Scriptiebank overzicht

De Vlaamse Scriptiebank is een vrij toegankelijke online databank. Het bevat intussen al meer dan 8.000 artikels en volledige scripties van bachelor- en masterstudenten die sinds 2002 hebben deelgenomen aan de Vlaamse Scriptieprijs.

How single and combined stressor tolerance influences stressor sensitivity in Daphnia magna and its microbiome

KU Leuven
2025
Juliette
Neven
Met het toenemende gebruik van pesticiden en de klimaatsverandering worden dieren blootgesteld aan een waaier van stressoren. Ze kunnen echter tolerantie verwerven tegen één of meerdere stressoren. Het onderhouden van tolerantie kost echter veel energie en kan soms nadelig zijn. In deze scriptie werd onderzocht wat het effect is van pesticiden en/of stijgende temperaturen op Daphnia magna, een watervlo. Er werd gekeken naar welk effect deze stressoren hadden op de overleving, het matuur worden en het aantal nakomelingen van watervlooien. Er werden vier verschillende tolerantie-types gebruikt van watervlooien: 1) controle watervlooien, 2) pesticide tolerante watervlooien, 3) hitte tolerante watervlooien en 4) watervlooien tolerant tegen zowel het pesticide als de hitte. Er werd een volledig factorieel ontwerp opgesteld en er werd ook gekeken naar het effect van de stressoren op de microbioom compositie van de verschillende tolerantie-types. We vonden een kost van tolerantie voor de pesticide-tolerante watervlooien wanneer blootgesteld aan 32 °C. We vonden ook dat wanneer de verschillende watervlooi types werden blootgesteld aan een stressor, ze meer bacteriën kregen die hun hielpen bij het omgaan met deze stressor. Ook zagen we dat in een omgeving met meerdere stressoren, het niet goed genoeg was om enkel tolerant te zijn tegen één van deze stressoren.
Meer lezen

Meer-dan-Menselijk ontwerp, zes exploraties van groenblauw ontwerpend onderzoek in Zwartberg, Genk

Universiteit Hasselt
2025
Estée
Scavone
  • Ruth
    Ubachs
  • Jitte
    Jansen
  • Merel
    Dessent
  • Lore
    Gijsenberg
  • Dilara
    Ayvaz
De collectieve masterscriptie vertrekt vanuit ‘More-than-human-ontwerpen’: een visie waarin mens, natuur en energie samen onze leefomgeving vormgeven. Ze verkent hoe architectuur en ruimtelijke ordening kunnen bijdragen aan een rechtvaardige en duurzame toekomst.

Het onderzoek situeert zich in Zwartberg (Genk), een voormalige mijnsite waar natuur, erfgoed en diverse gemeenschappen samenkomen. Vanuit een gezamenlijke contextanalyse en theoretisch kader werd een masterplan ontwikkeld dat inzet op groenblauwe netwerken als dragers voor een klimaatbestendig en sociaal inclusief Genk.

Binnen dit masterplan werden zes individuele cases uitgewerkt, elk met een eigen focus op de relatie tussen mens en meer-dan-mens. Mijn case ‘De energieke wijk’ onderzoekt hoe de energietransitie in een tuinwijk van Zwartberg collectiever en inclusiever kan worden aangepakt. De energietransitie is een van de grootste maatschappelijke uitdagingen van onze tijd. In Europa is 40% van het energieverbruik afkomstig van gebouwen. Toch blijft de renovatiegraad laag en wordt de energietransitie vaak gezien als een individuele verantwoordelijkheid, wat leidt tot ongelijkheid. Immers, wie geld, kennis of eigenaarschap mist, blijft achter. In sociaal kwetsbare wijken, zoals de Zuiderwijk in Zwartberg, is die kloof bijzonder voelbaar. De energietransitie is meer dan een technische operatie en een individuele verantwoordelijkheid. Het is een hefboom voor sociale rechtvaardigheid, ruimte om te delen en collectieve veerkracht. Mijn case toont hoe een kwetsbare wijk een pionier kan worden. Niet door te isoleren, maar door te verbinden.
Meer lezen

Hebben we gaan twijfelen over het hulpwerkwoord? Een experimenteel en corpusgebaseerd onderzoek naar hulpwerkwoordselectie in clusters met een aspectueel werkwoord

KU Leuven
2025
Fien
Croux
Deze masterproef onderzoekt hulpwerkwoordvariatie in werkwoordsclusters met een aspectueel werkwoord, zoals "Ze is/heeft blijven wachten". Het onderzoek heeft tot doel de factoren te identificeren die de keuze voor het hulpwerkwoord van voltooid aspect (hebben of zijn) in zulke clusters beïnvloeden.

Op basis van onderzoek naar hulpwerkwoordvariatie in werkwoordsclusters met een modaal werkwoord, zoals "Ze is/heeft moeten vertrekken", worden taalinterne en -externe factoren geselecteerd die mogelijk een invloed hebben op hulpwerkwoordselectie in clusters met een aspectueel werkwoord (Hofmans 1981, Van Eynde et al. 2016, Dhont 2024). De onderzochte factoren zijn het type hoofdwerkwoord, de afstand tussen het hulpwerkwoord en het aspectuele werkwoord, irrealis, geografische regio en register. Het onderzoek combineert een experiment met een corpusonderzoek. In het experimentele onderzoek zijn acceptabiliteitsoordelen van Vlaamse en Nederlandse respondenten bevraagd en geanalyseerd aan de hand van lineaire regressieanalyses. Het corpusonderzoek in het SoNaR-corpus en het Corpus Gesproken Nederlands biedt inzicht in de frequentie van de onderzochte factoren in clusters waarin hebben het hulpwerkwoord is. Op basis van de resultaten en eerdere analyses (Cardinaletti & Shlonsky 2004, Draye & Van der Horst 2006, Pots 2020) wordt tot slot een formele analyse voorgesteld voor hulpwerkwoordvariatie in clusters met een aspectueel werkwoord.

De resultaten tonen aan dat hulpwerkwoordselectie in clusters met een aspectueel werkwoord beïnvloed wordt door irrealis, geografische regio en register. Een irrealislezing verhoogt de voorkeur voor het hulpwerkwoord hebben, dat meer aanvaard wordt in Vlaanderen dan in Nederland en meer voorkomt in informeel dan in formeel taalgebruik. De invloed van het type hoofdwerkwoord en afstand wordt in de resultaten niet eenduidig aangetoond. De hulpwerkwoordvariatie wordt in de analyse verklaard door de status van het aspectuele werkwoord, dat zich in een grammaticalisatieproces van semi-lexicaliteit naar functionaliteit bevindt en zich daarin verschillend positioneert in Vlaanderen en Nederland.
Meer lezen

In de schaduw van het licht. Voorstellingen van culturele anderen en andere culturen, gerepresenteerd in geïllustreerde tijdschriften ten tijde van Belgisch imperialisme (c. 1868-1908)

KU Leuven
2025
Robin Oscar
Spruyt
Vanaf het midden van de negentiende eeuw sloot België zich als jonge natiestaat aan bij een bredere Europese tendens van imperialisme, waarbij het bezit van kolonies werd gezien als een schitterende parel in de erekroon van het moederland. In dat ideologische klimaat nam de media tijdens de Leopoldiaanse periode (1885-1908) een onmiskenbare maar onderbelichte rol op in het populariseren, normaliseren en verspreiden van een koloniaal wereldbeeld. Het creeëren van een culturele ‘andere’, waaraan het geïdealiseerde westerse ‘zelf’ zich kon spiegelen, bleek daarin van enorm belang voor het vormgeven van een nationale identiteit.
In dit werk wordt uitgebreid onderzocht hoe die culturele anderen (en andere culturen) gerepresenteerd werden in de Belgische, Nederlandstalige geïllustreerde pers tussen 1868 en 1908: een periode van wereldwijde kolonisatie, conflict en nationalisme. Door middel van een diepgaande visuele en discursieve analyse van drie geografische casussen – de Oriënt, Afrika en Azië – biedt dit onderzoek inzicht in de verschillende manieren waarop niet-westerse volkeren en regio’s werden gevisualiseerd. De analyse steunt op enkele centrale theoretische kaders binnen het postkoloniale denken, waaronder Edward Saids orientalism, Johannes Fabians denial of coevalness en Gayatri Spivaks concept van othering. Die kaders maken het mogelijk om beeld en tekst te lezen als ideologisch geladen constructies, eerder dan louter informatieve weergaven van een vertekende werkelijkheid.
Bevindingen, op basis van circa 900 geanalyseerde foto’s en gravures met hun bijbehorende teksten, laten consistente patronen zien in de visuele en discursieve constructie van de ‘andere’, ondanks geografische en culturele verschillen. De Oriënt werd overwegend afgebeeld als een exotisch, religieus fanatiek en passief land. De bevolking, gegeneraliseerd tot ‘Arabieren’, werd gestript van culturele, religieuze en ethnische diversiteit; de islam beschuldigt als drijfveer van geweld en bloedvergiet in Afrika. In die context propageerde Leopold II de overname van Congo als een filantropisch project tegen Arabische slavenhandel; een rookgordijn om de eigen wanpraktijken te maskeren. Afrika werd afgeschilderd als een continent waar primitiviteit primeerde, waar de bevolking wild, kinderlijk en onbeschaafd was, en waar de klok pas begon te tikken na de komst van westerse kolonisten. In Oost- Azië kon slechts Japan rekenen op enige culturele bewondering, door de zichtbare modernisering naar ‘westers’ model die er zich voltrok. China daarentegen was een vernederd land, aangetast door opium, bewoond door een volk dat als karikaturaal en wreed werd gekenmerkt. In Zuid-Azië, waar Groot- Brittannië en Nederland respectievelijk bewind voerden in India en Indonesië, werden economisch gewin en tropische schoonheid ingezet als bewijsstukken van succesvolle kolonisatie: voorbeeldmodellen van volgroeide kolonies, waaruit België inspiratie kon puren voor haar eigen kolonie.
De studie toont ten slotte aan dat de Belgische geïllustreerde pers niet op zichzelf stond, maar nauw aansloot bij bredere transnationale discursieve trends. De afgebeelde ‘culturele ander’ was in wezen een projectie van een vermeend superieur, westers zelfbeeld, dat voortdurend werd bevestigd door beroep te doen op een een zogenaamd inferieure ‘andere’.
Meer lezen

Hoe kan je als leerkracht outdoor educatie integreren in het secundair onderwijs?

Hogeschool VIVES
2025
Steen
Luca
Dit onderzoek richt zich op hoe leerkrachten in het secundair onderwijs outdoor educatie kunnen
integreren. Via een literatuurstudie wordt onderzocht wat outdoor educatie inhoudt, welke
voordelen en nadelen eraan verbonden zijn. We bekijken ook hoe Noorwegen, een land met een
sterke reputatie rond outdoor educatie, hiermee omgaat.
Daarnaast werd er een enquête afgenomen bij leerkrachten uit het secundair onderwijs in België.
Daarbij werd gepeild naar hun ervaring met outdoor educatie, de drempels die zij ervaren en wat
hen zou kunnen ondersteunen. Uit de resultaten blijkt dat outdoor educatie bijdraagt aan de
cognitieve, fysieke en mentale ontwikkeling van leerlingen en vaardigheden zoals plannen,
communiceren en verantwoordelijkheid nemen. Toch ervaren leerkrachten obstakels zoals
tijdsgebrek, beperkte infrastructuur en een gebrek aan ervaring. Investeren in een groene
leeromgeving en praktische voorbeelden aanbieden kunnen helpen om deze drempels te verlagen.
Integratie begint bij durven: door te experimenteren, te leren door te doen en naar buiten te gaan.
Meer lezen

The ecological impact of rock climbing on cliff-face vegetation: Diversity, functional traits, and microclimate in Freyr, Belgium

Universiteit Antwerpen
2025
Sarane
Coen
Deze thesis onderzoekt de invloed van rotsklimmen en abiotische kenmerken op de vegetatie van kalksteenrotsen van Freyr in België, een ecosysteem dat ondanks zijn hoge biodiversiteit weinig wetenschappelijke aandacht krijgt. Vegetatiegegevens werden verzameld op 248 subplots van 1 m² verspreid over 13 transecten met verschillende klimintensiteiten. De studie analyseert zowel soortenrijkdom, bedekking en diversiteit als functionele eigenschappen van planten (Grime CSR-strategieën, pH- en temperatuuraffiniteit) en meet microklimaatverschillen tussen noord- en zuidgerichte kliffen.

De resultaten tonen dat vegetatiepatronen vooral worden bepaald door abiotische kenmerken van de rotsen, met hogere soortenrijkdom op kliffen met lage klimintensiteit en veel microtopografische variatie. Klimmen leidt tot een vermindering van competitieve soorten en een verschuiving naar meer ruderale soorten, terwijl stress-tolerante soorten dominant blijven. Noordgerichte kliffen hebben over het algemeen hogere bedekking en diversiteit, maar temperatuurvoorkeuren van de vegetatie veranderen niet ondanks microklimaatverschillen.
Meer lezen

Hoe kan thematisch werken met betekenisvolle verhalen het verhaalbegrip versterken van meertalige kleuters in een Brusselse derde kleuterklas?

Hogeschool VIVES
2025
Anouk
Stroobants
Deze bachelorproef binnen het thema ‘Lezen begint al in de kleuterklas’ onderzoekt hoe thematisch werken met betekenisvolle verhalen het verhaalbegrip van meertalige kleuters kan versterken. Het onderzoek vond plaats in de derde kleuterklas van GBS Everheide in Brussel, een school met een grote talige diversiteit. De centrale onderzoeksvraag luidt: Hoe kan thematisch werken met betekenisvolle verhalen het verhaalbegrip versterken van meertalige kleuters in een Brusselse derde kleuterklas? Op basis van literatuur over taalontwikkeling, begrijpend luisteren en meertaligheid werd een thematisch aanbod ontwikkeld rond het prentenboek Ridder Rikki van Guido Van Genechten. Gedurende de ontwerpweken werd het verhaal herhaald en verdiept aan de hand van een visueel verhalenpad, denkstimulerende vragen, gebaren en interactieve activiteiten. Om de impact van deze aanpak in kaart te brengen, werd een zelfontworpen meetinstrument ingezet om het verhaalbegrip van de kleuters te observeren en te evalueren. Daarnaast vloeide uit deze bachelorproef ook een praktijkgerichte bundel voort, opgebouwd rond het prentenboek Ridder Rikki. Het geheel vormt een bruikbare leidraad voor leerkrachten die doelgericht willen inzetten op verhaalbegrip bij meertalige kleuters.
Meer lezen

Een goed leven binnen planetaire grenzen in Genk: Wijkhub Zwartberg

Universiteit Hasselt
2025
Britt
Pauwels
Deze masterscriptie onderzoekt hoe architectuur kan bijdragen aan een goed leven binnen de planetaire grenzen met de wijk Zwartberg in Genk als casestudy. Vanuit de thema’s duurzame mobiliteit, circulair bouwen en gemeenschapsvorming wordt de wijkhub ontworpen als een katalysator voor verandering. De scriptie combineert theoretisch onderzoek naar de evolutie van mobiliteit en duurzame strategieën met een concreet ruimtelijk ontwerp dat het mijnverleden van Zwartberg verbindt met een regeneratieve toekomst. Zo toont het project hoe infrastructuur meer kan zijn dan verplaatsing alleen, een middel tot verbinding tussen mens, omgeving en planeet.
Meer lezen

Een grote wereld aan een kleine universiteit. Buitenlandse studenten aan de Katholieke Universiteit Leuven, 1900 – 1968

KU Leuven
2025
Alexe
Heleu
Deze thesis onderzoekt hoe de internationalisering van de KU Leuven zich heeft ontwikkeld tussen 1900 en 1968. Het doel is om een antwoord te bieden op de vraag: In welke mate ontwikkelde de KU Leuven zich tot ‘internationale’ universiteit? Daarvoor analyseer ik enerzijds het relatieve aantal internationale inschrijvingen en de diversiteit. Anderzijds besteedt de thesis aandacht aan het beleid en het imago van de KU Leuven. Een breed onderzoek, over een langere periode, naar studentenmobiliteit vanuit het oogpunt van een Belgische universiteit vormt een lacune in de bestaande academische historiografie. Daarnaast combineert het onderzoek kwantitatieve en kwalitatieve bronnen om de internationaliseringsgraad van de universiteit te bepalen. Voor het kwantitatieve aspect digitaliseerde ik de inschrijvingsgegevens, afkomstig uit de Jaarboeken van de KU Leuven, in een databank. Daarnaast analyseerde ik correspondenties, rapporten en artikelen, uit de Archieven van voormalige rectoren Ladeuze en Van Waeyenbergh, om het kwalitatieve aspect vorm te geven. Het eerste hoofdstuk analyseert de evolutie van de inschrijvingen van buitenlandse studenten aan de KU Leuven om zo het ‘internationale’ karakter te bepalen. Daaruit bleek dat de aantallen relatief beperkt bleven, maar dat de afkomst van de studenten enorm divers was, zeker na de Tweede Wereldoorlog. Daarna onderzocht ik aan de hand van correspondenties en rapporten hoe de KU Leuven en de rectoren hun beleid voerden ten opzichte van internationale studenten: de rectoren gebruikten de vernieling van de oorlogen als uitgangsbord om de Leuvense universiteit opnieuw te doen groeien. Ze deden dit door het beeld van de KU Leuven als een werelduniversiteit te propageren. Daarnaast gebruikten ze het katholieke karakter als bindmiddel. Tot slot ondersteunden ze opkomende organisaties om internationale studenten te helpen in Leuven. In het derde hoofdstuk ligt de nadruk op de individuele levensbelevingen van studenten. De analyse toont aan dat het eeuwenoude imago van de KU Leuven, haar katholieke karakter en culturele netwerken met de universiteit een positieve invloed hadden op de motivaties van studenten. Daarentegen vormden complexe, administratieve procedures en integratieproblemen struikelblokken. Het Frans, het financiële aspect en de geopolitieke situaties waren dubbelzinnige factoren, die zowel bevorderend als belemmerend werkten. Uit de analyse volgde dat Leuven zich in de vroege twintigste eeuw al ontwikkelde tot een internationale universiteit. Ze gebruikte de internationalisering in eerste instantie als een strategisch middel voor de wederopbouw na de oorlogen, maar geleidelijk aan evolueerde het naar een institutionele prioriteit. In de periode 1900 – 1968 legde ze de fundamenten voor een explosieve toename van internationale inschrijvingen vanaf 1970. Het ‘internationale’ karakter van de universiteit kwam dus naar voren dankzij een diverse studentengroep en was niet enkel afhankelijk van het aantal inschrijvingen.
Meer lezen

Ontwijken van oorlogsgeweld Hoe handelaars hun schepen veiligstelden door middel van neutralisatie in Oostende tijdens de Amerikaanse onafhankelijkheidsoorlog 1775-1783.

KU Leuven
2025
Robbe
Degroote
Deze scriptie behandelt de praktijk van “neutralisatie” van schepen in Oostende tijdens de Amerikaanse onafhankelijkheidsoorlog (1775-1783), met bijzondere aandacht voor de strategieën waarmee handelaars hun eigendommen probeerden te beschermen tegen de kaapvaart. Door te onderzoeken hoe schepen juridisch en praktisch “geneutraliseerd” werden, werpt dit onderzoek nieuw licht op de complexiteit van maritieme oorlogsvoering en handelsstrategieën in een Europa vol conflict.
Niet alleen wordt daarmee aangesloten bij het al bestaande onderzoek naar kapers, maritieme handel en neutraliteit, zoals dat van Parmentier, Farasyn en Schankenbourg. Deze thesis vult ook concrete gaten in de historiografie op. Zo focuste het onderzoek zich op onderbelichte aspecten zoals de naamsveranderingen van schepen; de praktische situatie aan boord van een geneutraliseerd schip en de band met de haven van registratie.
Methodologisch combineert dit onderzoek drie bronnen: de notariële akten opgemaakt in Oostende tijdens het conflict, scheepsbewegingen waarvan de gegevens met behulp van AI werden geëxtraheerd uit de Gazette van Gend; en de Prize Papers van het Engelse High Court of the Admiralty. Door deze bronnen systematisch te koppelen en te analyseren werd een beeld gevormd van de praktische werking van neutralisatie als de geografische netwerken erachter. In de verwerking werd gebruik gemaakt van AI voor datamining, met bijgevoegd een kritische reflectie over de betrouwbaarheid en inzetbaarheid van AI voor dit en toekomstig onderzoek.
De thesis bestaat uit drie inhoudelijke onderzoek hoofdstukken: een kwantitatieve analyse van de herkomst locatie en vaargeschiedenis naar Oostende van geneutraliseerde schepen; een semantische en taalkundige studie van naamsveranderingen; en een case study van de kaping van het schip “de Dageraad van Oostende”, waarbij de verborgen gezagsstructuur aan boord en de juridische verdediging nader onderzocht worden.
De conclusie toont aan dat neutralisatie in Oostende niet beperkt bleef bij het bekomen van scheepsdocumenten, maar dat er een complexe fictie gecreëerd werd om de schepen veilig te proberen stellen van kapers. Dit gebeurde aan de hand van naamsveranderingen en pragmatische organisatie. Daarnaast werd aangetoond dat geneutraliseerde schepen geen fysieke band met Oostende hoefden te hebben tijdens de neutralisatie. Hiermee levert deze scriptie een vernieuwende bijdrage aan de geschiedenis van zowel neutraliteit, handel en maritieme cultuur in de late 18de eeuw.

Meer lezen

Psycho-educatie bij kinderen met gehoorverlies. Ontwikkeling van een psycho-educatiepakket voor kinderen uit het derde leerjaar t.e.m. het vijfde leerjaar

Arteveldehogeschool Gent
2025
Anouk
Willemyns
  • Cato
    Vankeirsbilck
Genomineerde longlist Bachelorprijs
Kinderen met gehoorverlies ervaren vaak moeilijkheden op sociaal, emotioneel en communicatief
vlak, waardoor psycho-educatie een belangrijk onderdeel vormt van hun begeleiding. Uit
literatuuronderzoek en contact met het werkveld blijkt dat bestaande psycho-educatiepakketten
voor deze doelgroep verouderd en onvolledig zijn.
In deze bachelorproef werd een modern en volledig psycho-educatiepakket ontwikkeld, gebaseerd
op een literatuurstudie, interviews met professionelen en eigen creatieve input. Het resultaat
omvat een volledig uitgewerkt pakket inclusief een handleiding voor therapeuten, een
materiaalbundel en interactieve pdf’s. Volgende thema’s komen aan bod: voorstelling van het kind,
identiteit, hulpmiddelen, delen en werking van het gehoor, audiogram, emotionele weerbaarheid
en copingstrategieën, self-advocacy en ten slotte uitleggen aan anderen.
Hoewel het pakket nog niet in de praktijk werd uitgetest, biedt het een solide basis voor verdere
implementatie en onderzoek naar effectiviteit en gebruiksvriendelijkheid in de praktijk.
Meer lezen

Crafting Tomorrow's Museum Experience: Integrating Extended Reality (XR) for Accessibility, Engagement, and Education.

Universiteit Gent
2025
Hanne
Mannens
Extended Reality (XR) technologies, encompassing Virtual Reality (VR), Augmented Reality (AR), and Mixed Reality (MR), are increasingly reshaping sectors worldwide, including the museum field. This thesis examines the integration of XR in museum settings, focusing on its potential to enhance visitor engagement, accessibility, and educational outcomes while ensuring meaningful, user-centered experiences. As museums evolve from static repositories to dynamic, interactive environments, XR technologies offer a powerful means to transcend physical, geographical, and socioeconomic barriers, fostering deeper connections with diverse audiences.

Through a combination of literature review, field studies, and a case study of the Actual Day installation at MSK Ghent, this research investigates how XR can enrich museum experiences. The findings highlight the potential of XR to foster multisensory engagement, deepen emotional connections, and improve inclusivity by addressing physical, geographical, and socioeconomic constraints. However, the study also identifies key challenges, including funding limitations, ethical considerations, and technological obsolescence, which must be navigated to ensure sustainable implementation.

A central focus of this thesis is the importance of user-centered design and co creation, advocating for active visitor involvement in the development and assessment of XR applications. The study offers actionable strategies and a framework for aligning XR technologies with institutional missions, ensuring their transformative potential is realized in ways that are meaningful and inclusive.

This research contributes to the growing discourse on digital transformation in the cultural sector, offering evidence-based insights and practical frameworks for integrating XR technologies effectively. By blending technological innovation with human-centered practices, museums can redefine the visitor experience, ensuring cultural accessibility and engagement for future generations.
Meer lezen

Bouwen met CLT: Een analyse voor een Best-Practice ontwerp- en bouwpraktijk in België

Universiteit Gent
2025
Tomas
De Landsheer
De bouwsector stoot wereldwijd bijna 40% van alle CO₂ uit. Hout kan een belangrijk alternatief zijn voor beton en baksteen, omdat het CO₂ opslaat en vaak sneller en efficiënter verwerkt kan worden. Een veelbelovende vorm van houtbouw is Cross-Laminated Timber (CLT), waarbij planken kruislings verlijmd worden tot sterke panelen. In landen als Zweden en Canada zijn al indrukwekkende houtprojecten gebouwd, maar in België blijft het gebruik voorlopig beperkt. De reden? Ons natte klimaat en een gebrek aan duidelijke richtlijnen rond vochtbescherming.

In mijn onderzoek bracht ik de risico’s voor CLT in België in kaart. Ik vergeleek internationale kennis en voorbeelden met de Vlaamse praktijk, interviewde bouwprofessionals en volgde een groot project op in Gent. Daaruit blijkt dat het klimaat op zich niet het grootste probleem is, maar wel de manier waarop we met vocht en hout omgaan. Daarom ontwikkelde ik een Vocht-Beheersings-Plan (VBP) en praktische tools die architecten, aannemers en ingenieurs kunnen gebruiken om houten gebouwen beter te beschermen.
Meer lezen

Oranje tegen Bonaparte. De Napoleontische mythe en het bonapartisme in de Zuidelijke Nederlanden (1815-1831)

KU Leuven
2025
Tuur
Porters
In deze scriptie onderzocht ik de ontwikkeling van de Napoleontische mythe en het bonapartisme in de Zuidelijke Nederlanden tussen 1815 en 1831. Ik legde daarbij de focus op de verhouding tussen die twee fenomenen, die door verschillen maar ook vele gelijkenissen gekenmerkt werden, maar ook op de houding van de Nederlandse overheid tegenover die napoleontische sentimenten.
Meer lezen

Tegendraads. De subversieve mogelijkheden van amateuristische textielpraktijken: een onderzoek in Manoeuvres open atelier

Universiteit Gent
2025
Saar
Lermytte
Deze thesis weerlegt de veronderstelling dat textiel politiek onbelangrijk is. Sinds de
(vroeg)moderne tijd wordt het materiaal ingezet als instrument van onderdrukking, met name tegenover vrouwen en gekoloniseerde volkeren. Tegelijkertijd schuilt er in textiel ook een mogelijkheid van verzet. Voortbouwend op drie vastgestelde lacunes in huidig textielonderzoek, verkent deze thesis hoe amateuristische textielpraktijken een plaats van subversieve kracht kunnen zijn, met aandacht voor de samenkomst van gender en ras. Via een textiele etnografie bij Manoeuvre, een open textielatelier in Gent, worden drie subversieve strategieën geïdentificeerd: (1) de toegankelijkheid van textielbewerking; (2) het reclaimen van vrouwelijke en raciale connotaties – met daarbinnen aandacht voor publieke zichtbaarheid, intergenerationele en
interculturele verbindingen, plezier als verzetsdaad en het vormgeven van sociale identiteiten; en (3) de functie van textiel als lichamelijk, zintuiglijk en emotioneel kennissysteem. Ten slotte benadrukt de thesis dat de subversieve potentie van textiel afhangt van context en gebruik.
Meer lezen

Out of Sight, out of Mind

HOGENT
2025
Emily
Bardelloni
De scriptie onderzoekt de connectie tussen fotografie, identiteit en geheugen
Meer lezen

Beestige producten: De impact van slangenpatronen als emotioneel competente stimuli in product designs

Universiteit Gent
2025
Sterre
Coppens
In de hedendaagse marketingomgeving verwerken consumenten reclameboodschappen vaak oppervlakkig, door een gebrek aan motivatie of capaciteit (zowel cognitief als contextueel). Het Elaboration Likelihood Model verklaart hoe consumenten via deze perifere route attitudes vormen op basis van emotioneel competente stimuli of perifere cues. Een relatief onderbelichte categorie van dergelijke cues zijn gevaarlijke biophilische elementen. Deze studie richt zich specifiek op slangenprints. Slangen combineren een evolutionair ingebedde vermijdingsreflex met een fascinatie die vaak wordt geassocieerd met luxe, macht en elegantie, waardoor hun rol als marketingcue inherent ambivalent is.

Om te onderzoeken hoe consumenten reageren op slangenprints, werd een A/B-test uitgevoerd met 18 experimentele sets, elk bestaande uit een neutraal productontwerp en een gemanipuleerde versie met een camouflage- of waarschuwingsslangenprint. In totaal gaven 128 respondenten hun voorkeur aan voor elk paar. De resultaten tonen een duidelijke trend: producten met slangenprints worden over het algemeen als minder aantrekkelijk beoordeeld dan hun neutrale tegenhangers. Dit suggereert dat diepgewortelde, evolutionair gevormde emoties nog steeds een sterke invloed uitoefenen op consumentenevaluaties. De studie toont daarmee niet alleen de impact aan van een specifieke visuele cue, maar onderstreept ook het bredere belang van onbewuste emotionele reacties in hedendaags consumentengedrag.
Meer lezen

Improving RNA interference-based pest control using cationic polymethacrylate polymers: a case study in Spodoptera frugiperda and Leptinotarsa decemlineata

Universiteit Gent
2025
Simon
Vermeulen
Biotische factoren, zoals landbouwplagen, dragen wereldwijd aanzienlijk bij aan oogst- en voedselverliezen. Momenteel worden synthetische pesticiden nog vaak ingezet om deze organismen te bestrijden. Vanwege problemen met persistente residuvorming, risico’s voor de volksgezondheid en het ontstaan van resistentie, gecombineerd met een toenemende stimulans voor geïntegreerde plaagbeheersing, is een geleidelijke vervanging door nieuwe, veilige bestrijdingsstrategieën, zoals RNAi, noodzakelijk. Om complicaties met genetische modificatie te vermijden, kan een sproei-gebaseerde aanpak worden toegepast. Echter, hierbij blijft er onwetendheid bestaan. Deze scriptie onderzocht de potentie van de polymeren PAEMA en PGUMA, in verschillende configuraties, om deze uitdagingen te helpen overwinnen aan de hand van vier functionele parameters: de stabiliteit van dsRNA in larvale darmextracten via ex vivo degradatie-assays, niet-doelwit toxiciteit via in vitro assays, en cellulaire opname alsook polyplexvrijgave middels confocale microscopie.
Meer lezen

Urinary sodium-guided precision management for heart failure

KU Leuven
2025
Evelyne
Meekers
Verbetering opvolging en therapie bij patiënten met hartfalen, onder andere door gebruik van urinaire zoutmetingen.
Dit werd zowel getest bij patiënten opgenomen in het ziekenhuis met hartfalen en thuis. Gebruik van een urinair geleid zoutschema in het ziekenhuis laat het toe om sneller de juiste dosis plasmedicatie voor de juiste patiënt te vinden; waardoor patiënten sneller klachtenvrij het ziekenhuis kunnen verlaten.
Daarnaast is er tevens een rol voor patiënten thuis. Een eenmalige meting laat een betere inschatting van de prognose bepaling van de patiënt toe. Daarnaast kan het helpen om de plaspil thuis beter te doseren en daarmee ook onnodige ongemakken te voorkomen. De patiënt staat hierbij centraal waarbij hij mee controle krijgt over zijn ziekte.
Meer lezen

KLIMAATBEWUSTZIJN IN KUNSTBESCHOUWENDE VAKKEN. Leerlingen secundair onderwijs op een vakoverschrijdende manier betrekken bij klimaateducatie binnen kunstbeschouwende vakken.

Universiteit Gent
2025
Pieter
Verstraete
Jongeren maken zich zorgen om het klimaat. De klimaatmodellen tonen een toekomst met complexe en uiteenlopende uitdagingen. De individuele en collectieve keuzes die we maken bepalen mee het verloop en de ernst van de gevolgen. Om tot handelen te komen is niet alleen klimaatkennis, maar ook een zeker klimaatbewustzijn essentieel. Het besef wat er aan de hand is en de wil om daar iets aan te doen.
Met deze paper onderzoeken we hoe kunst en kunstbeschouwende vakken het klimaatbewustzijn van jongeren kan versterken. Kunst heeft immers de kracht om te beroeren. Het speelt in op onze zintuigen en wekt emoties op. In die zin bieden kunstbeschouwende vakken een unieke context om klimaateducatie te integreren.
We onderzoeken achtereenvolgens waarom we klimaateducatie, vakoverschrijdend aanbieden, welke meerwaarde kunst en kunstbeschouwende vakken bieden en hoe we dat praktisch implementeren in de Vlaamse onderwijscontext. De finaliteit van deze paper is een les klimaateducatie in een kunstbeschouwend vak. Deze les werd in de praktijk getoetst in de derde graad van Scholen Da Vinci in Sint-Niklaas.
Uit dit praktijkonderzoek blijkt er wel degelijk een rol weggelegd voor kunstbeschouwende vakken om klimaateducatie te integreren. Het biedt cognitieve en pedagogische voordelen om tot een dieper bewustzijn te komen in de oorzaken en gevolgen van klimaatverandering. Kunstwerken bieden ook een vakdidactisch potentieel om doelbewust in te zetten op specifieke cognitieve processen en leeractiviteiten. Bovendien faciliteert en stimuleert de Vlaamse overheid vakoverschrijdend lesgeven, specifiek ook voor klimaateducatie. Kunst en kunstbeschouwende vakken als brugfunctie tussen kennis en engagement.
Meer lezen

Restafval redt de olijfboom

Erasmushogeschool Brussel
2025
Wout
Van de Cauter
  • Lorenz
    Hmittou
Genomineerde longlist Bachelorprijs
Onze scriptie vertrekt uit een bezoek aan Lisjak tijdens onze uitwisseling aan de universiteit van Koper (Slovenië), waar de vraag rees hoe reststromen als olijfpomace en -bladeren circulair te valoriseren.
IC rapport ultimate final count…
Onder begeleiding van olijfoliesommelier Wim Renneboog werkten we via designsprints een oplossing uit die olijfpomace ter plaatse omzet in hoogwaardige maatwerkcompost, afgestemd op blad- en bodemanalyse. Het model draait niet alleen in het oogstseizoen: buiten die periode verwerken we andere organische reststromen met lokale partners, zodat productie en impact jaarrond blijven. Zo koppelt de aanpak bodemherstel en weerbaardere olijfbomen aan een sluitende businesscase voor telers en perserijen.
Meer lezen

'Dits den ontfanc van ghildezusters': Een prosopografie van de vrouwen uit de librariërsgilde in vijftiende-eeuws Brugge.

Universiteit Gent
2025
Femke
Goedseels-Kloeck
In de rekeningen van de vijftiende-eeuwse librariërsgilde – de beroepgsgroepering van de boekproducenten – verschijnen minstens 216 vrouwennamen. Omdat gilden doorgaans mannenbastions waren en vrouwen niet economisch actief waren in het gildensysteem is dit een zeer unieke bron. Een diepgaand onderzoek waarbij deze namen in verscheidene archiefstukken werden opgezocht bracht een nieuwe informatie aan het licht over vrouwelijke kunstenaars in de middeleeuwse Nederlanden. Deze masterthesis toonde aan dat de vrouwen uit de Brugse librariërsgilde een grotere rol speelde in de bloeiende manuscriptenkunst dan voorheen gedacht.
Meer lezen

“Ze vertelden me dat het zeker geen gevangenis was.” De onterechte opsluiting van buitenlandse studenten in Belgische gesloten detentiecentra

Vrije Universiteit Brussel
2025
Zoye
Provoost
  • Lore
    Allegaert
  • Tuur
    Tisseghem
We deden onderzoek naar de onterechte opsluiting van buitenlandse studenten in Belgische administratieve detentiecentra. We spraken met zeven studenten die zijn opgesloten. Dit leidde bij hen allemaal tot traumatische ervaringen, studievertraging of afgebroken opleidingen. Ons onderzoek toont aan dat een gebrek aan expertise en capaciteit bij de grenspolitie, gecombineerd met een verouderd juridisch systeem, deze situatie in stand houdt.
Meer lezen

The role of melatonin in reducing chemotherapy-induced jejunal toxicity in a mouse-model for hepatocellular carcinoma

HOGENT
2025
Sophie
Haumont
While chemotherapy is a key component of cancer treatment, it often damages healthy gastrointestinal cells, resulting in toxicity marked by symptoms such as diarrhea, pain, and impaired nutrient absorption. The damage disrupts the gut mucosal barrier integrity and epithelial function, compromising the patient well-being and treatment continuity. These side effects limit chemotherapy’s effectiveness and highlight the need for protective strategies targeting the gut. This study investigates the
potential protective effect of melatonin in mitigating chemotherapy-induced gastrointestinal toxicity.
Meer lezen

Gletsjertoerisme: laatste kans in een vicieuze cirkel

Erasmushogeschool Brussel
2025
Runa
Swiggers
Gletsjers smelten wereldwijd steeds sneller. Dit heeft niet alleen een lokale impact, maar ook een globale. Toeristen worden dan ook wel eens aangemoedigd om gletsjers een laatste keer te zien. Hierdoor komt juist een vicieuze cirkel tot stand waarbij er meer aandacht wordt gevestigd op het probleem, maar tegelijkertijd meer uitstoot vrijkomt bij die reis, wat bijdraagt aan klimaatverandering.
Meer lezen

Het spanningsveld tussen het Russisch en het Oekraïens: De ervaringen van tolken voor Oekraïense oorlogsvluchtelingen

KU Leuven
2025
Nathalie
Mariën
Sinds het begin van de Russische invasie in Oekraïne op 24 februari 2022 wordt Europa geconfronteerd met de grootste vluchtelingencrisis sinds de Tweede Wereldoorlog. Oekraïense vluchtelingen hebben in gastlanden zoals België te kampen gekregen met veel uitdagingen. Deze hebben het belang aangetoond van taalbarrières. Hoewel Oekraïens de officiële taal van Oekraïne is, wordt er nog steeds veel Russisch gesproken. Dit is voornamelijk het geval in de oostelijke regio’s van het land. Deze linguïstische dualiteit creëerde een complexe dynamiek voor tolken die Oekraïense vluchtelingen te hulp schieten in Vlaanderen. Daar wordt namelijk regelmatig een beroep gedaan op tolken Russisch- Nederlands ondanks de geopolitieke en emotionele gevoeligheid die tegenwoordig gepaard gaat met de Russische taal.
Deze thesis onderzoekt de ervaringen van zowel professionele als niet-professionele tolken die sinds de aanvang van de oorlog met Oekraïense vluchtelingen hebben gewerkt. Door middel van diepte- interviews met elf tolken van verschillende achtergronden gaat deze studie na of zij tijdens hun tolkopdrachten überhaupt een spanningsveld ervaren tussen de Russische en Oekraïense taal en zo ja, hoe. De studie onderzoekt ook hoe deze ervaringen verschillen naargelang de professionele status en etnische afkomst van de tolk.
Uit de bevindingen blijkt dat de meeste vluchtelingen pragmatisch Russisch-Nederlandse tolken accepteren vanwege hun dringende noden. Sommigen voelen zich echter ongemakkelijk of krijgen zelfs ‘de taal van de agressor’ niet over hun lippen. Tolken van Russische afkomst melden vaak emotionele spanning. Ze geven de noodzaak aan om hun standpunt over de oorlog te verduidelijken om het vertrouwen te winnen van hun cliënten ondanks het neutraliteitsprincipe. Deze studie wijst ook op het gebrek aan bewustzijn bij hulpverleners over het complexe taallandschap van Oekraïne.
Dit onderzoek draagt bij tot het veld van de tolkwetenschap door in te gaan op een voordien onderbelicht raakvlak van taal, identiteit en conflict nopens de ervaringen van tolken voor Oekraïense vluchtelingen in Vlaanderen.
Meer lezen

Paper-based multiplex devices voor de detectie van lichaamsvloeistoffen

Erasmushogeschool Brussel
2025
Stien
Lambrechts
Presumptieve testen zijn snelle, goedkope en eenvoudige indicatieve testen die op een plaats delict uitgevoerd worden. Hedendaags dienen deze testen allemaal afzonderlijk gehanteerd te worden, dit kan resulteren in een reeks van vele testen om een uiteindelijke indicatie te verkrijgen. Hierdoor is minder sample over voor eventuele nabewerking.
Deze studie richt zich tot de integratie van verschillende presumptieve testen tot één multiplex paper-based device. Hierbij wordt rekening gehouden met de individuele eigenschappen van de verschillende testen. Door de individuele optimalisatie van de verschillende protocollen, konden eigenschappen zoals gevoeligheid, bewaring en houdbaarheid onderling vergeleken worden alvorens de testen samengevoegd werden. Gebruik makend van positieve controles (10² verdund bloed, zwarte thee, speeksel en urine) en dH2O als negatieve controle werden de verschillende testen uitgevoerd. Het device werd aangemaakt door gebruik te maken van wax-printing om een hydrofobe barrière te creëren.
Verkregen resultaten tonen aan dat interpretatie na toevoeging van het sample onmiddellijk dient te gebeuren om vals positieve reacties te vermijden.
Het is bijgevolg mogelijk om diverse testen succesvol te combineren door rekening te houden met individuele beperkingen. Echter is verdere optimalisatie nodig om huidige gebreken en onvolledigheden te verhelpen en te focussen op veldtoepassingen.
Meer lezen

Taalonafhankelijke Detectie van Computation–Constraint Inconsistenties in ZKP-Programma’s via Waardeinferentie

Vrije Universiteit Brussel
2025
Arman
Kolozyan
Zero-knowledge proof (ZKP) is een cryptografische methode waarmee kan worden bewezen dat een bewering klopt, zonder daarbij extra informatie prijs te geven. Denk bijvoorbeeld aan het aantonen dat iemand ouder is dan achttien zonder geboortedatum of naam te onthullen. Bij ZKP's zijn altijd twee partijen betrokken: de prover, die een bewijs aanlevert, en de verifier, die nagaat of dat bewijs correct is. Het bijzondere is dat de verifier kan vaststellen of een bewering waar is, zonder toegang te krijgen tot de achterliggende gegevens.

Hoewel dit veelbelovende mogelijkheden biedt voor privacy en veiligheid, is het programmeren van zulke systemen bijzonder complex. Ontwikkelaars moeten namelijk precies aangeven welke controles de verifier moet uitvoeren wanneer die een bewijs binnenkrijgt. Als er zelfs maar één controle ontbreekt, kan een vals bewijs toch worden aanvaard en vallen alle privacy-garanties weg.

Deze scriptie introduceert een formeel model om systematisch na te gaan of er nergens een controle ontbreekt. Met behulp van dit model konden zes nieuwe soorten kwetsbaarheden worden beschreven die door bestaande hulpmiddelen niet opgespoord konden worden. Toepassing van het model leidde tot de ontdekking van vijftien tot dan toe onbekende kwetsbaarheden in zes grote ZKP-projecten, waaronder die van Microsoft en TikTok.

Daarnaast werd een prototype ontwikkeld als eerste stap richting de automatisering van dit model. Het onderzoek toont aan dat zo'n aanpak veelbelovend is, maar dat toekomstige implementaties nog preciezer en efficiënter moeten worden om grote ZKP-programma's binnen een redelijke tijd te kunnen analyseren.
Meer lezen

Reward processing and the preference for sweet taste: exploring the relationship between sweet liker phenotypes and dispositional impulsiveness

Vrije Universiteit Brussel
2025
Helen
Stuy
  • Anahit
    Amirzadian
While links between sweet taste preference and impulsivity exist, the relationship with specific sweet liking phenotypes remains underexplored. This relationship may have implications for understanding reward related systems and dysfunction. This study investigated the association between sweet liking phenotypes and dispositional
impulsivity, using the Barratt Impulsivity Scale-11 (BIS-11), the BIS/BAS Scales, the Effortful Control Scale, and the Iowa Gambling Task (IGT). A cross-sectional design was employed with N=97 healthy adult participants. Sweet liking phenotypes were classified based on sweet taste assessment. Analyses revealed no significant differences in
BIS/BAS, Effortful Control, BIS-11, or overall IGT learning trends across the sweet liking phenotype groups. Although not confirmed by primary group comparisons, exploratory analysis of IGT performance suggested a potential trend for increased selection of the disadvantageous Deck B over time among individuals with higher sweet liking, pointing to impaired learning from negative outcomes and an insensitivity to punishment. These
findings suggest that BIS/BAS, Effortful Control, BIS-11 scores, and Iowa Gambling Task performance may not strongly differentiate sweet liking phenotypes; however, the study's power was limited by the relatively small sample size. Future studies employing dedicated tasks designed to isolate specific impulsivity facets are warranted.
Additionally, investigating the neural correlates of this relationship, particularly involving the ventromedial prefrontal cortex, could further clarify its mechanisms.
Meer lezen

STATISTICAL OPTIMIZATION OF PARAMETERS FOR BIOLEACHING OF MINE WASTES FROM SÃO DOMINGOS MINE, PORTUGAL

Universiteit Gent
2025
Maria Victoria
Pereira da Luz
Genomineerde shortlist NBN Sustainability Award
While the extraction of metals is essential for sustainable energy technologies, they pose environmental challenges due to the toxic materials used in their production and the hazardous waste they generate. The presence of waste containing metals and organic compounds on Earth is increasing, and Europe holds large amounts of metals locked up in industrial process residues, such as tailings, metallurgical sludges, slags, dust, and ashes. The waste or secondary material may contain critical raw materials and base metals with application in the energetic transition. These factors highlight the urgent need for effective recycling practices to manage mine waste and recover valuable secondary raw materials, addressing both environmental and economic challenges.

This thesis investigates the optimal conditions for effective bioleaching of pyrite mine wastes and modern slags from the Achada do Gamo Sulfur factory in the São Domingos Mine area, focusing particularly on Manganese and Zinc recovery to address sustainability concerns. Using Response Surface Methodology (RSM), the study evaluates the impact and relationship between pulp density, initial pH, and initial ferrous iron concentration evaluated through a Box-Behnken design (BBD). Direct bioleaching experiments were conducted on altered and crushed pyrite, pyrite ashes, and modern slags using a thermophilic microbial culture consisting of Sb. thermosulfidooxidans, L. ferriphillum, and At. caldus (SLA), which utilized elemental sulfur and ferrous iron as energy sources, driving the oxidation of ferrous to ferric iron and the conversion of sulfur to sulfuric acid in the leaching medium.

Results showed that SLA culture is less effective bioleaching in pyrite wastes than slag, although ORP measurements indicated microbial iron oxidation for all materials. This study successfully optimized the recovery of metals from slag samples, indicating a maximum efficiency of metal solubilization under the conditions of 2.32% (w/v) solid load, pH 1.90, and ferrous iron supplementation of 60 mM. The maximum metal recovery achieved was 86.9% Zn, 81.4% Mn, 65% Cu, and 66.4% Co.

For crushed pyrite, under the conditions of pH 1.66, 54 mM supplementation of iron and 2% (w/v) pulp density was estimated to achieve moderate to high recovery of Mn (>53.8%) and Zn (>8.0%). However, the values obtained were not within the 95% confidence interval and the null hypothesis could not be rejected, indicating the proposed model does not apply to the practical application; consequently, an optimized condition was not defined. The application of the same conditions obtained in the model for crushed pyrite was applied to pyrite ash material, which did not result in satisfactory results. Hence, to better recover metals from pyrite ashes and crushed pyrite, further optimization is needed.
Meer lezen