Scriptiebank overzicht

De Vlaamse Scriptiebank is een vrij toegankelijke online databank. Deze bevat alle artikels en full text scripties van deelnemende bachelors en masters aan de

Therapeutic potential of microbiome based interventions in a mouse model for Parkinson's disease

Universiteit Gent
2024
Hilke
De Rouck
Parkinson's disease muismodel
Bacteriële live biotherapeutic products impact nagaan op Parkinson fenotype en pathologie
Meer lezen

Geminiaturizeerde luchtgevulde substraatgeïntegreerde golfgeleidercomponenten voor schaalbare antenneroosters in volgende-generatie mobiele netwerken

Universiteit Gent
2024
Sofie
Lenders
Genomineerde longlist mtech+prijs
De ridge air-filled substrate integrated waveguide (ridge AFSIW) wordt voorgesteld als een oplossing voor de tegenstrijdige vereisten op vlak van lage verliezen en miniaturisatie voor de voedingsstructuren van antenneroosters
bij millimetergolffrequenties (mmWave). Een uitgebreide parameteranalyse leidt tot een pareto-optimale dimensionering. Van een dergelijke ridge AFSIW, geoptimaliseerd voor gebruik op 28 GHz, werd een prototype gemaakt en gekarakteriseerd. Om de toepasbaarheid van de ridge AFSIW in het ontwerp van mmWave-componenten aan te tonen, is een derde-orde gekoppelde-resonatorfilter ontworpen, dat de n257 (26,5 GHz - 29,5 GHz) band afdekt.
De voorgestelde ridge AFSIW maakt dus de weg vrij om geminiaturiseerde mmWave-componenten met lage verliezen te realiseren in next-generation ultra-efficiënte antenneroostersystemen.
Meer lezen

Langs de zijlijn of buitenspel? Representatie van partners van voetballers in de Vlaamse sportpers van 1978 tot 1997 en hun ervaringen.

KU Leuven
2024
Maarten
Drossart
Voetballers zijn al decennialang gemediatiseerde figuren, die aandacht krijgen via verschillende media. Met name sinds het begin van de 21ste eeuw zorgde dit ook voor een toename in aandacht voor hun respectievelijke partners, de Zogenaamde WAGs, Wives and Girlfriends. Dit onderzoek tracht een bijdrage te leveren rond de representatie van vrouwen van voetballers in de media in de periode vóór de toegenomen aandacht rond hun figuur, specifiek van 1978 tot 1997. Daarnaast gaat dit onderzoek ook dieper in op de ervaringen van vrouwen getrouwd met een profvoetballer op het einde van de 20ste en het begin van de 21ste eeuw. Dit onderzoek bevindt zich door de focus op een marginale groep binnen de sportwereld op de kruising tussen sport- gender- en subalterne geschiedenis.
Dit onderzoek voerde een kwalitatief personderzoek uit op artikels uit Vlaamse sport- en voetbalmagazines zoals Sport ’80, Sport ’90 en Voetbalmagazine over een periode van 1978 tot 1997. Samen met artikels uit januari-edities van Het Laatste Nieuws, over een periode van 16 jaar (1980-1995), vormden deze het bronnencorpus. In de verschillende artikels kwamen de partners van voetballers via woord of beeld aan bod. Aan de hand hiervan kwamen verschillende vormen van representatie naar voren, met een sterke nadruk op traditionele vrouwelijke rollen als huismoeder of opvoedster van de kinderen. Daarnaast kwamen verschillende stereotypen naar boven die focusten op de zorgzaamheid van de vrouwen, de steun die ze boden of een focus op hun uiterlijk en vertoon. Verder waren er ook artikels die dieper ingingen op de partners zelf en dusdanig non-stereotiepe representaties vormden, wat vernieuwend was in vergelijking met gelijkaardig onderzoek.
De vrouwen die dit onderzoek interviewde bespraken zowel hun privéleven, hun omgang met de media als hun positie en rol binnen de voetbalwereld. Hierbij gaven de vrouwen wat betreft hun privéleven aan dat zij verantwoordelijk waren voor zowel het huishouden als de zorg over de kinderen, mede door de carrières van hun echtgenoten. Zij waren zich bewust van hun persoonlijke opofferingen en rationaliseerden deze vanuit andere positieve neveneffecten verbonden aan een voetbalcarrière, zoals de mogelijkheid tot verschillende mooie reizen. Dit kwam grotendeels overeen met ander onderzoek naar sporthuwelijken. Wat betreft media-aandacht, gaven de vrouwen aan hier geen belang aan te hechten, en hadden zij tevens het gevoel dat deze tijdens de spelerscarrières van hun echtgenoten tot op zekere hoogte voor hen beperkt was. Wat betreft hun positie binnen de voetbalwereld waren de vrouwen zich bewust van hun marginale positie, wat zij niet negatief ervaarden. De voetbalwereld bood hen herinneringen waar ze zeer positief op terugkeken, zoals het verkrijgen van een nieuwe sociale kring. Al bij al hielden de vrouwen overwegend positieve herinneringen over aan de actieve spelerscarrières van hun echtgenoten.
Meer lezen

What is the willingness-to-pay for sustainable product attributes?

KU Leuven
2024
Margot
Himschoot
Following recent evolutions in sustainability, this master’s thesis examines what consumers are willing to pay for fast-moving consumer goods with certain eco-friendly attributes. The methodology used is ratings-based conjoint analysis, applied to data obtained via a web-based survey. Each respondent was asked to rate ten profiles of a body wash product with varying prices, ingredients, packaging and branding attribute levels. This rating data was later analysed using R. Based on the coefficients of a linear regression analysis, the willingness-to-pay and importance measures of each product attribute (level) were derived. The regression is then repeated for several subsamples constructed on sociodemographic characteristics, i.e., age, gender, income level and highest obtained degree. In this way, results can be compared across different types of consumers. The findings of this study are that the willingness-to-pay is highest for products that contain biological ingredients and that are sold in reusable packaging. In line with this trend, the product content is the most important attribute to consumers, followed by the product packaging. Furthermore, the price only comes in third place and branding has the lowest importance measure. The analysis of the demographic subgroups shows that the most sustainable shopper is female, older than 45 years old, highly educated and has a high-income level.
Meer lezen

Remediëring hoger onderwijs aan de fac ARK

Universiteit Hasselt
2024
Sander
Panis
  • Axelle
    Stulens
Genomineerde longlist Klasseprijs
Naar aanleiding van de vele studenten die aangeven niet te weten hoe om te gaan met feedback, blijkend uit het eigen onderzoek (observatie en bevraging), richt deze scriptie zich bijgevolg op hoe studenten getraind kunnen worden om op een effectieve manier om te gaan met deze feedback. Hieraan gekoppeld volgt het ontwerpen (en daarna ook het inzetten) van een remediëringstool en wordt er besproken wat de eventuele bijkomende mogelijkheden naar andere opleidingen in het hoger en secundair onderwijs toe zijn.

Dit onderzoek spitst zich uit over de nood aan remediëring in het hoger onderwijs in de eerste bacheloropleiding interieurarchitectuur. Er wordt dieper ingegaan op de verwachtingen van ontwerpdocenten (die eveneens begeleiding en juryleden vormen in het eerste opleidingsjaar) binnen het opleidingsonderdeel Ontwerpstudio.
Er wordt gezocht naar een manier waarop er kan achterhaald worden op welke vlakken er remediëring nodig is bij elk individu en waar als groep op getraind kan worden. In dit proces worden ook de rollen van zowel studenten als docenten binnen de remediëring van een individu onder de loep genomen.

Daar bestaande bronnen in de literatuurstudie omtrent remediëring voornamelijk over inhoudelijke remediëring spreekt, de cognitieve kennis, en onze eigen ervaring in zowel de ontwerpopleiding als de lerarenopleiding alsook een gesprek met de huidige ontwerpdocenten ons getoond hebben dat een ontwerpvak meer skills nodig heeft dan enkel het ‘weten’, ontwikkelen we een visuele samenvatting van de nodige kennisdimensies. Dit leidt naar het resultaat van een creatief product: het radardiagram van kennisdimensies als remediëringstool.

Dit onderzoek vormt de aanleiding voor meerdere vervolgonderzoeken zoals het uittesten van de ontworpen tools en het inzetten van deze tools in andere opleidingen in het hoger alsook secundair onderwijs.
Meer lezen

Impact Nederlandse spelling op het professionele leven van Generatie Z

Arteveldehogeschool Gent
2024
Ben
Bellemans
  • Larisa
    Van den Bergh
  • Jelle
    Vandendriessche
  • Claudia
    Van Hoecke
In deze bachelorproef werd onderzocht op welke manier we Generatie Z in Vlaanderen kunnen sensibiliseren over de gevolgen van een onnauwkeurige spelling op hun professionele leven. Dit onderzoek had tot doel Generatie Z te sensibiliseren aan de hand van campagnes op sociale media in de vorm van quotes en korte video’s.

Het onderzoek bestaat uit deskresearch en fieldresearch waarbij fieldresearch werd onderverdeeld in kwantitatief en kwalitatief onderzoek. Voor het kwantitatief onderzoek werd gekozen voor het verspreiden van een online-enquête onder zowel Generatie Y als Generatie Z, geboren tussen 1975 en 2010. De vooropgestelde minimum steekproefgrootte was 385 respondenten voor Generatie Z. De enquête heeft uiteindelijk meer dan 750 respondenten bereikt, door de diverse verspreiding op verschillende kanalen. Door dit grote aantal respondenten kon het onderzoeksteam valabele en generaliseerbare conclusies trekken.

Bij het kwalitatief onderzoek heeft het onderzoeksteam 12 respondenten persoonlijk geïnterviewd, waaronder 8 geïnterviewden uit Generatie Z en 4 uit Generatie Y. In dit onderzoek werden voornamelijk open vragen gesteld om diepgaandere antwoorden te verkrijgen. De vragen waren aangepast aan het profiel van de geïnterviewde. Zo kreeg Generatie Z onder andere een kort dictee om hun bewustzijn van de kennis van de Nederlandse spelling te meten. Generatie Y kreeg dan weer doelgerichte vragen over spelling met betrekking tot hun functie.

Door de resultaten van de desk- en fieldresearch te combineren konden we concluderen dat de taal steeds visueler en bondiger wordt. Daarnaast heeft onnauwkeurige spelling wel degelijk een impact op het professionele leven. Generatie Z is zich daar in zekere mate van bewust.
Meer lezen

Opportuniteiten voor het opschalen van de productie en het vergroten van het marktaandeel van duurzame vliegtuigbrandstoffen

Universiteit Hasselt
2024
Selena
Hamers
Deze thesis onderzoekt de uitdagingen en mogelijkheden rondom de opschaling van duurzame vliegtuigbrandstoffen (SAF), die essentieel zijn voor het klimaat-neutraal maken van de luchtvaart. Hoewel SAF het potentieel heeft om de CO2-uitstoot van de luchtvaart drastisch te verminderen, blijft de adoptie ervan momenteel beperkt. Door een uitgebreide literatuurstudie worden de belangrijkste barrières geïdentificeerd, waaronder hoge kosten en beperkte beschikbaarheid van grondstoffen. De thesis ontwikkelt een taxonomie met uitvoerbare strategieën om deze hindernissen te overwinnen, met als doel de productie en marktacceptatie van SAF te versnellen en zo bij te dragen aan een duurzamere luchtvaartsector.
Meer lezen

'Gekleurde huid' op het witte scherm. Een exploratief onderzoek naar de ervaringen van Vlaamse niet-witte actrices en/of actrices met een migratieachtergrond.

Universiteit Gent
2024
Souad
Boukhatem
Deze masterproef onderzoekt de professionele ongelijkheden waarmee niet-witte actrices en actrices met een migratieachtergrond geconfronteerd worden in de Vlaamse film- en televisiesector, met een focus op de intersectionaliteit van ras en gender. De studie identificeert specifieke uitdagingen en barrières die deze actrices ervaren, uiteengezet in vier deelvragen die de complexe lagen van ongelijkheid binnen de sector blootleggen.

Ten eerste ervaren niet-witte actrices psychologische belasting door hun representatieve last en het gevoel van isolatie in een overwegend witte omgeving. Ze worden vaak gecast in stereotiepe rollen die hun echte identiteiten en ervaringen niet weerspiegelen, wat leidt tot professionele frustraties en psychologische stress. Daarnaast versterkt hun casting de dominantie van witte en mannelijke perspectieven, wat hun marginalisatie bevordert.

Het onderzoek toont verder aan dat discriminatie op basis van ras en gender leidt tot significante professionele, sociale en economische nadelen. Deze actrices stuiten op structurele barrières zoals beperkte en vaak stereotiepe rollen die hun carrièremogelijkheden beperken. Ze ervaren subtiele tot expliciete discriminatie, die samen met ontransparante loonstructuren hun financiële welzijn en professionele groei beïnvloeden.

Persoonlijk welbevinden van de actrices lijdt ook onder deze ongelijkheden. De cumulatieve effecten van discriminatie schaden hun geestelijke gezondheid, resulterend in symptomen van angst, onzekerheid en een verlaagd zelfvertrouwen. Ondanks deze uitdagingen ontwikkelen de actrices diverse copingstrategieën zoals het vormen van netwerken voor steun, het initiëren van eigen projecten, en het ontwikkelen van onverschilligheid om emotionele energie te bewaren.

De masterproef concludeert met aanbevelingen voor de sector, waaronder de noodzaak voor herziening van narratieve structuren en een meer inclusieve representatie in de media. Er moet een effectief diversiteitsbeleid komen met concrete, meetbare doelen voor inclusiviteit. Het Vlaams Audiovisueel Fonds kan een belangrijkere rol spelen door het bevorderen van diversiteit zowel voor de camera als in creatieve en leiderschapsposities achter de schermen. Onderwijs speelt een cruciale rol in het bevorderen van een meer inclusieve en minder Eurocentrische wereldvisie. Bovendien is dekolonisatie van het curriculum en aan toneelscholen noodzakelijk om een meer inclusieve opleiding te bieden. Ook het aanstellen van diversiteitscoördinatoren en het trainen van vertrouwenspersonen in discriminatie-herkenning zou bijdragen aan een inclusiever werkklimaat. Tot slot benadrukt deze masterproef de behoefte aan verder onderzoek naar de specifieke ervaringen van niet-witte actrices, acteurs en andere identiteitsaspecten zoals seksuele oriëntatie en disability om effectieve beleidsmaatregelen en interventies te ontwikkelen.
Meer lezen

Leven binnen planetaire grenzen op de Herkenrode site

Universiteit Hasselt
2024
Laura
Claes
  • Fien
    Aerts
  • Kelly
    Meessen
  • Lynn
    Vandenbrande
  • Milan
    Claessens
  • Robbe
    Wuyts
  • Steven
    Lux
  • Tine
    Depae
  • Tom
    Verhemeldonck
Willen we de toekomst leefbaar houden, dan moeten we evolueren naar een maatschappij die de klimaatverandering beperkt tot een stijging van max. 1,5°C en die ook de andere planetaire grenzen niet overschrijdt en dit op een manier die een goed leven biedt voor iedereen (het beeld van een donuteconomie). We proberen op dit moment aan deze toekomst te werken (met wisselend succes), maar vaak voelt het aan alsof we vooral moeten inleveren, minderen, opgeven en hebben we minder aandacht voor wat er in de plaats kan komen. Bovendien krijgen we vaak doembeelden voorgeschoteld van hoe de toekomst er zal uitzien als we er niet in slagen om het tij te keren, maar zelden wordt er verbeeld hoe deze toekomst er zou kunnen uitzien, als we er wel in slagen. In die zin zijn we met z’n allen op weg, zonder te weten waar we willen geraken.

Het doel van de samenwerking van het seminarie circulair bouwen en de masterstudio is om dit (radicale én positieve) toekomstbeeld proberen te verbeelden, zonder ons op dit moment af te vragen hoe we daar geraken. We willen vooral onderzoeken hoe een gemeenschap er zou kunnen uitzien die al haar leden (menselijke en niet-menselijke) laat floreren én de planetaire grenzen respecteert. We willen dit onderzoek doen op de behapbare schaal van de Herkenrode abdijsite. Dat abdijen en kloosters vroeger al samen met hun directe omgeving regeneratieve gemeenschappen vormden, is daarbij een pluspunt.
Meer lezen

Trainen met ketonen in de benen

KU Leuven
2024
Nicolas
Timmermans
Recent onderzoek heeft aangetoond dat het innemen van ketonen na het sporten en voor het
slapengaan tijdens een intensief trainingsprogramma, symptomen van overbelasting vermindert, de
tolereerbare trainingsbelasting aan het einde van het programma verhoogt en de uithoudingsprestatie
met 15% verbetert. Maar kunnen ketonen ook de prestaties verbeteren tijdens een gebalanceerd
trainingsprogramma zonder overbelastingssymptomen?
Een nieuwe studie onderzocht deze vraag door 28 recreatief getrainde mannelijke wielrenners te laten
deelnemen aan een acht weken durend duurtrainingsprogramma. Ze kregen hierbij ofwel een ketonen
supplement ofwel een placebosupplement onmiddellijk na het sporten en 30 minuten voor het
slapengaan. Gedurende de studie werden op vier momenten, namelijk voor de trainingsperiode, na
drie weken, na zeven weken, en na de trainingsperiode, experimentele testen uitgevoerd, waaronder
een 30-minuten durende tijdrit en verschillende bloed- en spierstalen.
De resultaten tonen aan dat het innemen van ketonen leidt tot een duidelijke toename van ketonen
concentraties in het bloed. De deelnemers die ketonen innamen presteerden hierdoor 4% beter op de
30-minuten durende tijdrit dan de placebogroep en vertoonden daarbij ook een grotere stijging in de
maximale zuurstofopnamecapaciteit. Deze verbeteringen gingen gepaard met een toename in de
enzymactiviteit van citraatsynthase, een cruciaal enzyme voor de energieproductie in de
mitochondriën van de spieren.
We kunnen vervolgens concluderen dat, in afwezigheid van overbelastingssymptomen, ketonen
supplementatie de prestaties bij duurtraining verbetert door positieve veranderingen in de
mitochondriale inhoud te bewerkstelligen. Ketonen zijn daarmee een waardevolle aanvulling voor
atleten die hun uithoudingsprestatie willen verbeteren.
Meer lezen

Compressietechnieken voor 3D Gaussiaanse Splatting

Universiteit Gent
2024
Bert
Ramlot
Genomineerde longlist mtech+prijs
3D Gaussian Splatting (3DGS) is een veelbelovende techniek voor het reconstrueren van 3D-scènes en het bekijken ervan in real-time. Het is sneller dan andere methoden, zoals Neural Radiance Fields, maar vraagt veel opslagruimte.

In deze scriptie worden twee nieuwe methoden voorgesteld om 3DGS efficiënter te maken. De eerste methode verwijdert overbodige onderdelen uit het 3D-model, wat opslag bespaart en de weergavesnelheid verhoogt. De tweede methode reduceert de hoeveelheid gegevens die nodig is voor belichting in de scène. Samen zorgen deze technieken voor sterke compressie zonder de beeldkwaliteit merkbaar te verminderen.
Meer lezen

In vitro characterization of biased and inverse agonism at the serotonin 5-HT2A receptor through the application of a functional complementation bioassay

Universiteit Gent
2024
Emma
Vertriest
Genomineerde longlist Scriptieprijs
In deze scriptie wordt er een specifieke in vitro detectietechniek, een zogenaamde bio-assay, toegepast op een reeks (afgeleiden van) psychedelica, om te bestuderen hoe deze inwerken op de serotonine 5-HT2A receptor. Door het onderzoeken van biased agonisme, waarbij de resultaten van twee gelijkaardige bio-assays worden vergeleken, proberen we te weten te komen hoe de structuur van een psychedelicum verband houdt met zijn specifieke receptoractiviteit en werking. Aan de hand van de analyse van de manier waarop psychedelica precies inwerken op de serotonine receptor, kan dit onderzoek bijdragen aan een betere inschatting van het mogelijke gevaar voor misbruik van een stof, of net de waarde ervan voor verder onderzoek naar therapeutische toepassingen.
Meer lezen

Het is niet al goud wat blinkt: Een onderzoek naar de status van edele materialen binnen de hedendaagse sieraadkunst van 1967 tot nu

KU Leuven
2024
Ebba
Van der Taelen
Wanneer de - relatief korte - geschiedenis van de hedendaagse sieraadkunst onder de loep wordt genomen, valt op dat de status van edele materialen erg fluctueerde. Naar dit aspect van de hedendaagse sieraadkunst is tot op heden weinig diepgaand onderzoek verricht, een hiaat dat deze masterproef tracht op te vullen door informatie die zich vaak in de marges van primaire en secundaire bronnen bevindt te verbinden.

Terwijl in het Westen tot ver in de 20ste eeuw voorname sieraden uit edele materialen - zoals edelmetalen, parels en edelstenen - vervaardigd werden, ontstond er geleidelijk aan een tendens die het roer helemaal omgooide en het juk van traditie wilde afwerpen. De evidentie dat sieraden edele materialen moesten bevatten, werd in de late jaren zestig van vorige eeuw uitgedaagd door creaties die uit alternatieve materialen - zoals papier, hout, plastic en aluminium – vervaardigd werden. De sociale betekenissen van materialen – qualities - werden losgekoppeld van hun natuurlijke eigenschappen – properties - waardoor zowel edele als onedele materialen uit puur esthetische overwegingen in sieraden geïntegreerd konden worden. Deze verschuiving, bekend als material relativism, benadrukte dat de waarde van een sieraad niet langer afhing van de gebruikte materialen, maar eerder van het achterliggende concept en de verrichte artistieke arbeid. Dit markeerde in de late jaren zestig het begin van de hedendaagse sieraadkunst, waarbij materiaalkeuze voortkwam uit artistieke overwegingen in plaats van traditie.
Hoewel sommige sieraadmakers resoluut voor alternatieve materialen kozen en het gebruik van edele materialen stiefmoederlijk behandelden, bleven andere edele materialen trouw en trachtten ze er een nieuwe vormentaal voor te ontwikkelen. In de jaren zestig was er in de Duitstalige sieraadscene bijvoorbeeld nog steeds animo om met edele materialen te werken, terwijl deze in de Nederlandse scene bijna volledig verbannen werden uit ideologische optiek. Edele materialen bleven dus sluimeren in de hedendaagse sieraadkunst én hun gebruik werd door sieraadmakers geïnnoveerd - twee aspecten die in bronnen vaak onderbelicht bleven. De status van edele materialen zou in de daaropvolgende decennia nog vaak fluctueren: in sommige decennia werd het gebruik van edelstenen, edelmetalen en parels op grote schaal omarmd, terwijl deze materialen in andere stiefmoederlijk behandeld werden. Zo kende het klassieke, uit edele materiaal vervaardigde sieraad aan het einde van de jaren tachtig een heuse revival, die zich in de jaren negentig doorzette.

Het in vraag stellen van edele materialen is sinds het ontstaan van de hedendaagse sieraadkunst de facto een belangrijk kenmerk van deze toegepaste kunstvorm geworden, dat zich zowel uit in specifieke sieraadcreaties met het gebruik van edele materialen als onderwerp, als in publiekelijk gevoerde debatten tussen sieraadmakers en -onderzoekers.
Meer lezen

Monstrosity as Metaphor: A Trans* Feminist Analysis of Rage and Its Potential for Change within the Academy

Universiteit Gent
2024
Hanne
Vogelaers
Deze masterproef onderzoekt het historische gebruik van 'monstruositeit als allegorie voor trans ervaringen, waarbij zowel transfobe als -vriendelijke literatuur geanalyseerd wordt. Het kijkt naar hoe 'het monster' opnieuw werd opgeëist in een poging om ruimte te claimen voor ‘trans’ binnen de academische wereld. Verder exploreert deze masterproef noties van representatie en (on)zichtbaarheid in verband met trans personen, waarbij een aantal alternatieve strategieën worden onderzocht om ‘difference’ te begrijpen en af te beelden: 'het haptische', 'disidentificatie', 'transing.’ Door te kijken naar hoe trans kunstenaars vandaag de dag monstruositeit opnieuw verbeelden, hoopt het een directer en meer belichaamd contact met het concept te bieden. Het eindigt met een analyse van het gebruik van metaforen binnen gemarginaliseerde gemeenschappen. In essentie wil deze masterproef aangeven hoe (trans) 'monstruositeit' – en het bijbehorende gevoel van woede – heeft gefunctioneerd als een middel voor verzet en hoe het nu nog steeds relevant is.
Meer lezen

VR en educatieve games inzetten in technische lessen

Thomas More Hogeschool
2024
Britt
Broekaert
Genomineerde longlist mtech+prijs
Genomineerde shortlist Klasseprijs
En daar gaat de bel! Tijd om weer te verhuizen naar het zoveelste klaslokaal met de traditionele opstelling van stoelen en banken. De leerkracht staat vooraan al klaar om aan de les te beginnen en de invulboeken komen weer boven. Is dit het onderwijs van de toekomst? Motiveren we op deze manier de jongeren van vandaag én is dit de rol die ik als toekomstige leerkracht wil spelen? Of kan het ook anders?

Open samen de deuren naar een onbegrensde wereld, waar leren veel meer is dan boeken en duffe klaslokalen. Stap binnen in een tijdperk dat de verbeelding prikkelt en de toekomst vormgeeft!
Meer lezen

Room to move: Een exploratie naar de emotieregulatie van Gen Z en Babyboomer mannen

Universiteit Gent
2024
Siel
De Bruyn
In de Westerse samenleving speelt emotie een belangrijke rol in hoe mannelijk mannen geacht worden. Deze studie gaat de connectie na tussen emotie en mannelijkheid door de rol van gendernormen te onderzoeken in de emotieregulatie van Belgische Gen Z en Babyboomer mannen. Door jongere en oudere mannen te vergelijken, konden mogelijke veranderingen nagegaan worden tussen generaties. Hiervoor werden diepte-interviews afgenomen met acht Gen Z en acht Babyboomers. Uit de analyse kwam een tweeledige gevoelsregel naar voren die vormgaf aan hun emotieregulatie: ten eerste leest de regel dat (sombere) emoties, met uitzondering van boosheid, een zwakte zijn. Bijgevolg betekent dit dat emotionele expressie op een praktische, bijkomstige manier hoort te gebeuren. Hierbij is de expressie terloops, rationeel en oplossingsgericht. Dit script reflecteert de patriarchale definitie van mannelijkheid als kracht, rationaliteit en zelfredzaamheid. Contradictorisch aan de verwachting waren er weinig verschillen tussen Gen Z en Babyboomers in emotionele expressie. Sterke verschillen waren echter op te merken binnen de generaties op vlak van geografie. Rurale mannen in beide generaties hadden conservatievere overtuigingen en internaliseerden de patriarchale norm meer, terwijl stedelijke mannen progressiever waren en de patriarchale norm meer verwierpen. Dit contrast bekrachtigt de huidige polarisering in de Belgische samenleving. Ondanks contestatie van de patriarchale norm, conformeerden ook de stedelingen echter meestal aan de gevoelsregel. Dit patroon bevestigt een cyclus die moeilijk te doorbreken is omdat een non-patriarchale cultuur voor emotionele openheid onder mannen nog niet opgebouwd en genormaliseerd is.
Meer lezen

Het effect van AI op het vertaalproces bij professionele vertalers in Vlaanderen.

Arteveldehogeschool Gent
2024
Fauve
Vermeersch
  • Lisa
    De Praeter
  • Noha
    Kerkach
  • Zeline
    Rooms
De voorbije paar jaar is de populariteit van kunstmatige intelligentie (artificial intelligence, kortweg AI) enorm toegenomen. We worden er overal mee geconfronteerd en deze trend roept veel vragen op. Eén van de sectoren die de impact van deze trend ervaart is de vertaalsector. Vertaalbedrijven en vertalers moeten zich aanpassen aan deze vernieuwing. Wat is de impact op het vertaalproces bij professionele vertalers? Gebruiken vertalers AI en in welke mate vergemakkelijkt dit het vertaalproces? Hoe evolueert de vraag naar vertaalbureaus, vertalers en hun vertaaldiensten?
In de desk research van dit onderzoek wordt aangehaald dat AI geen eenzijdige definitie heeft en op veel manieren kan beschreven worden. Daarna beschrijven we de verschillende soorten artificiële intelligentie en de beperkingen en voordelen ervan. Ook de evolutie van AI over de jaren heen wordt beknopt beschreven. Vervolgens worden de verschillende AI-vertaalsystemen geanalyseerd, alsook de diversiteit aan AI-vertaaltools. Als voorbereiding op de field research werd ook onderzoek gedaan naar het gebruik van AI bij professionele vertalers. Tot slot beschrijft het onderzoek ook kort de meest recente versie van ChatGPT in de ‘last minute’.
Om op de onderzoeksvragen te antwoorden deed het onderzoek naast desk research ook field research, waarbij het een kwalitatieve benadering gebruikt. Het kwalitatief onderzoek werd uitgevoerd door middel van diepte-interviews met 15 vertalers. De interviews geven diepgaande inzichten in de ervaringen en percepties van vertalers rond het gebruik van AI-tools in het vertaalproces.
De respondenten werden via verschillende platformen zoals GentVertaalt, LinkedIn en verschillende vertaalbureaus gecontacteerd. De steekproef omvat zowel ervaren vertalers als nieuwkomers, werkzaam in verschillende sectoren (juridisch, medisch, economisch, etc.). Dit zorgt voor een variatie in profielen, waardoor dit onderzoek een genuanceerd antwoord kan bieden op de onderzoeksvragen.
Tijdens het onderzoek en de gesprekken met de professionele vertalers werd duidelijk dat vertalers terughoudend zijn tegenover artificiële intelligentie, maar AI-vertaaltools wel al op een kritische manier implementeren in hun vertaalproces. Generatieve AI en machinevertaling komen vooral van pas om inspiratie op te doen en te gebruiken als een assistent. Het werd duidelijk dat vertalers weinig schrik hebben om vervangen te worden door AI en het plezier in hun job niet zomaar laten wegnemen. AI blijft zich snel ontwikkelen en het is belangrijk om als vertaler de technologie te omarmen en er behoedzaam mee om te gaan. Daarnaast blijft de combinatie van een CAT-tool (Computer-Assisted-Translation-tool) met een AI-plug-in een aanrader om op vlak van kostenefficiëntie een effect op het vertaalproces te ervaren.
Meer lezen

il danteum als gearticuleerd palimpsest.

Universiteit Hasselt
2024
Anna-Lisa
Custers
  • Anna-Lisa
    Custers
Wanneer de sublimering van licht en materie simultaan samenkomt op eenzelfde plek in de vorm van papieren architectuur, ontstaat er een graftombe als metafoor naar Dantes meesterwerk, Il Danteum. Het gebouw als moderne vertaling van een van de belangrijkste Magnum opus uit de geschiedenis, La Divina Commedia, omgevormd in een monument dat de huidige taal der moderniteit spreekt. Als een tijdloos gegeven die zich buiten alle kaders begeeft en een op zichzelf staand refererend geheel vormt. Het Danteum als surrogaat in het landschap van hetgeen er ooit was, hetgeen waar men naar verlangt, hetgeen waar men op hoopt - de eindeloze dwaling der gedachten. Hierdoor vormt het Danteum het kader van het dagdromen als vicaria van het gebouwde. Terragni laat de bezoeker rondgeleid worden doorheen het gebouw door zijn atmosfeer, die de sublimering van de substantie van licht en duisternis, op me (en een ieder van ons) neer laat dwalen. Steeds veranderlijke ervaringen die de illusie geven van het landschappelijke paradijs dat samenvalt met die van het alledaagse hemel en hel. Ruimtes die zich openen en weer sluiten waarin de mens wordt omarmd tot men een totale desoriëntatie ervaart en afstand neemt van hetgeen men kent, hetgeen dat men als realiteit vormt. Architectuur die zowel binnen als buiten, zowel open als gesloten, zowel introvert als extrovert tot uiting komt. Schaduw geeft ruimte aan het licht. Massa, poëzie en materialiteit vormen de acteur in de compositie. Op die manier vormen ruimtes een gesyncopeerd ritme die de compositie van massa en leegte laten vertragen - Purgatorio, verstillen - Inferno en verbinden - Paradiso.
Il Danteum als metafoor voor de wandeling in het gearticuleerde tussen. Het tussen dat zich tussen architectuur en literatuur bevind, tussen het bestaande en de gedachten, tussen het dwalen en het leiden/lijden. Het gearticuleerde tussen als al overweldigend niets waar men (en ik betrap mij er zelf ook op) vat op probeert te hebben. De drang om dit ‘niets’ in te vullen, in te vullen met hetgeen ik ken, hetgeen ik weet, hetgeen ik naar verlang. Echter zit de sterkte vervat in hetgeen zich bevindt als niets tussen twee entiteiten in, tussen literatuur en architectuur, tussen het bestaande en mijn gedachten - als papieren architectuur. Het Danteum als losstaande entiteit tussen realiteit en het imaginaire. Als losse gedaante die doorheen de leegte vloeit en door elke ander individu opnieuw wordt geïnterpreteerd en getransformeerd in hun gedachten. Dit gegeven fascineert mij nog het meest en laat mij nooit meer los. Als een eigen reflectie van imperfecties en vraagtekens doorheen de tijd. Telkenmale opnieuw worden er nieuwe beelden gevormd, telkenmale een niet-intentionele verandering van ruimtes doorheen de tijd - de tijd en mijn gedachten. Een gebouw als uitdrukking van spolia, poëzie, emotie, herinnering en culturele gedachten waarbij deze elkaar doorheen de tijd, op dezelfde plek overlappen en wegvegen - het palimpsest van het Danteum als gearticuleerde tussen wat vervat zit in eenieders van ons.
Meer lezen

THE REPARATION OF COLONIAL HARM: A Study of European State Practice

KU Leuven
2024
Nel
Christie
Deze thesis onderzoekt de complexiteit van de schade die Afrikaanse naties en hun volkeren is berokkend onder Europese koloniale regimes en het streven naar herstel voor dit historische onrecht en de voortdurende gevolgen ervan. Het doel is om te evalueren in hoeverre Europese initiatieven voor herstelmaatregelen een staatspraktijk zijn volgens de definitie van het internationaal recht. Drie essentiële vragen vormen de rode draad van dit onderzoek: 'Wat is koloniale schade? Welke vormen van herstel kunnen deze schade aanpakken? En welke initiatieven hebben Europese staten genomen? De bevindingen onthullen een gefragmenteerde respons die wordt ondersteund door morele erkenning, maar inconsistente actie. Hoewel er een groeiende erkenning is van de morele plicht om de koloniale erfenis aan te pakken, belemmert een gebrek aan consistentie de vorming van een echte staatspraktijk. Desalniettemin laat de voortschrijdende ethiek rond herstelmaatregelen een betekenisvolle verschuiving zien in de houding van Europese staten.
Meer lezen

Van pen tot prompt: academisch schrijven met ChatGPT

KU Leuven
2024
Lotte
Uyttenbroeck
Schrijven is een cognitieve vaardigheid die niet alleen een diepgaand begrip van taal en grammatica vraagt maar ook het vermogen om ideeën helder over te brengen. Binnen de cognitieve en ontwikkelingspsychologie bestuderen wetenschappers al decennialang schrijfmodellen om dat proces te schetsen (Flower & Hayes 1980; Bereiter & Scardamalia 1987; Engeström 1987; Zimmerman & Risemberg 1997). Technologische innovaties veranderen de aard van het schrijfproces echter en zorgen voor conceptuele verschuivingen (Cummings 2023). Binnen de academische gemeenschap neemt schrijfvaardigheid een essentiële plaats in aangezien veel kennis schriftelijk geëvalueerd en gepresenteerd wordt. Er is bijgevolg ook een specifiek academisch register met eigen stijlkenmerken (Van Kalsbeek & Kuiken 2014). Ondanks het belang van deze vaardigheid, signaleren onderzoeken dat die daalt bij studenten (Berckmoes & Rombout 2009; De Bakker et al 2015). Het is daarom essentieel om te onderzoeken welke digitale ondersteuningsmechanismen beschikbaar zijn voor studenten (Allen et al. 2016; Strobl 2019) en welke rol generatieve artificiële intelligentie (GenAI) daarin kan spelen sinds november 2022 (Su et al. 2023). De onderzoeksvragen luiden dan ook “In welke mate en voor welke doeleinden schakelen (on)ervaren academische schrijvers GenAI in voor academische schrijfopdrachten?” en “Wat is de houding van (on)ervaren academische schrijvers ten opzichte van GenAI?”

Om een antwoord te bieden op die onderzoeksvragen, heeft deze masterproef kwantitatief en kwalitatief onderzoek gecombineerd. Een online enquête met stellingen in matrixtabellen (studie A) wordt verdiept aan de hand van schrijfopdrachten waarbij 11 studenten ChatGPT gebruiken en in real time geobserveerd worden met think aloud protocols (studie B). De enquête, afgenomen bij 258 studenten sociale wetenschappen of letteren aan de KU Leuven, toont dat de grote meerderheid vooral bekend is met ChatGPT en ongeveer 60% het inzet voor academische schrijfopdrachten. Ze geven aan het vooral te gebruiken tijdens de pre-writing en writing-fasen om concepten uit te leggen, te brainstormen en teksten te verrijken. Ze vinden het een handig hulpmiddel maar zijn ook sceptisch over de betrouwbaarheid en academische integriteit van de gegenereerde inhoud. Ervaren schrijvers (n = 188) rapporteren een frequenter gebruik dan onervaren schrijvers (n = 60) voor alle doeleinden behalve het zoeken van bronnen en staan positiever ingesteld tenzij over het leerverlies en de duidelijkheid van de richtlijnen. Studie B laat zien dat studenten ook synoniemen opzoeken en hele teksten door GenAI laten genereren om die vervolgens te reviseren, waarbij gedrag sterk varieert per individu en geen link met de academische ervaring lijkt te vertonen. Ze gebruiken GenAI als aanvulling in een arsenaal van hulpmiddelen en de resultaten tonen aan dat de gangbare theoretische schrijfmodellen herzien moeten worden. Ook valt op dat sterke schrijfvaardigheden essentieel blijven bij het beoordelen van de output en sommige deelnemers hier voldoening uithalen en verkiezen alles zelf te schrijven. Uit studie B blijkt dat het formuleren van prompts een vaardigheid op zich is die tekortkomingen vertoont. Het hoger onderwijs moet zich zeker ook richten op het aanleren van prompt engineering en een betere kadering bieden van toegestaan gebruik van GenAI in schrijfopdrachten
Meer lezen

Experimental study of the diffusion coefficient of high-voltage LNMO spinel positive electrodes for next-generation Li-ion batteries

Vrije Universiteit Brussel
2024
Manon
Winnock
Genomineerde longlist mtech+prijs
Lithium-ion batterijen spelen een belangrijke rol in de wereldwijde verschuiving weg van traditionele fossiele brandstoftechnologieën naar meer duurzame oplossingen voor energieproductie en -opslag. Echter, met de toenemende vraag naar Li-ion batterijen neemt ook de afhankelijkheid van kritieke grondstoffen, waaronder kobalt, toe. Een mogelijke oplossing ligt in de ontwikkeling van kobaltvrije elektroden, wat de afhankelijkheid van schaarse hulpbronnen zou kunnen verminderen. Deze masterthesis richt zich op het bestuderen van de volgende generatie LiNi0.5Mn1.5O4 (LNMO) spinel positieve elektroden. Om het optimale ontwerp van Li-ion batterijen met deze LNMO positieve elektrode te modelleren, is het belangrijk om betrouwbare en kwantitatieve waarden te verkrijgen voor onder andere de lithium-ion diffusiecoëfficiënt. Het hoofddoel van deze thesis is daarom het ontwikkelen van een robuust begrip van de evolutie van de lithiumdiffusiecoëfficiënt in dunne film LNMO-elektroden door middel van diverse experimentele benaderingen. Doordat de elektrode een dunne film is in plaats van een composiet, kan een systeem worden gemodelleerd waarin andere componenten zoals bindmiddelen en geleidende toevoegingen worden vermeden. De technieken die worden gebruikt om de diffusiecoëfficiënt te bepalen zijn GITT, PITT en ICI. Met deze technieken kan de evolutie van de diffusiecoëfficiënt als functie van de spanning worden bepaald. De drie technieken resulteren in diffusiviteiten die qua grootteorde verschillen, maar dezelfde trends laten zien. Voor respectievelijk ICI, PITT en GITT worden diffusiecoëfficiënten gevonden die variëren van 10−9 tot 10−13 cm²/s, 10−11 tot 10−13 cm²/s en 10−13 tot 10−15 cm²/s. Door de verschillende technieken te vergelijken, wordt geconcludeerd dat PITT het meest betrouwbaar is om de diffusiecoëfficiënt te bepalen voor dunne film LNMO-elektroden, vooral in het hoge spanningsgebied. Bovendien wordt ook de impact van de dikte van de dunne filmelektrode onderzocht. Dit toonde een gedragsverandering vanaf een dikte van 200 nm.
Meer lezen

Federated Learning in Neuroimaging: Baanbrekende Voorspellende Modellen voor Hersenleeftijdsschatting

Vrije Universiteit Brussel
2024
Alvaro
Vargas Guerrero
Deze thesis onderzoekt de integratie van Federated Learning (FL) binnen het domein van het voorspellen van de hersenleeftijd met behulp van structurele Magnetic Resonance Imaging (MRI) scans. Door gebruik te maken van het FL-framework Flower stelt dit onderzoek medische instellingen in staat om samen voorspellende modellen te ontwikkelen en tegelijkertijd de gegevensprivacy te waarborgen en te voldoen aan regelgeving zoals GDPR en de California Consumer Privacy Act. Door domeinaanpassingstechnieken toe te passen om ervoor te zorgen dat de leeftijd op alle knooppunten vertegenwoordigd is, vermindert dit onderzoek de problemen die ontstaan door heterogene gegevensdistributies, waardoor de modelprestaties verbeteren. De bevindingen benadrukken de effectiviteit van het gebruik van voorgetrainde modellen, namelijk met algoritmen zoals FedProx, die cliëntdrift corrigeren en hun voordeel aantonen in scenario's met zeer scheve gegevensdistributies. Dit onderzoek onderstreept het potentieel van FL om competitieve modellen te produceren die geschikt zijn voor praktische toepassing in neuroimagingtaken. De implicaties reiken verder dan het voorspellen van de hersenleeftijd en suggereren bredere toepassingen in de gezondheidszorg, waar gegevensprivacy en samenwerkend leren cruciaal zijn. Deze thesis dient als een fundamentele inspanning, waarbij theoretische vooruitgang wordt samengevoegd met praktische toepassingen in de medische diagnostiek, en moedigt verdere verkenning en ontwikkeling in deze domeinen aan.
Meer lezen

Evolving Biofilm Communities: Insights into Biofilm Evolutionary Dynamics and Ecological Succession through Adhesion Modeling

KU Leuven
2024
Nele
Gorissen
Deze scriptie onderzoekt met behulp van een computersimulatie de invloed van verschillende omgevingsfactoren zoals nutriëntenniveaus en disrupties op de evolutie van cellulaire hechtingsterkte in bacteriële biofilms. Dit is relevant in de medische sector (o.a. besmetting van patiënten en medisch gereedschap), maar ook voor allerlei industriële toepassingen zoals corrosie van metalen installaties.
Meer lezen

Ongewenst geboren ongewenst in maatschapij

Andere
2024
Peggy
Poppe
  • Ocmw
    Sociale dienst
Psyhologie
Meer lezen

The relationship between empowering leadership and in-role job performance: the moderating role of conscientiousness

Universiteit Gent
2024
Mara
de Koning
Genomineerde shortlist Klasseprijs
Mijn scriptie onderzoekt hoe "empowering leadership" de prestaties van leerkrachten beïnvloedt, met een focus op de persoonlijkheidstrek "consciëntieusheid." Het onderzoek, uitgevoerd onder bijna duizend leerkrachten in Vlaanderen en Brussel, toont aan dat leiderschap dat autonomie bevordert, een positieve invloed kan hebben op de werkprestaties van leerkrachten. Echter, deze positieve invloed is minder sterk bij leerkrachten die zeer consciëntieus zijn, omdat zij meer behoefte hebben aan structuur en duidelijke richtlijnen. De conclusie van de studie is dat een flexibele leiderschapsaanpak, afgestemd op de persoonlijkheid van leerkrachten, essentieel is om het lerarentekort en werkgerelateerde stress te verminderen.
Meer lezen

Middelengebruik in de Vlaamse Dovengemeenschap: een kwalitatief onderzoek

Universiteit Gent
2024
Tamie
Wuytjens
Dit scriptie richt zich op middelengebruik binnen de Vlaamse dovengemeenschap, een thema dat internationaal lange tijd over het hoofd wordt gezien. Uit onderzoek blijkt dat dove personen unieke risico's lopen op middelengebruik die niet te vergelijken zijn met personen met een handicap. Er is echter een gebrek aan kennis over de patronen van middelengebruik binnen de dovengemeenschap en hoe deze verschillen van de horende samenleving. Daarnaast is er weinig onderzoek gedaan naar de perspectieven en ervaringen van dove mensen zelf op dit gebied.

Het doel van deze studie is om meer inzicht te geven in de percepties, omvang en aard van middelengebruik onder dove individuen binnen de Vlaamse dovengemeenschap. De studie bestaat uit twee delen: een onderzoek naar de omvang en aard van middelengebruik en een verkenning van de heersende opvattingen hierover binnen de dovengemeenschap. Aangezien dit een van de eerste kwalitatieve studies is op het gebied van middelengebruik onder dove mensen, is verder onderzoek noodzakelijk om een dieper begrip te krijgen.
Meer lezen

De schryverkes van Guido Gezelle: Gezelles creatief schrijfonderwijs aan het Klein Seminarie Roeselare

KU Leuven
2024
Brecht
Berteloot
Genomineerde longlist Klasseprijs
This study reconstructs the creative writing pedagogy of Guido Gezelle at the Klein Seminarie
in Roeselare, drawing on both previous publications and previously unexplored student
exercises. These exercises are linked to Gezelle's debut poetry collection, Vlaemsche
Dichtoefeningen (1858), and other relevant primary sources. This thesis is divided into three
chapters, each addressing different facets of Gezelle's teaching methods to provide a
comprehensive understanding of his educational practices.
Chapter one presents a portrait of Guido Gezelle, emphasizing his youth and education,
which significantly influenced his teaching style. Gezelle's deep appreciation for nature, his
strong advocacy for the Flemish language, and his educational background were pivotal in
shaping his approach to creative writing teaching. His initial experiences as a teacher, coupled
with his relationship with Bp. Malou, who played a crucial role in Gezelle's life from the
beginning of his priesthood, are also discussed. Despite his preference to be a missionary in
England, Gezelle's dedication to teaching proved to be the catalyst for his dual vocation as a
poet and priest. His so-called particularistic stance on the Flemish language, his Catholic faith,
his accessible approach to poetry, and his close bonds with his students were fundamental to
his teaching practice.
Chapter two examines the broader educational context of the turbulent 19th century and
its implications for Gezelle's teaching environment. This chapter, along with the first,
addresses how the educational context at the Klein Seminarie influenced Gezelle's teaching.
The school's curriculum emphasized character and attitude formation inspired by humanistic
ideals. Gezelle's pedagogical approach balanced formal rigor with creative freedom,
emphasizing language and its musicality. His methods aimed to cultivate a deep appreciation
for the technical and aesthetic aspects of poetry among his students.
The third chapter offers a detailed analysis of the primary sources, including Gezelle's
Vlaemsche Dichtoefeningen and the various student exercises. These exercises, which cover a
wide range of topics such as alliteration, imitation, translation, current events, nature
descriptions, literary adaptations, and miracle stories, provide insights into Gezelle's teaching
methods. His pedagogical practices were advanced for their time, incorporating tailored
instruction, differentiated difficulty levels, feedback, and relevance to the students' lives.
In short, this study sheds light on Gezelle's creative writing pedagogy at the Klein
Seminarie, offering a nuanced understanding of his methods. While many questions remain
unanswered, this study provides an introductory framework on which future research can
build.
Meer lezen

Stimulerende schrijfsels: Creatieve schrijfinterventies om de appreciatie voor poëzie te vergroten in de derde graad doorstroomfinaliteit van het secundair onderwijs

KU Leuven
2024
Brecht
Berteloot
This study investigates whether creative writing exercises can enhance the appreciation of poetry
among senior secondary students. Addressing the decline in reading appreciation and reading
comprehension, and the increased emphasis on creativity, a comprehensive lesson series of three
lessons centred on the poetry of Guido Gezelle was designed. This series incorporated both traditional
and AI-supported creative writing activities, providing a modern twist to Gezelle’s historical methods.
Using a group pretest-posttest design, the study evaluated changes in students' appreciation towards
poetry. Initial surveys revealed low interest and appreciation for poetry. Posttest results indicated a
positive shift in students' enjoyment and valuation of poetry, suggesting that creative writing exercises
can foster a greater appreciation of literary arts. However, the impact on students' future reading
habits remains uncertain, highlighting the need for further long-term studies. The study underscores
the potential of integrating creative writing into the curriculum to address the dual challenges of
declining reading interest and the need for creative skill development. Further research is needed to
explore the lasting effects on students' reading behaviours and to refine the implementation of
creative writing exercises.
Meer lezen

De rol van alternatieve mens-natuurrelaties in het gedepolitiseerde Vlaamse landbouwdebat

Universiteit Gent
2024
Wout
Barbier
Een kwalitatieve studie op basis van literatuuronderzoek, discoursanalyse en interviews naar de rol van alternatieve mens-natuurrelaties in de repolitisering van het Vlaamse landbouwdebat. In het eerste deel wordt onderzocht
welke boerenorganisaties als sociale bewegingsorganisatie gezien kunnen worden.
Momenteel kunnen we enkel Boerenforum zo bestempelen. In het tweede deel
wordt aan de hand van een discoursanalyse onderzocht welke boer-natuurrelaties
door landbouworganisaties worden uitgedragen. Hiervoor wordt gefocust op de relatie van boer.inn.en met de bodem. Een instrumentalisatie- en een co-creatiediscours
worden onderscheiden. In het instrumentalisatiediscours wordt het vermogen om
gewassen te doen groeien en ecosysteemdiensten te leveren grotendeels aan de
boer.in toegeschreven. In het co-creatiediscours wordt daarentegen over de bodem
gesproken als een levende co-creator van gewassen en ecosysteemdiensten. In
het derde deel wordt de relatie van agro-ecologische en conventionele boer.inn.en
met natuurlijke elementen onderzocht aan de hand van semi-gestructureerde interviews. Ook hierbij wordt specifiek gekeken naar de relatie met de bodem. De
meeste boer.inn.en schetsen een breed beeld van de bodem. De verschillen in visie
tussen boer.inn.en worden maar deels verklaard door de agro-ecologische of conventionele aanpak van deze boer.inn.en. Ook werd in de interviews gepeild naar
andere zaken waar boer.inn.en van wakker liggen, naar de identiteit van de boer, en naar het gevoel van verbinding tussen boer.inn.en onderling en met boerenorganisaties. We kunnen besluiten dat bodemzorg benadrukken momenteel eerder
verdelend dan verbindend werkt, en dat de manier waarop er vaak over bodemzorg gesproken niet aanzet tot collectieve actie. Om een brede mobiliserende werking te
hebben zou het agro-ecologische discours meer moeten inzetten op andere dingen
waar boer.inn.en van wakker liggen, zoals financiële duurzaamheid.
Meer lezen

Etnisch ondernemerschap in Beringen: Wat zijn de verschillen en gelijkenissen tussen de eerste, tweede en derde generatie Turkse migranten?

Universiteit Antwerpen
2024
Mahmut Can
Akbudak
Op internationaal niveau zijn er veel onderzoeken verricht omtrent etnisch ondernemerschap. In België en Vlaanderen is dat echter vrij beperkt. Dit onderzoek probeert hier een bijdrage aan te leveren. Het onderzoek focust meer specifiek op wat de verschillen en gelijkenissen zijn in ondernemerschap tussen Turkse ondernemers met een migratieachtergrond van de eerste, tweede en derde generatie in Beringen. De casestudy wordt uitgevoerd in Beringen, omdat die stad een grote Turkse gemeenschap en een rijke migratiegeschiedenis heeft. Er werden elf Turkse ondernemers geïnterviewd aan de hand van een interviewgids, waarbij de data werd getranscribeerd en opgenomen in de analyse. Uit de resultaten blijkt dat er evolutie te zien is in etnisch ondernemerschap in Beringen. Turkse ondernemers groeien en breiden hun economische activiteiten uit en focussen zich op klanten buiten de etnische groep. Ondanks de uitdagingen die Turkse ondernemers ondervinden, vermelden de geïnterviewde zaakvoerders dat hun etnische achtergrond een positieve rol speelt in hun ondernemerschap. Niettemin zijn er opportuniteiten beschikbaar voor beleid die de slaagkansen van etnische ondernemers zullen vergroten. Bovendien kan het interessant zijn voor academici en beleidsmakers om meer onderzoek te voeren rond de derde generatie etnische ondernemers omdat het een vrij jonge generatie is waarbij er weinig informatie beschikbaar is. Een onderzoek over dit onderwerp is sociaal en maatschappelijk relevant omdat het bijdraagt aan een groter begrip van de superdiversiteit in de samenleving. Daarnaast kan ondernemerschap bijdragen aan inclusie en groei ongeacht geslacht, ras of etniciteit.
Meer lezen