Scriptiebank overzicht

De Vlaamse Scriptiebank is een vrij toegankelijke online databank. Deze bevat alle artikels en full text scripties van deelnemende bachelors en masters aan de

De vergunning van projecten voor hernieuwbare energie: omgevings- en klimaatrecht als elkaars concurrenten?

Universiteit Antwerpen
2025
Thomas
Piot
Deze thesis onderzoekt hoe het omgevingsrecht een hindernis vormt voor de realisatie van windturbineprojecten in Vlaanderen, ondanks de toenemende nood aan hernieuwbare energie. Hoewel het omgevingsrecht oorspronkelijk werd ontworpen ter bescherming van milieu, ruimtelijke kwaliteit en burgerparticipatie, blijkt het in de praktijk vaak een complex en versnipperd geheel van regels te zijn dat windenergieprojecten vertraagt of zelfs verhindert. Via een analyse van concrete vergunningsdossiers en gerechtelijke uitspraken wordt aangetoond dat het huidige juridische kader onvoldoende afgestemd is op de urgentie van de energietransitie.

Lokale weerstand, ingewikkelde procedures en overlappende regelgeving zorgen voor rechtsonzekerheid en tijdverlies. Daarnaast blijkt de Vlaamse decreetgever weinig voortvarend in het nemen van noodzakelijke hervormingen. Ook andere hernieuwbare energieprojecten, zoals zonneparken of waterstofinstallaties, stoten op gelijkaardige juridische knelpunten. De thesis pleit daarom voor een coherenter, efficiënter en meer toekomstgericht vergunningskader dat zowel bescherming biedt als perspectief creëert voor duurzame energie-initiatieven.
Meer lezen

Leopoldskazerne Gent

Thomas More Hogeschool
2025
maaren
nijs
De Leopoldskazerne in Gent moet gerenoveerd worden tot een volwaardig hotel met 110 kamers en
bijhorende faciliteiten. Het HVAC-gedeelte wordt opgeleverd door meerdere bedrijven binnen de
Bumacogroup, vooral de HVAC-afdeling van Bumaco.
De bachelorproef omvat een beschrijving van de volledige HVAC, maar gaat dieper vooral in op de installatie
en ontwerp van het SWW-systeem met CO₂ warmtepompen van Mitsubishi. Alsook het opmaken van
logistieke documenten bv. materiaallijst, kabellijst, ….
Er is slechts 1 keer met CO₂ warmtepompen gewerkt binnen Bumaco en daar is dus veel onderzoek naar de
werking hiervan gebeurd.
Meer lezen

Wortel-eters of geslagen honden? Klimaatclubs en het Europese mechanisme voor koolstofgrenscorrectie

Universiteit Antwerpen
2024
Toon
Van Os
Nobelprijswinnaar Nordhaus ontwierp de klimaatclub om vrijbuitersgedrag op het internationale klimaattoneel tegen te gaan. De wortel en de stok van zo’n klimaatclub komen voor het eerst tot uiting in het Europese mechanisme voor koolstofgrenscorrectie (CBAM). Daardoor wordt niet enkel op productie binnen de EU een koolstofheffing geheven, maar ook op de import uit derde landen. Mijn analyse van Canada, China, India, Turkije en de VS toonde dat CBAM derde landen nieuw klimaatbeleid doet overwegen. De economische droomoplossing van een globale
koolstofprijs kan dus dichterbij komen m.b.v. koolstofgrenscorrecties. Tot slot categoriseerde ik mijn vijf casussen als wortel-eter of als geslagen hond.
Meer lezen

Rechtszekerheid en Rechtsbescherming bij wijzigend wetgevingsbeleid en wijzigend handhavingsbeleid

Universiteit Hasselt
2024
Carla
Nijssen
De centrale onderzoeksvraag waarop de masterscriptie antwoord zal geven, luidt: “Heeft de GSI de bevoegdheid om subjectieve rechten ontstaan uit een definitieve regularisatievergunning te ontnemen?”

Het ruimtelijk ordeningsrecht is een relatief jong recht en heeft reeds tot vele verzuchtingen geleid. Zo ook voor de bouwheer in de casus waarop deze rechtshistorisch beschrijving geïnspireerd werd.
De aanzet van het onderzoek is de werkwijze van bepaalde ambtenaren uit de handhavend pijler van de ruimtelijke ordening, die nadat een wederrechtelijkheid reeds jaren in rechte werd hersteld, en op basis van een niet meer actuele veroordeling waaraan initieel een dwangsom was verbonden, het probleem opnieuw in het leven roept en om in de opzet te slagen geen juridische kunstgreep schuwt.
Deze problematiek loopt al een twintigtal jaren waarvoor tot vandaag nog steeds geen oplossing is.
De scriptie beschrijft in drie opeenvolgende periodes het ruimtelijk ordeningsrecht. Met name, vanaf het ontstaan van de eerste organieke regelgeving in 1962 tot 1997 in het licht van de zonevreemde woning en de kentering in het handhavingsbeleid. Vervolgens de periode van het nieuwe tijdperk dat moeizaam tot stand komt vanaf 1998 tot begin 2003 in het licht van de regularisatievergunning. Tot slot wordt de gebeurtenis die aanleiding heeft gegeven tot de centrale onderzoeksvraag onderzocht.

De casestudy beoogt deze zeer ernstige problematiek onder de noodzakelijke aandacht te brengen en als draad van Ariadne de eerste aspecten reeds aan te duiden die kunnen leiden naar de oplossing.
Meer lezen

Balancing Act: Environmental Liability in the Realm of Insolvency Law

Universiteit Hasselt
2024
Mira
Jablonska
Deze thesis bestaat uit een beschrijvende en vergelijkende analyse van beschikbare wetgeving en mechanismen om het Europese principe “de vervuiler betaalt” te waarborgen tijdens faillissementsprocedures van private rechtspersonen. De analyse omvat zowel Europese als nationale wetgeving en instrumenten. Daarnaast wordt de relatie tussen milieuaansprakelijkheid en faillissementen als gevolg van milieuschade onderzocht. Verschillende vormen van aansprakelijkheid komen aan bod, elk met hun unieke gevolgen. Aansluitend, besteedt deze thesis aandacht aan verschillende mechanismen om het principe “de vervuiler betaalt” uitwerking te kunnen geven tijdens faillissementsprocedures, waaronder financiële zekerheden, verzekeringen en samenwerkingen die zijn ontstaan in de praktijk. Verder wordt er stil gestaan bij de verantwoordelijkheid van rechtspersonen om hun aansprakelijkheid, die tot insolventie zou kunnen leiden, te beperken.

De bestudeerde theorie wordt aangevuld met voorbeelden uit de praktijk om het gedane onderzoek in de juiste maatschappelijke context te plaatsen. Deze voorbeelden, voornamelijk over de financiële gevolgen van milieuschade, tonen de noodzaak van het ontwikkelen van duidelijk mechanismen en afspraken tussen de verschillende betrokken stakeholders.

Vervolgens volgt een kritische blik van de auteur op de bestaande mechanismen en wetgeving. Deze kritische blik wordt aangevuld met suggesties die betrekking hebben op het uitbreiden van bepaalde bestaande initiatieven, wetgevende hervormingen en algemene opmerkingen met betrekking tot het huidige wetgevend landschap. De belangrijke bevindingen onthullen de behoefte aan een meer geïntegreerde en adaptieve benadering van beleidsvorming, waarbij de nadruk wordt gelegd op het harmoniseren van aansprakelijkheidsregimes en het waarborgen van hollistische juridische uitkomsten.

Als laatste wordt er stilgestaan bij de potentiële invloed van nieuwe wetgevende initiatieven op de huidige aanpak. Ook hier wordt er aandacht besteed aan eventuele leemten met betrekking tot het beter integreren van het principe “de vervuiler betaalt” in insolventie procedures en aansprakelijkheidsmechanismen.
Meer lezen

Natuurbescherming in het openbaar groen

Hogeschool VIVES
2024
Marion
Logghe
In deze studie wordt onderzocht hoe Conservation Gardening kan toegepast worden binnen openbaar groen. Dit gebeurt aan de hand van een uitgebreide marktanalyse waarin de beschikbaarheid van vaatplanten die op de Rode Lijst van Vlaanderen staan op webshops wordt nagetrokken. Van de beschikbare planten word de standplaats afgeleid aan de hand van de Ellenberg-indicatorwaarden. Vervolgens worden de verschillende standplaatsen van elkaar gescheiden, gedefinieerd en gegoten in meerdere keuzetabellen. Dit alles wordt samengebracht in een uitgebreide, maar overzichtelijke Excel-werkmap die gebruikt kan worden bij het bepalen van welke planten in verschillende situaties toegepast kunnen worden. Ten slotte worden enkele praktische cases uitgewerkt van beplantingsplannen in openbaar groen, ter inspiratie voor groenbeheerders en groendiensten.
Meer lezen

De relatie tussen mens en dier in het antieke epicurisme

KU Leuven
2024
Ruul
Hellemans
Deze paper onderzoekt de epicuristische visie op de relatie tussen mens en dier, de invloed van de presocraat Democritus hierop en de vraag in hoeverre deze visie wenslijk geacht moet worden. Het onderzoek behandelt twee thema’s die betrekking hebben op deze relatie. Ten eerste komt (in hoofdstuk 1) de vraag hoe de epicuristen dachten over rechtvaardigheid in relatie tot dieren aan bod. Deze vraag wordt in twee sub-vragen opgesplitst: (1) de vraag of dieren volgens de epicuristen (1) subject van moraliteit en/of (2) object van moraliteit zijn. Die laatste vraag (2) wordt nog verder in twee sub-vragen onderverdeeld: (a) de vraag of men de negatieve plicht heeft om af te zien van bepaalde onrechtvaardige handelingen tegenover dieren en (b) de vraag of men ook de positieve plicht heeft om bepaalde handelingen te stellen opdat dieren zouden kunnen deelhebben aan rechtvaardigheid. Het epicuristische antwoord op zowel vraag (1) als vraag (2) is negatief. Het belangrijkste epicuristische argument hiervoor is dat dieren niet voldoen aan de noodzakelijke voorwaarde voor rechtvaardigheid: het (kunnen) sluiten van een contract met het oog op nut en een verbod op wederzijdse schade. Enkel Lucretius en Epicurus staan een uitzondering toe voor gedomesticeerde dieren, die wel degelijk in staat zijn tot een impliciet contract met de mens en daarom zowel (1) subject als (2) object van moraliteit zijn. Beide antwoorden verschillen van de visie van Democritus, die zowel vraag (1) als vraag (2b) positief beantwoordde, maar van wie geen antwoord op vraag (2a) is overgeleverd. Toch heeft het epicuristische antwoord wellicht wortels bij de presocraat. Een tweede thema dat aan bod komt in (hoofdstuk 2 van) deze paper is de vraag in hoeverre de epicuristen er bepaalde levensvoorschriften op nahielden in relatie tot dieren. Concreet gaat het om de vraag of de epicuristen vegetariërs waren. Binnen het epicurisme bestaan twee grondhoudingen ten opzichte van vleesconsumptie: de houding van Epicurus en die van Hermarchus. Epicurus matigde zijn vleesconsumptie of onthield zich zelfs volledig van vlees als onderdeel van een ascetisch dieet. Hermarchus zag vleesconsumptie dan weer als een noodzakelijke vorm van populatiecontrole van gedomesticeerde dieren. Enkel die eerste visie lijkt wortels bij Democritus te hebben. In een laatste hoofdstuk evalueren we de plausibiliteit van de epicuristische opvattingen. Wat betreft het tweede thema van deze paper opperen we dat Epicurus’ matiging of onthouding van vleesconsumptie te verkiezen is, maar dat beide epicuristen teleurstellen in het feit dat zij nalaten hun beoordeling van de wenselijkheid van vleeseten te funderen in een bekommernis om dierenwelzijn. Wat betreft het eerste thema miskenden de epicuristen het onderscheid tussen (1) subjecten en (2) objecten van moraliteit door ten onrechte te claimen dat beide groepen aan elkaar gelijk zijn. De epicuristen Epicurus en Lucretius hadden wellicht minstens ten dele gelijk in hun claim dat gedomesticeerde dieren tot op zekere hoogte subject van moraliteit zijn. Maar de groep van objecten van moraliteit is veel groter en kan naar mijn mening adequaat worden afgebakend aan de hand van Plutarchus’ criterium dat stelt dat alle wezens met waarnemingsvermogen object van moraliteit zijn. Dat criterium impliceert dat alle dieren, alsook planten object van moraliteit zijn – hoewel Plutarchus ten onrechte niet geloofde dat planten over waarnemingsvermogen beschikken.
Meer lezen

Cyber Warfare: an attack on the principle of distinction?

KU Leuven
2024
Charlotte
Teuwens
Cyberaanvallen zijn alomtegenwoordig. De gevolgen ervan worden met de dag ernstiger. Deze aanvallen vereisen daarom een strenge en duidelijke regelgeving. Het merendeel van de staten besloot dan ook na jaren van discussie dat het internationaal humanitair recht van toepassing is op cyberoorlogvoering. Het blijft echter onduidelijk hoe de principes geïnterpreteerd moeten worden. Over het beginsel van onderscheid rees bijvoorbeeld de vraag of digitale gegevens als voorwerp beschouwd kunnen worden. In dat geval zou dit beginsel namelijk persoonsgegevens beschermen. Gezien de interconnectiviteit van de cyberruimte is dit dan ook zeer wenselijk.

In twee niet-bindende instructies over cyberoorlogvoering besloten experten daarentegen dat persoonsgegevens geen voorwerp zijn. Verschillende auteurs hebben kritiek geuit op dezeinterpretatie. Volgens hen beschouwen staten digitale gegevens reeds als voorwerp en ontstaat er gewoonterecht. In hun argumentatie voor deze verklaring ontbreekt echter sluitend bewijs.

Deze masterproef onderzoekt daarom de waarachtigheid van dit standpunt. De masterproef analyseert bronnenmateriaal van veertien staten op zoek naar opinio juris en statenpraktijk. De staten zijn geselecteerd aan de hand van drie factoren wat betreft hun betrokkenheid in cyberoorlogvoering. Op basis van deze analyse besluit de masterproef dat staten de ‘scale and effects approach’ toepassen: ze evalueren of de niet-materiële gevolgen van een cyberaanval, bijvoorbeeld economische, gelijkaardig zijn aan de gevolgen die een fysieke aanval zou veroorzaken. Het standpunt van de auteurs is dus gedeeltelijk waar: staten beschouwen digitale gegevens niet als voorwerp, maar wanneer de omvang en gevolgen van een cyberaanval een bepaalde drempel overschrijden, beschermen ze digitale gegevens alsnog als een voorwerp. Deze bevinding resulteert in een alternatieve interpretatie voor huidige praktijken in de
cyberruimte. Om vervolgens bovenvermelde drempel te specifiëren, zijn de interpretatie van de experten en de alternatieve interpretatie toegepast op scenario’s. Deze toepassing toont aan dat staten vaker bescherming bieden tegen cyberaanvallen dan de experten in hun interpretatie aan bescherming voorzien. De masterproef concludeert daarom dat een herinterpretatie wenselijk is om de rechtszekerheid en de bescherming van persoonsgegevens te verhogen.
Meer lezen

Inburgering, Taalverplichtingen & Sociale Prestaties voor Derdelanders: een juridische kijk op 'Taalwelvaartschauvinisme'

KU Leuven
2024
Simon
Venmans
Hoe kijkt het Belgische en Europese recht naar het ontnemen van sociale uitkeringen aan derdelanders wegens hun gebrek aan Nederlands? Deze politieke trend, wat ik ‘taalwelvaartschauvinisme’ noem, stoot bij haar omzetting in wetgeving op verschillende juridische, maar ook praktische bezwaren.
Meer lezen

Verbeurdverklaring ten laste van derden: hoe eigen blijft eigendom?

KU Leuven
2024
Katrijn
Sette
Dit onderzoek focust op de Belgische regelgeving en rechtspraak betreffende het raakvlak tussen de verbeurdverklaring ten laste van derden (VTLD) en het eigendomsrecht. Bij een VTLD wordt op grond van een rechterlijke beslissing een verbeurdverklaring uitgesproken als bijkomende straf ten aanzien van een veroordeelde, maar zijn de goederen in kwestie – of een deel ervan – eigendom van een derde. Een dergelijke verbeurdverklaring heeft tot gevolg dat de derde zijn eigendom verliest ten voordele van de staat (of burgerlijke partij). Het mag duidelijk zijn dat een VTLD op gespannen voet staat met het eigendomsrecht van derden. Niettemin wordt eerstgenoemde toegepast in België, al wordt voor bepaalde derden wel in een bescherming van hun eigendom voorzien.

Dit onderzoek wil nagaan in hoeverre België beschikt over een ‘goede’ regelgeving en invulling ervan voor wat betreft het raakvlak tussen de VTLD en het eigendomsrecht. Het wenst het potentieel tot verbetering in kaart te brengen.

Hiertoe wordt eerst een beschrijvende analyse gemaakt van het huidig Belgisch kader. Er wordt gekeken naar de draagwijdte van het recht op eigendom en onderzocht in welke mate en op welke wijze de regeling omtrent de VTLD een balans weet te vinden tussen het eigendomsrecht enerzijds en de strafrechtelijke doelstellingen die aan de VTLD ten grondslag liggen anderzijds. Tevens wordt het Belgisch kader vergeleken met de benadering in Zwitserland en Zuid-Afrika. Op basis van voorgaande beschrijvende analyse en rechtsvergelijking, aangevuld met een studie omtrent de regeling en vereisten op niveau van de Raad van Europa en de Europese Unie, wordt vervolgens een toetsingskader ontwikkeld. Dit toetsingskader laat toe het huidig Belgisch kader grondig te evalueren qua mogelijkheid tot VTLD en qua voorziening in, voorwaarden voor en wijzen van derdenbescherming. De evaluatie toont dat – naast diverse goede elementen – de Belgische regeling en rechtspraak geplaagd worden door problemen, onduidelijkheden, hiaten en discrepanties. Dit potentieel tot verbetering wordt na een interne rechtsvergelijking met het goederenrecht vertaald in een reeks concrete aanbevelingen. Deze aanbevelingen – voornamelijk gericht aan de wetgever – willen een meerwaarde bieden bij de realisatie van een ‘goed’ Belgisch kader.
Meer lezen

PERSMISDRIJVEN VOOR DE JURY: GRONDWETTELIJKE WAARBORG OF GERECHTELIJK FOSSIEL?

Universiteit Gent
2024
Milan
Maertens
De Belgische grondwetgever heeft de persvrijheid in 1830-1831 vastgelegd met speciale waarborgen. Eén van deze grondwettelijke garanties is de bevoegdheid van het hof van assisen om te oordelen over zogenaamde 'persmisdrijven' (huidig artikel 150 Grondwet).
Hoewel het evident moet lijken dat er recente assisenzaken zijn geweest waarin de jury zich over een persmisdrijf heeft moeten uitspreken, zijn er in de naoorlogse periode - met uitzondering van drie gevallen - vrijwel geen voorbeelden te vinden. Dat persmisdrijven decennialang nauwelijks vervolgd zijn voor het hof van assisen houdt verband met uiteenlopende inhoudelijke, beleidsmatige en organisatorische redenen.
Door middel van een analyse van wetgeving, rechtspraak en literatuur ging deze rechtshistorische studie op zoek naar een antwoord op de vraag waarom er vandaag geen persprocessen meer voor de jury komen. Het onderzoek steunde hierbij deels op archiefonderzoek, waarbij drie niet eerder geanalyseerde archiefdossiers van het Oost-Vlaamse hof van assisen zijn bestudeerd.
Meer lezen

Press freedom in India

KU Leuven
2024
Margot
Verbaenen
Deze scriptie onderzoekt de afnemende staat van persvrijheid in India, waarbij er gefocust wordt op de ervaringen van Indiase journalisten die onder toenemende politieke en economische druk staan. Door middel van 11 diepte-interviews werd er onderzocht hoe journalisten te maken krijgen met bedreigingen, geweld en intimidatie, wat leidt tot zelfcensuur en een verslechtering van de kritische journalistiek. De studie belicht ook de rol van politieke entiteiten zoals de Bharatiya Janata Party (BJP) in het orkestreren van deze druk. De bevindingen benadrukken dat de persvrijheid in India systematisch wordt bedreigd, met ernstige gevolgen voor de democratische integriteit en het medialandschap.
Meer lezen

Unboxing Materialism: A Content Analysis of YouTube Videos from Popular American Kidfluencers

Universiteit Gent
2024
Yana
Degroote
Kidfluencers inspireren kinderen over de hele wereld en worden daarom ingezet door adverteerders om merken te promoten. Desondanks het succes daarvan, wordt kidfluencer content bekritiseerd van matertialistische waarden te verspreiden. Er is een belangrijk hiaat in de wetenschappelijke literatuur die deze mogelijke relatie tussen blootstelling aan kidfluencer content en materialisme in kinderen bestudeert. Deze scriptie dient als een basisonderzoek binnen dit domein. Aan de hand van een exploratieve inhoudsanalyse van videos van zes populaire kidfluencer YouTube-kanalen (n = 130), gaan we op zoek naar hoe materialistische dimensies gerepresenteerd worden en hoe en of deze verschillen tussen kidfluencer video genres. De resultaten tonen aan dat merken in grote mate aanwezig zijn in kidfluencer YouTube videos. Gesponsorde video’s vertonen vaak enorme volumes van speelgoed en/of dure merken. Dit kan ervoor zorgen dat kinderen meer materialistische waarden ontwikkelen door het kijken van kidfluencer content. Daarom doet deze scriptie enkele suggesties om de aanwezigheid van merken in kidfluencer video’s te beperken.
Meer lezen

Flanders' Natura 2000 network is not effective in protecting beetles from climate change

Universiteit Gent
2024
Zaya
Lips
Keverpopulaties zijn snel achteruit aan het gaan en dit onder andere door klimaatsverandering. Maar helaas is er niet veel aandacht voor deze dieren. Daarom werd in dit onderzoek getest hoe goed het Vlaamse Natura 2000 netwerk in staat is kevers te beschermen. Hiervoor gebruikten we een individual based model. Een verdere achteruitgang van de keverpopulaties met het huidige Natura 2000 netwerk werd voorspeld. Er zijn dus dringend aanpassingen in het netwerk nodig om deze soorten van extinctie te redden.
Meer lezen

Lookism en de Assepoesterbepaling Een studie naar de toepassing van artikel 14 EVRM bij discriminaties wegens fysieke kenmerken (lookism)

KU Leuven
2024
Marie
Eglem
  • Marie
    Eglem
Lookism is een discriminatievorm waarbij gediscrimineerd wordt op grond van het uiterlijk van mensen. Over het onderwerp is al veel inkt gevloeid, maar over de stand van zaken met betrekking tot lookism op Europees mensenrechtelijk niveau is er echter weinig tot geen informatie vindbaar. Bijgevolg onderzocht ik in mijn scriptie, bij wijze van exploratief onderzoek, hoe en in welke mate artikel 14 EVRM beschermt tegen situaties van lookism.
Meer lezen

Compact space spectrometer benefitting climate change monitoring

Vrije Universiteit Brussel
2024
Matéo
Yerlès
Ik heb een ruimtespectrometer ontworpen voor het monitoren van klimaatverandering die betere prestaties levert dan de state-of-the-art in elk domein. De omvang is 90 keer kleiner, waardoor de satelliet in één CubeSat-eenheid past. De ruimtelijke resolutie is beter (<5 km) voor een swathbreedte van 1000 km groter voor een totaal van 3700 km. En het geanalyseerde spectrum is veel groter.
Meer lezen

Identifying inter-growth form differences and seasonal dynamics in leaf spectral and functional traits of lianas and trees in a tropical forest

Universiteit Gent
2024
Elise
Huysman
Lianen zijn structurele parasieten die bomen beklimmen om toegang te krijgen tot de bovenste bladerdaklaag. Hun abundantie en biomassa nemen toe in de Neotropen, wat waarschijnlijk de werking van deze tropische gebieden beïnvloedt. Lianen hebben minder structureel weefsel en beperken de groei van bomen, waar door de aangetaste bossen minder koolstof vastleggen. Hun bladreflectie is gemiddeld hoger dan die van bomen, wat de spectrale signatuur van de tropische bossen verandert.
Deze studie onderzoekt de structurele en biochemische bladkenmerken van lianen en bomen in een secundair tropisch regenwoud in Panama. De onderzochte kenmerken omvatten bladdikte, equivalente waterdikte (C), bladmassadichtheid (LMA) en koolstof- en stikstofgehalte, evenals hun stabiele isotopen δ13C en δ15N. Daarnaast wordt de bladreflectie tussen 350 en 2500 nm onderzocht, met de focus op verschillen tussen de twee groeivormen en hoe deze kenmerken variëren met seizoensveranderingen. Door een combinatie van bladkenmerkmetingen en hyperspectrale reflectiegegevens, werden statistische testen en lineaire gemengde effectenmodellen gebruikt om de gegevens te analyseren.
De resultaten onthullen significant lagere LMA, C en δ13C-gehalte voor lianen dan voor bomen. Seizoensgebondenheid heeft geen significant effect op de bladkenmerken. De reflectie van lianenbladeren is significant hoger dan die van bomen in twee van de vier waterbanden in het kortgolvig infraroodgebied en het groene gebied. Daarnaast beïnvloeden seizoensvariaties de reflectie-eigenschappen van bomen. Ze blijken significant verschillende reflecties te hebben tussen seizoenen in de twee overgebleven waterbanden en het nabij-infraroodgebied. Lianen daarentegen worden niet significant beïnvloed door seizoensgebondenheid in de vooraf bepaalde banden. De Kullback-Leiber divergentie van de reflectiespectra tussen seizoenen is meer dan 4 keer groter voor bomen dan voor lianen. Deze bevindingen suggereren dat onderzoek naar de reflectie van boombladeren seizoensgebondenheid in aanmerking moet nemen. Voor lianen daarentegen lijkt de reflectie weinig beïnvloed door seizoensgebondenheid. Zowel de bladkenmerken als de reflectie van lianen lijken stabiel te zijn gedurende het natte en droge seizoen.
Onze bevindingen suggereren dat de onderscheidende structurele en biochemische kenmerken van lianen en bomen een cruciale rol spelen in hun ecologische strategieën en interacties binnen het bosecosysteem. Verder benadrukt de studie het potentieel van hyperspectrale reflectie als een proxy voor het monitoren van blad v kenmerken. Deze inzichten dragen bij aan een beter begrip van de ecologische rollen van lianen en bomen en hun reacties op milieuveranderingen, wat essentieel is voor het voorspellen van de gevolgen van klimaatverandering voor tropische bosecosystemen
Meer lezen

The Agency of Wives of Diplomats through Charity: The Belgian Relief Fund in First World War Japan

KU Leuven
2024
Katelijne
Voorbij
Deze scriptie bevat een historische studie naar liefdadigheid georganiseerd door vrouwen van diplomaten tijdens de Eerste Wereldoorlog. Hiervoor werd een liefdadigheidsorganisatie die uitging van de Belgische Legatie in Tokio, het Belgian Relief Fund, gebruikt als casestudy. Door gebruik te maken van een uitgebreide verzameling van primaire bronnen, werpt deze scriptie licht op verschillende aspecten van liefdadigheid binnen een diplomatieke context.
Meer lezen

HUISVESTING VAN HOBBYPLUIMVEE: EEN PRAKTIJKSURVEY

Universiteit Gent
2024
Jasper
Van Doren
Hobbykippen vallen buiten de wetgeving voor huisvesting en zijn slechts onderhevig aan richtlijnen. Deze studie onderzoekt de naleving van deze richtlijnen bij houders van hobbypluimvee, met behulp van een praktijksurvey. Er werden 50 houders van hobbypluimvee bezocht en bevraagd, waarna de resultaten vergeleken werden met vooropgestelde richtlijnen voor deze pluimveecategorie. De resultaten tonen aan dat veel hobbyhouders de richtlijnen onvoldoende naleven, met name wat betreft de afmetingen en inrichting van het binnenhok, inrichting van de buitenbeloop, bescherming tegen extreme weersomstandigheden, evenals de bioveiligheid en hygiëne. Deze tekortkomingen kunnen leiden tot gezondheids- en welzijnsproblemen bij de kippen. Bovendien blijkt uit deze studie een gebrek aan kennis over de bestaande richtlijnen en het belang van een goede huisvesting voor hobbykippen. Deze bevindingen benadrukken de noodzaak van betere sensibilisering en betere toegang tot informatiebronnen over huisvesting, evenals het promoten van huisvestingsrichtlijnen voor hobbykippen bij aanschaf van kippen.
Meer lezen

Het diepzeedilemma van de Europese Unie: een analyse van de verschillende standpunten van EU-lidstaten met betrekking tot diepzeemijnbouw in internationale wateren (2017-2023)

Universiteit Gent
2024
Seppe
Dewulf
Sinds enkele jaren lopen de politieke spanningen rond de mogelijke goedkeuring van diepzeemijnbouw in internationale wateren hoog op. Meer dan 167 landen onderhandelen binnen de Internationale Zeebodemautoriteit (IZA) over de toekomst van zeebodemexploitatie, met uitgesproken voor- en tegenstanders van de praktijk. Hoewel ook de Europese Unie lid is van dit intergouvernementeel orgaan speelt het tot op heden geen actieve rol in deze onderhandelingen, desondanks de indiening van een voorstel van de Europese Commissie aan de Raad van de Europese Unie in januari 2021 (met het oog op het innemen van een gezamenlijke positie binnen de IZA) – dat onbeantwoord bleef. Vertrekkende vanuit de hypothese dat dit interinstitutioneel (bevoegdheids)conflict binnen de EU te wijten is aan te grote tegenstellingen tussen de standpunten van de EU-lidstaten, worden in dit onderzoek de standpunten van vier lidstaten – België, Duitsland, Frankrijk en Polen – op het vlak van diepzeemijnbouw onderzocht.
Meer lezen

Naar een recht op vrij verkeer voor personen die werden erkend als vluchteling in de EU?

Universiteit Antwerpen
2024
Adeodata
Kanyamihanda
Deze thesis ondezoekt de uitdagingen en mogelijkheden rondom het recht op vrij verkeer voor erkende vluchtelingen binnen de EU. De probleemstelling bevat de beperkingen van de Dublinprocedure, nationale drempels, beperkte mobiliteitsrechten en huidige nationale wetgeving van lidstaten die een overdracht van vluchtelingenstatus mogelijk maakt. De studie analyseert legale migratie voor derdelandsonderdanen in het kader van studies, economische activiteiten en gezinshereniging. Het pleit voor een uniforme vluchtelingenstatus in alle lidstaten, geldig in de hele EU, zodat zij vrij kunnen reizen. Ten slotte wordt er geevauleerd of een recht op vrij verkeer een oplossing biedt voor de tweede asielaanvragen van erkende vluchtelingen.


Meer lezen

De Verwijzing naar Mensenrechten in FTA's: Een Vergelijkende Analyse en Betoog voor een Algemene Verplichting

KU Leuven
2024
Siebe
van Veldhoven
De trend van Staten om zich meer te richten op vrijhandelsovereenkomsten (FTA’s) in plaats van multilaterale handelsovereenkomsten is al sinds de jaren ’90 duidelijk zichtbaar op het internationale toneel. Wat echter nog opmerkelijker is, is het toenemende gebruik van mensenrechtenclausules door verschillende Staten, of groepen van Staten, in deze FTA’s.
Deze thesis begint met een beschrijvende vergelijking van hoe diverse Staten omgaan met deze opmerkelijke trend en identificeert wat als een mensenrechtenclausule in een FTA kan worden beschouwd. Met deze voorlopige definitie onderzoekt de thesis welke Staten, naast de traditionele spelers, deelnemen aan deze interessante trend en hoe zij ermee omgaan. Net zoals de wereld vol diversiteit is, zo ook is de benadering van verschillende landen ten opzichte van het opnemen van mensenrechtenclausules in FTA’s divers. Deze diversiteit leidt tot aanzienlijke rechtsonzekerheden, wat deze thesis motiveert om een pleidooi te voeren voor de invoering van een algemene verplichting binnen het WTO-recht om een mensenrechtenclausule op te nemen in elke FTA.
Dit betoog steunt hoofdzakelijk op twee argumenten. Het praktische argument stelt dat de huidige versnippering in aanpak nefaste gevolgen heeft en pleit voor een algemeen, helder wettelijk kader. Het meer theoretische argument betoogt dat het WTO-recht in essentie een instrument is om mensenrechten te bevorderen, en dat de invoering van deze algemene verplichting het instrument doelgerichter zou maken.
De thesis verkent het interessante spanningsveld tussen handel en mensenrechten, waarbij gestreefd wordt naar een evenwichtige benadering.
Meer lezen

Federated Learning in Neuroimaging: Baanbrekende Voorspellende Modellen voor Hersenleeftijdsschatting

Vrije Universiteit Brussel
2024
Alvaro
Vargas Guerrero
Deze thesis onderzoekt de integratie van Federated Learning (FL) binnen het domein van het voorspellen van de hersenleeftijd met behulp van structurele Magnetic Resonance Imaging (MRI) scans. Door gebruik te maken van het FL-framework Flower stelt dit onderzoek medische instellingen in staat om samen voorspellende modellen te ontwikkelen en tegelijkertijd de gegevensprivacy te waarborgen en te voldoen aan regelgeving zoals GDPR en de California Consumer Privacy Act. Door domeinaanpassingstechnieken toe te passen om ervoor te zorgen dat de leeftijd op alle knooppunten vertegenwoordigd is, vermindert dit onderzoek de problemen die ontstaan door heterogene gegevensdistributies, waardoor de modelprestaties verbeteren. De bevindingen benadrukken de effectiviteit van het gebruik van voorgetrainde modellen, namelijk met algoritmen zoals FedProx, die cliëntdrift corrigeren en hun voordeel aantonen in scenario's met zeer scheve gegevensdistributies. Dit onderzoek onderstreept het potentieel van FL om competitieve modellen te produceren die geschikt zijn voor praktische toepassing in neuroimagingtaken. De implicaties reiken verder dan het voorspellen van de hersenleeftijd en suggereren bredere toepassingen in de gezondheidszorg, waar gegevensprivacy en samenwerkend leren cruciaal zijn. Deze thesis dient als een fundamentele inspanning, waarbij theoretische vooruitgang wordt samengevoegd met praktische toepassingen in de medische diagnostiek, en moedigt verdere verkenning en ontwikkeling in deze domeinen aan.
Meer lezen

Van de laatste kasteelvrouwe van Gaasbeek naar de Belgische Staat

KU Leuven
2024
Emma
Wouters
Dit onderzoek gaat na hoe het schenkingsproces van het Kasteel van Gaasbeek door markiezin Arconati Visconti aan de Belgische Staat verliep aan het begin van de twintigste eeuw. De schenking hield naast het kasteel ook het park, de gronden, de collecties en een bijkomende som van 200 000 frank in. In dit onderzoek wordt bestudeerd welke motieven ze had om het landgoed aan verschillende mogelijke ontvangstpartijen aan te bieden.

Het karakter van de markiezin werd getekend door haar antiklerikale, patriottische en republikeinse waarden. Een groot deel van haar tijd spendeerde ze aan corresponderen, salons organiseren en het bevorderen van wetenschappen en kunsten, met bijzondere aandacht voor historische wetenschappen. Ze stond bekend als gulle weldoenster door haar uitgebreide verzamel- en schenkingspolitiek. Dit was mogelijk door de aanzienlijke erfenis, waaronder het Kasteel van Gaasbeek, die ze in bezit had gekregen na de dood van haar echtgenoot markies Giammartino Arconati Visconti in februari 1876. Vooral vanaf de jaren 1890 hield ze zich hier frequent mee bezig. Tijdens het Brusselse burgemeesterschap van Émile De Mot (1899-1909), kreeg de markiezin voor het eerst het idee om haar geliefde Kasteel van Gaasbeek weg te schenken. Het schenkingsproces stuitte echter op enkele obstakels. Pas na drie mislukte schenkingspogingen aan respectievelijk de stad Brussel onder De Mot, de Belgische Staat en koning Albert I, kon de werkelijke schenking kon plaatsvinden. Toen de markiezin de Belgische Staat voor een tweede keer benaderde om het kasteel aan te bieden, had ze namelijk meer succes. Uiteindelijk kon de schenkingsakte op 30 augustus 1921 ondertekend worden.

De schenking en haar motieven daartoe passen binnen de bredere schenkingspolitiek van de markiezin. Ten eerste waren haar kinderloze status als weduwe, haar fysieke verzwakking en haar confrontatie met vergankelijkheid door de dood van enkelen van haar dierbaren, drijfveren om bij haar schenkingspolitiek een versnelling hoger te schakelen. Daardoor paste haar schenking eveneens binnen de algemene schenkingspolitiek uit die tijdsgeest. Meer specifiek voor de schenking van het Kasteel van Gaasbeek was een eerste motief haar bewondering voor België door de dappere bescherming van Frankrijk tijdens de Eerste Wereldoorlog die ze daaraan toeschreef. Door bij te dragen aan de opbouw van het Belgisch nationaal patrimonium wilde ze haar sympathie uiten, hoewel ze België bleef bekijken met haar Franse blik. Ten tweede wilde ze het behoud van het kasteel op lange termijn verzekeren. Verder wilde ze bijdragen aan de bevordering van kunsten en wetenschappen. Daarnaast wilde ze de herinnering aan overleden geliefden eren, en hoopte ze ook dat het museum voor haarzelf attent bleef. Omwille van dit alles wenste ze dat de schenking zou leiden tot de creatie van een publiek museum, waar alle objecten van de collectie tentoongesteld zouden blijven.

De schenking leverde de markiezin veel dankbaarheid op. Tot op de dag van vandaag wordt ze herinnerd omwille van haar vrijgevigheid. Na de afronding van het proces doken er toch nog enkele problemen op. Zo maakten er nog enkele nazaten van de Arconati Visconti’s aanspraak op een deel van de schenking. De uitkomst daarvan is echter onduidelijk. Daarenboven vormde de benoeming van de eerste conservator ook voor discussies binnen de Ministerraad. Vooral een machtsstrijd tussen twee betrokken ministers lagen aan de basis van die spanningen. Ondanks die discussies was het uiteindelijk Georges Lockem die de eerste conservator werd en die functie dan ook bekleedde bij de opening van het kasteel-museum voor het publiek op 11 februari 2024.
Meer lezen

Mijn zoektocht naar sporadisch welzijn

Hogeschool VIVES
2024
Eddy
Van Damme
Mijn portfolio is opgebouwd als een interview met mezelf.
De verschillende vragen die ik me heb gesteld doorheen deze opleiding komen
hier systematisch aan bod.
Stilaan komt het waarom, het hoe en het wat duidelijk naar boven via die
structuur. De keuze voor een klassiek format accentueert de inhoud.
Antwoorden komen hier in mijn eigen specifieke schrijftaal op papier, aangezien
dat voor mij de helderste manier is om mijn binnenkant naar buiten te brengen.
Zo kan ik ook tonen hoe ik met deze opleiding aan de slag ben gegaan.
Mijn persoonlijk pad tot ervaringswerker en mijn maatschappelijke positie
komen daarmee duidelijk aan bod.
Meer lezen

Partnerrelaties van bepaalde duur: flirten met de grenzen van het Belgisch recht?

Vrije Universiteit Brussel
2024
Jarne
Thiels
Mijn masterthesis onderzocht de mogelijkheden van partnerrelaties van bepaalde duur. Enerzijds het huwelijk en de wettelijke samenwoning van bepaalde duur. Anderzijds huwelijks- en samenlevingsovereenkomsten van bepaalde duur.
Meer lezen

Bouwen Aan Een Actief Agrarisch Grond- En Pandenbeleid

Universiteit Gent
2024
Bart
Laridon
Deze thesis verkent en ontwikkelt een duurzaam en actief agrarisch-ruimtelijk beleid, gericht op het versterken en beschermen van de Vlaamse agrarische structuur tegen toenemende verstedelijking en niet-agrarisch ruimtegebruik. De studie identificeert zowel tekortkomingen in het huidige beleid als de belangrijkste uitdagingen voor de agrarische sector. Er werd onderzocht welke instrumenten ingezet kunnen worden in zo’n beleid. Dit resulteert in een prototype voor een actief agrarisch grond- en pandenbeleid. Hiermee formuleert het thesisonderzoek concrete oplossingen die het behoud en optimalisatie van de Vlaamse agrarische structuur kunnen ondersteunen. De aanbevelingen onderstrepen de urgentie voor een geïntegreerde beleidsvisie en -aanpak, waarin omgevings- en landbouwbeleid nauw worden afgestemd. De betrokkenheid van lokale en regionale overheden en andere stakeholders is cruciaal voor de succesvolle implementatie en effectiviteit van dit beleid.
Meer lezen

Optimalisatie van een isolatieprotocol en een protocol voor het genereren van kwalitatieve DNA- extracten voor de karakterisering van Clostridium botulinum

Erasmushogeschool Brussel
2024
Chehrazad
Rahouti
Clostridium botulinum (C. botulinum) is een Gram-positieve, sporenvormende bacterie die een van de krachtigste neurotoxinen, het botulineneurotoxine (BoNT), produceert. Deze bacterie vormt een ernstig risico voor de volksgezondheid vanwege de mogelijke aanwezigheid in voedingsmiddelen met een lage zuurgraad, zoals ingeblikte producten en gerookt vlees. Dit onderzoek richt zich op de isolatie en karakterisering van C. botulinum, met als doel de ontwikkeling en optimalisatie van isolatiemethoden en moleculaire technieken voor nauwkeurige detectie en identificatie. Het onderzoek bestaat uit twee delen: het eerste deel richt zich op het optimaliseren van isolatieprotocollen van C. botulinum uit verschillende voedingsmiddelen door het evalueren van diverse methoden en parameters. Het tweede deel ontwikkelt een protocol voor het verkrijgen van hoogwaardige DNA-extracten, geschikt voor whole genome sequencing (WGS). Het onderzoek beoogt de verbetering van isolatie- en DNA-extractiemethoden, wat kan bijdragen aan verbeterde detectie- en preventiestrategieën tegen C. botulinum.
Meer lezen

De aansprakelijkheid van en de rechtshandhaving door de overheid tijdens de COVID-19-pandemie: Vergelijkend onderzoek tussen België, India en Zweden

Universiteit Antwerpen
2024
Elena
Butaye
Deze meesterproef onderzoekt of het recht op (toegang tot de) gezondheidszorg werd gewaarborgd tijdens de COVID-19-pandemie en indien de overheid bij nalatigheid aansprakelijk gesteld kan worden. Dit onderzoek wordt geleid door volgende onderzoeksvragen:

1. Wat houdt het recht op toegang tot de gezondheidszorg in en wanneer is er sprake van nalatigheid indien de toegang tot gezondheidszorg niet wordt verleend?

2. Welke wetgeving/maatregelen werd(en) er genomen tijdens de COVID-19-pandemie, opdat het recht op (toegang tot de) gezondheidszorg werd gewaarborgd?

3. Werden de rechten van de patiënt voldoende gewaarborgd in de gezondheidszorg tijdens de COVID-19-pandemie?

4. Vanaf wanneer kan de overheid aansprakelijk gesteld worden voor diens nalatigheid in het voorzien van de nodige gezondheidszorg tijdens een pandemie?

Hoewel alle drie de landen hebben geprobeerd het recht op (toegang tot de) gezondheid(szorg) te waarborgen tijdens de coronapandemie, werden ze geconfronteerd met verschillende uitdagingen en tekortkomingen. Deze meesterproef benadrukt het belang van veerkrachtige gezondheidszorgsystemen, een snelle beleidsreactie op een pandemie, goed functionerende juridische kaders en effectief crisisbeheer in het omgaan met mondiale gezondheidscrisissen.
Meer lezen

Inpakt

Universiteit Antwerpen
2024
Karen
De Mayer
Genomineerde shortlist NBN Sustainability Award
Deze masterthesis, uitgevoerd aan de Universiteit Antwerpen binnen het kader van het tweede jaar aan de masteropleiding Productontwikkeling, richt zich op het onderwerp ‘herbruikbare transportverpakkingen voor sofa’s’. De thesis omvat een uitgebreide eerste fase, genaamd OPD (onderzoeks-en productdefinitie), waarin grondige analyses en onderzoek uitgevoerd worden om de haalbaarheid en de benodigde specificaties van herbruikbare verpakkingsoplossingen voor sofa’s te bepalen.

Het centrale doel was het creëren van een nieuwe, duurzame verpakking voor het transport van sofa’s. De nadruk lag hierbij op een herbruikbaar product dat zowel sneller als ergonomischer in gebruik is, waardoor het aantrekkelijk is om het herhaaldelijk te gebruiken.

Het onderzoek leidde tot een innovatieve verpakking die voldeed aan alle gestelde criteria. Het ontwerp is geïnspireerd door de voordelen van de in de bouwsector veelgebruikte Big Bags, met snelle en gemakkelijke bruikbaarheid en een focus op ecologisch verantwoord design. Door het combineren van wasbare, modulaire hoezen, onderplaten en ergonomische handvaten, is een innovatief en duurzaam ontwerp tot stand gekomen. Dit ontwerp bevordert een positieve milieu-impact en zorgt voor een efficiënter transport van goederen.
Meer lezen