Idiopathic nodular glomerulosclerosis and diabetic nephropathy: Two distinct entities?
Inleiding: Idiopathische nodulaire glomerulosclerose (ING) is een zeldzame glomerulaire aandoening die gediagnosticeerd wordt op basis van (typisch nodulaire) mesangiale matrix expansie op licht- en elektronenmicroscopie in afwezigheid van diabetes mellitus. Aangezien ING en DN histologisch moeilijk van elkaar onderscheiden kunnen worden, werden in deze studie ING-patiënten zowel klinisch als histologisch vergeleken met DN-patiënten. Daarnaast werden de algemene overleving, een composiet eindpunt (dialyse/transplantatie/dood/verdubbeling van serumcreatinine) en de longitudinale evolutie van de nierfunctie (eGFR) geanalyseerd om zo de progressie van deze twee entiteiten te onderzoeken.
Methodologie: Alle nierbiopten (n = 4553), die beschikbaar waren in de Vlaamse FCGG-NBVN databank tussen januari 2017 en maart 2023 en de nierbiopten die beschikbaar waren in het Universitair Ziekenhuis Gent tussen oktober 2022 en maart 2023, werden gescreend op de aanwezigheid van de primaire diagnose ING en DN, resulterend in 13 ING-patiënten en 63 DN-patiënten. Deze patiënten werden onderverdeeld in vier groepen gebaseerd op de aanwezigheid van histologische kenmerken: ING nodulair, ING diffuus, DN nodulair en DN diffuus. De klinische kenmerken werden vergeleken voor zowel de ING- en DN-groepen als voor de vier groepen gebaseerd op hun histologische kenmerken. Kaplan-meier overlevingsanalyses en longitudinale data analyses voor eGFR werden uitgevoerd om de klinische en renale progressie van de twee entiteiten te onderzoeken. Daarnaast werd elke ING-patiënt gematcht aan een DN-patiënt op basis van geslacht, leeftijd (met een range van 5 jaar) en type mesangiale expansie (diffuus of nodulair), resulterend in 11 DN-patiënten die gematcht konden worden aan 13 ING-patiënten. Voor deze subset van ING- en DN-patiënten werden histologische analyses uitgevoerd.
Resultaten: ING-patiënten waren ouder en hadden frequenter een voorgeschiedenis van roken dan DN-patiënten. Dit verschil was echter niet significant. Bij het vergelijken van de vier subgroepen gebaseerd op de histologische kenmerken (ING nodulair, ING diffuus, DN nodulair, DN diffuus), werd een significant verschil in serum albumine vastgesteld.
Er werden significant meer gecollabeerde laesies gezien in de ING-biopten dan in de DN-biopten op lichtmicroscopie. Er was een significant verschil in distributie van de aberrante vaten: 61.6% van de aberrante vaten bij de ING-patiënten werden geobserveerd aan de glomerulaire vaatpool vergeleken met 9.1% bij de DN-patiënten.
In het algemeen was er geen significant verschil in overleving in functie van tijd tot event voor het composiet eindpunt dialyse, transplantatie, dood of verdubbeling van serumcreatinine tussen ING- en DN-patiënten. Toch was de overleving van de ING-patiënten significant lager dan de overleving van DN-patiënten in de actieve rokers groep wanneer de analyse gestratificeerd werd op basis van actief roken.
De lineaire mixed model analyse toonde een significant snellere eGFR daling van -5.94 ml/min/1.73m² per jaar voor DN-patiënten vergeleken met ING-patiënten, die een eGFR daling van -3.61 ml/min/1.73m² per jaar kenden. Wanneer actieve rokers met niet-rokers over de twee groepen (DN en ING) werden vergeleken, toonden de actieve rokers een significant snellere eGFR daling dan de niet-rokers.
Discussie: Met uitzondering van het frequenter voorkomen van de aberrante vaten aan de vaatpool en de gecollabeerde laesies in de ING-groep, hebben ING en DN veel histologische gelijkenissen. Toch werd er in deze studie klinische verschillen in progressie tussen deze twee aandoeningen geobserveerd. Ondanks dat DN-patiënten een slechtere renale progressie van de eGFR over tijd hebben (met een follow-up tijd van 4 jaar), hebben ING-patiënten een slechtere algemene overleving op basis van het composiet eindpunt dialyse, transplantatie, dood en/of verdubbeling van serumcreatinine. Hierdoor stellen wij dat DN en ING twee verschillende entiteiten zijn. ING-patiënten hebben namelijk meer risicofactoren zoals hypertensie, obesitas en roken waardoor ze een verschillende klinische progressie vertonen. Daarnaast wordt in deze studie de negatieve invloed van actief roken op de progressie van beide ziekten opnieuw benadrukt.
Meer lezen