Scriptiebank overzicht

De Vlaamse Scriptiebank is een vrij toegankelijke online databank. Deze bevat alle artikels en full text scripties van deelnemende bachelors en masters aan de

Saint Ignatius' Letter to the Romans: a study on the Greek MS Tor. C.I.10 and the Slavonic MSS Ath. Chil. 644 and Vindob. Slav. 33.

Universiteit Gent
2024
Evelyne
Diels
My paper will discuss the results of my MA Thesis, defended at Ghent University. In this context, I will focus on the philological and linguistic outcomes, alongside a presentation of the sources and the methodology I adopted. In particular, my presentation will first introduce Saint Ignatius' Letter to the Romans alongside its Greek and Slavonic manuscript tradition.
Among the corpus of seven letters attributed to Ignatius of Antioch, a second-century bishop of Antioch, the Letter to the Romans (CPG 1025.4) is very interesting. It was addressed to the community in Rome after Ignatius, sentenced to death, had to travel to Rome. The Letter to the Romans differs from the others since it is the only letter embedded in the Martyrdom of Ignatius = Passio (BHG 0813) – given its content related to Ignatius’ visions on martyrdom. Furthermore, it is the sole Ignatius’ letter to have been translated into Slavonic. Nine manuscripts transmit the Passio Ignatii (BHG 0813) in Greek. Seventeen manuscripts, dated or datable between the fourteenth and the sixteenth century, preserve the Slavonic version of Ignatius’ Passio and are known in South Slavic and East Slavic redactions. Next to the Greek and Slavonic versions, it has Syriac, Arabic, Latin, Armenian and Georgian translations too. The poster also gives an account of the complex tradition of the Slavonic version(s). My focus is on the Pre-Metaphrastic version (BHG 0813), dated before the tenth-century revision of Symeon Metaphrastes (BHG 0815).
Among the Greek manuscripts, my presentation will concentrate on the so-termed Taurinensis (Torino, BNU, C.I.10 - Diktyon 63833) because, unlike other Greek manuscripts, it displays a remarkable closeness with the Slavonic manuscripts, especially with the witnesses of the earliest South Slavic version. These involve the Codex Athous Chilandaricus 644, an early fourteenth-century paper codex in Serbian orthography and the Manuscript of Vienna (Wien, ÖNB, Vindobonensis slav. 33), a late fourteenth-century reading also in Serbian orthography.
Furthermore, my thesis touches upon the methodologies I adopt to investigate my sources: palaeography, cultural linguistics, and translation theories. The palaeographic part entails comprehending the palaeographic and codicological characteristics of the manuscripts (deciphering, reading and dating a manuscript).
Meer lezen

Balancing Act: Environmental Liability in the Realm of Insolvency Law

Universiteit Hasselt
2024
Mira
Jablonska
Deze thesis bestaat uit een beschrijvende en vergelijkende analyse van beschikbare wetgeving en mechanismen om het Europese principe “de vervuiler betaalt” te waarborgen tijdens faillissementsprocedures van private rechtspersonen. De analyse omvat zowel Europese als nationale wetgeving en instrumenten. Daarnaast wordt de relatie tussen milieuaansprakelijkheid en faillissementen als gevolg van milieuschade onderzocht. Verschillende vormen van aansprakelijkheid komen aan bod, elk met hun unieke gevolgen. Aansluitend, besteedt deze thesis aandacht aan verschillende mechanismen om het principe “de vervuiler betaalt” uitwerking te kunnen geven tijdens faillissementsprocedures, waaronder financiële zekerheden, verzekeringen en samenwerkingen die zijn ontstaan in de praktijk. Verder wordt er stil gestaan bij de verantwoordelijkheid van rechtspersonen om hun aansprakelijkheid, die tot insolventie zou kunnen leiden, te beperken.

De bestudeerde theorie wordt aangevuld met voorbeelden uit de praktijk om het gedane onderzoek in de juiste maatschappelijke context te plaatsen. Deze voorbeelden, voornamelijk over de financiële gevolgen van milieuschade, tonen de noodzaak van het ontwikkelen van duidelijk mechanismen en afspraken tussen de verschillende betrokken stakeholders.

Vervolgens volgt een kritische blik van de auteur op de bestaande mechanismen en wetgeving. Deze kritische blik wordt aangevuld met suggesties die betrekking hebben op het uitbreiden van bepaalde bestaande initiatieven, wetgevende hervormingen en algemene opmerkingen met betrekking tot het huidige wetgevend landschap. De belangrijke bevindingen onthullen de behoefte aan een meer geïntegreerde en adaptieve benadering van beleidsvorming, waarbij de nadruk wordt gelegd op het harmoniseren van aansprakelijkheidsregimes en het waarborgen van hollistische juridische uitkomsten.

Als laatste wordt er stilgestaan bij de potentiële invloed van nieuwe wetgevende initiatieven op de huidige aanpak. Ook hier wordt er aandacht besteed aan eventuele leemten met betrekking tot het beter integreren van het principe “de vervuiler betaalt” in insolventie procedures en aansprakelijkheidsmechanismen.
Meer lezen

You art the future

Odisee
2024
Chiel
De Doncker
De scriptie is een onderzoek naar de bestaande mogelijkheden om cultuur te implementeren in het leerplichtonderwijs. Handvaten die al worden aangereikt worden gebundeld en er werden zuilen ontwikkeld die leerkrachten begeleiden om cultuureducatie te implementeren in hun eigen lespraktijk. Er wordt een kader geschetst van de verwachtingen die de Vlaamse Overheid heeft met betrekking tot het leerplichtonderwijs en hoe daar na de onderwijshervormingen van 2019 aan kan worden voldaan, specifiek met betrekking tot de sleutelcompetentie 'culturele expressie en cultureel bewustzijn'. Het hoofddoel van deze scriptie is het bieden van een antwoord op de vraag hoe leerkrachten cultuureducatie in hun eigen lespraktijk kunnen implementeren.
Meer lezen

The Effect of a Handwriting Co-teaching Program "Samen Aan de Slag met Schrijven (SASS)": a controlled study

Universiteit Gent
2024
Lynn
Van Malderen
  • Jolan
    De Smet
  • Michelle
    Van Holm
Achtergrond: Schrijven blijft een cruciale vaardigheid ondanks de toenemende digitalisering. Uit onderzoek blijkt dat schrijvend leren effectiever is voor het aanleren van spelling en letterherkenning dan typend leren. Omdat steeds meer leerlingen moeite hebben met schrijven en leerbehoeften steeds diverser worden, zijn er verschillende handschriftoefenprogramma's ontwikkeld om schrijfproblemen aan te pakken, waarbij de focus ligt op het verbeteren van de leesbaarheid, snelheid en schrijfvaardigheid.
Doel: Deze studie onderzocht de impact van het co-teaching handschriftprogramma “Samen Aan de Slag met Schrijven” (SASS) op de leesbaarheid van het handschrift bij typisch ontwikkelende Belgische kinderen uit het tweede leerjaar.
Onderzoeksdesign: Niet-gerandomiseerd gecontroleerd onderzoek.
Methode: Vier klassen van het tweede leerjaar (n = 58 leerlingen, leeftijd 7.2 tot 8.4 jaar), van twee scholen en bijhorende leerkrachten (n=5), namen deel aan het onderzoek. Per school werd één klas toegewezen aan de interventie- en één klas aan de controlegroep. Twee kinderkinesitherapeuten werden gerekruteerd als co-teachers nadat ze 37 uur training hadden gekregen over het SASS-programma. De co-teachers gaven gedurende zes weken eenmaal per week schrijfondersteuning in de interventieklassen, waarbij ze extra aandacht besteedden aan een subgroep van 4-6 kinderen. De controlegroep ontving geen co-teaching. De leesbaarheid en schrijfervaring werden bij alle kinderen twee weken pre-interventie en onmiddellijk post-interventie beoordeeld met respectievelijk de aangepaste Systematische Opsporing Schrijfproblemen (SOS-2-VL) en een Smileyometer. De selectie van de kinderen voor de subgroep was gebaseerd op de Quickscan en de Schoolvragenlijst voor Leerkrachten (SQT). De Quickscan en SOS-2-VL werden ook post-interventie beoordeeld.
Resultaten: De schrijfleesbaarheid verbeterde significant meer in de interventiegroep vergeleken met de controlegroep (gemiddelde SD-verandering interventie = ±2.17, gemiddelde SD-verandering controle = ±2, p = 0.01). Dit was globaal gezien te danken aan een grote verbetering in de subgroep die extra ondersteuning kreeg (pre = 8.09 versus post = 6.18, p < 0.01) en niet aan verandering bij de niet-subgroep van de interventiegroep (pre = 6.47 versus post = 5.63, p = 0.18). Terwijl er bij aanvang een significant verschil in leesbaarheid was tussen de subgroep en de niet-subgroep van de interventiegroep (p = 0.02), konden de kinderen in de subgroep na de interventie hun niet-subgroep klasgenoten bijbenen (p = 0.48). Kinderen in de interventiegroep verbeterden ook significant (p = 0.03) in de categorisatie van de Quickscan, terwijl de kinderen in de controlegroep dat niet deden (p = 0.48). Volgens de Smileyometer ervaarden de kinderen in de controlegroep meer pijn en vermoeidheid tijdens het schrijven post-interventie (p = 0.01), terwijl de kinderen in de interventiegroep gelijk bleven (p = 0,41). Leerkrachten rapporteerden subjectief meer motivatie in de interventiegroep.
Conclusies: Het SASS-programma bleek een gunstig effect te hebben op de leesbaarheid van het handschrift van leerlingen in het tweede leerjaar. Leerkrachten merkten ook verbetering in het schrijven van kinderen in de interventiegroep maar niet tot de subgroep behoorden. Dit effect kan waarschijnlijk worden toegeschreven aan verbeterde schrijfinstructie door de leerkracht na implementatie van tips en tricks van de co-teacher.
Meer lezen

De invloed van de wiskundige thuisomgeving op de voorbereidende wiskundige vaardigheden van kleuters uit de tweede kleuterklas.

KU Leuven
2024
Angie
De Lamper
  • Stien
    Callens
Om kinderen zo goed mogelijk voor te bereiden op de basisschool, wordt er in het Vlaamse kleuteronderwijs belang gehecht aan de voorschoolse vaardigheden van kinderen. De voorbije jaren werd reeds veel onderzoek verricht naar de invloed van de talige thuisomgeving op de lees- en taalvaardigheden van kleuters. Onderzoeken die de invloed van de wiskundige thuisomgeving op de voorbereidende wiskundige vaardigheden nagingen waren eerder schaars. We wilden met de huidige studie dan ook graag bijdragen aan dit onderzoeksdomein.
Dit interventieonderzoek had als doel na te gaan of het aanbieden van een wiskunde interventie in de thuisomgeving leidde tot een verbetering van de voorbereidende wiskundige vaardigheden bij kleuters. In het huidige onderzoek werden 114 kleuters uit de tweede kleuterklas en hun ouders gerekruteerd. De kleuters werden, na hiërarchische matching, willekeurig toegewezen aan de wiskundeconditie (experimentele conditie) of aan de taalconditie (controleconditie). De wiskundige vaardigheden van de kleuters werden voor en na de interventie gemeten aan de hand van vijf wiskunde metingen (wiskundetaal, object tellen, cijferherkenning, ordenen van getallen en rekenen) en één controlemeting (matrix redeneren). We onderzochten eveneens of er een verband bestond tussen de wiskundige thuisomgevingsvariabelen (wiskunde activiteiten, verwachtingen en attitudes van de ouders ten opzichte van wiskunde; gemeten aan de hand van vragenlijsten) en de scores van de kleuters op elk van de wiskunde metingen voorafgaand aan de interventie. Hierbij aansluitend, bekeken we of de interventie veranderingen teweegbracht in de wiskundige thuisomgevingsvariabelen. Tot slot, werd nagegaan of de effecten van de wiskunde interventie gemodereerd werden door het aantal wiskunde activiteiten die ouders en kinderen uitvoerden voorafgaand aan de interventie en het aantal wiskunde activiteiten dat ze deden tijdens de interventie.
In dit onderzoek kon worden vastgesteld dat de wiskunde interventie een invloed had op cijferherkenning en ordenen van getallen. Daarnaast was er van voor- naar nameting een verandering merkbaar in de verwachtingen van de ouders ten opzichte van wiskunde, ongeacht de conditie. Verder werden er geen veranderingen in de overige wiskundige thuisomgevingsvariabelen teruggevonden. Activiteiten voorafgaand aan de interventie en activiteiten tijdens de interventie bleken het interventie-effect niet te modereren. In vervolgonderzoek kan men onder andere uitgebreider onderzoek verrichten naar het wiskundig taalaanbod van ouders en deelnemers trachtten te rekruteren met een meer diverse SES.
Meer lezen

Een nieuwe kijk op transportveiligheid: Een benadering vanuit stress en veiligheidsprestatie bij chauffeurs ADR klasse 7

Universiteit Antwerpen
2024
Tori
Ceusters
Chauffeurs ADR klasse 7, die instaan voor het vervoer van radioactieve materialen, worden tijdens de uitoefening van hun taken blootgesteld aan een complexe en dynamische werkomgeving. Hoewel het huidige veiligheidsparadigma effectief is gebleken, blijft het een uitdaging om adequaat te reageren op onvoorziene gebeurtenissen. Dit onderzoek verkent daarom een nieuwe benadering van transportveiligheid door de menselijke factor meer te integreren. Daartoe richt deze studie zich op het potentieel van stress voor het bevorderen van een holistische benadering van veiligheid bij het vervoer van radioactieve materialen. Stress wordt geconceptualiseerd volgens de actieregulatietheorie, waarbij regulatieproblemen (obstakels, onzekerheden en overlading) als stressbronnen worden gezien. Veiligheidsprestatie wordt benaderd als een drieledig construct bestaande uit safety compliance, veiligheidsparticipatie en veiligheidsadaptatie. De relatie tussen stress en veiligheidsprestatie wordt vervolgens geanalyseerd. De centrale onderzoeksvraag luidt: In welke mate kan het concept 'stress' bijdragen aan een meer holistische kijk op veiligheid bij het vervoer van radioactieve materialen?

Om de onderzoeksvraag te beantwoorden, wordt een mixed methods onderzoek uitgevoerd. Een cross-sectionele survey onder chauffeurs ADR klasse 7 (n=58) wordt gecombineerd met diepte-interviews (n=5). De resultaten na analyse van deze data tonen een significant verband tussen stresscomponenten zoals obstakels, onzekerheden en overlading. Ongevallenrisico bleek de meest prominente stressor te zijn en deze correleerde significant en positief met safety compliance. Daarentegen hadden werkprestatiebeperkingen, werkonderbrekingen en onzekerheden een significant negatieve correlatie met safety compliance. Er werd geen significante correlatie gevonden tussen stress en veiligheidsparticipatie en -adaptatie. Uit zowel kwantitatieve als kwalitatieve data blijkt dat chauffeurs overtuigd zijn van hun hoge mate van safety compliance, hoewel interviews aanpassingen aan het licht brachten waarvan chauffeurs zich vaak niet bewust waren.

Dit onderzoek toont aan hoe stress kan bijdragen aan een holistische kijk op veiligheid bij het vervoer van radioactieve materialen. Hoewel er nog veel vragen onbeantwoord blijven, biedt dit onderzoek nieuwe inzichten die een dialoog over een holistische veiligheidsbenadering kunnen stimuleren. Door stress als concept te verkennen, brengt dit onderzoek de realiteit van chauffeurs ADR klasse 7 in beeld en kan het belang van een nieuwe kijk op veiligheid met het oog op continue verbetering benadrukt worden.
Meer lezen

Participatief ondernemen in de Belgische evenementensector

UC Leuven-Limburg
2024
Guillaume
Jacquet de Haveskercke
Dit onderzoek richt zich op het ontwikkelen van een fiscaal voordelige regeling voor medewerkers in de Belgische evenementensector, gericht op het bevorderen van een eigenaarschapmentaliteit en participatief ondernemen.

Het creeërt een win-win situatie voor zowel bedrijf als werknemer, door zelfontplooiing te bevorderen in lijn met de waarden en normen van het bedrijf. Echter, de implementatie van participatief ondernemen in de evenementensector wordt bemoeilijkt door de flexibiliteit en beïnvloeding van externe krachten. Daarom is het essentieel dat bedrijven duidelijk communiceren over hun cultuur en waarden, en dat werknemers betrokken zijn bij het beleid en de doelen van het bedrijf.
Het onderzoek concludeert dat aandeelhouderschap de ultieme motivator en beloning is voor ambitieuze medewerkers, en dat de praktische uitvoering en verdere testen van dit model de volgende stap zijn. Door input van experts zoals Geert Jansens en Thomas Van Eeckhout, wordt een holistische benadering gehanteerd die juridische, fiscale, economische en sociale aspecten overkoepelt. Dit biedt een robuuste basis voor het implementeren van een fiscaal voordelig en motiverend systeem voor medewerkers in de evenementensector.
Meer lezen

Naar milieubenchmarks van residentiële gebouwen: invloed van materialiteit, geometrie en typologie

Universiteit Gent
2024
Maud
Haverbeke
De vraag naar oplossingen voor de klimaatproblematiek en voor de reductie van het aanzienlijke aandeel die de bouwsector hieraan bijdraagt, dringt zich steeds meer op. Om de uitstoot van broeikasgassen te verminderen, groeit het ontwikkelen van een milieubenchmark steeds aan belang. Hoewel in verscheidene landen reeds onderzoek naar het opstellen van een benchmark wordt gevoerd, is nog geen optimale methode ontwikkeld. Aan de hand van een levenscyclusanalyse en een brede waaier aan woningvarianten, representatief voor het Belgische gebouwenlandschap, wordt het opstellen van een benchmark op een kritische manier benaderd. De woningvarianten worden bekomen door te starten vanaf een aantal referentietypes en hierop wijzigingen aan te brengen. Door die referentiecases te variëren op vlak van typologie, geometrie en materialiteit wordt het effect van die drie termen op het milieu in kaart gebracht. Aan de hand van benchmarking wordt duidelijk welke specifieke woonscenario’s in de toekomst al dan niet mogelijk zullen zijn. Die vaststellingen hangen sterk samen met de eventuele normalisatie van de milieuscore. Door het analyseren van de normalisatiefactor bestaat de mogelijkheid om bepaalde scenario’s in de toekomst toch te accepteren zonder dat ze een aanzienlijke nefaste uitwerking op de klimaatproblematiek uitoefenen.
Meer lezen

Filosoferen met Kinderen in het Basisonderwijs: Vlaamse Onderwijspraktijken en Opvattingen

KU Leuven
2024
Kaatje
Vranken
Deze masterproef onderzoekt hoe filosoferen met kinderen wordt toegepast in het Vlaamse basisonderwijs, waar momenteel geen eindtermen voor bestaan. Door middel van observaties en interviews met leerkrachten in kleuter- en basisonderwijs formuleerden we vijf onderzoeksvragen over de implementatie, doelstellingen, opvattingen, schoolbeleid en uitdagingen. De resultaten tonen aan dat filosoferen al vanaf de kleuterklas gebeurt en vaak volgens een basisstructuur van vijf fasen verloopt. Leerkrachten zien voordelen, maar noemen ook uitdagingen zoals een gebrek aan steun binnen scholen. Aanbevelingen richten zich op meer ondersteuning, netwerkvorming en extra aandacht voor opleidingen.
Meer lezen

Executieve functies: vaardigheden die leiden tot succes.

UC Leuven-Limburg
2024
Joline
Jacobs
  • Joline
    Jacobs
Deze scriptie omvat het onderzoek, in samenwerking met basisschool De Bladwijzer, naar de manier waarop groepsmomenten, begeleid door de leerkracht, kunnen worden ingezet om de EF's: plannen, organiseren en gedragsevaluatie te stimuleren bij leerling in het zesde leerjaar. Dit is van toegevoegde waarde gezien de expliciete wens van basisschool De Bladwijzer. Centraal staan groepsmomenten aangezien vooronderzoek aantoont dat leeftijdsgenoten een steeds centralere rol spelen op deze leeftijd. Vanuit de literatuur ontwikkelt de onderzoekster een praktische methode dat het object van het onderzoek vormt. Tot slot ondervraagt de onderzoekster de leerkracht van het zesde leerjaar over de bruikbaarheid van de toepassing met als doel: inzicht krijgen in de werkzame aspecten en eventuele groeipunten.
Meer lezen

Denkroutines inzetten tijdens onderzoekend leren bij de oudste kleuters

Hogeschool West-Vlaanderen
2024
Marthe
Spenninck
Genomineerde shortlist Klasseprijs
Door kleuters zelf antwoorden en oplossingen te laten zoeken, leren ze zelfstandigheid en onderzoekend leren. Dit roept de vraag op hoe diepgaand dat leren is. Leerkrachten moeten kleuters prikkelen om hen in 'de zone van de naaste ontwikkeling' te krijgen, door vragen te stellen en denkroutines aan te bieden. Kleuters kunnen nog niet lezen, dus moeten leerkrachten hen op andere manieren ondersteunen. Dit onderzoek richt zich op het inzetten van denkroutines in de kleuterklas om te onderzoeken hoe deze kleuters ondersteunen in hun leerproces en hoe leerkrachten deze effectief kunnen toepassen.

De onderzoeksvragen zijn: Wat is onderzoekend leren voor jonge kinderen? Wat zijn denkroutines en welke bestaan er al? Hoe worden routines ingezet in de kleuterklas? Hoe kan ondersteuning bij denkroutines kleutervriendelijk worden gemaakt? Hoe kan een denkroutine voor een buitenactiviteit in de derde kleuterklas worden ontwikkeld zodat kleuters zelfstandig aan de slag kunnen? Deze gegevens worden verwerkt tot drie kleutervriendelijke denkroutines: ‘Schil de vrucht’ om het denken te verdiepen, ‘Stap in – stap uit – stap terug’ waar perspectief nemen centraal staat, en ‘Krantenkoppen’ om gedachten samen te vatten.

De literatuurstudie is tot stand gekomen via onlinebronnen en boeken, vaak verwijzend naar de Project-zero website. Er is dus ruimte voor meer onderzoek naar denkroutines. Gegevens uit het werkveld worden verzameld via enquêtes en interviews. De ontwikkelde denkroutines zijn getest in enkele kleuterklassen, wat nieuwe informatie opleverde.

De resultaten tonen aan dat visualiseren van denkroutines belangrijk is en dat leerkrachten getraind moeten worden om te weten wat denkroutines zijn en hoe ze toe te passen. Daarnaast moeten leerkrachten gerichte vragen stellen om kleuters te stimuleren in hun denkproces.
Meer lezen

Waarom kan SEO en SEA ervoor zorgen dat meer studenten de bachelor Communicatie starten?

Hogeschool West-Vlaanderen
2024
Shauni
Stalpaert
Steeds meer studenten hechten belang aan de praktische kant van de bachelor Communicatie, wat blijkt uit interviews met huidige studenten. Om deze praktijkgerichtheid beter te communiceren, is een sterke SEO- en SEA-strategie essentieel voor Howest. Het optimaliseren van de opleidingspagina met aantrekkelijke zoekwoorden zorgt ervoor dat de bachelor Communicatie beter zichtbaar wordt in zoekresultaten, wat meer potentiële studenten kan aantrekken. Een literatuuronderzoek en zoekwoordenanalyse gaven inzicht in de termen met hoog zoekvolume. Als oplossing zijn twee content briefs opgesteld voor SEO-optimalisatie en een Google Ads-template ontwikkeld voor effectieve SEA-campagnes, gericht op de juiste zoekwoorden.
Meer lezen

Hoe kan MASTR, als Vlaams influencer marketing agency, Belgische influencers ondersteunen bij het volgen van het Content Creator Protocol zonder dat zij hun authenticiteit verliezen?

Hogeschool West-Vlaanderen
2024
Kirsten
Vercruysse
In mijn scriptie ga ik op zoek naar hoe Belgische influencers beter ondersteund kunnen worden bij het volgen van het Content Creator Protocol en welke gevolgen ze ondervinden sinds de regelgeving in België strenger werd. Daarnaast bekijk ik dit ook vanuit het standpunt van volgers van influencers en vanuit het standpunt van de VRM.
Meer lezen

Hedendaagse transformaties van 19e-eeuwse Antwerpse burgerhuizen tot meergezinswoningen

Universiteit Antwerpen
2024
Nele
Ritzen
Purpose - This thesis determines how to preserve and adapt built heritage while simultaneously adding density to the urban fabric of historic cities. Densifying already-existing houses could be an effective alternative for urban sprawl, which is unsustainable and puts cultural heritage at risk by causing heritage assets to become fragmented and deteriorated. The main goal is to investigate the current strategies used to densify townhouses from the 19th century in Zuidwijk, Antwerp.

Methodology - By creating a database on the historic and current situation of these 19th-century townhouses in Zuidwijk, tendencies regarding their residential use and densification are analysed. Additionally, a qualitative categorization of various adaption strategies for the same townhouses is created by examining building permits that are accessible through archived and on-site research.

Findings - This study shows that Zuidwijk is experiencing a trend of single-family townhouses being adapted into multiple-family residences. This adaptation can occur through a variety of strategies. Selecting the appropriate typology for a given building is crucial within the adaptation process, as it determines the potential of the existing townhouse and the objectives to be achieved through the adaptation. This thesis aims to serve as a basis for conducting more in-depth research into the phenomenon of adapting historic residences into multiple-family units, exploring its range of opportunities.

Research limitations - Identified research limitations include a small case study sample, mainly analysed without on-site visits and assessed from an architectural and heritage perspective. Further research and more detailed data regarding criteria such as policy and sustainability, should be considered in the future.
Meer lezen

Who wants to live forever. The reconfiguring of the experiences of time caused by HIV/AIDS as visualized in fiction films

Andere
2024
Anne-Sophie
De Mey
The majority of queer scholars studying the AIDS crisis tend to take being sick as always already a socially mediated condition; such politically sensitive analyses primarily aim to disclose the normative structures informing HIV/AIDS. In this thesis, I suggest that the lived experience of HIV/AIDS is also about biological processes which cannot always be understood through a social/political analysis. I thus use both queer studies and medical humanities theories on the lived experience of chronic diseases as theoretical framework. Applying this framework on feature films about HIV/AIDS enables me to analyze the rich temporal dimensions that can be found in this corpus, which conveys temporality in medium-specific ways. I suggest that feature films enable the viewer to interpret the whole film, understood as the combination of camera movement, montage and narrative, as the transformed, accessible perception of the characters. In chapter 2, I distinguish two main causes for conflicting temporalities in AIDS films regarding infection with HIV. First, the impossibility to determine (retrospectively) the moment of infection with HIV, which often results in conflicting ways of dealing with temporality. Secondly, films relate differently to the lost culture of sexual possibility of pre-AIDS crisis time, showing how an individual or collective sexual past can either be rejected or reactivated in the present. When it comes to the time in which the illness itself is experienced and reflected upon (chapter 3), temporalities become even more complex. I elaborate on how the experience of physical pain because of AIDS-related illnesses is visualized in AIDS films; the ‘suspended animation’ (§3.3.2) of ‘stagnated suffering’ (§3.4.1), in particular, caught my attention. Especially present-day filmmakers working outside of Hollywood manage to create phenomenologically poignant scenes where the complex temporalities of suffering are visualized. All of those aspects of living with HIV/AIDS oppose, in their particular way, what Elizabeth Freeman has called ‘chrononormative’ structures that favour heteronormative and capitalist temporalities. AIDS films tend to visualize time in such a way that chrononormative structures become visible as not just ‘ordinary bodily tempos and routines’, but as normative power structures that do not favour those who are ill, queer, or both. AIDS films show that alternative, non-normative temporalities do exist; those queer temporalities all share, however, a fragmentarily and, above all, temporarily character.
Meer lezen

Participatie binnen De Zande

VIVES Hogeschool
2024
Marie
Degryse
  • Davina
    Dejonghe
  • Janick
    Van Loock
  • Margaux
    Maebe
  • Febe
    Vanderbeken
  • Chloë
    Van Steenbrugge
  • Chiandro
    Verschaeve
  • Julia
    Gheysens
De initiële vraag die deze bachelorproef in gang zette, kwam vanuit de gemeenschapsinstelling De Zande in Ruiselede. Het hoofddoel van dit onderzoek is om antwoorden te verschaffen op de vragen die binnen De Zande leven. Concreet brengen we in kaart hoe de participatie van jongeren in de gemeenschapsinstelling 'De Zande Ruiselede' verloopt, en hoe zij deze participatie ervaren. Daarnaast onderzoeken we ook de mate van participatie en de ervaring ervan bij de ouder(s) of voogd(en) van de jongeren. Participatie betekent het mee mogen beslissen en denken, en dit kan invloed hebben op het leven van de jongeren.

Onze hoofdonderzoeksvraag is “In welke mate ervaren jongeren en hun ouder(s)/voogd(en) participatiemogelijkheden binnen de gemeenschapsinstelling Ruiselede?”. Vanuit deze centrale onderzoeksvraag hebben we een aantal deelvragen opgesteld. Om deze vragen te beantwoorden, hebben we diverse onderzoeksmethoden gebruikt. We organiseerden cirkelgesprekken in vier leefgroepen om de jongeren te bevragen en voerden daarnaast individuele gesprekken met enkele jongeren.
Voor de ouder(s)/voogd(en) hebben we een enquête opgesteld. Om de respons op onze enquêtes te optimaliseren, organiseerden we aansluitend bij een ouderavond. Tijdens deze avond waren de ouders welkom om vragen te stellen omtrent onze enquêtes.

Met de resultaten van bovenstaande onderzoeksmethoden hebben we een SWOT-analyse opgesteld, waarin we de sterktes, zwaktes, kansen en bedreigingen van de organisatie met betrekking tot participatie bespraken. Op basis van deze analyse kwamen we tot een aantal aanbevelingen voor De Zande, campus Ruiselede.

Uit het kwantitatief onderzoek waarin we ouder(s)/voogd(en) bevragen, kunnen we concluderen dat het grootste aandachtspunt de gesprekken met de individuele begeleiders zijn. Huisbezoeken, de ronde tafel, het trajectoverleg en de gesprekken met de contextwerker worden als waardevol ervaren en mogen behouden blijven. Daarnaast wensen sommige respondenten voor meer georganiseerde evenementen zoals familiedagen om de participatie te vergroten. Helaas ervaren enkele ouder(s)/voogd(en) dat de bereikbaarheid naar de gemeenschapsinstelling als moeilijk.

Vanuit ons kwalitatief onderzoek blijkt dat de jongeren hun stem kunnen laten horen tijdens hun traject. Echter, hun vragen of ideeën worden niet altijd opgevolgd. Ze ervaren vaak lange wachttijden op een antwoord, aangezien niet alle voorstellen haalbaar zijn. Een negatief antwoord op de vragen of voorstellen van de jongeren kan afhankelijk zijn van de begeleider die op dat moment dienst heeft. Ook moet de sanctie ‘kamermoment’ volgens de jongeren worden herzien.

Enkele aanbevelingen om de participatie van de ouders te bevorderen is onder andere om meer familiedagen te organiseren zodat er op een informele manier meebeslist kan worden binnen het traject van de jongere. Daarnaast hadden we het idee om een welkomstboekje te introduceren in de opstartprocedure van hun traject. Op die manier kunnen ouder(s)/voogd(en) meer kennis krijgen over wat participatie precies is en hoe deze tot uiting komt. Een andere belangrijk gegeven is de bereikbaarheid van de gemeenschapsinstelling. Er zou eventueel overlegd kunnen worden met het politieke bestuur om het openbaar vervoer toegankelijker te maken in die streek.

Er zijn ook een aantal aanbevelingen omtrent de participatie voor de jongeren. Een eerste actie is om meer gesprekken te organiseren tussen de jongere en de individuele begeleider. De jongeren geven ook aan dat ze meer behoefte hebben aan eerlijkheid en transparantie. Vervolgens willen we meer aandacht schenken aan de rol van de commissaris Eveline, die het aanspreekpunt is voor de jongeren.
Meer lezen

De beleving van de leerlingen met de verschillende typologieën bij het L-decreet op school X.

VIVES Hogeschool
2024
Illona
Staelens
Dit praktijkgericht onderzoek naar inclusief onderwijs legt speciale nadruk op de ervaringen van leerlingen en het formuleren van verbeteringsaanbevelingen. Het omvat een uitgebreide literatuurstudie over de oorsprong en ontwikkeling van inclusief onderwijs, gevolgd door een praktijkgericht onderzoek dat gedurende een volledig academiejaar werd uitgevoerd. Tijdens dit onderzoek werden interactieve interviews gehouden met leerlingen, waarbij verschillende materialen zoals een toverstok (wondervraag), smiley's om gevoelens aan te duiden die aansloten bij de leefwereld van de kinderen, en een spiegel waarop ze gevoelens konden tekenen, werden gebruikt om hun ervaringen te documenteren. De bevindingen benadrukken de noodzaak van voortdurende inspanningen om inclusief onderwijs te bevorderen. Het artikel biedt aanbevelingen voor individuele en leraargerichte ondersteuning, evenals een pleidooi voor voortdurend onderzoek en evaluatie van inclusief onderwijspraktijken.
Meer lezen

Het Verzet tijdens de Tweede Wereldoorlog door de Spoorweglieden in de regio Mechelen en de aansluitende zones Leuven, Tienen en Landen

Universiteit Gent
2023
Ruben
Lateur
Verzet door de spoorweglieden in de regio's Mechelen, Leuven, Tienen, Landen en de tussenliggende zones tijdens WOII. Het onderzoek bestaat uit een prosopografie, een analyse van de verzetsactivititeiten en een netwerkanalyse. De erkenningsdossiers van het verzet vormen de empirische basis.
Meer lezen

The Billie project: kwalitatief onderzoek naar de percepties van jongeren over het leven van mensen met ernstige psychische problemen

Universiteit Gent
2023
Oona
Moeyaert
Via de story completion methode werden 47 verhalen verzameld bij jongeren uit de derde graad secundair onderwijs. Aan de hand van deze verhalen werd onderzocht welke positie jongeren toeschrijven aan mensen met een psychische kwetsbaarheid en vanuit welke rollen deze positie in de samenleving wordt beschreven.
Meer lezen

Experiences of group voice training in gender diverse people: a qualitative study / Ervaringen van logopedische groepstraining bij genderdiverse personen: kwalitatief onderzoek

Universiteit Gent
2023
Heike
Krenn
Deze scriptie onderzoekt de ervaringen van genderdiverse personen die deelnemen aan logopedische groepstraining. De resultaten tonen aan dat de sociale aspecten van de training belangrijk zijn voor de deelnemers, die een gevoel van solidariteit en medeleven ervaren. Feedback van therapeut en mededeelnemers wordt gewaardeerd, maar sommige deelnemers ervaren voorafgaand aan de sessies stress en hebben behoefte aan duidelijke informatie over het verloop van de groepssessie. Praktische zaken zoals groepsgrootte en trainingsomgeving beïnvloeden het comfort van de deelnemers. Over het algemeen heeft logopedische groepstraining een positieve invloed op het welzijn van genderdiverse personen en bevordert het acceptatie, solidariteit en zelfvertrouwen. Deze scriptie benadrukt de relevantie van praktische overwegingen en de combinatie van individuele en groepstraining, en suggereert mogelijkheden voor toekomstig onderzoek om de training aan te passen aan de behoeften van deelnemers, en uiteindelijk ook langetermijnresultaten te verkennen.
Meer lezen

Het stimuleren van patroonvaardigheden aan de hand van prentenboeken en activiteiten

KU Leuven
2023
Alicia
Boone
  • Joke
    Van Bael
Het stimuleren van patroonvaardigheden bij kleuters is belangrijk, omdat dit een basis vormt voor hun wiskundige ontwikkeling. Recent onderzoek stelt voor om verder te onderzoeken of een combinatie van patroonactiviteiten en -prentenboeken de patroonvaardigheden van jonge kinderen beter stimuleert, dan wanneer enkel patroonprentenboeken worden voorgelezen. Deze masterproef heeft als doel om na te gaan of het dialogisch lezen van patroonprentenboeken in combinatie met patroonactiviteiten een effectieve manier is om de patroonvaardigheden van kleuters te stimuleren en in het bijzonder de uitdagendere patroonvaardigheden.
Meer lezen

Het effect van bijvoederen van bestendige aminozuren bij melkvee.

VIVES Hogeschool
2023
Astrid
Vandewalle
In deze studie werd het effect van het toevoegen van bestendige aminozuren op de melkgift beoordeeld. Hierbij werd bekeken of het wel of niet financieel interessant is voor de landbouwer bij een bepaalde melkprijs. Daarbij werd een proef uitgevoerd op verschillende melkveebedrijven en werd de melkgift (liters en melkgehalten) nauwkeurig opgevolgd.
Meer lezen

Types experten en steun voor stealth democratie: een kwantitatief onderzoek naar de percepties van burgers over de rol van experten tijdens de COVID-19 crisis in België

Universiteit Gent
2023
Janne
Ingelbeen
Dit onderzoek focust op de percepties van burgers over de rol van experten tijdens de COVID-19 crisis in België. Meer specifiek zal worden onderzocht wat de impact is van de individuele verschillen tussen burgers op de steun voor stealth democratie tijdens de COVID-19 crisis in België. Omdat blijkt dat het van belang is een onderscheid te maken tussen verschillende types experten, zal deze studie voor elk type expert (medische, economische en sociale expert) de invloed van individuele verschillen tussen burgers onderzoeken. Die individuele verschillen slaan enerzijds op de politieke oriëntatie van burgers (links/rechts self-placement), en anderzijds op de ideologische attitudes van burgers (Right-Wing Authoritarianism, Left-Wing Authoritarianism en Social Dominance Orientation).
Meer lezen

How to make the campus life more comfortable for students on the spectrum? Focussing on the KU Leuven built environment

KU Leuven
2023
Ruben
Bamps
Dit scriptie onderzocht aan de hand van een literatuurstudie en semi-gestructureerde interviews met vijf autistische studenten van de KU Leuven, hoe zij de KU Leuven gebouwde omgeving ervaren. Hieruit werd data verzameld en doorgegeven aan studentenvereniging Existenz
Meer lezen

Hoe de confectieambachten een 'mauw' aan hun eigen keure pasten

KU Leuven
2023
Marie-Charlotte
Dubois
Dit onderzoek toont aan hoe de Brugse ambachten tijdens de late middeleeuwen zich aanpasten aan de evoluerende stedelijke samenleving. De strenge theoretische ambachtskeure was steeds meer onderhevig aan toegevingen aan de situatie. Dat zorgde ook voor een verandering in de organisatie van laat-middeleeuwse kledingambachten en in de laat-middeleeuwse klederdracht in Brugge.
Meer lezen

Met friluftsliv zit het welbevinden van jonge kinderen in de lift!

Arteveldehogeschool Gent
2023
Anaïs
Van Hoyweghen
Genomineerde longlist Bachelorprijs
Welbevinden is een gekend begrip in het Vlaamse kleuteronderwijs. In het Noorse kleuteronderwijs is outdoor education dan weer een gekend begrip. Wat is het resultaat als we beide begrippen combineren?
Deze bachelorproef gaat over hoe we de Noorse outdoor education in ons Vlaamse onderwijs kunnen inzetten om ervoor te zorgen dat kleuters een hoger welbevinden hebben.
Meer lezen

Predictive Policing: Kwalitatief onderzoek naar een voorspellend criminaliteitsmodel in Nederland

Universiteit Gent
2023
Gert-Jan
Van de Walle
In dit kwalitatief onderzoek wordt nagegaan hoe het voorspellen van criminaliteit (predictive policing) in Nederland vorm krijgt, en hoe wij er in België van kunnen leren.
Meer lezen

Een blauwdruk voor een preventief anti-corruptiebeleid binnen de Belgische Geïntegreerde Politie. Aanbevelingen voor het Belgische beleid.

Universiteit Gent
2023
Emma
De Caluwé
There is a pressing need for a coherent policy that implements a unified approach applicable to the whole police organization in order to effectively prevent corruption within the whole organization. The recommendations within this study constitute the most substantial part of its relevance, aiming to contribute to the development of a robust anti-corruption policy as an effective instrument in preventing corruption within the Belgian police organization.
Meer lezen

Computationeel denken in de lessen van de tweede graad doorstroomfinaliteit

Odisee
2023
Lotte
Stuer
Met deze bachelorproef, maakte ik een lessenpakket dat de eindtermen rond computationeel denken in de tweede graad behandelt. Om een goed lessenpakket te ontwikkelen, is er eerst
een online enquête doorgestuurd naar scholen in het Waasland met een tweede graad. Uit deze enquête bleek dat de programmeertaal Python het meest gebruikt wordt. Na analyse van de verschillende IDE’s die gebruikmaken van Python als programmeertaal, heb ik de IDE Thonny gekozen als de meest gebruiksvriendelijke voor deze bachelorproef. Het eindproduct is een lessenpakket dat gebruikmaakt van de IDE Thonny en splitsbaar is over de twee leerjaren van de tweede graad. Het product, dat geschreven is voor richtingen in de doorstroomfinaliteit, is uitgetest in de praktijk.
Meer lezen

Het woonzorgcentrum van de toekomst door de ogen van potentieel toekomstige bewoners

Hogeschool Gent
2023
Zoë
Vanbeylen
Wat verwachten potentieel toekomstige bewoners van woonzorgcentra van het woonzorgcentrum van de toekomst? Dit onderzoek tracht een antwoord te geven op deze vraag met behulp van semi-gestructureerde interviews.
Meer lezen