Scriptiebank overzicht

De Vlaamse Scriptiebank is een vrij toegankelijke online databank. Deze bevat alle artikels en full text scripties van deelnemende bachelors en masters aan de

Reliability of the ASH test in asymptomatic and symptomatic overhead athletes

Universiteit Antwerpen
2024
Michelle
Schellekens
  • Noa
    Verheyen
  • Jonas
    Pittoors
Schouderblessures komen vaak voor bij racketsporters door repetitieve, intense bewegingen zoals smashes en services. De Athletic Shoulder Test (ASH-test) biedt een betrouwbare methode om schouderkracht te meten in verschillende posities die specifiek zijn voor racketsporters. Uit onderzoek blijkt dat de test zeer betrouwbaar is, zowel binnen dezelfde onderzoeker als tussen verschillende therapeuten. De ASH-test helpt therapeuten om nauwkeurig inzicht te krijgen in de schouderkracht en biedt waardevolle ondersteuning bij het herstel van blessures. Toekomstig onderzoek moet de voorspellende waarde van de test verder onderzoeken en de toepasbaarheid in staande positie beoordelen.
Meer lezen

Spelenderwijs op het woonwagenterrein: onderzoek naar speel- en leermogelijkheden voor het woonwagenterrein, die sociaal-emotionele ontwikkeling kunnen bevorderen

UC Leuven-Limburg
2024
Riene
Decoene
Dit onderzoek biedt de mogelijkheid om leerkansen te creëren voor de huidige
woonwagenbewoners. Leren gaat immers niet alleen via school, maar ook via spel.
Dit werd verder aan het licht gebracht aan de hand van een literatuurstudie, die
zich spreidt over vier topics: woonwagencultuur, onderwijs, spel en sociaal-emotioneel leren (SEL). Voor spel en SEL werden respectievelijk volgende theorieën
gefilterd: flow- en zelfdeterminatietheorie én het CASEL framework.
Om betrokkenheid tijdens het onderzoek te vergroten werd er participatief gewerkt
met Art Based Research methoden. Daarnaast werd er een expertinterview
afgenomen bij Mobile School om na te gaan wat deze organisatie zou kunnen
betekenen in het kader van sociaal-emotioneel leren via spel op het
woonwagenterrein.
Hieruit is gebleken dat spel aanbieden op het terrein wel degelijk een meerwaarde
zou zijn. Zo kunnen kinderen namelijk sociaal-emotionele vaardigheden aanleren, die
ze in hun latere leven kunnen gebruiken. Bovendien draagt dit bij tot een positievere
beeldvorming van de maatschappij naar de gemeenschap toe.
Daarom mondt dit artikel uit in ontwerpeisen voor een speelterrein.
Meer lezen

Hoe ervaren interculturele koppels in Vlaanderen hun samenleven? Kwalitatief onderzoek naar perspectieven op cultuur(verschillen), culturele onderhandelingsprocessen en (in)formeel netwerk

Universiteit Gent
2024
Eva
Cornelus
Onder invloed van globalisering en processen zoals migratie worden samenlevingen steeds diverser, wat in Vlaanderen gepaard gaat met een stijging aan interculturele relaties. Deze masterproef gaat na wat voor deze koppels de betekenis is van cultuur, hoe koppels omgaan met cultuurverschillen en/of gelijkenissen en hoe ze hun contacten met het (in)formeel netwerk ervaren. Het doel van deze masterproef is om bij te dragen aan de wetenschappelijke kennis over hoe divers samengestelde gezinnen hun gezinsleven ervaren zodat pedagogische praktijken zo goed mogelijk op hun noden afgestemd kunnen worden. Om een antwoord te bieden op de onderzoeksvragen werd er gebruik gemaakt van kwalitatief onderzoek. Er werden semi-gestructureerde interviews afgenomen bij negentien participanten die zichzelf identificeren als intercultureel koppel en minstens één kind hebben. Op basis van de resultaten kunnen er vragen gesteld worden bij de validiteit en bruikbaarheid van het concept ‘cultuur’ voor het aanduiden van de assen van diversiteit en identiteit die partners in een interculturele relatie bij zichzelf en elkaar ervaren. Daarnaast levert deze masterproef evidentie op voor het feit dat een interculturele relatie een facilitator kan zijn voor persoonlijke groei in de partners en dat koppels gebruik maken van interne en externe krachtbronnen/strategieën. Ten derde bevestigt deze masterproef de resultaten van eerder onderzoek waaruit bleek dat interculturele koppels vooroordelen en discriminatie ervaren. Ten laatste wijzen de resultaten naar het formeel netwerk toe op twee aandachtspunten: enerzijds meertaligheid en anderzijds sensitiviteit ten aanzien van zowel de culturele identiteit als ten aanzien van mogelijke verschillen in maatschappelijke achtergrond.
Meer lezen

De Digitale Spiegel: Exploratie van zelfstigma in online eetstoornisgemeenschappen - Een kwalitatieve verkenning van stigma binnen digitale omgevingen

KU Leuven
2024
Artemis
Devaux
Het onderzoeken van zelfstigma in online eetstoornisgemeenschappen is relevant vanwege de toenemende invloed van digitale platforms, waar mensen steun en erkenning zoeken. Het is essentieel om te begrijpen hoe zelfstigma zich ontwikkelt in deze online omgevingen, om effectieve interventies en ondersteuningsmechanismen te ontwikkelen die kunnen leiden tot stigmareductie. Deze studie maakt gebruik van een kwalitatieve, fenomenologische benadering om te onderzoeken hoe zelfstigma zich manifesteert in online eetstoornisgemeenschappen. Door middel van diepgaande interviews met leden van deze gemeenschappen en thematische analyse, werden patronen en thema's in hun ervaringen geïdentificeerd. Het onderzoek richtte zich op persoonlijke ervaringen met eetstoornissen, percepties van publieke stigma, sociaal isolement en de invloed van online gemeenschappen. De fenomenologische methode werd gekozen om subjectieve ervaringen vast te leggen en te begrijpen hoe individuen stigma waarnemen en internaliseren. De studie concludeert dat zelfstigma in online eetstoornisgemeenschappen een complex fenomeen is dat wordt beïnvloed door verschillende factoren zoals publieke stigma, trauma en de dynamiek van online interacties. Deze gemeenschappen spelen een dubbele rol, zowel steun biedend als mogelijk schade veroorzakend, afhankelijk van de aard van de interacties binnen deze platforms. De bevindingen suggereren dat interventies gericht op het verminderen van zelfstigma rekening moeten houden met de specifieke dynamiek van online gemeenschappen. Strategieën zouden het bevorderen van positieve, op herstel gerichte interacties kunnen omvatten en hulpmiddelen kunnen bieden om individuen te helpen kritisch om te gaan met online inhoud. Uiteindelijk kan een beter begrip van hoe zelfstigma zich ontwikkelt en wordt versterkt, leiden tot betere ondersteuningssystemen en het herstel van mensen met eetstoornissen bevorderen.
Meer lezen

Unmasking in een neurotypische samenleving: de invloed van sociale contexten op authentieke zelfpresentatie bij queer autistische personen

KU Leuven
2024
Mirre
Verhoeven
Deze thesis onderzoekt de ervaringen van queer autistische personen met authentieke zelfpresentatie of unmasking in sociale contexten om inzicht te krijgen in de manieren waarop sociale omgevingen personen op het autismespectrum faciliteren of net belemmeren zichzelf te zijn. Er wordt hierbij gebruik gemaakt van een kritisch-constructivistische versie van Grounded Theory om (intersectionele) machtsrelaties en betekenisgeving in deze situaties bloot te leggen.
Een stijging in het aantal diagnoses resulteerde nog niet in een algemene aanvaarding van autistische personen in de samenleving. Stigmatisering en discriminatie vormen dan ook een grote oorzaak voor camouflerend of ‘masking’ gedrag bij personen met autisme. Dit resulteert vaak in een slechtere mentale gezondheid vanwege de continue stress, de verhoogde alertheid en het identiteitsverlies die masking veroorzaakt. Dit onderzoek exploreert daarom of ‘unmasking’, of het terug opbergen van zo’n camouflerende persona, een oplossing biedt in een nog steeds stigmatiserende samenleving.
De literatuurstudie van deze thesis bespreekt de historische context van het concept autisme en masking en gaat dieper in op de aanwezigheid van neurotypische normen en hun (intersectioneel) effect op autistische personen. Ook het potentieel van unmasking wordt hierin besproken. De opvallende afwezigheid van onderzoek over autisme dat door en voor autistische personen werd gevoerd is een belangrijke drijfveer geweest om dit onderzoek participatief en emancipatief uit te voeren.
Een analyse van dagboekfragmenten en interviews met queer autistische personen over hun ervaringen met unmasking resulteerde in drie soorten bevindingen. Enerzijds viel het op dat partcipanten zelf vaak weerstand bieden tegen het algemeen ableist narratief rond autisme als ze over hun ervaringen en identiteit spreken. Ze stellen niet alleen het medisch discours rond autisme in vraag, maar voelen in het algemeen vaak weerstand tegenover sociale normen en linken dit ook aan hun queer identiteit. Ten tweede bleek unmasking vaak nog te kwetsbaar in heel wat sociale omgevingen door een neurotypische hegemonie, die eveneens doorwerkt in de zorgsector. Heel wat participanten linken deze beperkingen bovendien aan een vrouwelijke socialisatie die hen sowieso beperkt in het zichzelf zijn en die niet overeenkomt met autistische gedragingen. Toch is unmasking wel wenselijk en ook mogelijk. De mogelijkheidsvoorwaarden zijn hierbij een gevoel van veiligheid, blijdschap of enthousiasme, het willen opkomen voor een hoger doel en sterke vermoeidheid.
Vernieuwende bevindingen waren onder andere dat masking ook in neurodiverse contexten gebeurt en dus niet uitsluitend bij neurotypische mensen. Daarnaast bleek unmasking voor participanten ook vermoeiend te zijn waardoor masking soms geprefereerd werd. Dit bleek niet alleen vanwege de stigmatiserende omgeving zo, maar ook vanwege de sterk aangeleerde gewoonte om continu te masken die veel participanten eigen is.
Deze resultaten van deze thesis benadrukken het belang van inclusiviteit en het betrekken van autistische stemmen (maar ook andere communicatievormen) in het maatschappelijk en wetenschappelijk debat over autisme. De thesis hoopt met de reflectieve dagboeken van waarde geweest te zijn voor de participanten, maar ook voor de bredere (queer) autistische community door bewustzijn bij hun omgevingen te creëren rond de gevolgen van stigmatisering en discriminatie.
Meer lezen

Cyber Warfare: an attack on the principle of distinction?

KU Leuven
2024
Charlotte
Teuwens
Cyberaanvallen zijn alomtegenwoordig. De gevolgen ervan worden met de dag ernstiger. Deze aanvallen vereisen daarom een strenge en duidelijke regelgeving. Het merendeel van de staten besloot dan ook na jaren van discussie dat het internationaal humanitair recht van toepassing is op cyberoorlogvoering. Het blijft echter onduidelijk hoe de principes geïnterpreteerd moeten worden. Over het beginsel van onderscheid rees bijvoorbeeld de vraag of digitale gegevens als voorwerp beschouwd kunnen worden. In dat geval zou dit beginsel namelijk persoonsgegevens beschermen. Gezien de interconnectiviteit van de cyberruimte is dit dan ook zeer wenselijk.

In twee niet-bindende instructies over cyberoorlogvoering besloten experten daarentegen dat persoonsgegevens geen voorwerp zijn. Verschillende auteurs hebben kritiek geuit op dezeinterpretatie. Volgens hen beschouwen staten digitale gegevens reeds als voorwerp en ontstaat er gewoonterecht. In hun argumentatie voor deze verklaring ontbreekt echter sluitend bewijs.

Deze masterproef onderzoekt daarom de waarachtigheid van dit standpunt. De masterproef analyseert bronnenmateriaal van veertien staten op zoek naar opinio juris en statenpraktijk. De staten zijn geselecteerd aan de hand van drie factoren wat betreft hun betrokkenheid in cyberoorlogvoering. Op basis van deze analyse besluit de masterproef dat staten de ‘scale and effects approach’ toepassen: ze evalueren of de niet-materiële gevolgen van een cyberaanval, bijvoorbeeld economische, gelijkaardig zijn aan de gevolgen die een fysieke aanval zou veroorzaken. Het standpunt van de auteurs is dus gedeeltelijk waar: staten beschouwen digitale gegevens niet als voorwerp, maar wanneer de omvang en gevolgen van een cyberaanval een bepaalde drempel overschrijden, beschermen ze digitale gegevens alsnog als een voorwerp. Deze bevinding resulteert in een alternatieve interpretatie voor huidige praktijken in de
cyberruimte. Om vervolgens bovenvermelde drempel te specifiëren, zijn de interpretatie van de experten en de alternatieve interpretatie toegepast op scenario’s. Deze toepassing toont aan dat staten vaker bescherming bieden tegen cyberaanvallen dan de experten in hun interpretatie aan bescherming voorzien. De masterproef concludeert daarom dat een herinterpretatie wenselijk is om de rechtszekerheid en de bescherming van persoonsgegevens te verhogen.
Meer lezen

Rouwen over culturen heen: Ondersteuning van migrantenkinderen en -jongeren bij het sterven van een familielid

Odisee
2024
Zahide
Ocak
Rouwen over culturen heen: stel je voor dat je een wereldreis maakt door het landschap van menselijke emoties, waar elke stap een ander verhaal van verlies en veerkracht onthult. Deze scriptie nodigt je uit om mee te reizen door het complexe en dynamische rouwproces van kinderen en jongeren met een migratie-achtergrond, en biedt handvaten voor ouders en hulpverleners om hen op een passende en cultuursensitieve manier te ondersteunen.

Onze reis begint in een wereld waarin migratie en culturele diversiteit toenemen, en waar kinderen en jongeren voor unieke uitdagingen komen te staan bij verlieservaringen. Door middel van een diepgaande casusanalyse van de zevenjarige Yusuf en zijn zussen die hun moeder plotseling verloren, krijgen we inzicht in hun unieke rouwbehoeften. We verkennen drie invalshoeken: de psychologische, pedagogische en levensbeschouwelijke dimensies van rouw. Onderweg zien we hoe emotionele reacties zoals boosheid, verdriet en angst zich tonen in gedragsproblemen, en ontdekken we het belang van een ondersteunende omgeving waarin deze emoties kunnen worden erkend en verwerkt.

Verder brengen de wegen ons bij cultuursensitieve benaderingen die onmisbaar blijken voor effectieve ondersteuning. De scriptie presenteert drie innovatieve veranderingsvoorstellen: vormingen voor gezinnen, preventieve lessen in scholen en de ontwikkeling van een cultuursensitief kinderboek. Elk voorstel biedt praktische richtlijnen en inspirerende voorbeelden die direct toepasbaar zijn in de praktijk. We leren hoe ouders kunnen worden betrokken bij het rouwproces van hun kinderen, hoe leerkrachten kunnen worden getraind in het herkennen en ondersteunen van rouwende leerlingen, en hoe kinderboeken kunnen worden gecreëerd die de culturele en religieuze diversiteit van rouwervaringen weerspiegelen.

Onze reis voert ons door de verschillende fasen van rouw, waarbij we uitwegen verkennen voor de uitdagingen waarmee kinderen en jongeren met een migratie-achtergrond worden geconfronteerd. De verhalen van gezinnen zoals dat van Yusuf illustreren de complexe dynamieken van rouw en de noodzaak van een empathische en geïnformeerde benadering. We ontdekken dat cultuursensitieve ondersteuning niet alleen helpt bij het verwerken van verlies, maar ook bijdraagt aan de veerkracht van rouwende kinderen en jongeren.

Aangekomen bij onze bestemming staan we stil bij een vraag die ons zal blijven bezig houden: Hoe kunnen we ervoor zorgen dat ieder kind de juiste steun krijgt bij hun unieke rouwproces in een steeds diverser wordende samenleving?
Meer lezen

De Dekaloog van Krzysztof Kieslowski door de lens van de adaptatiestudies en intertekstualiteit

Universiteit Antwerpen
2024
Justine
Decoster
De Dekaloog-serie van Krzysztof Kieslowski is gebaseerd op de Tien Geboden, wat de indruk wekt dat het een adaptatie is van de Geboden. Aan de hand van de geschiedenis van de adaptatiestudies wordt onderzocht hoe we inzicht kunnen krijgen in adaptaties en wordt het begrip gedefinieerd om na te gaan of de Dekaloog als een adaptatie kan worden beschouwd. Binnen de adaptatiestudies is er een stroming die adaptaties verbinden met intertekstualiteit. Laatstgenoemde concept verwijst naar de manier waarop teksten met elkaar verweven zijn. Een tekst kan immers meerdere interpretaties en betekenissen in zich dragen en op die manier bewust of onbewust verwijzen naar andere teksten. Die betekenis en verwijzingen kunnen bewust door de maker van de tekst in de tekst verwerkt worden, maar zij kunnen ook onbewust in de tekst sluipen. Daarnaast is er voor de lezer/kijker een grote rol weggelegd. Die kan immers aan de hand van het eigen referentiekader andere werken herkennen in de tekst en op die manier nieuwe en/of andere inzichten krijgen in de tekst. In deze scriptie zal beargumenteerd wordt dat de Dekaloog een adaptatie is en dat adaptaties zich omwille van hun specifieke aard lenen tot een intertekstuele analyse. Er wordt een intertekstuele analyse gemaakt van Dekaloog één, vijf en zes. Essentieel daarbij is kennis over het werk dat geadapteerd werd, de context waarin de adaptatie tot stand kwam en de dialoog met andere academische literatuur, filosofie en andere films. Op die manier wordt er inzicht gecreëerd in de betekenissen die aanwezig zijn in de films. Daaruit volgt geen definitieve interpretatie van de films maar een analyse die op zijn beurt uitnodigt om met andere teksten in dialoog te treden.
Meer lezen

Rouw bij topsporters na het beëindigen van de topsportcarrière

AP Hogeschool Antwerpen
2024
Hanne
Van Bossele
  • Liesbet
    Van Breedam
De overgang van een leven als topsporter naar een ander carrièrepad is vaak een complex
proces dat gepaard gaat met diverse uitdagingen, waaronder het ervaren van rouw en
verlies. Dit verkennend onderzoek richt zich op de verschillende ervaringen van
tweeëntwintig voormalige atleten met betrekking tot rouw en verlies bij het beëindigen van
hun carrière in de topsport. Deze atleten hebben hun topsportcarrière minimaal drie jaar en
maximaal zestien jaar geleden stopgezet. De hoofdvraag probeert te achterhalen op welke
manier deze topsporters het best kunnen ondersteund worden tijdens deze overgangsfase.
De deelvragen richten zich op factoren die de verlieservaring beïnvloeden, handvaten en
belemmeringen voor het verwerkingsproces, en de emoties die domineren bij het beëindigen
van de carrière en hoe deze veranderen na verloop van tijd.
Een uitgebreide literatuurstudie werd uitgevoerd en twee experten in het begeleiden van
(ex-)topsporters werden bevraagd. Semigestructureerde interviews en vragenlijsten werden
afgenomen bij tweeëntwintig ex-topsporters. De interviews werden geanalyseerd aan de
hand van een thematische analyse. De bevindingen tonen aan dat zeventien van de
tweeëntwintig deelnemers een rouwervaring hebben doorgemaakt bij het beëindigen van
hun topsportcarrière. Dit suggereert dat rouw of verlies een veelvoorkomend fenomeen is
tijdens deze overgang.
De analyse wijst op enkele belangrijke tendensen. Factoren die de verlieservaring
beïnvloeden, omvatten onder andere het niveau en de intensiteit van de topsportbeoefening.
Respondenten die voorafgaand aan hun beëindiging een duidelijk plan hadden en/of een
afscheid of erkenning kregen, ervaarden minder intense rouwgevoelens. Sociale steun van
familie, vrienden en lotgenoten bleek een belangrijke buffer te zijn tegen mogelijke
rouwgevoelens en respondenten die hun carrière onvrijwillig moesten beëindigen, voelden
vaker intense rouwgevoelens dan diegenen die vrijwillig stopten. Daarnaast suggereert het
onderzoek dat het inzetten op enkel topsport, ook tijdens de carrière, belemmerend kan
werken in het leven na topsport.
De resultaten benadrukken het belang van bewustwording en erkenning van de uitdagingen
die voormalige topsporters ervaren bij de carrièrebeëindiging alsook het belang van goede
begeleiding bij het afsluiten van een topsportcarrière. Aanbevolen
ondersteuningsmogelijkheden omvatten psychologische ondersteuning, het opzetten van
p 5 / 109
mentorprogramma’s met ervaren ex-topsporters, inclusief loopbaanbegeleiding en
netwerkuitbreiding. Verder is er aandacht voor erkenning en afscheid binnen de
topsportgemeenschap als belangrijk aspect voor een succesvolle overgang.
Het onderzoek benadrukt de complexiteit van het proces en pleit voor een holistische
benadering van ondersteuning van (voormalige) topsporters bij het beëindigen van hun
carrière, met aandacht voor zowel de mentale als fysieke aspecten, alsook de ontwikkeling
van een bredere identiteit en sociale netwerken buiten de sport.
Meer lezen

Inburgering, Taalverplichtingen & Sociale Prestaties voor Derdelanders: een juridische kijk op 'Taalwelvaartschauvinisme'

KU Leuven
2024
Simon
Venmans
Hoe kijkt het Belgische en Europese recht naar het ontnemen van sociale uitkeringen aan derdelanders wegens hun gebrek aan Nederlands? Deze politieke trend, wat ik ‘taalwelvaartschauvinisme’ noem, stoot bij haar omzetting in wetgeving op verschillende juridische, maar ook praktische bezwaren.
Meer lezen

Verbeurdverklaring ten laste van derden: hoe eigen blijft eigendom?

KU Leuven
2024
Katrijn
Sette
Dit onderzoek focust op de Belgische regelgeving en rechtspraak betreffende het raakvlak tussen de verbeurdverklaring ten laste van derden (VTLD) en het eigendomsrecht. Bij een VTLD wordt op grond van een rechterlijke beslissing een verbeurdverklaring uitgesproken als bijkomende straf ten aanzien van een veroordeelde, maar zijn de goederen in kwestie – of een deel ervan – eigendom van een derde. Een dergelijke verbeurdverklaring heeft tot gevolg dat de derde zijn eigendom verliest ten voordele van de staat (of burgerlijke partij). Het mag duidelijk zijn dat een VTLD op gespannen voet staat met het eigendomsrecht van derden. Niettemin wordt eerstgenoemde toegepast in België, al wordt voor bepaalde derden wel in een bescherming van hun eigendom voorzien.

Dit onderzoek wil nagaan in hoeverre België beschikt over een ‘goede’ regelgeving en invulling ervan voor wat betreft het raakvlak tussen de VTLD en het eigendomsrecht. Het wenst het potentieel tot verbetering in kaart te brengen.

Hiertoe wordt eerst een beschrijvende analyse gemaakt van het huidig Belgisch kader. Er wordt gekeken naar de draagwijdte van het recht op eigendom en onderzocht in welke mate en op welke wijze de regeling omtrent de VTLD een balans weet te vinden tussen het eigendomsrecht enerzijds en de strafrechtelijke doelstellingen die aan de VTLD ten grondslag liggen anderzijds. Tevens wordt het Belgisch kader vergeleken met de benadering in Zwitserland en Zuid-Afrika. Op basis van voorgaande beschrijvende analyse en rechtsvergelijking, aangevuld met een studie omtrent de regeling en vereisten op niveau van de Raad van Europa en de Europese Unie, wordt vervolgens een toetsingskader ontwikkeld. Dit toetsingskader laat toe het huidig Belgisch kader grondig te evalueren qua mogelijkheid tot VTLD en qua voorziening in, voorwaarden voor en wijzen van derdenbescherming. De evaluatie toont dat – naast diverse goede elementen – de Belgische regeling en rechtspraak geplaagd worden door problemen, onduidelijkheden, hiaten en discrepanties. Dit potentieel tot verbetering wordt na een interne rechtsvergelijking met het goederenrecht vertaald in een reeks concrete aanbevelingen. Deze aanbevelingen – voornamelijk gericht aan de wetgever – willen een meerwaarde bieden bij de realisatie van een ‘goed’ Belgisch kader.
Meer lezen

Detecting Neural Responses in EEG Recordings of Cochlear-Implant Recipients

KU Leuven
2024
Tom
Colemont
Genomineerde longlist mtech+prijs
Bijna tien procent van de Belgen lijdt aan gehoorverlies. Gelukkig kunnen gehoorapparaten vaak helpen, maar wat als die niet langer voldoende zijn? In dat geval kunnen gehoorimplantaten, en meer specifiek cochleaire implantaten, personen met ernstig gehoorverlies opnieuw laten horen. Net als de sterkte van je brilglazen moet je zulke gehoorimplantaten nauwkeurig afstellen op de noden van de drager. Deze scriptie onderzoekt hoe je dat automatisch kan doen, zodat echt iedereen met een cochleair implantaat geholpen kan worden.
Meer lezen

De meerwaarde van rooming-in op een acute psychiatrische afdeling

Erasmushogeschool Brussel
2024
Valérie
Demol
Deze scriptie gaat over het onderzoek naar de meerwaarde van het concept rooming-in op een acute, psychiatrische afdeling van een algemeen ziekenhuis voor zowel de patiënt, dienst context als de hulpverleners.
Meer lezen

Él Que se Apura, Pierde Tiempo He Who Rushes, Wastes Time* Charting the Course for a Just Energy Transition in the midst of a Green Hydrogen “Rush” in Magallanes, Chile: The Critical Role of Local Voices

Universiteit Gent
2024
Sil
Maslov
Mijn masterthesis onderzoekt de invloed van de dringende groene energietransitie en de daarbij snelgroeiende groene waterstofindustrie in Patagonië, Chili, op lokale gemeenschappen en het milieu. De studie benadrukt de spanningen tussen wereldwijde klimaatambities en de sociaal-ecologische rechtvaardigheid op lokaal niveau. Door middel van veldonderzoek en interviews met lokale activisten en betrokken burgers, breng ik de risico's van 'groen extractivisme' in kaart, waarbij schijnbaar duurzame technologieën leiden tot nieuwe vormen van exploitatie en marginalisatie. Mijn onderzoek pleit voor een inclusieve en rechtvaardige energietransitie, waarin lokale stemmen centraal staan.
Meer lezen

Van pen tot prompt: academisch schrijven met ChatGPT

KU Leuven
2024
Lotte
Uyttenbroeck
Schrijven is een cognitieve vaardigheid die niet alleen een diepgaand begrip van taal en grammatica vraagt maar ook het vermogen om ideeën helder over te brengen. Binnen de cognitieve en ontwikkelingspsychologie bestuderen wetenschappers al decennialang schrijfmodellen om dat proces te schetsen (Flower & Hayes 1980; Bereiter & Scardamalia 1987; Engeström 1987; Zimmerman & Risemberg 1997). Technologische innovaties veranderen de aard van het schrijfproces echter en zorgen voor conceptuele verschuivingen (Cummings 2023). Binnen de academische gemeenschap neemt schrijfvaardigheid een essentiële plaats in aangezien veel kennis schriftelijk geëvalueerd en gepresenteerd wordt. Er is bijgevolg ook een specifiek academisch register met eigen stijlkenmerken (Van Kalsbeek & Kuiken 2014). Ondanks het belang van deze vaardigheid, signaleren onderzoeken dat die daalt bij studenten (Berckmoes & Rombout 2009; De Bakker et al 2015). Het is daarom essentieel om te onderzoeken welke digitale ondersteuningsmechanismen beschikbaar zijn voor studenten (Allen et al. 2016; Strobl 2019) en welke rol generatieve artificiële intelligentie (GenAI) daarin kan spelen sinds november 2022 (Su et al. 2023). De onderzoeksvragen luiden dan ook “In welke mate en voor welke doeleinden schakelen (on)ervaren academische schrijvers GenAI in voor academische schrijfopdrachten?” en “Wat is de houding van (on)ervaren academische schrijvers ten opzichte van GenAI?”

Om een antwoord te bieden op die onderzoeksvragen, heeft deze masterproef kwantitatief en kwalitatief onderzoek gecombineerd. Een online enquête met stellingen in matrixtabellen (studie A) wordt verdiept aan de hand van schrijfopdrachten waarbij 11 studenten ChatGPT gebruiken en in real time geobserveerd worden met think aloud protocols (studie B). De enquête, afgenomen bij 258 studenten sociale wetenschappen of letteren aan de KU Leuven, toont dat de grote meerderheid vooral bekend is met ChatGPT en ongeveer 60% het inzet voor academische schrijfopdrachten. Ze geven aan het vooral te gebruiken tijdens de pre-writing en writing-fasen om concepten uit te leggen, te brainstormen en teksten te verrijken. Ze vinden het een handig hulpmiddel maar zijn ook sceptisch over de betrouwbaarheid en academische integriteit van de gegenereerde inhoud. Ervaren schrijvers (n = 188) rapporteren een frequenter gebruik dan onervaren schrijvers (n = 60) voor alle doeleinden behalve het zoeken van bronnen en staan positiever ingesteld tenzij over het leerverlies en de duidelijkheid van de richtlijnen. Studie B laat zien dat studenten ook synoniemen opzoeken en hele teksten door GenAI laten genereren om die vervolgens te reviseren, waarbij gedrag sterk varieert per individu en geen link met de academische ervaring lijkt te vertonen. Ze gebruiken GenAI als aanvulling in een arsenaal van hulpmiddelen en de resultaten tonen aan dat de gangbare theoretische schrijfmodellen herzien moeten worden. Ook valt op dat sterke schrijfvaardigheden essentieel blijven bij het beoordelen van de output en sommige deelnemers hier voldoening uithalen en verkiezen alles zelf te schrijven. Uit studie B blijkt dat het formuleren van prompts een vaardigheid op zich is die tekortkomingen vertoont. Het hoger onderwijs moet zich zeker ook richten op het aanleren van prompt engineering en een betere kadering bieden van toegestaan gebruik van GenAI in schrijfopdrachten
Meer lezen

Kan de overlevingsmodus van jongvolwassenen hersteld worden naar leven met perspectief? in het woonconcept Maison Segal, gedragen vanuit Nieuwe Autoriteit

Karel De Grote Hogeschool
2024
Eva
Janssens
Maison Segal is een kleinschalige woonvorm waarbij ik de doelgroep jongvolwassenen tussen 20 en 30 jaar verbind met de doelgroep jonge ouderen tussen 60 en 70 jaar.

Zo is Maison Segal de metaforische cocon waarin beide doelgroepen zich verwezenlijken. Ze vinden hier veilige ondersteuning en betrouwbare voeding om te vinden wie ze willen zijn als vlinder. Wanneer ze zich er klaar voor voelen als volgroeide vlinder, vliegen ze uit. Vol zelfvertrouwen tonen ze al hun pracht aan de wereld.
Meer lezen

Bridging The Gap Between Urban Planning and Development - Generating Value by Shifting Risk and Reward

Universiteit Gent
2024
Wouter
Coucke
De master thesis onderzoekt de complexe interactie tussen stedenbouwkundigen en projectontwikkelaars bij het vormgeven van de gebouwde omgeving, gekenmerkt door een dynamisch samenspel van visie, onderhandeling en uitvoering tussen deze disciplines. Hoewel zowel ontwikkelaars als stedenbouwkundigen waarde hechten aan professionele samenwerking en erkennen dat dit leidt tot kwalitatief betere projecten en snellere goedkeuringen, wijzen de afgenomen interviews op het bestaan van een grote kloof, gekenmerkt door wederzijds wantrouwen, uiteenlopende doelstellingen en een uiteenlopend discours. Ontwikkelaars geven prioriteit aan winst en rendabiliteit, wat vaak botst met de lange termijnwaarde, de sociale impact en het gemeenschappelijk welzijn, waar stedenbouwkundigen zich op richten. Verschillende opvattingen over eigendomsrechten, een aanvaardbare vergoeding voor de genomen risico's, en verschillende visies omtrent de aanpak van het verdichtingsvraagstuk en de realisatie van betaalbare woningen, verergeren de kloof verder.

Vastgoedontwikkeling is een risicovolle, complexe, multidisciplinaire en kapitaalintensieve onderneming die de interactie en afstemming van verschillende belanghebbenden en een actief risicobeheer vereist. Wanneer risico's correct zijn geïdentificeerd, geanalyseerd en geëvalueerd, kunnen ze worden beheerst door deze te vermijden, te elimineren, te verminderen, te delen, over te dragen en uiteindelijk het restrisico te accepteren. Hoewel risicobeheer een complexe is, is het zeker niet uitsluitend een rationele benadering. Ervaring speelt ook een rol, en de risicoperceptie van ontwikkelaars wordt onder meer beïnvloed door de verwachtingen van consultants, financiële instellingen en investeerders.

Vanuit een stedenbouwkundig perspectief zijn de maatschappelijke risico's breder en de relevante tijdshorizon veel langer dan de doorlooptijd van het ontwikkelingsproces. Het vermogen van een projectontwikkelaar om risico's te delen of zelfs over te dragen aan een andere partij hangt grotendeels af van de professionaliteit en onderhandelingskracht van die andere partij. Hoewel ervaringen met publiek-private samenwerkingen niet eenduidig zijn, bieden ze wel het potentieel om ontwikkelingsrisico's te delen en de nodige publieke capaciteit en competenties op te bouwen om risico's te begrijpen en zelfs te beheren.

Het bereiken van een evenwicht tussen private ambities en maatschappelijke impact is een cruciaal element van stedenbouw en ontwerp. Dit evenwicht wordt vaak aangeduid als de 'kwaliteit' of 'waarde' van het project. Er bestaan echter verschillende waardebegrippen en deze worden in de masterthesis onderzocht. Ruilwaarde verwijst naar de waarde van een goed of dienst in handel, vaak uitgedrukt in geld. De focus op ruilwaarde geeft vaak voorrang aan monetair gewin onder het kapitalisme, waardoor bredere sociale en culturele waarden, die een belangrijke rol spelen in stedelijke ontwikkeling, mogelijks worden verwaarloosd. De conceptie van stedelijke ruimte wordt beïnvloed door dominante visies op sociale en culturele gebruikswaarde en veel minder door persoonlijke emotionele waarden. Het heersende regime, waarvan de stedenbouwkundigen de vertegenwoordigers zijn, controleert de productie van sociale ruimte door middel van de conceptie ervan , en dit kan botsen met de puur economische focus op ruilwaarde, vaak aangenomen door projectontwikkelaars.

Effectieve kwaliteitsborging in ruimtelijke ontwikkeling vereist duidelijke discussies tussen ontwikkelaars en autoriteiten over de onderliggende aannames, ambities en strategieën om een goed projectresultaat te bereiken. Om stedelijke kwaliteit te evalueren, is een genuanceerde en veelzijdige benadering noodzakelijk. Kwaliteitskamers, opgericht in allerlei vormen om projectkwaliteit te evalueren en te waarborgen, missen formele autoriteit en een coherente aanpak, en de toepassing ervan wordt niet dooer iedereen positief beoordeeld. Het is daarom aangewezen om de noodzaak en de werking van deze kwaliteitskamers te evalueren en desnoods te herzien.

De algemene uitkomst van de interviews is een falen van een effectief ruimtelijk beleid in Vlaanderen. De centrale Vlaamse overheid wordt als zwak en afwezig beschouwd, terwijl kleinere lokale overheden onderbemand en niet toegerust zijn om complexe vergunningsaanvragen aan te pakken. De 'laissez-faire'-aanpak kan historisch worden gesitueerd, maar heeft geleid tot een ongekende verstedelijking, aangejaagd door kansen voor grondeigenaren om speculatieve waarde te creëren en te behouden door het verkrijgen van vergunningen. Dit gedrag wordt vaak toegeschreven aan projectontwikkelaars, maar hun werkterrein is verschoven naar de herontwikkeling van bestaande locaties en gebouwen.

Het debat over ruimtelijke ordening richt zich hoofdzakelijk op het verlenen van vergunningen, met een zeer sterke nadruk op formaliteiten. Het vergunningsproces is ook overmatig gereguleerd en de nadruk op juridische formaliteiten heeft geleid tot een verlies aan strategische visie, terwijl belangrijke planningsuitdagingen blijven bestaan. Het ontbreken van duidelijke ontwikkelingskaders creëert bovendien onzekerheid, wat efficiënte en innovatieve stedelijke ontwikkeling belemmert.

De Vlaamse overheid moet opnieuw de controle verwerven over planning en programmering door middel van een synergetische aanpak aan te nemen waarbij beslissingen meer centraal worden genomen en middelen worden gebundeld, en waarbij stedelijke ontwikkelingskaders op subregionaal niveau worden vastgelegd. Zodra het ontwikkelingskader is bepaald, is het een stevig werkinstrument voor zowel stedenbouwkundigen als ontwikkelaars. De betrokkenheid van provincies op dit tussenniveau, of een andere subregionale instantie, moet verder worden onderzocht. Bovendien moeten een aantal dubbelzinnige ruimtelijke concepten worden herzien door ze te beoordelen vanuit hun collectieve gebruikswaarde en de grenzen met puur emotionele waarde, zodat ze bruikbare concepten worden in plannings- en vergunningsprocedures.

De vergunningsprocedure dient grondig herzien te worden, onder andere om de mogelijkheden van lichtvaardige beroepen op basis van persoonlijke emotionele waarden of zakelijke motieven te beperken, en om de mogelijkheid om de hele vergunningsbeoordeling compleet over te doen in de adminsitratieve beroepsprocedure, zonder daarmee rekening te houden met voorafgaande afspraken en overwegingen, af te schaffen. De rol en reikwijdte van de zogenaamde Kwaliteitskamers moet worden gestructureerd en geïntegreerd in het vergunningsproces, o.a. door de mogelijkheden van ontwikkelingskosten en ontwikkelingsakkoorden uit te breiden. Een fundamentele vraag in dit alles is wat de rol van de stedenbouwkundige in dit alles is.

Tenslotte heeft de analyse van de case study aangetoond dat Upgrade Estate in staat is relaties op te bouwen met zijn stakeholders en een product te ontwikkelen dat voldoet aan de behoeften van zijn huurders en investeerders, gebaseerd op grondig marktonderzoek. De behoefte aan het product, de marketingaanpak en, tot op zekere hoogte, de architecturale vorm van de Loop 5-gebouwen creëren een gevoel van collectiviteit dat Upgrade Estate in staat stelt zijn operatie te financieren op basis van naamsbekendheid en reputatie, wat het resultaat is van een zeer sterke relatie met zijn investeerders, een stabiel maar relatief laag financieel rendement, het nemen van sociale en maatschappelijke verantwoordelijkheid, een uitstekende corporate marketingmachine en een bewezen staat van dienst. De financiering van het project gebeurt via een innovatief financieringssysteem dat aan de aandacht van de de Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten (FSMA) ontsnapt lijkt te zijn. Om de risico's voor de eindinvesteerders te beperken, zou de FSMA dit soort structuren dringend moeten herzien, met name met betrekking tot deugdelijk bestuur, marktconforme waardering en transparantie.
Meer lezen

Naadloze transitie

Odisee
2024
Yanou
Beyers
Genomineerde shortlist Bachelorprijs
De overgang van thuis naar een woonzorgcentrum is een ingrijpende gebeurtenis die
veel stress en onzekerheid met zich meebrengt voor ouderen en hun families. Deze
bachelorproef onderzoekt hoe een gezinswetenschapper een positieve bijdrage kan
leveren aan deze transitie. Door middel van een casusbeschrijving, theoretische analyses
en praktijkgerichte veranderingsstrategieën, biedt deze studie concrete oplossingen en
inzichten om de overgang naar een woonzorgcentrum te vergemakkelijken.
De probleemstelling richt zich op de complexiteit van de overgang naar een
woonzorgcentrum en de impact hiervan op ouderen en hun families. De praktijkgerichte
probleemverkenning omvat een casusbeschrijving van mevrouw Van Dam, een 78-jarige
vrouw die zes maanden geleden naar een woonzorgcentrum is verhuisd en moeite heeft
met de aanpassing aan haar nieuwe omgeving.
De theoretische analyse is opgebouwd uit drie invalshoeken: de pedagogische,
psychologische en sociologische invalshoek. De pedagogische invalshoek maakt gebruik
van het Ecologische Systeemmodel van Bronfenbrenner ("#$#), om de invloed van de
verschillende omgevingsfactoren op de ontwikkeling en het welzijn van ouderen te
begrijpen. De psychologische invalshoek onderzoekt verschillende coping-mechanismen en
de emotionele aanpassing van ouderen naar een woonzorgcentrum, met de nadruk op
probleemgerichte coping, emotionele coping, acceptatiegerichte coping en de sociale
B / D
ondersteuning. De sociologische invalshoek richt zich op de sociale verbondenheid en
gemeenschapsvorming, sociale identiteit en de rol van familie- en mantelzorgers.
Op basis van deze theoretische analyse zijn drie veranderingsgerichte strategieën
ontwikkeld. De eerste strategie is het Levensverhalenproject, gericht op het creëren van
identiteit en verbondenheid door middel van Levensreiswijzers en de Levensreisatlas. De
tweede strategie omvat een informatieve brochure voor het bevorderen van de
psychologische veerkracht bij ouderen tijdens de transitie naar een woonzorgcentrum. De
derde strategie is de bewustwordings- en betrokkenheidscampagne “Samen voor Ouderen”,
die een inclusieve samenleving bevordert.
De belangrijkste inzichten uit mijn bachelorproef zijn als volgt: ten eerste is een
multidimensionale benadering essentieel om de complexiteit van de overgang naar een
woonzorgcentrum te begrijpen en aan te pakken. Ten tweede kunnen
gezinswetenschappers een cruciale rol spelen bij het bevorderen van de sociale
verbondenheid en het ondersteunen van de emotionele aanpassing voor ouderen. Ten derde
is het belangrijk om samen te werken met verschillende stakeholders, waaronder families,
zorgverleners en de bredere gemeenschap om een ondersteunende en inclusieve omgeving
te creëren.
Ik ben tevreden met mijn keuze van mijn bachelorproef omdat het me in staat heeft gesteld
een relevant en betekenisvol onderwerp te onderzoeken dat directe impact kan hebben op
het welzijn van ouderen en hun families. Mijn motivatie om dit onderwerp te kiezen was
gebaseerd op de wens om bij te dragen aan een beter begrip van de uitdagingen waarmee
ouderen worden geconfronteerd tijdens de transitie naar een woonzorgcentrum en om
praktische oplossingen te bieden die hun welzijn kunnen verbeteren.
De meerwaarde van mijn bachelorproef ligt in de combinatie van theoretische inzichten en
praktische toepassingen, die samen een solide basis vormen voor effectieve interventies en
beleidsaanbevelingen. De veraneringsvoorstellen die ik heb uitgewerkt, kunnen iets
betekenen voor gezinnen, organisaties en beleidsmakers door de overgang naar een
woonzorgcentrum te vergemakkeljken en de sociale verbondenheid te versterken.
Uiteindelijk streef ik ernaar dat mijn bachelorproef bijdraagt aan een inclusieve en
ondersteunende samenleving waarin ouderen zich gewaardeerd en verbonden voelen
Meer lezen

Ontwerpen van een dementietuin voor woonzorgcentrum De Reiger

Odisee
2024
Bérénice
Bouwens
Dementietuinen zijn zorgvuldig ontworpen buitenruimtes die zijn aangepast aan de specifieke behoeften van mensen met dementie. De focus ligt op het ontwerpen van twee dementietuinen voor woonzorgcentrum De Reiger in Temse. Het ontwerpproces vormt een delicate balans tussen functionaliteit, esthetiek en therapeutische waarde, met als doel een veilige, overzichtelijke en herkenbare omgeving te creëren voor de bewoners
Meer lezen

Eeuwige herinnering: Een onderzoek naar hoe we onze overledenen herdenken in ons interieur.

Universiteit Hasselt
2024
Anna
Loos
Op woensdagnamiddagen genoten we samen van wafels en pannenkoeken, speelden we spelletjes die ik bedacht en waar ze enthousiast aan deelnam, en elke zondagavond schoof ik bij haar aan tafel voor het avondeten. Zelfs tijdens potjes solitaire waren we niet vies van een beetje vals spelen om toch maar te kunnen winnen. Al deze kostbare herinneringen zijn samengebracht in een doodsprentje dat staat op een kastje in mijn kamer. Ik noemde haar altijd “Ma”, een naam die niet alleen door mij, maar ook door velen in mijn omgeving werd gebruikt. Haar overlijden op 19 oktober 2020 kwam niet geheel onverwacht, maar het raakte me desondanks.

Tijdens mijn studie ontdekte ik de diverse aspecten van interieurarchitectuur en raakte al
snel gefascineerd door de kunst van het creëren van persoonlijke ruimtes. Dit bracht me tot diepere reflectie over hoe we een omgeving kunnen vormgeven die echt bij ons past. Zo startte ik mijn verkenning naar hoe we meubels voor katten in ons interieur kunnen integreren. Maar wat met de dood? Iets dat zich vaak in een taboesfeer bevindt. In dit onderzoek wil ik me dan graag richten op dat persoonlijke plekje in je woning waar we de eeuwige herinnering aan onze dierbare kunnen laten voortbestaan.
Meer lezen

De aansprakelijkheid van en de rechtshandhaving door de overheid tijdens de COVID-19-pandemie: Vergelijkend onderzoek tussen België, India en Zweden

Universiteit Antwerpen
2024
Elena
Butaye
Deze meesterproef onderzoekt of het recht op (toegang tot de) gezondheidszorg werd gewaarborgd tijdens de COVID-19-pandemie en indien de overheid bij nalatigheid aansprakelijk gesteld kan worden. Dit onderzoek wordt geleid door volgende onderzoeksvragen:

1. Wat houdt het recht op toegang tot de gezondheidszorg in en wanneer is er sprake van nalatigheid indien de toegang tot gezondheidszorg niet wordt verleend?

2. Welke wetgeving/maatregelen werd(en) er genomen tijdens de COVID-19-pandemie, opdat het recht op (toegang tot de) gezondheidszorg werd gewaarborgd?

3. Werden de rechten van de patiënt voldoende gewaarborgd in de gezondheidszorg tijdens de COVID-19-pandemie?

4. Vanaf wanneer kan de overheid aansprakelijk gesteld worden voor diens nalatigheid in het voorzien van de nodige gezondheidszorg tijdens een pandemie?

Hoewel alle drie de landen hebben geprobeerd het recht op (toegang tot de) gezondheid(szorg) te waarborgen tijdens de coronapandemie, werden ze geconfronteerd met verschillende uitdagingen en tekortkomingen. Deze meesterproef benadrukt het belang van veerkrachtige gezondheidszorgsystemen, een snelle beleidsreactie op een pandemie, goed functionerende juridische kaders en effectief crisisbeheer in het omgaan met mondiale gezondheidscrisissen.
Meer lezen

Rituele passage

KU Leuven
2024
Lanaya
De Naeyer
Deze masterproef is tot stand gekomen binnen de opleiding Interieurarchitectuur aan de KU Leuven, met als thema ‘The Bright Side of the Moon’. Deze publicatie biedt een inkijk in het ontwerpend onderzoek voor de masterproef ‘rituele passage’. Het onderwerp werpt een kritische en deconstructivistische blik op de transitie die plaatsvindt bij nabestaanden. Het onderzoek is voortgekomen uit persoonlijke ervaringen met plotseling verlies en het herbestemmen van ‘toegangbare plekken’ in zowel kerkgebouwen als publieke ruimtes. Als toekomstig interieurarchitect streef ik ernaar om telkens het persoonlijke, zowel van mezelf als van mijn omgeving, te integreren in het ontwerp, waardoor het begrip ‘interieur’ zich ontwikkelt tot een breder concept zonder grenzen.
Ik wil graag mijn dank uitspreken aan mijn begeleidende docenten, Tom Callebaut, Ignaas Back, Hilde Bouchez en Klaas Vanslembrouck, voor hun waardevolle begeleiding, kritische inzichten en motivatie tijdens het proces. Daarnaast wil ik mijn familie en vriend bedanken, en in het bijzonder mijn overleden vader, die mij altijd heeft gesteund en geholpen gedurende deze jaren. Deze masterproef is voor ons, papa.
Meer lezen

In welke mate beïnvloeden de hoge energie- en loonkosten de huidige financiële uitdagingen van het AZ Sint-Lucas, en welke impact hebben deze factoren?

VIVES Hogeschool
2024
Hélène
De Jonckheere
De grootste financiële uitdagingen in de gezondheidszorg zijn de hoge energie- en loonkosten. Beiden wegen zwaar door de laatste jaren en komen tot stand door verschillende factoren. De energiefactuur steeg met 4 miljoen euro over 3 jaar tijd, ondanks de vele inspanning van de ziekenhuizen om zoveel mogelijk op groene stroom over te schakelen of te investeren in andere duurzame oplossingen. Steun hiervoor van de overheid bleef ook beperkt. Daarnaast kwam de inflatie met een ongelijke stijging van het honorarium. Hierbij komt dan nog het personeelstekort door ziekteverzuim en uitstroom van studenten/personeel. Vervanging brengt een duurdere loonkost met zich mee. COVID-19 heeft een zekere impact gehad maar is niet de hoofdreden, omdat ziekenhuizen voor deze periode al in rode cijfers zaten. Ook andere factoren spelen een rol want ook bijvoorbeeld de prijs van voeding is gestegen.
Meer lezen

Broodnodige zorg? Hoe straatverpleegkunde kan inspelen op de ervaren (zorg)noden van personen met een dakloosheidsproblematiek

Universiteit Gent
2023
Charlotte
Ruyssen
Ondanks de vele initiatieven in België om mensen met een dak- of
thuisloosheidsproblematiek op te vangen en te integreren, blijft de prevalentie
stijgen. Deze populatie kan weinig beroep
doen op de gezondheidszorg, ondanks de populatie haar gezondheidstoestand
als algemeen slecht ervaart.
Straatverpleegkundigen bevinden zich in een gunstige positie om contact te
leggen met de doelgroep, zorgnoden te identificeren en toegang tot de zorg te
simplificeren.
Meer lezen

Eindwerk rond rouw en verlies. Sensibiliseren van het zorgpersoneel aan de hand van vormingen

AP Hogeschool Antwerpen
2023
Quinthen
Vuits
Het doel van dit eindwerk was het sensibiliseren van het zorgpersoneel van het woonzorgcentrum Hof De Beuken rond het thema rouw en verlies. Dit gebeurde aan de hand van vormingen en draaiboeken om zo ouderen beter te kunnen ondersteunen gedurende het rouwproces.
Meer lezen

BOEM! PAUKESLAG! Daar ligt alles PLAT. Verpleegkundige zorg voor Oekraïense vluchtelingen met PTSS in België

Thomas More Hogeschool
2023
Sita
Impens
Hoe moeten verpleegkundige omgaan met de behandeling van PTSS bij Oekraïense vluchtelingen die in België aankomen?
Meer lezen

Detectie van plasma-instabiliteiten in tokamaks met machinaal leren

Universiteit Gent
2023
Casper
Haems
  • Mateo
    Van Damme
Genomineerde shortlist Eosprijs
Nucleaire fusie kan de toekomst van schone energie zijn, maar er zijn problemen met iets genaamd ELMs. Dit zijn plotselinge uitbarstingen van energie die de reactorwand kunnen beschadigen, vergelijkbaar met stoom die vrijkomt uit een snelkookpan. Deze thesis gebruikt AI om ELMs te vinden, wat onderzoek naar fusie-energie gemakellijker maakt.
Meer lezen

'Vloethemveld' is a part of your life': A case study in balancing natural and cultural heritage at Vloethemveld (Zedelgem)

Universiteit Antwerpen
2023
Ruth
Kindt
Hoe ga je vandaag de dag om met de fysieke restanten van een oorlogsverleden? Passen deze nog in ons huidig landschap of moet er ruimte gemaakt worden voor elementen die wij vandaag net nodig hebben zoals meer groen en bossen?
Meer lezen

Unraveling the function of trophectoderm markers in early embryonic development via CRISPR/Cas9 gene editing

Universiteit Gent
2023
Sarah
Declercq
  • Gwenny
    Cosemans
In deze masterscriptie werd de functie van Gata3, Gata2, Tfap2c en Tfap2a onderzocht in het kader van de vorming van het trophectoderm in muizenembryo's. Dit werd gedaan door gebruik te maken van het CRISPR/Cas9 genbewerkingssysteem .
Meer lezen

Psycho-educatie rond trauma bij schoolgaande kinderen (6-12 jaar)

VIVES Hogeschool
2023
Naéla
Coolsaet
In deze bachelorproef is er onderzoek verricht naar het geven van psycho-educatie rond trauma aan schoolgaande kinderen. De doelstelling van dit onderzoek bestaat uit het ontwikkelen van een toolbox waarbij verschillende methodieken worden aangereikt.
Meer lezen