Scriptiebank overzicht

De Vlaamse Scriptiebank is een vrij toegankelijke online databank. Het bevat intussen al meer dan 8.000 artikels en volledige scripties van bachelor- en masterstudenten die sinds 2002 hebben deelgenomen aan de Vlaamse Scriptieprijs.

Van opleiding naar opbrengst: De rol van jeugdacademies in het strategisch en financieel beleid van voetbalclubs – De case van KAA Gent Louis

Universiteit Gent
2025
Louis
Ampe
  • Luca
    Detavernier
Jeugdopleidingen in het Belgische profvoetbal bevinden zich op het kruispunt van sportieve ontwikkeling, economische logica en maatschappelijke verantwoordelijkheid. Hoewel profclubs in essentie private actoren zijn, spelen ze via hun jeugdwerking ook een publieke rol. Ze bevorderen participatie, sociale cohesie en talentontwikkeling bij jongeren. Deze masterproef onderzoekt in welke mate jeugdwerkingen van profclubs afhankelijk zijn van overheidsbeleid en hoe die relatie structureel vorm kan krijgen in functie van maatschappelijk rendement.

Aan de hand van literatuuronderzoek, beleidsanalyse en interviews met stakeholders werd onder meer de werking van KAA Gent onderzocht. De studie toont aan dat jeugdopleidingen financieel sterk leunen op lidgelden, vrijwilligerswerk en occasionele subsidies, terwijl de opbrengsten uit transferpolitiek slechts zelden rechtstreeks terugvloeien naar jeugd- of infrastructuurinvesteringen. Tegelijk toont het onderzoek hoe de maatschappelijke impact van jeugdvoetbal, bijvoorbeeld op het vlak van gezondheid, integratie en buurtwerking, aanzienlijk is maar onvoldoende verankerd in het beleid.

De scriptie formuleert beleidsaanbevelingen op lokaal en Vlaams niveau. Zo wordt gepleit voor een vereenvoudiging van het subsidiekader en voor fiscale stimulansen die investeringen in jeugdvoetbal aanmoedigen. Op die manier draagt het onderzoek bij aan het bredere debat over publieke steun aan sport en de rol van voetbalclubs als maatschappelijke actoren.
Meer lezen

Deselectie counteren: onderzoek naar arbeidsoriëntatie van gedeselecteerde RSCA-jeugdvoetballers

Vrije Universiteit Brussel
2025
Junior Nziza
Nzabonimpa
Deze masterproef onderzoekt deselectie binnen de jeugdacademie van voetbalclub RSC Anderlecht. Enerzijds onderzoekt het hoe deselectie (lees: weggestuurd worden of zelf de club verlaten) ervaren wordt door jeugdspelers van Anderlecht. Anderzijds onderzoekt het hoe RSCA hierop inspeelt of anticipeert via initiatieven zoals het Purple Talents-programma.
Meer lezen

A New Approach to Accounting Education (NABO): The Impact on Student Performance

Universiteit Gent
2025
Jens
Verhofstadt
This study investigates the effectiveness of the New Approach to Accounting Education (NABO), a teaching method designed to introduce accounting to novice students in Belgian secondary schools. Specifically, we examine whether students taught using the NABO method demonstrate higher academic performance compared to those taught through traditional approaches. Additionally, we investigate the role of student motivation and engagement in influencing academic outcomes. A quasi-experimental design was employed, combining between- and within-subjects elements, including a control group with a pretest-posttest setup. Data were collected over four academic years (2018-2022) from 582 high school students. Structural equation modeling was used to test the proposed hypotheses. Results show that students taught with the NABO method significantly outperform their peers in traditional settings. Moreover, motivation and engagement have a strong positive effect on academic achievement. These findings contribute to accounting education by showing that innovative teaching methods can enhance learning outcomes for novice students, while also offering practical recommendations and avenues for future research on improving introductory accounting courses.
Meer lezen

Bewijsstukken voor de Bachelorproef – Save More: Project; Lavetan, Save More: Klantopdrachten & Organisatiebeheer, Energieverhaal: Boons BV, Energieverhaal: Bedrijventerrein; L'Adrien, Onderzoek: Energiedelen

Thomas More Hogeschool
2025
Angus
Vleugels
Genomineerde longlist mtech+prijs
Titel scriptie – Bewijsstukken voor de Bachelorproef

Deze scriptie, die heeft gediend als onderdeel van mijn bachelorproef binnen de pBA Energietechnologie, beschrijft mijn ervaringen tijdens verschillende projecten en onderzoeken binnen twee projectvakken bij Save More, evenals mijn stage bij Terpower – part of the Vlinvesta family – in de derde fase van mijn opleiding.

Onderverdeeld in vijf bewijsstukken:
- Save More: Project; Lavetan
- Save More: Klantopdrachten & Organisatiebeheer
- Energieverhaal: Boons BV
- Energieverhaal: Bedrijventerrein; L'Adrien
- Onderzoek: Energiedelen

Toegepaste functieprofielen:
- Calculator & Werkvoorbereider
- Projectleider & Management
- Sustainable Problem Solver
- Design & Build
- Sustainable Problem Solver
Meer lezen

Jongeren financieel weerbaar de wereld in!

Hogeschool PXL
2025
Hanne
Motmans
  • Ine
    Hendrickx
Genomineerde longlist Bachelorprijs
Finnext: jongeren financieel weerbaar de wereld in!

Hoe bereiden we jongeren in de arbeidsmarktgerichte finaliteit beter voor op hun economische en financiële toekomst? Vanuit die centrale vraag ontwikkelden we Finnext: een praktijkgerichte cursus en interactieve website die jongeren ondersteunt bij het verwerven van essentiële competenties, zoals budgetbeheer, arbeidsvoorwaarden, verzekeringen en belastingen.

Tijdens onze opleiding merkten we een duidelijk tekort aan aangepast leermateriaal voor deze doelgroep. In bestaande methodes zijn de leerinhouden vaak te theoretisch of taalintensief, wat de toegankelijkheid belemmert. Met Finnext spelen we in op de nood aan concreet, visueel en flexibel inzetbaar materiaal dat aansluit bij de leefwereld van de leerling.

Onze cursus volgt het verhaal van Julian, een jongere die net afstudeert en geconfronteerd wordt met financiële keuzes. Via herkenbare situaties en praktische opdrachten worden abstracte begrippen tastbaar. De bijhorende website bevordert zelfstandig leren en is ook bruikbaar in ziekenhuisscholen, leefgroepen of detentiecentra.

Bij de ontwikkeling van Finnext baseerden we ons op wetenschappelijke inzichten en beleidsdocumenten, zoals de PISA-resultaten (2022), het MACS-model en het kwaliteitskader van Thomas More. Ook de nieuwe eindtermen en leerplandoelen uit het GO! en katholiek onderwijs vormden onze leidraad. We toetsten ons materiaal in de klaspraktijk en verwerkten feedback van leerkrachten.

Met Finnext hopen we bij te dragen aan een inclusiever onderwijslandschap waarin elke jongere, ongeacht achtergrond of onderwijsvorm, de kans krijgt om financieel en economisch bewust de toekomst tegemoet te gaan.

Nieuwsgierig naar hoe Julian jongeren op weg helpt naar financiële zelfredzaamheid? Duik mee in Finnext!
Meer lezen

Succesfactoren van faalangstinterventies voor het secundair onderwijs. Een kwalitatieve studie bij leerkrachten van het GO! Atheneum Aalst.

Hogeschool West-Vlaanderen
2025
Anouk
Vanderroost
Deze bachelorproef onderzoekt welke factoren bijdragen aan succesvolle faalangstinterventies bij leerlingen van de eerste en tweede graad in het GO! Atheneum Aalst. Faalangst heeft een negatieve impact op het welzijn en de leerprestaties van jongeren en vraagt om een preventieve, haalbare en schoolbrede aanpak. Via deskresearch werden acht onderbouwde interventieprogramma’s geanalyseerd. Daarnaast werden vijf semigestructureerde interviews afgenomen met leerkrachten en leerlingenbegeleiders. De resultaten tonen aan dat effectieve faalangstinterventies doorgaans meerdere elementen combineren, zoals psycho-educatie, cognitieve herstructurering, ontspanningstechnieken en groeimindsetbevordering. Respondenten benadrukken het belang van een positief schoolklimaat, een individuele aanpak, ouderbetrokkenheid en laagdrempelige hulpmiddelen. Op basis van deze inzichten werd het beroepsproduct “Faalangst? Da’s oké!” ontwikkeld. Dit bestaat uit een psycho-educatief boekje en een toolbox met praktische oefenfiches en ervaringsverhalen. Het materiaal is bedoeld voor jongeren van 12 tot 16 jaar en kan zowel zelfstandig als onder begeleiding worden ingezet in een schoolcontext.
Meer lezen

Wat als kinderkunst fout is?

Arteveldehogeschool Gent
2025
Laura
Maes
  • Naomi
    Bergerie
In deze bachelorproef werd het belang en de plaats van creativiteit binnen het kleuteronderwijs, specifiek binnen de Gambiaanse school ‘The Swallow’, onderzocht. Na observaties bleek creativiteit en muzische expressie geen actieve plaats te krijgen binnen het schoolsysteem. Vanuit deze vaststelling werd gezocht naar manieren om creativiteit meer te integreren in het dagelijkse klasgebeuren.

Het onderzoek vertrekt vanuit twee onderzoeksvragen. De eerste luidt als volgt: “Welke didactische strategieën en activiteiten kunnen worden geïntegreerd binnen een curriculum om de creativiteit van jonge kinderen in Gambia te bevorderen?”. Om deze onderzoeksvraag, onderverdeeld in enkele deelvragen, te beantwoorden werd er gebruik gemaakt van verschillende onderzoeksmethoden zoals literatuurstudies, interviews met de klasleerkrachten en directie van The Swallow, interviews in andere basisscholen in Gambia en eigen toegepaste kennis uit de opleiding kleuteronderwijs. De kennis en het onderzoek in verband met deze eerste onderzoeksvraag is voornamelijk terug te vinden in onderzoeksfase 1.

Op basis van deze bevindingen en opgestelde ontwerpeisen binnen onderzoeksfase 1, werd een praktisch kunstcurriculum met verschillende creatieve lesfiches ontwikkeld. De fiches werden opgebouwd volgens een vast schema: onderwerp, doelen, differentiatiemaatregelen, lesverloop met algemene informatie en concrete voorbeelden, tips, materialenlijst en beeldmateriaal. In het begin en op het einde van het curriculum is ook algemene didactiek terug te vinden. Het biedt uitleg over de verschillende muzische bouwstenen, de Social Development Goals (SDG’s) en extra tools voor de leerkrachten om in te zetten binnen de klaspraktijk.

Met de tweede onderzoeksvraag: “Hoe beïnvloedt dit curriculum gericht op creativiteitsstimulatie de leerervaringen en betrokkenheid van jonge kinderen én de zienswijze van leerkrachten binnen het Gambiaanse kleuteronderwijs?”, werd het curriculum en de groei van creativiteit binnen dit onderwijs geëvalueerd, door opnieuw interviews af te nemen van dezelfde leerkrachten en de directie. Zo konden hun meningen, attitudes en gevoelens bij het curriculum duidelijk in beeld gebracht worden. Daarnaast werden er ook nieuwe observaties uitgevoerd om te ontdekken of de implementatie van het curriculum effectief een positieve invloed heeft voor de leerlingen, de leerkrachten en de school in het algemeen.

Tot slot volgen de conclusies en het resultaat van het onderzoek, waaruit onder andere blijkt dat creativiteit niet enkel plezier en luxe is binnen onderwijs, maar ook een fundamenteel onderdeel is van de ontwikkeling van elk kind. Vooral binnen een schoolcontext waarbij cognitieve vaardigheden vaak op de voorgrond staan is dit, afleidend uit de observatiescores en andere resultaten, van groot belang. Deze bachelorproef probeert het belang van creativiteit te staven en concrete handvatten aan te bieden om hiermee in eender welke klaspraktijk aan de slag te gaan.
Meer lezen

Iedereen telt mee: Samen digitale zorgtechnologieën creëren

KU Leuven
2025
Arthur
Haerinck
De toenemende digitalisering van de gezondheidszorg verandert de manier waarop zorg wordt aangeboden en beleefd, en biedt nieuwe kansen voor patiëntgerichte zorg en innovatie. In dit veranderende landschap nemen patiënten een actievere rol op in hun eigen zorg, waarvoor het beschikken over voldoende digitale gezondheidsgeletterdheid (DGG) als een belangrijke hefboom fungeert. Helaas blijft een gebrek aan DGG in de bevolking bestaan.

Daarnaast kan het betrekken van het perspectief van patiënten in de ontwikkeling van digitale gezondheidstechnologieën (DGT) de toegankelijkheid en gebruiksvriendelijkheid van nieuwe, innovatieve technologieën bevorderen. Toch kan de technische complexiteit van ontwikkelingsfases zinvolle betrokkenheid van lekenpatiënten bemoeilijken.

De verschuiving naar inclusieve en duurzame gezondheidsinnovatie benadrukt de noodzaak om beter te begrijpen hoe patiënten ondersteund kunnen worden in het verwerven van de vaardigheden en kennis die nodig zijn om betrokken te worden bij hun zorg en bij co-creatieprocessen.

Deze thesis onderzoekt de belangrijkste noden en uitdagingen met betrekking tot de voorbereiding van Belgische patiënten op betrokkenheid bij de ontwikkeling van DGT, met bijzondere aandacht voor DGG als een hefboom voor empowerment en inclusie.
Meer lezen

Seksualiteit bespreekbaar maken

Hogeschool UCLL
2025
Hanna
Desair
Seksualiteit is een belangrijk, maar vaak genegeerd thema in de zorg voor borstkankerpatiënten. Door behandelingen zoals chirurgie, chemotherapie en hormoontherapie ervaren veel vrouwen seksuele klachten, die hun levenskwaliteit aantasten. Toch blijft dit onderwerp vaak onbesproken. Deze bachelorproef onderzoekt waarom dat zo is, welke barrières verpleegkundigen ervaren, en hoe dit beter kan.

Op basis van literatuuronderzoek en praktijkervaring worden evidence-based aanbevelingen geformuleerd om seksualiteit wél bespreekbaar te maken. Daarbij staan vier pijlers centraal: structurele educatie voor verpleegkundigen, het gebruik van communicatiemodellen en meetinstrumenten, organisatiebrede inbedding van seksuele zorg, en interdisciplinaire samenwerking.

De conclusie is duidelijk: verpleegkundigen spelen een sleutelrol in het normaliseren van seksuele gezondheid. Met de juiste ondersteuning kunnen zij dit thema veilig en empathisch aankaarten, wat leidt tot betere zorg en meer welzijn voor borstkankerpatiënten.
Meer lezen

Impactvolle klimaateducatie die aanzet tot klimaatbewuste leerlingen

Odisee Hogeschool
2025
Ruben
Opdecam
De klimaatkennis van jongeren blijkt vaak gebrekkig en vertoont tal van misconcepties. Hoewel het belang van klimaateducatie internationaal erkend wordt – onder andere door UNESCO en de Verenigde Naties – en ook formeel zijn weg heeft gevonden naar de Vlaamse leerplannen, blijft de impact ervan in de klaspraktijk vaak beperkt. Het onderwijs heeft de verantwoordelijkheid om wetenschappelijke kennis hiaten te dichten en jongeren te voorzien van de vaardigheden en attitudes die essentieel zijn voor een duurzame toekomst. Een wetenschappelijk correct klimaatverhaal dat onderwijskundig sterk onderbouwd is én voldoet aan de bouwstenen van effectieve klimaateducatie, vormt de sleutel tot klimaatbewuster gedrag bij leerlingen.

Deze bachelorproef heeft vier doelstellingen: (1) inzicht verkrijgen in de huidige didactische aanpak van leerkrachten via een enquête; (2) achterhalen aan welke competenties effectieve klimaateducatie moet voldoen; (3) nagaan welke onderwijskundige bouwstenen en randvoorwaarden noodzakelijk zijn voor een educatieve interventie m.b.t. klimaatverandering; (4) een praktische handleiding ontwerpen voor een klimaatdag voor leerlingen uit de tweede graad secundair onderwijs.

De onderzoeksliteratuur en bevraging tonen aan dat het huidige klimaatonderwijs te sterk gericht is op kennisoverdracht. Klimaateducatie moet echter ook de actiecompetentie van leerlingen versterken en aanzetten tot gedragsverandering. Kennis is het vertrekpunt, niet het einddoel. Leerkrachten moeten hierbij gebruik maken van wetenschappelijk onderbouwde strategieën in samenhang met klimaatcompetenties, verankerd in pedagogisch-onderwijskundige kaders.

Dit bachelorproefonderzoek biedt een antwoord op de groeiende nood aan betekenisvolle en impactvolle klimaateducatie: jongeren raken, betrekken én inspireren. En bovenal: in beweging brengen. Want wat we jongeren vandaag meegeven, bepaalt hoe ze morgen in de wereld staan. Juist daarom is het onderwijs belangrijker dan ooit. Daar planten we de zaadjes van verandering. Elke leerkracht heeft de mogelijkheid om iets los te maken, om te inspireren, om te raken. Laten we die kans grijpen. Niet morgen, maar vandaag.
Meer lezen

Participatief familiebeleid: Ontwikkeling en implementatie binnen Levensvreugde Verblijven vzw

Odisee Hogeschool
2025
Wendy
Verhelst
Binnen Levensvreugde Verblijven vzw werd een praktijkgericht project opgezet om een participatief familiebeleid te ontwikkelen en implementeren. De aanleiding was het gebrek aan een gedeelde visie over hoe medewerkers families en netwerken van zorggebruikers kunnen betrekken. Dit leidde tot onzekerheid en uiteenlopende werkwijzen.

De scriptie vertrekt vanuit de driehoekskunde van Chiel Egberts, aangevuld met inzichten uit de contextuele benadering, levend verlies en verbindende communicatie. Op basis van literatuuronderzoek en input van medewerkers en families werd een visietekst opgesteld en een interactieve vorming ontwikkeld. Deze tools moeten medewerkers ondersteunen om duurzame, gelijkwaardige samenwerkingen aan te gaan met het netwerk van de zorggebruiker.

De visietekst wordt geïntegreerd in het kwaliteitshandboek en de basisvorming voor nieuwe medewerkers. De vorming wordt organisatiebreed uitgerold en aangevuld met een praktische reflectietool. Het project toont aan dat familieparticipatie alleen slaagt wanneer er draagvlak is bij zowel medewerkers als beleid. De aanpak biedt een bruikbaar model voor andere voorzieningen die willen inzetten op structurele samenwerking met families.
Meer lezen

Tussen erfgoed en actualiteit: de herbestemming van Aldo van Eyck’s Algemene Rekenkamer

Universiteit Hasselt
2025
Anne
Bonten
Aldo van Eyck, een sleutelfiguur binnen het Nederlandse structuralisme, heeft met zijn uitgesproken vormentaal en humanistische benadering een blijvende invloed uitgeoefend op de architectuur. Toch worden veel van zijn gebouwen, waaronder de Algemene Rekenkamer in Den Haag, bedreigd door sloop of ingrijpende renovaties. Dit onderzoek richt zich op het ontwikkelen van een richtlijnenkader voor de herbestemming van dit gebouw, waarbij de architectonische identiteit behouden blijft én wordt geactualiseerd.

Centraal staat de vraag welke strategieën ingezet kunnen worden om Van Eyck’s ontwerpprincipes, zoals tussenruimtes, modulair denken, en menselijke schaal, te vertalen naar een hedendaagse context, met oog voor functionele, technische en maatschappelijke uitdagingen. Het onderzoek combineert literatuurstudie, analyse van relevante casestudies en een ontwerpend onderzoek binnen de Algemene Rekenkamer zelf.

De resultaten tonen aan dat het mogelijk is om Van Eyck’s principes zorgvuldig te integreren binnen nieuwe programma’s zonder hun betekenis te verliezen. Ingrepen zoals het reactiveren van het documentatiecentrum als sociale ontmoetingsplek en het toevoegen van een tweede entree maken het gebouw toegankelijker en toekomstbestendiger. Deze benadering laat zien hoe erfgoed transformatie niet alleen gaat over behoud, maar ook over empathische vernieuwing.

Deze scriptie draagt bij aan de bredere discussie over de omgang met jong architectonisch erfgoed en biedt praktische richtlijnen voor ontwerpers die zich inzetten voor een betekenisvolle en duurzame herbestemming van gebouwen met een uitgesproken vormentaal.
Meer lezen

De impact van congitieve biases op investeringsbeslissingen

Universiteit Hasselt
2025
Sander
Sobota
  • Céline
    Vandevenne
Deze scriptie onderzoekt hoe Belgische particuliere beleggers in hun beslissingen worden beïnvloed door cognitieve biases — systematische denkfouten zoals verliesaversie, overmoed en confirmation bias. Aan de hand van een enquête bij 246 beleggers toont het onderzoek aan dat deze biases vaak leiden tot irrationeel gedrag, zoals het vasthouden aan verlieslatende aandelen of het overschatten van eigen kunnen. De studie benadrukt het belang van gedragsinzichten in de financiële wereld, zowel voor beleggers zelf als voor adviseurs en beleidsmakers.
Meer lezen

Hostilia inzetten in de onderwijscontext om toekomstige leerkrachten inzicht in hun klasmanagement te geven.

Hogeschool PXL
2025
Yenthe
Ramakers
Genomineerde longlist Bachelorprijs
Deze bachelorproef onderzoekt de meerwaarde van het gebruik van de edugame Hostilia bij het vergroten van het inzicht van toekomstige leerkrachten in hun eigen klasmanagement.

Via een literatuurstudie en interviews wordt er in deze bachelorproef ingegaan op de begrippen klasmanagement en Game-Based Learning. Door zelf scenario’s te schrijven voor de edugame Hostilia, die oorspronkelijk ontwikkeld is voor de zorgsector, werd er een spelversie ontworpen die in de lerarenopleiding kan zorgen voor een beter inzicht in het klasmanagement van toekomstige leerkrachten. Het spel werd al uitgetest door lectoren en studenten van PXL-Education. Daarnaast werd er ook nog een handleiding voor lectoren en een bundel voor studenten ontwikkeld die gebruikt kunnen worden tijdens het spelen van deze game.
Meer lezen

Een brug tussen PAV en praktijkvakken: Een praktische handleiding om vakoverschrijdend samen te werken.

Odisee Hogeschool
2025
xenia
De Graef
“Hoe kan vakoverschrijdend samenwerken tussen project algemene vakken en
praktijkrichtingen door middel van een handleiding de leerprestaties van leerlingen
versterken?”
In deze bachelorproef worden de mogelijkheden en voordelen van een geïntegreerde aanpak onderzocht. Door theoretische vakken met praktijk te combineren, biedt dit onderzoek concrete handvaten om de samenwerking effectief en relevant te maken. De resultaten tonen aan dat een samenwerking tussen vakgebieden niet alleen de leerprestaties stimuleert, maar leerlingen ook een betere voorbereiding geeft voor de arbeidsmarkt.
Dit document biedt een vernieuwende blik op onderwijsinnovatie en praktische toepassingen.
Daarnaast belicht deze bachelorproef de rol van didactische strategieën en hun invloed op vakoverschrijdend samenwerken. Door middel van praktijkgerichte voorbeelden wordt aangetoond hoe een goed ontwikkelde handleiding leraren kan ondersteunen bij het integreren van verschillende vakgebieden. Dit vergroot niet alleen de betrokkenheid van
leerlingen, maar draagt ook bij aan een dynamisch en uitdagend leerproces dat inspeelt op de behoeften van de arbeidsmarkt.
Meer lezen

Seksualiteit onder druk. Een kwalitatief onderzoek naar de seksualiteitsbeleving van vrouwen met dyspareunie.

KU Leuven
2025
Jade
Hulsman
In deze masterproef wordt onderzocht hoe vrouwen met dyspareunie hun seksualiteitsbeleving ervaren. Hoewel de wetenschappelijke aandacht voor genitopelviene pijnstoornissen de afgelopen jaren is toegenomen, blijft de psychoseksuele impact van dyspareunie vaak onderbelicht. Deze kwalitatieve studie beoogt inzicht te bieden in de wijze waarop vrouwen met pijn tijdens het vrijen betekenis geven aan hun seksuele ervaringen, identiteit en relaties. Er werd gebruikgemaakt van een beschrijvende fenomenologische onderzoeksbenadering, met individuele semigestructureerde interviews als dataverzamelings-methode. In totaal namen zeven vrouwen deel aan het onderzoek. De data werd geanalyseerd via een thematische analyse (Braun & Clarke, 2006).
Uit de analyse kwamen vijf centrale thema’s naar voren. (1) De ‘beleving van de seksuele relatie’ beschrijft hoe dyspareunie de intimiteit en communicatie tussen partners beïnvloedt, en hoe relationele co-regulatie als buffer kan fungeren. (2) De ‘beleving van de seksuele activiteit’ omvat de uiteenlopende wijzen waarop vrouwen pijn, verlangen, vermijding en coping ervaren binnen seksuele interacties. (3) De ‘seksuele identiteit’ verwijst naar de impact van dyspareunie op het zelfbeeld, vrouwelijke eigenheid en erotische agency. (4) De ‘impact op het dagelijks leven’ toont hoe pijn doorwerkt op psychosociaal vlak, inclusief gevoelens van onbegrip, schaamte en isolatie. (5) ‘Omgaan met dyspareunie’ gaat in op hulpzoekgedrag, de rol van lichaamsgerichte therapieën en de zoektocht naar herstel. De resultaten tonen dat vrouwen met dyspareunie vaak geconfronteerd worden met een complexe verwevenheid van lichamelijke pijn, emotionele spanning en relationele kwetsbaarheid. De bevindingen sluiten nauw aan bij bestaande literatuur over seksuele pijnstoornissen, lichaamsgeheugen, vrouwelijke seksuele socialisatie en copingstrategieën. Tegelijkertijd bieden de ervaringen van de deelnemers aanvullende inzichten, bijvoorbeeld over het belang van veilige partnerrelaties en herinterpretatie van vroegere seksuele ervaringen als katalysator voor herstel.
Hoewel deze studie zich beperkte tot een kleine, homogene groep (hoofdzakelijk heteroseksuele vrouwen), benadrukken de resultaten het belang van een multidisciplinaire en empathische benadering van dyspareunie. De erkenning van de subjectieve betekenis-verlening rond seksualiteit is essentieel in therapeutische contexten. Verder onderzoek is aangewezen om de diversiteit in ervaringen, coping en behandelbehoeften verder te verkennen, idealiter via een combinatie van kwalitatieve en kwantitatieve methoden. Tot slot is het noodzakelijk om in toekomstig onderzoek blijvend aandacht te besteden aan de ethische complexiteit van seksuologisch onderzoek binnen kwetsbare doelgroepen.


Meer lezen

Hoe kunnen we het mentaal welzijn van leerlingen met ASS opmerken en ondersteunen in het secundair onderwijs?

Hogeschool VIVES
2025
Niobe
Bonni
  • Jordy
    de Wever
Het onderwijslandschap staat voor de voortdurende uitdaging om een inclusieve en ondersteunende leeromgeving te creëren voor alle leerlingen. Binnen deze diversiteit neemt de groep leerlingen met een autismespectrumstoornis (ASS) een bijzondere plaats in. ASS is een neurobiologische ontwikkelingsstoornis die invloed heeft op sociale interactie, communicatie en gedrag. Hoewel de bewustwording over ASS toeneemt, blijven veel leerlingen met deze stoornis tegen structurele en sociale moeilijkheden aanlopen binnen het onderwijs.

Uit de literatuur blijkt dat leerlingen met ASS een verhoogd risico lopen op mentale gezondheidsproblemen, waaronder stress, angst en sociaal isolement. Dit komt onder andere door sensorische overprikkeling, moeilijkheden in sociale interacties en een verhoogde gevoeligheid voor veranderingen. Bovendien kan het herkennen van ASS uitdagend zijn, omdat de symptomen variëren van persoon tot persoon en soms subtiel aanwezig zijn. Hierdoor worden deze leerlingen niet altijd opgemerkt of krijgen ze onvoldoende aangepaste begeleiding in de klas.

Leerkrachten spelen dus een cruciale rol in het welzijn van leerlingen, en dat geldt dus ook voor jongeren met ASS. Hun schoolomgeving is een bepalende factor in hun emotionele en sociale ontwikkeling. Onderzoek toont aan dat een gestructureerde en voorspelbare leeromgeving, duidelijke communicatie en voldoende individuele ondersteuning bijdragen aan een positiever mentaal welzijn van jongeren met ASS. Desondanks ervaren leerkrachten vaak moeilijkheden in het herkennen van de specifieke noden van deze leerlingen zijn ze niet altijd voldoende voorbereid om gepaste strategieën toe te passen. Dit wijst op de noodzaak om hen te ondersteunen met richtlijnen, training en praktijkgerichte hulpmiddelen.

In dit onderzoek wordt ingegaan op de manier waarop ASS zich manifesteert bij leerlingen en welke impact het heeft op hun mentale welzijn. Daarnaast worden effectieve methoden en strategieën onderzocht die leerkrachten kunnen hanteren om deze leerlingen beter te ondersteunen en begeleiden. Er wordt onder andere gekeken naar het belang van sociale steun, stressregulatie, aangepaste instructie en het creëren van een veilige klasomgeving.

Met deze bachelorproef willen we niet alleen een theoretisch kader bieden, maar ook een praktische leidraad ontwikkelen voor leerkrachten en leerlingbegeleiders. Door beter inzicht te krijgen in ASS en de bijhorende uitdagingen, kunnen onderwijsprofessionals gerichter inspelen op de noden van deze leerlingen en bijdragen aan een positieve schoolervaring. Om ook in te spelen op het praktische gedeelte, hebben we een aantal praktijkvoorbeelden uitgewerkt die leerkrachten kunnen ondersteunen in de klas en op de school.
Meer lezen

Is het vrijetijdsaanbod in Asse afgestemd op kwetsbare gezinnen? Een kritische benadering van de huidige situatie en aanbevelingen voor hulpverleners, vrijetijdsorganisatoren, Huis van het Kind Asse en de (lokale) overheid.

Erasmushogeschool Brussel
2024
Rebecca
George
In deze scriptie onderzocht ik welke drempels gezinnen in armoede (lees: kwetsbare gezinnen) ervaren om deel te nemen aan vrijetijdsactiviteiten en welke initiatieven er mogelijk zijn om deze drempels om te buigen tot kansen. Daarvoor ging ik zowel in gesprek met gezinnen in armoede, als met hulpverleners en vrijetijdsverenigingen.
Meer lezen

Getxent als geurdrager: Verkenning van snuffelduur, effect van impregnatietijd en geurtype

Odisee Hogeschool
2024
Lien
Geudens
Detectiehonden worden meer en meer ingezet in verschillende sectoren. Soms is de zoekgeur waarop ze getraind moeten worden moeilijk te verkrijgen, te manipuleren of te transporteren of is het bezit ervan niet voor iedereen toegelaten, zoals kadavers, explosieven of drugs. Door middel van het gebruik van geurdragers – in dit werk Getxent tubes die enkel de geur van het zoekdoel bevatten - gaat er een wereld aan trainingsmogelijkheden open. In deze studie werd het inzetten van Getxent-tubes als geurdragers getest. Dertien verschillende detectiehonden, getraind op Kong, werden getest op Getxent-tubes met drie verschillende impregnatiesterktes van Kong-geur 6u, 24u en 120u. Hierbij werd gemeten d.m.v. de SnuffelSensor - een carrousel met acht armen - hoelang de honden snuffelden aan de verschillende geuren. Per run kregen de honden toegang tot één geïmpregneerde Getxent, één lege Getxent, één blanco (lege pot) en vijf nevengeuren. Per treatment werden zes runs gedaan per hond. Er werd gescoord of de honden een aanduiding gaven en welke gedragingen ze toonden. Hieruit bleek dat de honden significant langer snuffelden aan de met Kong geïmpregneerde Getxents dan aan de andere geuren. Er was geen significant verschil in snuffelduur tussen de verschillende impregnatieduren, maar wel in correcte aanduidingen, met de hoogste percentages bij de langste impregnatieduur. De gedragsobservaties toonden dat honden vaak eerder twijfelend waren bij hun correct positieve aanduidingen op de geïmpregneerde Getxent, maar dat dit na enkele
herhalingen verdween, allicht door verdere generalisatie. Er kan worden besloten dat Getxent-tubes kunnen ingezet worden als geurdragers binnen trainingen, maar het is aangewezen om daarnaast ook te trainen met de echte geur om de generalisatie te consolideren.
Meer lezen

Play-based learning bijbrengen tijdens een groepsaanbod

Hogeschool UCLL
2024
Lieze
Michiels
Een praktijkonderzoek van Lieze Michiels naar het aanbrengen van play-based
learning in het kader van de pijler ‘ontmoeting’ van Huis van het Kind
In dit praktijkonderzoek ging ik na hoe play-based learning kan bijgebracht worden
bij ouders van kinderen tussen twee en drie jaar. Dit gebeurde in het kader van de
pijler ‘ontmoeting’ van Huis van het Kind. Concreet werden er twee
ontmoetingsmomenten georganiseerd waar ouders bijleerden over het onderwerp
spelend leren. Enerzijds vond er een interactieve theoretische sessie plaats voor de
ouders. Anderzijds werden de mogelijkheden van play-based learning door zowel
ouder als kind ontdekt tijdens een speelleermoment.
Meer lezen

Ecodorpen: kan je zelfvoorzienend leven in Vlaanderen?

Arteveldehogeschool Gent
2024
Hanne
van Mourik
  • Lowie
    Vandyck
  • Zoë
    Sagon
Er zijn wereldwijd tienduizend ecodorpen: zelfvoorzienende gemeenschappen waar mensen in harmonie leven met de natuur en met elkaar. In Vlaanderen bevinden zich slechts vier van dit soort plekken, veel minder dan in Wallonië en Nederland. Hanne, Lowie en Zoë bezoeken verschillende ecodorpen om te onderzoeken hoe zelfvoorzienend je kan leven in Vlaanderen.
Meer lezen

Toegankelijkheid van de huisarts en Awel voor jongeren en jongvolwassenen

KU Leuven
2024
Birgit
Eyckerman
Deze thesis onderzocht de ervaringen en opvattingen van jongeren en jongvolwassenen in het zoeken naar hulp bij fysieke, seksuele en mentale welzijnsvragen. Meer specifiek bekeken we de toegankelijkheid van de huisarts en de hulplijn Awel en hoe doorverwijzingen van Awel naar de huisarts juist verlopen.
Meer lezen

Het effect van Midwifery Led Care op preterme arbeid/bevalling en op de mentale gezondheid in de postnatale periode.

Erasmushogeschool Brussel
2024
Helene
Van Ghendt
  • Britta
    Symior
Deze bachelorproef onderzoekt de invloed van Midwifery Led Care (MLC) op
vroeggeboorten en mentale gezondheidsproblemen, zoals postpartumdepressie, die beide aanzienlijke langetermijneffecten kunnen hebben op het leven van betrokkenen en de moeder-kindbinding.
Meer lezen

Het belang van levensbeschouwelijke vakken in het secundair onderwijs

Thomas More Hogeschool
2024
Zaid
El Bouazzaoui
De heisa in de media rond de afschaffing van de levensbeschouwelijke vakken houdt heel veel leerkrachten levensbeschouwing wakker. Dit heeft ervoor gezorgd dat deze bachelorproef tot stand gekomen is, met als centrale vraag: “Bevordert het geven van levensbeschouwelijke vakken in het secundair onderwijs het psychisch welzijn en studieprestaties bij tieners uit de tweede graad?”
Uit dit onderzoek blijkt dat de meeste directeurs pro afschaffing zijn van de levensbeschouwelijke vakken uit de scholen, terwijl de meeste leerkrachten levensbeschouwing juist het behoud van de vakken verdedigen. Tijdens het onderzoeksproces leek het ook moeilijk om in Vlaanderen gevoerde onderzoeken, inzake de invloed van levensbeschouwing in het onderwijs, te vinden. De meningen uit dit onderzoek zijn zeer uiteenlopend. De meesten die voor de afschaffing opteren, ervaren vooral organisatorische en praktische problemen bij het inroosteren van de leerkrachten. Vaak zijn deze leerkrachten ook moeilijk te vinden, omdat ze vaker op verschillende scholen tewerkgesteld zijn. Daarentegen houden de leerkrachten levensbeschouwing zich juist bezig met het welbevinden van de leerlingen, waarbij de levensbeschouwelijke vakken een grote rol spelen. Het is juist door deze vakken dat de leerlingen kans krijgen om te ventileren en hun harten te luchten doorheen het drukke schoolcurriculum. Eveneens blijkt uit dit onderzoek dat de leerkrachten vaker extra tijd uittrekken om de leerlingen een luisterend oor te bieden en om abstracte vragen of thema’s te bespreken.
Wanneer de directeurs het inroosteringsprobleem niet meer ervaren, zou het best kunnen zijn dat er meer naar het welbevinden van de leerlingen wordt gekeken en kan eventueel hier meer onderzoek naar gevoerd worden.
Meer lezen

Historisch denken in de derde graad lager onderwijs en de eerste graad secundair onderwijs

Thomas More Hogeschool
2024
Farrah
Elbihel
Ik heb als onderwerp gekozen om een vergelijking te maken tussen hoe historisch denken in de derde graad lager onderwijs wordt gegeven tegenover de eerste graad geschiedenis. Het doel van mijn bachelorproef is om met het uitgevoerd onderzoek een handleiding met lesmateriaal te maken voor de leerkrachten lager onderwijs.
Meer lezen

De noden, verwachtingen en percepties van verpleegkundigen over de implementatie van het bedside scannen van medicatie: een kwalitatief onderzoek

Universiteit Antwerpen
2024
Tine
Jughmans
Medicatiefouten in ziekenhuizen zijn een regelmatig voorkomend probleem en kunnen de patiënt schaden. Als preventieve maatregel tegen medicatiefouten kan barcode-medicatietoedieningstechnologie ingezet worden. Onderzoeken tonen aan dat bedside scannen van medicatie (BSS) de fouten aanzienlijk vermindert. Verpleegkundigen besteden veel tijd aan medicatiegerelateerde activiteiten, dus hun acceptatie van een BSS- systeem is essentieel voor de patiëntveiligheid. Deze studie richt zich op het verwerven van inzicht in de noden, verwachtingen en percepties van verpleegkundigen over de BSS-implementatie. Daarnaast worden barrières en facilitatoren geanalyseerd om het implementatieproces te optimaliseren en de acceptatie van deze technologie te verhogen.
Dit kwalitatief descriptief onderzoek bestond uit focusgroepen met een doelgerichte steekproef van verpleegkundigen, waarbij variatie werd nagestreefd in ziekenhuisdiensten en het aantal jaren werkervaring in het Jessa Ziekenhuis. Voor de focusgroepen werd er gewerkt met een topiclijst gebaseerd op het Technology Acceptance Model. Data-analyse verliep aan de hand van een thematische analyse.
Er zijn zes thema’s bekomen uit vijf focusgroepen, namelijk (1) veiligheid, (2) workflow, (3) impact van BSS op de patiënt, (4) perceptie van de verpleegkundige op het gebruik van BSS, (5) workload en (6) opleiding en ondersteuning als inzichten over de implementatie van BSS. Nadien werden barrières en facilitatoren voor de BSS-implementatie geïdentificeerd uit de verkregen thema’s.
Verpleegkundigen ervaren uiteenlopende behoeften en percepties over de BSS-implementatie. Veiligheid staat centraal, waarbij betrouwbare technologie belangrijk is ten aanzien van patiëntveiligheid. Om de BSS-workflow op verpleegafdelingen efficiënter te laten verlopen, moeten procedures geoptimaliseerd worden, rekening houdend met aspecten zoals workload, gebruiksgemak en benodigde apparatuur. Verpleegkundigen vermoeden dat patiënten het BSS-systeem 's nachts patiëntonvriendelijk vinden, waarbij patiëntinformatie kan helpen. Bezorgdheid over verhoogde workload en de organisatiecultuur beïnvloeden de BSS-acceptatie, waarbij opleiding en voortdurende ondersteuning belangrijk zijn. De geïdentificeerde facilitatoren en barrières bieden waardevolle inzichten voor optimalisatie en het vergroten van de acceptatie van BSS.
Meer lezen

Remediëring hoger onderwijs aan de fac ARK

Universiteit Hasselt
2024
Sander
Panis
  • Axelle
    Stulens
Genomineerde longlist Klasseprijs
Naar aanleiding van de vele studenten die aangeven niet te weten hoe om te gaan met feedback, blijkend uit het eigen onderzoek (observatie en bevraging), richt deze scriptie zich bijgevolg op hoe studenten getraind kunnen worden om op een effectieve manier om te gaan met deze feedback. Hieraan gekoppeld volgt het ontwerpen (en daarna ook het inzetten) van een remediëringstool en wordt er besproken wat de eventuele bijkomende mogelijkheden naar andere opleidingen in het hoger en secundair onderwijs toe zijn.

Dit onderzoek spitst zich uit over de nood aan remediëring in het hoger onderwijs in de eerste bacheloropleiding interieurarchitectuur. Er wordt dieper ingegaan op de verwachtingen van ontwerpdocenten (die eveneens begeleiding en juryleden vormen in het eerste opleidingsjaar) binnen het opleidingsonderdeel Ontwerpstudio.
Er wordt gezocht naar een manier waarop er kan achterhaald worden op welke vlakken er remediëring nodig is bij elk individu en waar als groep op getraind kan worden. In dit proces worden ook de rollen van zowel studenten als docenten binnen de remediëring van een individu onder de loep genomen.

Daar bestaande bronnen in de literatuurstudie omtrent remediëring voornamelijk over inhoudelijke remediëring spreekt, de cognitieve kennis, en onze eigen ervaring in zowel de ontwerpopleiding als de lerarenopleiding alsook een gesprek met de huidige ontwerpdocenten ons getoond hebben dat een ontwerpvak meer skills nodig heeft dan enkel het ‘weten’, ontwikkelen we een visuele samenvatting van de nodige kennisdimensies. Dit leidt naar het resultaat van een creatief product: het radardiagram van kennisdimensies als remediëringstool.

Dit onderzoek vormt de aanleiding voor meerdere vervolgonderzoeken zoals het uittesten van de ontworpen tools en het inzetten van deze tools in andere opleidingen in het hoger alsook secundair onderwijs.
Meer lezen

Impact Nederlandse spelling op het professionele leven van Generatie Z

Arteveldehogeschool Gent
2024
Ben
Bellemans
  • Larisa
    Van den Bergh
  • Jelle
    Vandendriessche
  • Claudia
    Van Hoecke
In deze bachelorproef werd onderzocht op welke manier we Generatie Z in Vlaanderen kunnen sensibiliseren over de gevolgen van een onnauwkeurige spelling op hun professionele leven. Dit onderzoek had tot doel Generatie Z te sensibiliseren aan de hand van campagnes op sociale media in de vorm van quotes en korte video’s.

Het onderzoek bestaat uit deskresearch en fieldresearch waarbij fieldresearch werd onderverdeeld in kwantitatief en kwalitatief onderzoek. Voor het kwantitatief onderzoek werd gekozen voor het verspreiden van een online-enquête onder zowel Generatie Y als Generatie Z, geboren tussen 1975 en 2010. De vooropgestelde minimum steekproefgrootte was 385 respondenten voor Generatie Z. De enquête heeft uiteindelijk meer dan 750 respondenten bereikt, door de diverse verspreiding op verschillende kanalen. Door dit grote aantal respondenten kon het onderzoeksteam valabele en generaliseerbare conclusies trekken.

Bij het kwalitatief onderzoek heeft het onderzoeksteam 12 respondenten persoonlijk geïnterviewd, waaronder 8 geïnterviewden uit Generatie Z en 4 uit Generatie Y. In dit onderzoek werden voornamelijk open vragen gesteld om diepgaandere antwoorden te verkrijgen. De vragen waren aangepast aan het profiel van de geïnterviewde. Zo kreeg Generatie Z onder andere een kort dictee om hun bewustzijn van de kennis van de Nederlandse spelling te meten. Generatie Y kreeg dan weer doelgerichte vragen over spelling met betrekking tot hun functie.

Door de resultaten van de desk- en fieldresearch te combineren konden we concluderen dat de taal steeds visueler en bondiger wordt. Daarnaast heeft onnauwkeurige spelling wel degelijk een impact op het professionele leven. Generatie Z is zich daar in zekere mate van bewust.
Meer lezen

Hoe ervaren interculturele koppels in Vlaanderen hun samenleven? Kwalitatief onderzoek naar perspectieven op cultuur(verschillen), culturele onderhandelingsprocessen en (in)formeel netwerk

Universiteit Gent
2024
Eva
Cornelus
Onder invloed van globalisering en processen zoals migratie worden samenlevingen steeds diverser, wat in Vlaanderen gepaard gaat met een stijging aan interculturele relaties. Deze masterproef gaat na wat voor deze koppels de betekenis is van cultuur, hoe koppels omgaan met cultuurverschillen en/of gelijkenissen en hoe ze hun contacten met het (in)formeel netwerk ervaren. Het doel van deze masterproef is om bij te dragen aan de wetenschappelijke kennis over hoe divers samengestelde gezinnen hun gezinsleven ervaren zodat pedagogische praktijken zo goed mogelijk op hun noden afgestemd kunnen worden. Om een antwoord te bieden op de onderzoeksvragen werd er gebruik gemaakt van kwalitatief onderzoek. Er werden semi-gestructureerde interviews afgenomen bij negentien participanten die zichzelf identificeren als intercultureel koppel en minstens één kind hebben. Op basis van de resultaten kunnen er vragen gesteld worden bij de validiteit en bruikbaarheid van het concept ‘cultuur’ voor het aanduiden van de assen van diversiteit en identiteit die partners in een interculturele relatie bij zichzelf en elkaar ervaren. Daarnaast levert deze masterproef evidentie op voor het feit dat een interculturele relatie een facilitator kan zijn voor persoonlijke groei in de partners en dat koppels gebruik maken van interne en externe krachtbronnen/strategieën. Ten derde bevestigt deze masterproef de resultaten van eerder onderzoek waaruit bleek dat interculturele koppels vooroordelen en discriminatie ervaren. Ten laatste wijzen de resultaten naar het formeel netwerk toe op twee aandachtspunten: enerzijds meertaligheid en anderzijds sensitiviteit ten aanzien van zowel de culturele identiteit als ten aanzien van mogelijke verschillen in maatschappelijke achtergrond.
Meer lezen

Kunst op Verwijzing Piloot Leuven - een prospectieve studie over het inzetten van kunst in de eerstelijnsgezondheidszorg

KU Leuven
2024
Lieve
Nagels
  • Annemie
    Voets
Kunst heeft een heilzaam effect op de mens. In tegenstelling tot het buitenland, met koplopers de Angelsaksische en Scandinavische landen, is er in België een grote achterstand in onderzoek en praktijkervaring met Kunst op Verwijzing (KOV), een eerstelijn gezondheidsbevorderende tool met kunst. In maart 2023 beslisten vertegenwoordigers uit de Leuvense zorg-, welzijns- en cultuursector en de academische wereld om samen vorm te geven aan een KOV-pilootproject, gericht op volwassenen met langdurig bestaande milde tot matige psychosociale klachten. Zeven vrouwen tussen 25 en 71 jaar doorliepen begin 2024 het KOV-traject van acht wekelijkse sessies van tweeënhalf uur in museum Parcum. Het hele proces werd uitgebreid gedocumenteerd, van concept over praktische uitrol tot de wetenschappelijke analyse, door twee master studenten Kunstwetenschappen (KU Leuven). Ze gebruikten een gemengde methodologie met zowel kwantitatief (vragenlijsten) als kwalitatief onderzoek (diepte-interviews, focusgroepen en participatieve observatie). Een eerste onderzoeksvraag betrof een procesevaluatie: is KOV een haalbare interventie in de Belgische/Vlaamse eerstelijnszorg? Uit de ervaring met het Leuvense pilootproject kan besloten worden dat een traject met kunst een werkbare niet-medische interventie is die de gezondheid en levenskwaliteit kan bevorderen mits aan bepaalde voorwaarden wordt voldaan. Een performant samenwerkingsplan tussen de cultuur- en zorgsector, een ethische gedragscode en richtlijnen voor goede KOV-praktijkvoering, en de opleiding van professionals in Kunst voor Welzijn zijn essentieel. Een tweede onderzoeksvraag polste naar de impact op de kunstbeleving van de deelnemers, op het museum en de medewerkers en op de gezondheid van de deelnemers.   In lijn met internationaal onderzoek werd een verhoogd sociaal en mentaal welbevinden en activatie vastgesteld bij de deelnemers. Externe negatieve gebeurtenissen kunnen die positieve impact compromitteren. Een discrete vermindering in het beroep doen op de eerstelijn werd vastgesteld. Ook het mentaal welbevinden van de begeleiders kreeg een boost. Aanbevelingen werden geformuleerd voor het organiseren van toekomstige KOV-trajecten en voor voortgezet onderzoek. Het belang van de Kunstwetenschappen voor de nieuwe wetenschapsdiscipline Kunst voor Welzijn/ Arts in Health werd toegelicht.
Meer lezen