ruilwaarde geeft vaak voorrang aan monetair gewin onder het kapitalisme, waardoor bredere sociale en culturele waarden, die een belangrijke rol spelen in stedelijke ontwikkeling, mogelijks worden verwaarloosd. De conceptie van stedelijke ruimte wordt beïnvloed door dominante visies op sociale en culturele gebruikswaarde en veel minder door persoonlijke emotionele waarden. Het heersende regime, waarvan de stedenbouwkundigen de vertegenwoordigers zijn, controleert de productie van sociale ruimte door middel van de conceptie ervan , en dit kan botsen met de puur economische focus op ruilwaarde, vaak aangenomen door projectontwikkelaars.

Effectieve kwaliteitsborging in ruimtelijke ontwikkeling vereist duidelijke discussies tussen ontwikkelaars en autoriteiten over de onderliggende aannames, ambities en strategieën om een goed projectresultaat te bereiken. Om stedelijke kwaliteit te evalueren, is een genuanceerde en veelzijdige benadering noodzakelijk. Kwaliteitskamers, opgericht in allerlei vormen om projectkwaliteit te evalueren en te waarborgen, missen formele autoriteit en een coherente aanpak, en de toepassing ervan wordt niet dooer iedereen positief beoordeeld. Het is daarom aangewezen om de noodzaak en de werking van deze kwaliteitskamers te evalueren en desnoods te herzien.

De algemene uitkomst van de interviews is een falen van een effectief ruimtelijk beleid in Vlaanderen. De centrale Vlaamse overheid wordt als zwak en afwezig beschouwd, terwijl kleinere lokale overheden onderbemand en niet toegerust zijn om complexe vergunningsaanvragen aan te pakken. De 'laissez-faire'-aanpak kan historisch worden gesitueerd, maar heeft geleid tot een ongekende verstedelijking, aangejaagd door kansen voor grondeigenaren om speculatieve waarde te creëren en te behouden door het verkrijgen van vergunningen. Dit gedrag wordt vaak toegeschreven aan projectontwikkelaars, maar hun werkterrein is verschoven naar de herontwikkeling van bestaande locaties en gebouwen.

Het debat over ruimtelijke ordening richt zich hoofdzakelijk op het verlenen van vergunningen, met een zeer sterke nadruk op formaliteiten. Het vergunningsproces is ook overmatig gereguleerd en de nadruk op juridische formaliteiten heeft geleid tot een verlies aan strategische visie, terwijl belangrijke planningsuitdagingen blijven bestaan. Het ontbreken van duidelijke ontwikkelingskaders creëert bovendien onzekerheid, wat efficiënte en innovatieve stedelijke ontwikkeling belemmert.

De Vlaamse overheid moet opnieuw de controle verwerven over planning en programmering door middel van een synergetische aanpak aan te nemen waarbij beslissingen meer centraal worden genomen en middelen worden gebundeld, en waarbij stedelijke ontwikkelingskaders op subregionaal niveau worden vastgelegd. Zodra het ontwikkelingskader is bepaald, is het een stevig werkinstrument voor zowel stedenbouwkundigen als ontwikkelaars. De betrokkenheid van provincies op dit tussenniveau, of een andere subregionale instantie, moet verder worden onderzocht. Bovendien moeten een aantal dubbelzinnige ruimtelijke concepten worden herzien door ze te beoordelen vanuit hun collectieve gebruikswaarde en de grenzen met puur emotionele waarde, zodat ze bruikbare concepten worden in plannings- en vergunningsprocedures.

De vergunningsprocedure dient grondig herzien te worden, onder andere om de mogelijkheden van lichtvaardige beroepen op basis van persoonlijke emotionele waarden of zakelijke motieven te beperken, en om de mogelijkheid om de hele vergunningsbeoordeling compleet over te doen in de adminsitratieve beroepsprocedure, zonder daarmee rekening te houden met voorafgaande afspraken en overwegingen, af te schaffen. De rol en reikwijdte van de zogenaamde Kwaliteitskamers moet worden gestructureerd en geïntegreerd in het vergunningsproces, o.a. door de mogelijkheden van ontwikkelingskosten en ontwikkelingsakkoorden uit te breiden. Een fundamentele vraag in dit alles is wat de rol van de stedenbouwkundige in dit alles is.

Tenslotte heeft de analyse van de case study aangetoond dat Upgrade Estate in staat is relaties op te bouwen met zijn stakeholders en een product te ontwikkelen dat voldoet aan de behoeften van zijn huurders en investeerders, gebaseerd op grondig marktonderzoek. De behoefte aan het product, de marketingaanpak en, tot op zekere hoogte, de architecturale vorm van de Loop 5-gebouwen creëren een gevoel van collectiviteit dat Upgrade Estate in staat stelt zijn operatie te financieren op basis van naamsbekendheid en reputatie, wat het resultaat is van een zeer sterke relatie met zijn investeerders, een stabiel maar relatief laag financieel rendement, het nemen van sociale en maatschappelijke verantwoordelijkheid, een uitstekende corporate marketingmachine en een bewezen staat van dienst. De financiering van het project gebeurt via een innovatief financieringssysteem dat aan de aandacht van de de Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten (FSMA) ontsnapt lijkt te zijn. Om de risico's voor de eindinvesteerders te beperken, zou de FSMA dit soort structuren dringend moeten herzien, met name met betrekking tot deugdelijk bestuur, marktconforme waardering en transparantie.
Meer lezen

Participatie binnen De Zande

Hogeschool VIVES
2024
Marie
Degryse
  • Davina
    Dejonghe
  • Janick
    Van Loock
  • Margaux
    Maebe
  • Febe
    Vanderbeken
  • Chloë
    Van Steenbrugge
  • Chiandro
    Verschaeve
  • Julia
    Gheysens
De initiële vraag die deze bachelorproef in gang zette, kwam vanuit de gemeenschapsinstelling De Zande in Ruiselede. Het hoofddoel van dit onderzoek is om antwoorden te verschaffen op de vragen die binnen De Zande leven. Concreet brengen we in kaart hoe de participatie van jongeren in de gemeenschapsinstelling 'De Zande Ruiselede' verloopt, en hoe zij deze participatie ervaren. Daarnaast onderzoeken we ook de mate van participatie en de ervaring ervan bij de ouder(s) of voogd(en) van de jongeren. Participatie betekent het mee mogen beslissen en denken, en dit kan invloed hebben op het leven van de jongeren.

Onze hoofdonderzoeksvraag is “In welke mate ervaren jongeren en hun ouder(s)/voogd(en) participatiemogelijkheden binnen de gemeenschapsinstelling Ruiselede?”. Vanuit deze centrale onderzoeksvraag hebben we een aantal deelvragen opgesteld. Om deze vragen te beantwoorden, hebben we diverse onderzoeksmethoden gebruikt. We organiseerden cirkelgesprekken in vier leefgroepen om de jongeren te bevragen en voerden daarnaast individuele gesprekken met enkele jongeren.
Voor de ouder(s)/voogd(en) hebben we een enquête opgesteld. Om de respons op onze enquêtes te optimaliseren, organiseerden we aansluitend bij een ouderavond. Tijdens deze avond waren de ouders welkom om vragen te stellen omtrent onze enquêtes.

Met de resultaten van bovenstaande onderzoeksmethoden hebben we een SWOT-analyse opgesteld, waarin we de sterktes, zwaktes, kansen en bedreigingen van de organisatie met betrekking tot participatie bespraken. Op basis van deze analyse kwamen we tot een aantal aanbevelingen voor De Zande, campus Ruiselede.

Uit het kwantitatief onderzoek waarin we ouder(s)/voogd(en) bevragen, kunnen we concluderen dat het grootste aandachtspunt de gesprekken met de individuele begeleiders zijn. Huisbezoeken, de ronde tafel, het trajectoverleg en de gesprekken met de contextwerker worden als waardevol ervaren en mogen behouden blijven. Daarnaast wensen sommige respondenten voor meer georganiseerde evenementen zoals familiedagen om de participatie te vergroten. Helaas ervaren enkele ouder(s)/voogd(en) dat de bereikbaarheid naar de gemeenschapsinstelling als moeilijk.

Vanuit ons kwalitatief onderzoek blijkt dat de jongeren hun stem kunnen laten horen tijdens hun traject. Echter, hun vragen of ideeën worden niet altijd opgevolgd. Ze ervaren vaak lange wachttijden op een antwoord, aangezien niet alle voorstellen haalbaar zijn. Een negatief antwoord op de vragen of voorstellen van de jongeren kan afhankelijk zijn van de begeleider die op dat moment dienst heeft. Ook moet de sanctie ‘kamermoment’ volgens de jongeren worden herzien.

Enkele aanbevelingen om de participatie van de ouders te bevorderen is onder andere om meer familiedagen te organiseren zodat er op een informele manier meebeslist kan worden binnen het traject van de jongere. Daarnaast hadden we het idee om een welkomstboekje te introduceren in de opstartprocedure van hun traject. Op die manier kunnen ouder(s)/voogd(en) meer kennis krijgen over wat participatie precies is en hoe deze tot uiting komt. Een andere belangrijk gegeven is de bereikbaarheid van de gemeenschapsinstelling. Er zou eventueel overlegd kunnen worden met het politieke bestuur om het openbaar vervoer toegankelijker te maken in die streek.

Er zijn ook een aantal aanbevelingen omtrent de participatie voor de jongeren. Een eerste actie is om meer gesprekken te organiseren tussen de jongere en de individuele begeleider. De jongeren geven ook aan dat ze meer behoefte hebben aan eerlijkheid en transparantie. Vervolgens willen we meer aandacht schenken aan de rol van de commissaris Eveline, die het aanspreekpunt is voor de jongeren.
Meer lezen

Spaanse politieke opposanten in België in het post-Francotijdperk: Onderzoek naar de beweegredenen om Spanje te ontvluchten en de rol van België als toevluchtsoord vanaf 1975

Universiteit Gent
2023
Jana
Laporte
Na de dood van dictator Franco in 1975 begon in Spanje de Spaanse democratische overgang. Er is echter een schaduwzijde: ondanks deze democratisering ontvluchtten er nog Spanjaarden het land omwille van politieke redenen en gingen ze hun heil zoeken in België. Een problematiek die tot op de dag van vandaag actueel is.
Meer lezen

The Politicisation of Powering Change: Unravelling the Effect of Politicisation on Policy Responsiveness in European Renewable Energy Policy

KU Leuven
2023
Jonas
Meuleman
Politisering wordt vaak in een negatief daglicht gesteld als een barrière in effectieve beleidsvorming, maar dit onderzoek bewijst het tegendeel binnen het Europees hernieuwbaar energiebeleid. Gebaseerd op een innovatieve dataset voor alle EU-lidstaten, draagt dit onderzoek bij aan het begrip van hoe politisering duurzame energietransities kan versterken.
Meer lezen

Welk effect heeft voorleessoftware op de zelfredzaamheid van kinderen met dyslexie of TOS in het derde leerjaar?

Arteveldehogeschool Gent
2023
Sofie
Van Hoecke
In dit onderzoek besloten we dat voorleessoftware in een derde leerjaar de zelfredzaamheid verhoogt van leerlingen met nood aan leesondersteuning indien aan alle randvoorwaarden zoals het in orde zijn van technische apparatuur en het over voldoende computationele vaardigheden beschikken, wordt voldaan. Maar ook de inbreng van de leerkracht doet ertoe! Om hieraan tegemoet te komen, werden een plan van aanpak met een leerlijn geïntegreerd in het schoolwerkplan. Er werden ook hulpfiches voor leerlingen en leerkrachten ingevoerd en er werd werk gemaakt van breed evalueren van de mate van zelfstandig werken met de voorleessoftware.
Meer lezen

‘Integratie of segregatie? Een onderzoek naar de ervaringen van oudere gedetineerden’

Universiteit Gent
2023
Sarah
Decorte
De doelstelling van deze masterproef is gericht op de realisatie van een humaan leven in detentie voor oudere gedetineerden. Door middel van onderzoek naar de ervaringen van vijftigplussers in detentie wordt een inzicht verkregen op de hindernissen waar deze doelgroep op botst en hoe penitentiaire inrichtingen omgaan met haar steeds ouder wordende populatie. Deze groep heeft wegens de oudere leeftijd differentiële noden en behoeften ten opzichte van de algemene (jongere) detentiepopulatie (Ginn, 2012). Aan deze diverse noden kunnen tot op vandaag slechts weinig Belgische gevangenissen tegemoetgekomen (Humblet et al., 2022). Door aandacht te vestigen op deze groep kan dit onderzoek een basis vormen om bewustzijn te creëren op beleidsmatig niveau, waarna beleidsinitiatieven kunnen volgen.
Meer lezen

Ouderbetrokkenheid in de kleuterklas in de context van co-ouderschap: ouders aan het woord

Universiteit Gent
2023
Lisa
Lobbens
Het onderzoek gaat dieper in op de perspectieven van ouders op ouderbetrokkenheid in de kleuterklas in een context van co-ouderschap. Bij de conceptualisering van ouderbetrokkenheid wordt er veel verantwoordelijkheid bij ouders gelegd, maar hun perspectief wordt amper beluisterd. Aan de hand van diepte-interviews krijgt hun stem gehoor.
Meer lezen

Warning: Complex Female Protagonist - Redefining Unlikability and Passivity as Feminist Resistance and Female Agency in Millennial Women’s Writing

Universiteit Gent
2022
Amber
Kempynck
In hedendaagse Engelstalige literatuur geschreven door vrouwen is er een toevloed van complexe, “onsympathieke” vrouwelijke protagonisten. Dit geeft aanleiding tot twee discoursen: één over het genre dat deze romans tot stand hebben gebracht, namelijk “millennial fiction”, en een ander over het feministische gedachtegoed dat zij weergeven, het zogenaamde dissociative feminism. In deze discoursen wordt beweerd dat de hoofdpersonages onverantwoord passief zijn, wat schade brengt aan de feministische beweging. Deze thesis onderzoekt deze discoursen en toont door middel van de analyse van vier hedendaagse romans – Sally Rooney’s Conversations with Friends (2017), Ottessa Moshfegh’s My Year of Rest and Relaxation (2018), Eliza Clark’s Boy Parts (2020), en Lisa Taddeo’s Animal (2021) – aan dat de hoofdpersonages wel degelijk redenen hebben voor hun nihilistische houding en niet passief zijn, maar handelen met agency. Bovendien bevatten de romans een feministisch perspectief aangezien ze normatieve vrouwelijkheid uitdagen, de vrouwelijke ervaring belichten, en taboeonderwerpen over vrouwelijkheid aansnijden.
Meer lezen

Kwalitatief onderzoek naar een vlotte transitie van een lineaire naar een circulaire economie in de mode-industrie.

KU Leuven
2022
Margot
Vingerhoets
Om een vlotte transitie naar een circulaire economie in de mode-industrie mogelijk te maken is een geïntegreerde aanpak door overheid, ngo's, consumenten en bedrijven noodzakelijk. In de praktijk blijken kennisverspreiding en een structurele mentaliteitswijziging van consumenten en bedrijven onontbeerlijk.
Meer lezen

Urban tactics voor fietsmobiliteit in Paramaribo

Universiteit Antwerpen
2022
Sam
Rymenants
  • Marlies
    Struyf
Actie op korte termijn voor verandering op lange termijn. Door middel van urban tactics wordt onderzocht hoe fietsmobiliteit in Paramaribo gestimuleerd kan worden.
Meer lezen

Emiel Van Loven, de onzichtbare generatie van het modernisme

Universiteit Antwerpen
2021
Floremie
Vermeulen
Het onderwerp van dit onderzoek bestudeert de architectuur die werd gerealiseerd door een individu binnen de modernistische stroming. Zijn realisaties worden uitgelicht aan de hand van het gebruiksverhaal en gaat dus veel verder dan het esthetische aspect van het project. Het verhaal áchter het gebouw wordt hier belicht.
Meer lezen

Beyond “the Obligatory Note of Hope”: Buddhism, Ecology, and Affect in the Everyday Anthropocene Novel

Universiteit Gent
2021
Edith
Declercq
Dit is een literatuurwetenschappelijke scriptie over het Boeddhstisch, affectief en ecologisch denken in twee hedendaagse Amerikaanse romans. Als resultaat stelde ik vast dat deze twee romans die op het alledaags leven in het Anthropoceen focussen de verbondenheid tussen de verschillende levenssoorten vaak centraal stellen. Hieruit volgt dat zij onze geschiedenis anders bekijken en uit die verbondenheid ook hoop putten voor onze toekomst en een denkkader vinden om te leren omgaan met hun eigen angsten en zorgen over een klimaatveranderde toekomst.
Meer lezen

Offline Dieptebeeld-Gebaseerd Renderen voor Immersieve Ervaringen

Universiteit Gent
2020
Julie
Artois
De thesis beschrijft een methode om een omgeving in de echte wereld te bekijken in virtual reality. Hierbij wordt de omgeving gecapteerd door camera's en diepte sensoren, zodat een 3D reconstructie gemaakt kan worden.
Meer lezen

(On)beperkt (t)huis

Universiteit Hasselt
2020
Jill
Van Doninck
De scriptie '(On)beperkt (t)huis' bestudeert de aspecten die bijdragen tot het welbevinden van meerderjarigen met een licht verstandelijke beperking in kleinschalige woonvormen. De opkomst van kleinschalige woonvormen sluit aan bij de groeiende inclusie-gedachte én de veranderingen in de zorg. Dit resulteert in de creatie van een kleinschalige woonproject voor 8 meerderjarigen met een licht verstandelijke beperking waarin het thuisgevoel en welbevinden van de bewoners centraal staat.
Meer lezen

Onderzoek naar een succesvolle communicatie en transparantie betreffende ecologische duurzaamheid in de mode-industrie

KU Leuven
2020
Ferre
Ceusters
Dit onderzoek gaat op zoek naar factoren van een effectieve communicatie en transparantie
betreffende ecologische duurzaamheid in de mode-industrie. De basis bestaat uit zes cases die
via diepte-interviews en aanvullende secundaire data geanalyseerd worden.
Meer lezen

Design of aerobic granular sludge reactors: batch versus continuous systems

Universiteit Gent
2020
Margot
Pennewaerde
Aeroob korrelslib is een interessante nieuwe waterzuiveringstechniek waarbij sterk bespaard kan worden op energie, oppervlak en kost door betere bezinkbaarheid van de korrels. Aeroob korrelslib wordt tot op heden in praktijk echter enkel gebruikt in batch reactoren. Onderzoeksvraag: Zouden onze huidige continue installaties verbeterd kunnen worden m.b.t. behandelingscapaciteit en energieverbruik door er aeroob korrelslib in te introduceren?
Meer lezen

Postpenitentiaire hulp- en dienstverlening, realiteit of dode letter?

Vrije Universiteit Brussel
2020
Iris
Arnout
De periode na detentie krijgt amper aandacht en wordt al te vaak vergeten. De essentie van mijn onderzoek bestaat erin dit probleem aan te kaarten. Op deze manier schuilt in deze thesis een signaalfunctie naar beleidswerkers binnen het penitentiaire welzijnswerk toe. Daarnaast worden ook de effectieve noden en behoeften van veelplegers in kaart gebracht om de theorie en realiteit op elkaar af te stemmen.
Meer lezen

STRAFDOELEN IN DE UITVOERING VAN DE GEVANGENISSTRAF: een kwalitatief onderzoek bij penitentiair personeel en externe diensten

KU Leuven
2020
Amber
Zahr
In de literatuur bestaat er heel wat kritiek over de effectiviteit van de gevangenisstraf. Er wordt zelfs gesteld dat de straf zinloos zou zijn. Deze masterproef stelde de proef op de som. Meer specifiek poogde dit onderzoek na te gaan in hoeverre er aan de vooropgestelde strafdoelen wordt voldaan tijdens de uitvoering van de gevangenisstraf. Bovendien werd ook het aanbod van diensten om deze strafdoelen te ondersteunen onderzocht. Om dit te onderzoeken werden er interviews afgenomen bij het penitentiair personeel en externe diensten van Brussel en Leuven.
Meer lezen

Het ademend archief. Een nieuw begrip van het archief op basis van Otobong Nkanga's performancepraktijk

Universiteit Antwerpen
2020
Lotte
Bode
Hoe archiveer je een vluchtige, efemere kunstvorm zoals performance? Het is een vraag die de theaterwetenschap en performance studies al decennialang bezighoudt. De bijzondere kunstenaar Otobong Nkanga werpt nieuw licht op het vraagstuk. Het M HKA zal haar concept van ‘het ademend archief’ realiseren.
Meer lezen

Het Pilootproject Transitiehuizen in de praktijk: Een kwalitatief onderzoek naar de samenwerking tussen gevangenis en transitiehuis in Mechelen

KU Leuven
2020
Anton
Hunink
Het onderzoek betrof een verkennende studie naar de samenwerking tussen het transitiehuis van Mechelen en de gevangenis van Mechelen. Het doel van dit onderzoek was om deze samenwerking op een diepgaande manier te beschrijven en na te gaan hoe het juridisch kader zich vertaalt in de praktijk.
Meer lezen

Ontwerp van een energieopwekking- en energieopslagsysteem voor een pluimveebedrijf in Senegal

Universiteit Hasselt
2020
Thomas
Snijders
  • Kristof
    Van Wassenhove
Om de energieproblemen van het Senegalese pluimveebedrijf 'Le Coquetier Social' op te lossen hebben we een windmolen ontworpen. Dit is een windmolen die platgelegd kan worden, waardoor de opbouw en het onderhoud veiliger kunnen gebeuren.
Meer lezen

Ontwerp en validatie van een kosten-efficiënte draagstructuur voor een laser-snij-machine

Hogeschool VIVES
2020
Arne
Vervisch
  • Neal
    Brismail
Het goedkoper en efficiënter maken van een laserportaal.
Meer lezen

De virtuele gevangenis. Controle, normalisering en vrijwillige onderwerping in de digitale samenleving

Universiteit Antwerpen
2019
Stefanie
Matthys
Deze scriptie onderzoekt of de digitale samenleving te vergelijken is met de virtuele gevangenis. Ze gaat ook na of er sprake is van een vorm van vrijwillige onderwerping aan de digitale apparatuur. Op deze manier kunnen we enerzijds een beter begrip krijgen over de invloed van nieuwe technologieën op onze samenleving en ook hoe wij ons tegenover die technologieën verhouden als mens.
Meer lezen

De implementatie en vergelijking van wiskundige modellen in het kader van beeldverwerking

Universiteit Gent
2019
Bjarne
Dewilde
Een hardnekkig, wederkerend probleem in de digitale fotografie is beschadiging door ruis. Relatief eenvoudige technieken op basis van de lineaire warmtevergelijking zijn in staat de hoeveelheid ruis in een afbeelding aanzienlijk te verminderen maar kunnen geen onderscheidt maken tussen effectieve schade ten gevolge van ruis en belangrijke details. Dit probleem kan vermeden worden door a priori informatie op te nemen van structuren die behouden moeten blijven, een eigenschap die de niet-lineaire diffusievergelijking, zoals Perona-Malik, bezit.
Meer lezen