Scriptiebank overzicht

De Vlaamse Scriptiebank is een vrij toegankelijke online databank. Deze bevat alle artikels en full text scripties van deelnemende bachelors en masters aan de

Is het vrijetijdsaanbod in Asse afgestemd op kwetsbare gezinnen? Een kritische benadering van de huidige situatie en aanbevelingen voor hulpverleners, vrijetijdsorganisatoren, Huis van het Kind Asse en de (lokale) overheid.

Erasmushogeschool Brussel
2024
Rebecca
George
In deze scriptie onderzocht ik welke drempels gezinnen in armoede (lees: kwetsbare gezinnen) ervaren om deel te nemen aan vrijetijdsactiviteiten en welke initiatieven er mogelijk zijn om deze drempels om te buigen tot kansen. Daarvoor ging ik zowel in gesprek met gezinnen in armoede, als met hulpverleners en vrijetijdsverenigingen.
Meer lezen

Fiets je Vrij

Thomas More Hogeschool
2024
Sulekha
Salah
Fiets plan voor kansarme jongeren in Den Haag
Meer lezen

Rouwen over culturen heen: Ondersteuning van migrantenkinderen en -jongeren bij het sterven van een familielid

Odisee
2024
Zahide
Ocak
Rouwen over culturen heen: stel je voor dat je een wereldreis maakt door het landschap van menselijke emoties, waar elke stap een ander verhaal van verlies en veerkracht onthult. Deze scriptie nodigt je uit om mee te reizen door het complexe en dynamische rouwproces van kinderen en jongeren met een migratie-achtergrond, en biedt handvaten voor ouders en hulpverleners om hen op een passende en cultuursensitieve manier te ondersteunen.

Onze reis begint in een wereld waarin migratie en culturele diversiteit toenemen, en waar kinderen en jongeren voor unieke uitdagingen komen te staan bij verlieservaringen. Door middel van een diepgaande casusanalyse van de zevenjarige Yusuf en zijn zussen die hun moeder plotseling verloren, krijgen we inzicht in hun unieke rouwbehoeften. We verkennen drie invalshoeken: de psychologische, pedagogische en levensbeschouwelijke dimensies van rouw. Onderweg zien we hoe emotionele reacties zoals boosheid, verdriet en angst zich tonen in gedragsproblemen, en ontdekken we het belang van een ondersteunende omgeving waarin deze emoties kunnen worden erkend en verwerkt.

Verder brengen de wegen ons bij cultuursensitieve benaderingen die onmisbaar blijken voor effectieve ondersteuning. De scriptie presenteert drie innovatieve veranderingsvoorstellen: vormingen voor gezinnen, preventieve lessen in scholen en de ontwikkeling van een cultuursensitief kinderboek. Elk voorstel biedt praktische richtlijnen en inspirerende voorbeelden die direct toepasbaar zijn in de praktijk. We leren hoe ouders kunnen worden betrokken bij het rouwproces van hun kinderen, hoe leerkrachten kunnen worden getraind in het herkennen en ondersteunen van rouwende leerlingen, en hoe kinderboeken kunnen worden gecreëerd die de culturele en religieuze diversiteit van rouwervaringen weerspiegelen.

Onze reis voert ons door de verschillende fasen van rouw, waarbij we uitwegen verkennen voor de uitdagingen waarmee kinderen en jongeren met een migratie-achtergrond worden geconfronteerd. De verhalen van gezinnen zoals dat van Yusuf illustreren de complexe dynamieken van rouw en de noodzaak van een empathische en geïnformeerde benadering. We ontdekken dat cultuursensitieve ondersteuning niet alleen helpt bij het verwerken van verlies, maar ook bijdraagt aan de veerkracht van rouwende kinderen en jongeren.

Aangekomen bij onze bestemming staan we stil bij een vraag die ons zal blijven bezig houden: Hoe kunnen we ervoor zorgen dat ieder kind de juiste steun krijgt bij hun unieke rouwproces in een steeds diverser wordende samenleving?
Meer lezen

Hoe kunnen maatschappelijk werkers binnen het VCLB De Wissel ouders ondersteunen die geconfronteerd worden met wachtlijsten voor buitengewoon lager onderwijs.

Karel De Grote Hogeschool
2024
Naziha
Ou-Salah
Mijn scriptie onderzoekt de rol van maatschappelijk werkers binnen het VCLB De Wissel bij het ondersteunen van ouders die te maken hebben met lange wachtlijsten voor buitengewoon lager onderwijs. Door middel van literatuurstudie en interviews met maatschappelijk werkers belicht ik de uitdagingen die ouders ervaren, zoals financiële druk, praktische obstakels, en emotionele belasting. De cijfers van het "Meld je aan"-systeem, die in mijn scriptie zijn verwerkt, laten eveneens niets aan de verbeelding over met betrekking tot het nijpende tekort aan plaatsen in het buitengewoon onderwijs. Daarnaast bespreek ik de strategieën die maatschappelijk werkers toepassen om ouders en leerlingen te ondersteunen, en benadruk ik de noodzaak van structurele veranderingen om het capaciteitstekort in het buitengewoon onderwijs aan te pakken.
Meer lezen

ZIEKTEKOSTSTUDIE VAN EPIDERMOLYSIS BULLOSA

Universiteit Gent
2024
Stefanie
Mot
EB is een zeldzame erfelijke aandoening die de huid en slijmvliezen aantast, gekenmerkt door extreme gevoeligheid voor blaarvorming, zelfs bij het minste contact. Dit leidt tot het poëtische label "vlinderkindjes" voor jonge patiënten, verwijzend naar de delicate aard van hun huid. Met een incidentie van slechts zes gevallen per jaar in België en ongeveer vijfhonderdduizend getroffen individuen wereldwijd, is EB een zeldzame aandoening, waarvoor momenteel geen afdoende behandeling bestaat.

Deze masterproef onderzoekt de totale kosten van de behandeling van EB, een terrein dat in België nog grotendeels onbekend is. Door een ziektekoststudie uit te voeren, beoogt het onderzoek niet alleen de financiële last voor patiënten in kaart te brengen, maar ook de factoren die deze kosten beïnvloeden. Dit is cruciaal omdat onwetendheid over de kosten een vertekend beeld geeft van de levenskwaliteit. Een correcte begeleiding van patiënten vereist minstens dat we een realistisch beeld hebben van de kosten.

De studie, op vraag van Debra Belgium, belicht niet alleen de financiële impact van EB, maar benadrukt ook het belang van passende terugbetaling en beleidsmaatregelen. EB vraagt een multidisciplinaire benadering en intensieve dagelijkse verzorging, wat resulteert in aanzienlijke directe medische kosten, zoals verbanden en ziekenhuisopnames. Daarnaast zijn er directe niet-medische kosten, zoals aanpassingen aan leefomgevingen, en indirecte kosten, zoals inkomensverlies door verminderde werkcapaciteit.

Uit de studie blijkt dat de totale jaarlijkse medische kosten per patiënt hoog zijn met een gemiddelde jaarlijkse medische kost van 9 044,51 euro en een gemiddelde niet-medische kost van 13 120,25 euro. Een groot deel van de kosten komt op de schouders van de patiënten terecht. Dit onderstreept de nood aan een ruimere terugbetaling via het RIZIV.
Naast de strikt financiële ondersteuning is er ook nood aan een inclusief beleid voor zeldzame ziekten en ondersteuning voor mantelzorgers. Door gerichte conventies voor EB-patiënten te implementeren, kan het RIZIV een actievere rol spelen in het verbeteren van de toegang tot betaalbare zorg. Dit onderzoek draagt bij aan een beter begrip van de totale kosten van EB en benadrukt het belang van financiële ondersteuning voor EB-patiënten en hun families.
Meer lezen

Crisis in je huis, hoofd en lichaam? Een onderzoek naar de huisvestingcrisis in relatie tot de fysieke en mentale gezondheid van de patiënten in WGC De Regent, Antwerpen-Noord

AP Hogeschool Antwerpen
2023
Heleen
Delanghe
Het eindwerk bekijkt de relatie tussen slechte huisvesting en de fysieke en mentale gezondheid van de patiënten in Wijkgezondheidscentrum De Regent. Het legt huisvestingsproblemen in de wijk Antwerpen-Noord bloot aan de hand van cijfers en praktijkervaringen. Door te spreken vanuit concrete casussen wil het een krachtig signaal naar beleid geven om structurele oplossing voor de huisvestingsproblemen te beiden.
Meer lezen

Dementie bij ouderen met een islamitische achtergrond

Odisee
2022
Malika
El-Jafoufi
Dementie slaat heftig om zich heen,
ook bij ouderen me een niet-westerse achtergrond.
Hoe gaat de samenleving hier mee om?
Meer lezen

Ongelijkheid in tijden van cholera: comparatief onderzoek in tijd en ruimte naar de cholera-epidemie van 1866 in Antwerpen

Universiteit Antwerpen
2022
Lora
Pannekoucke
In de masterproef ‘Ongelijkheid in tijden van cholera’ wordt onderzoek gevoerd naar de cholera-epidemie in Antwerpen in 1866. Het onderzoek stelt de vraag of en op welke manier het sociaal-economische profiel een invloed had op een besmetting met of sterfte aan cholera. Deze vraag wordt beantwoord aan de hand van een gedetailleerd, comparatief onderzoek in tijd en ruimte tussen twee wijken in Antwerpen, de tweede en vijfde wijk.
Meer lezen

Tuinieren voor de toekomst

KU Leuven
2022
Sarah
Wauters
Volks- en buurttuinen zijn gegeerd in de stad en alomtegenwoordig in het academisch onderzoek. In deze masterproef willen we de stedelijke moestuinen koppelen aan het al even actuele onderwerp van een rechtvaardige transitie: een transitie naar een duurzame samenleving die niemand achterlaat. Ingebed in dit concept is het idee dat sociale en ecologische duurzaamheid samen behandeld moeten worden. Gemeenschappelijke moestuinen of volkstuintjes raken aan zowel sociale als ecologische bezorgdheden, dus is het zinvol om te bekijken in hoeverre ze zich positioneren binnen een rechtvaardige transitie. De masterproef focust op de stedelijke context van Gent,
Meer lezen

Gevaarlijke kinderen of kinderen in gevaar: het repatriëringsdilemma van Belgische kinderen van het kalifaat

Universiteit Gent
2022
Delphine
Libbrecht
Welke verplichtingen heeft de Belgische Staat ten aanzien van de Belgische kinderen die vastzitten in het (gevallen) kalifaat? Is een repatriëring de beste oplossing op lange termijn? Het zogenaamde repatriëringsdilemma rond deze ‘Belgische kinderen van het kalifaat’ leidt tot een maatschappelijk, juridisch en politiek gevoelige discussie. Door dieper in te gaan op deze gevoelige doch urgente mensenrechtenkwestie, tracht dit onderzoek een bijdrage te leveren in het formuleren van een antwoord op deze vragen.
Meer lezen

Stingless Bees as an Opportunity for Sustainable Development in Northern Tanzania

KU Leuven
2022
Robin
Tersago
Imkerij met angelloze bijen is een activiteit met een enorm potentieel als inclusieve manier om extra geld te verdienen voor boeren in de tropen. Over angelloze imkerij in Afrika is echter bijna niets geschreven in wetenschappelijke literatuur. Dit werk is een eerste stap in dit onderzoeksdomein.
Meer lezen

Het belang van 'het eigen kind' binnen pleegzorg. Een narratief onderzoek bij pleegzorgers naar de rol van eigen kinderen in een pleegzorgengagement.

Universiteit Gent
2021
Céline
Cannaert
De motivaties om eigen kinderen - biologische kinderen van pleegzorgers - te betrekken in het pleegzorgproces, zijn steeds geformuleerd in functie van het welzijn van het pleegkind. Nochtans hebben eigen kinderen als een volwaardige groep ook recht op inspraak en participatie, zoals verankerd in het IVRK en door onderzoek benadrukt. Deze scriptie gaat dieper in op hoe pleegzorgers die een verschil maken in het leven van kwetsbare pleegkinderen ook het belang van hun eigen kinderen invullen.
Meer lezen

Diversiteit in Sociale Huisvesting: typologische innovatie als antwoord op stijgende demografische diversiteit. (case: Sint-Bernadette tuinwijk)

Universiteit Gent
2021
Emmelien
Van Rooy
Deze masterproef onderzoekt mogelijke ontwerpscenario’s voor de vervangbouw van de sociale Sint-Bernadette tuinwijk te Gent. Daarbij werd de focus gelegd op verdichting van de wijk, zowel naar woning- als inwonersaantal, binnen de schaal en het karakter van de tuinwijk als stedelijk model.
Meer lezen

Het effect van de maximumfactuur op het aankoopgedrag van patiënten in het kader van psychoactieve geneesmiddelen

Universiteit Antwerpen
2021
Tinne
Vanhooydonck
De maximumfactuur is een systeem dat door de overheid werd ingevoerd om te garanderen dat de medische kosten van gezinnen niet te hoog oplopen. In dit systeem wordt een maximumbedrag ingesteld en dit bedrag is afhankelijk van het inkomen, de sociale klasse, de leeftijd en eventuele chronische aandoeningen van de gezinsleden. Wanneer de totale medische kosten van een gezin dit maximumbedrag bereiken, zullen de kosten die worden gemaakt gedurende de rest van dat kalenderjaar worden terugbetaald door de verzekeringsinstelling.

In 2015 voerde de overheid een nieuwe terugbetalingsmaatregel in voor de maximumfactuur. Tot op dat moment moesten gezinnen twee jaar of langer wachten op de terugbetaling van geneesmiddelen die ze aankochten na het bereiken van het maximumbedrag. Vanaf 2015 wordt de terugbetaling automatisch verrekend in de apotheek en moet de patiënt deze kosten niet meer voorschieten.

In deze masterproef werden verkoopcijfers geanalyseerd om na te gaan of de maximumfactuur effect heeft op het aankoopgedrag van patiënten. Zowel bij de antidepressiva als de opioïde pijnstillers werd een stijging in de verkoop teruggezien in het laatste kwartaal van het kalenderjaar. Aangezien dit de typische periode is waarin gezinnen het maximumbedrag bereiken, kon besloten worden dat wel degelijk meer geneesmiddelen worden afgeleverd aan patiënten wanneer hiervoor niet langer betaald hoeft te worden.

Ook werd gezien dat de verkoopcijfers in januari terug naar hetzelfde niveau dalen als vóór de stijging, wat doet vermoeden dat er meer geneesmiddelen worden afgeleverd dan effectief nodig zijn voor de behandeling. Patiënten slaan dus meer geneesmiddelen in dan nodig wanneer het maximumbedrag is bereikt. Het risico dat deze geneesmiddelen nadien in een illegaal milieu terechtkomen is groot, wat de kans op misbruik van deze geneesmiddelen eveneens vergroot.
Meer lezen

De post-covid-19 stad: de huisvestingscrisis vanuit een nieuw perspectief

Universiteit Gent
2021
Katia
Roslevitch
De coronacrisis heeft de sluimerende huisvestingscrisis scherper gesteld. Hoe kunnen we ervoor zorgen dat betaalbaar wonen gegarandeerd blijft en waar liggen de knelpunten de dag van vandaag?
Meer lezen

Ondersteuning van gezinnen met een depressieve ouder met het oog op een veerkrachtige ontwikkeling van de kinderen.

Odisee
2020
Leen
Michiels
In mijn bachelorproef heb ik getracht een antwoord te vinden op de vraag hoe gezinnen waarvan één van de ouders lijdt aan een psychische kwetsbaarheid kunnen ondersteund worden zodat de impact van deze problematiek op de kinderen zo beperkt mogelijk blijft. Ik heb me hierbij toegespitst op ouders die lijden aan een depressie of stemmingsstoornis.
Meer lezen

Compassie als politieke strategie? Een kwalitatieve analyse naar het gebruik van compassie in het politiek discours rond asielzoekers en vluchtelingen.

Vrije Universiteit Brussel
2019
Rhea
Moonen
Aan de hand van 224 artikels toont deze masterproef dat niet alleen negatieve emoties, maar ook schijnbaar positieve emoties zoals compassie, worden gebruikt om het politiek debat rond de asiel- en vluchtelingencrisis te sturen.
Meer lezen

De financiële impact van voedselbedeling op de inkomensadequaatheid van leefloontrekkers in België

Universiteit Antwerpen
2019
Karen
Hermans
In deze scriptie wordt onderzoek gedaan naar de belangrijkste reden waarom steeds meer mensen naar de voedselbank gaan: geldgebrek. Zo wordt de geldwaarde van voedselpakketten berekend en welke impact dit op de financiële situatie heeft van mensen in armoede, specifiek bij leefloontrekkers.
Meer lezen

Wenbeleid in de occasionele kinderopvang: Praktische en haalbare handvatten voor een wetenschappelijk onderbouw wenbeleid

Odisee
2017
Nancy
Goossens
Op initiatief van en ondersteund door stad Antwerpen startte in 2003 de “Occasionele Kinderopvang Is DroomOpvang”(OKiDO). Deze opvang is ontstaan als buurt- en nabijheidsdienst project naast de andere opvangvormen door onthaalouders, kinderdagverblijven en buitenschoolse kinderopvang. De doelgroep van OKiDO zijn kwetsbare gezinnen. Buiten de functie van occasionele kinderopvang is OKiDO ook een tewerkstellingsproject voor doelgroepmedewerkers in opleiding. Zo combineren deze doelgroepmedewerkers hun opleiding Kinderzorg met hun werk bij OKiDO. Elke OKiDO zet heel erg in op ouderparticipatie en buurtparticipatie. Dat zijn de pijlers van hun lokale dienst buurtgerichte kinderopvang.

De occasionele opvang speelt een belangrijke rol in de ontwikkeling van de kinderen. Door kennis over de verschillende ontwikkelingsfasen van een kind en over bijzondere aandachtspunten voor kwetsbare gezinnen werkt de opvang preventief en ondersteunend. Dat draagt bij tot een kwaliteitsvolle opvang. Volgens het referentiekader van Kind en Gezin maakt wennen deel uit van een kwaliteitsvolle opvang en is het een recht van de ouders en de kinderen. Het starten in de kinderopvang is een ingrijpende gebeurtenis voor kinderen en ouders. Ingrijpende gebeurtenissen brengen angst en stress met zich mee en hebben een invloed op de ontwikkeling van het kind. Dit kan voor een, meestal tijdelijke, terugval in de ontwikkeling zorgen. In het bijzonder voor kwetsbare kinderen (bv. uit migratiegezinnen, in een armoedesituatie) vormt dat een risico. Het is belangrijk daarmee rekening te houden in de opvang.

Wennen kan niet losgekoppeld worden van ouderparticipatie. Ouderparticipatie is belangrijk voor het kind, de ouders en de begeleiders. Voor de medewerkers in de kinderopvang is er een belangrijke rol weggelegd bij het wennen en bij de ouderparticipatie. Indien er een goede samenwerking is tussen de verschillende actoren, verloopt de overgang van thuis naar opvang ook vlotter. Een vlotte samenwerking is een belangrijke basis voor een kwaliteitsvolle kinderopvang. Kwaliteitsvolle kinderopvang kan zo voor een verbindende werking zorgen.

In de occasionele opvang OKiDO zagen we dat de ondersteunende mogelijkheden om te wennen niet altijd in de praktijk worden omgezet. Deze eindproef heeft mij toegelaten om het belang van wennen theoretisch te onderbouwen en om OKiDO een aantal mogelijkheden aan te reiken die hun wenbeleid versterken.

Bij mijn veranderingsvoorstellen heb ik gekozen om te vertrekken vanuit het aanzetten tot empowerment van ouders en kinderbegeleiders. Deze vertalen zich in praktische handvatten zoals:

• Een vast afscheidsritueel aan een familieboom, die dienst doet als ankerpunt voor kind en ouders en zorgt voor vertrouwen, verbondenheid en actieve betrokkenheid van de ouders.
• Een stappenplan dat zorgt voor een visuele overdracht van informatie tussen opvangverantwoordelijke en kinderbegeleiders.
• Het aanstellen van een wenbegeleider en deze actief laten participeren tijdens het intakegesprek en bij de wenmomenten, zorgt voor meer zin tot verantwoordelijkheid bij de betreffende kinderbegeleider en het schept vertrouwen bij ouders en kind. Bovendien zijn alle praktische voorbereidingen getroffen voor de opstart in de opvang waardoor ouders en kind zich welkom voelen.

De voorstellen zijn implementeerbaar in alle kinderdagverblijven, mits het creëren van bewustwording rond het belang van wennen binnen de organisaties en bij de opvangverantwoordelijken. Om hiertoe te komen is er nood aan een professional binnen de organisatie die het thema wennen opneemt, uitdraagt en opvolgt. Wennen is immers geen ‘eenmalig’ aandachtspunt, maar maakt deel uit van het pedagogische raamwerk van de kinderopvang, één van de vergunningsvoorwaarden voor alle organisatoren van kinderopvang. Het is een cruciaal onderdeel om het welbevinden van het kind in de opvang te bevorderen.
Meer lezen

Postpartumpics: een visueel boek ter ondersteuning van de communicatie met kwetsbare gezinnen.

VIVES Hogeschool
2017
Yasmine
Dubaere
  • Cynthia
    Verbeke
Twee studenten vroedkunde ontwikkelden een visueel boek om communicatie met kwetsbare gezinnen in het ziekenhuis te verbeteren.
Meer lezen

Mijn gezin, doodgewoon anders

Hogeschool Gent
2017
Rani
Permentier
Dat ouderbetrokkenheid- en participatie ontzettend belangrijk is weten we ondertussen al wel. Toch is dit niet overal even vanzelf sprekend. In Boa Vista heb ik de eerste aanzet gegeven tot het betrekken van het gezin. Wat ik gedaan heb? Dat lees je in mijn bachelorproef!
Meer lezen

Naar een ouderwijs onderwijs: "een gezinswetenschappelijke reflectie over ouderbetrokkenheid bij kwetsbare gezinnen".

Odisee
2017
Elisabeth
van Daele
Ouderbetrokkenheid is een hot item tegenwoordig. Ondanks alle bestaande methodieken zijn sommige gezinnen niet bereikbaar. In mijn eindproef bekijk ik de mogelijke redenen en stel ik het concept van een "ouderwijzer" voor.
Meer lezen

Artikel 60 binnen OCMW Aalst, een goedlopende trein of een bij te sleutelen parcours?!

Odisee
2016
Karolien
Devos
In dit onderzoek werd artikel 60 op mesoniveau, binnen het OCMW van Aalst, onderzocht. Dit met als doel een zo duidelijk mogelijk beeld te krijgen over hoe deze tewerkstelling loopt en waar er eventueel marge is voor verbetering.

Mijn onderzoeksopzet bestond enerzijds uit een interview met de beleidsmensen, met de ambtenaren die verantwoordelijk zijn voor deze sociale tewerkstelling. Anderzijds uit een focusgesprek met ervaringsdeskundigen, met mensen die of een sociale tewerkstelling positief hebben beëindigd of nog steeds aan het werk zijn als artikel 60.

Aan de hand van mijn ervaring en mijn onderzoeksopzet heb ik mijn veranderingsdoelen opgemaakt. Gezien de ervaringsdeskundigen artikel 60 als een positieve ervaring beschouwden denk ik dat men eerst en vooral moet proberen meer tewerkstelling plaatsen te creëren. Meer plaatsen geeft ook meer kansen dus meer kwetsbare mensen die men zo kan helpen naar werkervaring of zelfs naar een doorstroom naar de reguliere arbeidsmarkt. Hiervoor zal de begeleiding anders moeten worden aangepakt en zal ook de bijhorende subsidiëring moeten herbekeken worden. Zowel op mesoniveau binnen het OCMW te Aalst als op macroniveau en dus op Vlaams, gezien dit recent is overgeheveld van Federaal naar Vlaams.

Een tweede veranderingsdoel, wat ik zou willen gerealiseerd zien, is het verbeteren van de sfeer op de werkvloer ten opzichte van de mensen in artikel 60. Het welbevinden op het werk draagt volgens mij ook bij naar enerzijds je goed voelen in je vel maar anderzijds ook het goed presteren op het werk zelf. Voor mensen in sociale tewerkstelling denk ik dat de motivatie om op zoek te gaan naar een job na artikel 60 groter zal zijn als men een positieve ervaring heeft mogen ervaren.

Ook na begeleiding moet volgens mij beter. In het focusgesprek gaf elke deelnemer aan dat men in het spreekwoordelijke zwarte gat valt na artikel 60. Ook hier zouden we door in te zetten op betere, intensievere begeleiding, de doorstroom naar de reguliere markt kunnen bevorderen.

Ik ben dit eerst en vooral juridisch gaan bekijken, wetgeving versus toepassingen die men hanteert in het OCMW te Aalst. Daaruit bleek onder andere dat een flexibel werktraject, bijvoorbeeld deeltijds werken, wettelijk wel kan. Iets wat mogelijk zou moeten zijn voor iedereen in deze hectische maatschappij, zeker voor kwetsbare mensen die geen (groot) sociaal opvangnet hebben. Ook het loon voor de artikels 60 bepaalt men zelf als OCMW. Naar privé werkgevers toe factureert men 740 euro, openbare instanties die mensen tewerk stelt in artikel 60 betalen niets. Ook het feit dat men enkel leefloon gerechtigden in artikel 60 toelaat, is specifiek voor Aalst en zou dus ook anders kunnen. Er is dus een duidelijk verschil tussen wat er wetmatig mag en wat er in Aalst wordt toegepast. De reden hiervoor ligt meestal bij de subsidiëring die men hiervoor krijgt.

In een tweede invalshoek heb ik de psychosociale bril opgezet. Daar bleek, door de analyse van verschillende theorieën met betrekking tot het welbevinden en het hebben van een job, dat er wel effectief gevolgen kunnen zijn door het al dan niet hebben van een job. Zeker naar kwetsbare mensen toe moeten we hiermee rekening houden, zij hebben misschien bepaalde werkattitudes niet meegekregen van thuis. Doordat ze niet aan het werk zijn, worden ze uitgesloten uit de maatschappij. Men verliest zijn status en heeft niet het gevoel ergens bij te horen, ergens deel vanuit te maken. Aan het werk zijn zal hen dus empoweren, zal hun psychosociaal welzijn erop verbeteren.

Een laatste invalshoek is de hulpverlening. Doordat onze maatschappij volop in transitie is, dient de hulpverlening herbekeken te worden. Sleutelwoord bij hulpverlening is empoweren. Niet enkel doen wat wetmatig moet maar mensen helpen hun doelen te laten stellen en deze te verwezenlijken. De houding van de hulpverlener moet op voet van gelijkwaardigheid zijn en met een onvoorwaardelijke positieve houding ten opzichte van de cliënt met als doel zijn eigenwaarde te versterken.

Ik breng aan de hand van mijn onderzoeksopzet en theoretische staving vijf veranderingsstrategieën naar voor. Eerst en vooral moet artikel 60 voor iedereen kunnen en niet enkel voor mensen met een leefloon. Zo sluiten we mensen uit die ook zouden geholpen zijn door op deze manier aan het werk te kunnen. Ik denk bijvoorbeeld van een vrouw op leeftijd die van haar man is gescheiden en jaren voor de kinderen heeft gezorgd. Iemand van een iets oudere leeftijd, met een ‘black hole’ in haar CV van enkele jaren, zal niet makkelijk werk vinden.

Een tweede veranderingsstrategie is de mogelijkheid naar een flexibeler traject. Zeker nu we langer zullen moeten werken, is dit geen overbodige luxe. Zoals we ook in Finland zien, werkt zo’n systeem. Meer en meer mensen nemen ook hier ouderschapsverlof, tijdskrediet of loopbaanonderbreking om voor hun gezin of voor zichzelf te kunnen zorgen. Ook en zelfs vooral kwetsbare mensen die weinig of geen ervaring hebben en vaak niet beschikken over een sociaal opvangnet, zouden dit dus zeker moeten kunnen doen. Meer mensen zullen slagen in hun te presteren dagen in de opgegeven referteperiode en mensen gaan ook meer gemotiveerd zijn aan het werk te blijven in deze drukke geluksmaatschpapij.

Een derde strategie is de begeleiding van de mensen op de werkvloer die met mensen in artikel 60 moeten werken. Het stigmatiseren van deze groep tegen gaan door preventief de mensen op de werkvloer zelf grondig te informeren en hen te duiden wat de intentie is. Zo kunnen we taboes en vooroordelen wegwerken en eventuele pesterijen voorkomen. Een ‘workbuddy’, een gezinswetenschapper die niet alleen de mensen in sociale tewerkstelling maar ook de collega’s hierin begeleidt.

Een vierde strategie is het herbekijken van de kosten die men factureert aan privé firma’s. Zij krijgen een factuur van 740 euro per maand voor een werknemer, openbare instanties en vzw’s niet. Men hanteert dit omdat dit de kost is die het OCMW zelf zou moeten bijleggen, die men dus niet krijgt via subsidieringen. Op macroniveau zouden we dus moeten inzetten in het herbekijken van deze subsidieringen om deze gelijk te stellen. Maar ook OCMW Aalst zou zelf de beslissing kunnen nemen dit niet als grondvoorwaarde te hanteren. Zo creëren we meer tewerkstellingsplaatsen en vergroten we ook de doorstroom.

Een laatste voorstel naar verandering is de betere (na)begeleiding. Mensen in de laatste weken goed toeleiden naar het einde van hun tewerkstelling en al klaarstomen naar solliciteren op de reguliere arbeidsmarkt. Ook een betere samenwerking met onder andere VDAB is opportuun zijn. Ook hier is een rol weggelegd die perfect zou zijn voor een gezinswetenschapper.

Referentielijst:

Adriaens, C. L. (2013). Praktisch handboek voor OCMW-recht. 612 Loopbaan met zorg. (2015). Betekenis van werk. Betekenis van werk.

Tine Van Regenmortel, K. H. (2013. Het concept ‘empowerende academische werkplaats’. Een innovatieve vorm van samenwerken aan werkzame kennis. Tijdschrift voor Welzijnswerk, 36-48 Van Regenmortel, S. (2015, april). Sociaal werk moet anders in de nieuwe samenleving. Entry-media

Vlieger, S. D. (2008, Juni). Schuld en schaamte: een vergelijkende studie tussen werkenden en werklozen. Gent: Universiteit Gent.

Vries, S. D. (2010). Basismethodiek psychosociale hulpverlening. In S. D. Vries, Basismethodiek psychosociale hulpverlening (p. 425). Hoten, Nederland: Bohn Stafleu van Loghum.
Meer lezen

De Lokale Bescherming van Mensenrechten: het Recht op Onderwijs. Case study: Brugge

Universiteit Gent
2015
Florence
Quairiat
De lokale bescherming van het mensenrecht op onderwijs: hoe beschermt uw stad uw kind?Velen onder ons hebben moeiteloos school gelopen in een middelbare school in eigen stad of gemeente. Maar wat als een bepaald obstakel – sociaal, economisch of zelfs medisch – deze schoolloopbaan bemoeilijkt of verhindert? Welke verplichtingen heeft de stad of gemeente dan om u hierbij te helpen? Welke initiatieven onderneemt de stad zelf om deze problematische situatie op te lossen? Welke (mensen)rechten heeft u in dergelijke situatie en wie kan u helpen deze te verwezenlijken?
Meer lezen

Een Vlaams model van kwalitatief hoogstaande postnatale zorg. Ontwikkelen van kwaliteitsindicatoren vanaf ontslag uit het ziekenhuis

Universiteit Gent
2015
Katrien Helsloot
& Mieke Walraevens
  • Mieke
    Walraevens
 Sneller naar huis na de bevalling: reden tot bezorgdheid? Wereldwijd worden moeders na hun bevalling steeds vroeger naar huis gestuurd. Ook in België neemt de ligduur sterk af van 5,3 dagen in 2000 naar 4,1 dagen in 2015. Hierdoor ontstond enige onrust op het terrein. Vroedvrouwen in het ziekenhuis vrezen dat de werkdruk zal toenemen. Ziekenhuizen denken actief na over de meerwaarde van het lange verblijf op de kraamafdeling en stellen zich de vraag of het anders beter kan.
Meer lezen

Een vertaalslag van het nieuwe kaderdecreet en de uitvoeringsbesluiten van kinderopvang: over processen van in- en uitsluiting

Universiteit Gent
2015
Neelke
Ferket
De test met de vijf B’sHoe toegankelijk is kinderopvang voor maatschappelijk kwetsbare gezinnen?Eén van de doelstellingen van het nieuwe  decreet is de opvang meer toegankelijk maken. De studie onderzoekt of de nieuwe regels niet net het omgekeerde effect hebben. De testcase is Gent.Er bestaat een toets om na te gaan hoe toegankelijk een bepaalde dienstverlening is. Het zijn vijf richtvragen die allemaal een belangrijk woord met een B bevatten.
Meer lezen

Sociale implicaties van stadsvernieuwing: Een multilevelstudie naar de invloed van gentrificatie op sociale cohesie in Gentse wijken.

Universiteit Gent
2015
Eva
Christiaens
Stadsvernieuwing verbetert ook het sociale buurtlevenDe opwaardering van lagere inkomensbuurten zorgt ervoor dat de buurtbewoners meer gehecht worden aan elkaar en aan de buurt zelf. Dat is de conclusie van de thesis van Eva Christiaens, master in de sociologie aan de UGent, die de sociale gevolgen van stadsvernieuwing in Gentse wijken onderzocht.
Meer lezen

Iedere cultuur zijn talenten: cultuursensitief, vraaggericht en muzisch agogisch werken

Odisee
2015
Freya Longin &
Margaux Lempereur
  • Freya
    Longin
  • Maragux
    Lempereur
Binnen onze bachelorproef bespreken we vier thema’s: vraaggericht en cultuursensitief werken, maatschappelijke kwetsbaarheid, muzisch agogisch werken en opvoedingsondersteuning. Deze vier thema’s worden uitgebreid uitgelegd. We hebben gekozen om deze vier thema’s te bespreken aan de hand van onze projectaanvraag: een product ontwikkelen waarbij de interactie bevorderd wordt en dit voor en samen met de ouders. Dit moet gebeuren op een vraaggerichte, muzisch-agogische en cultuur sensitieve wijze.Vraaggericht en cultuursensitief werkenWe hebben vier definities gevonden voor vraaggericht werken.
Meer lezen

FOOD SECURITY AND NUTRITION IN SOMOTO, NICARAGUA

UC Leuven-Limburg
2014
Annelore
De Boe
Geen rijst en bonen, geen leven!Vraag jij je wel eens af hoe het kan dat er genoeg voedsel is om de wereldbevolking te voeden, maar toch 842 miljoen mensen honger lijden? Wij staan er vaak niet meer bij stil want voldoende voedsel is nu eenmaal evident voor ons. Voedselzekerheid is helaas voor velen geen alledaagse realiteit!In het kader van de Bachelor na Bachelor opleiding Internationale Samenwerking Noord-Zuid (KHLeuven) trok ik zes maanden naar Somoto, een stadje in het noorden van Nicaragua.
Meer lezen

Op weg naar een betere toekomst' - het belang van gezinshulp in een minder ontwikkeld land: Haïti

Odisee
2011
Maria
Van huffel
 Op weg naar een betere toekomst.An wout pou yon lavni miyò.Het belang van gezinshulp in een minder ontwikkeld land: HaïtiIn een groot deel van de wereld wordt het gezinsleven vooral bedreigd door ongelijkheden in de economische wereldorde. Die ongelijkheden vormen een oorzaak van milieuvervuiling, politieke instabiliteit, oorlog, armoede, allemaal ongunstige omstandigheden waaronder veel gezinnen in ontwikkelingslanden vandaag de dag te lijden hebben. Sinds 1996 ben ik voorzitter van de vzw FINADO.
Meer lezen