Léon Becker (1826-1909): kunstenaar en amateurwetenschapper

Hanne
Jakubiak

Negentiende-eeuwse burgers hielden van insecten. Gold natuurlijke historie in de negentiende eeuw in haar algemeenheid als een modieuze bezigheid, dan was dat bij uitstek zo voor de entomologie.

Johan Tollebeek en Raf de Bont, 2009.

 

België wist zijn nationale onafhankelijkheid te veroveren in 1830. De jonge natie trok veel nieuwe bewoners aan. Deze groei werkte positieve ontwikkelingen voor het kunstleven in Brussel in de hand. Maar ook op het vlak van de natuurwetenschappen waren er opmerkelijke veranderingen. Een fascinerende persoonlijkheid die midden in deze veranderingen stond, was Léon Becker (1826-1909). Hij wist deze twee disciplines, de kunst en de natuurwetenschappen, op een opmerkelijke manier te verzoenen…

 

Het leven van Léon Becker

Léon Becker is geboren in 1826 te Brussel. Hij was de zoon van Napoleon Becker en Eugenie Ghislaine Van Bellinghen. Van 1840 tot 1847 is hij ingeschreven als leerling onder François Joseph Navez aan de Academie van Brussel. Dit is de eerste stap van zijn professionele loopbaan als artiste peintre. Later zal hij nog gaan werken in het vrije atelier van Jean-Baptiste Madou en Louis Gallait. In 1849 zal hij huwen met Elise Roze, en een jaar later wordt Berthe Becker geboren. Berthe Becker is ook een kunstenares, net zoals haar vader. In 1860 zien we een eerste vermelding van Léon Becker in de tijdschriften van de Société Entomologique. Echter niet als spinnendeskundige (arachnoloog), maar als vlinder- en motdeskundige. In 1865 komt zijn naam als eerste voor in de tentoonstellingscatalogi van de Société royale belge des Aquarellistes. 1868 blijkt zijn productiefste artistieke jaar te zijn. In 1878 zal Léon Becker als eerste keer beschreven worden als arachnoloog. Van 1882 tot 1896 wordt zijn vierdelig standaardwerk Les arachnides de Belgique uitgegeven. Léon Becker sterft in 1909 in Sint-Gillis.

 

Léon Beckers artistieke carrière

Het grootste deel van Léon Beckers oeuvre (olieverfschilderijen en aquarellen) omvat landschapsschilderkunst. Er kan worden aangenomen dat Léon Becker veel reisde. Zo schilderde hij verschillende landschappen in Italië, Spanje, Zwitserland en Duitsland. Maar ook in België zocht hij het groen op. Zo zijn er werken te vinden die zijn geschilderd in de Kempen, Dinant, Genk, Kalmthout en de Ardennen. Hij schilderde ook enkele steden, zoals Brussel en Mechelen. Het valt vooral op hoeveel verschillende werken hij schilderde in Dinant, met name de Bocqvallei bij de Yvoir. Van de 122 werken die zijn teruggevonden, dragen er vijf deze titel. Naast landschapsschilderkunst zijn er veel genretaferelen terug te vinden in Léon Beckers oeuvre. Hiernaast stond Léon Becker bekend om zijn werken die dieren en insecten met menselijke eigenschappen afbeelden. Er blijkt een duidelijke natuurwetenschappelijke interesse uit deze werken. Dit is te zien aan de anatomische juistheid en accuraatheid van de insecten.

 

Léon Becker als amateurwetenschapper

Van 1882 tot 1896 publiceerde Becker de vier volumes van Les arachnides de Belgique, monografieën uitgegeven door het Brusselse Koninklijk museum voor natuurwetenschappen. Bij dit soort uitgaven is er elke keer een apart boekdeel voor de tekst en één voor de prenten, een zogenaamde 'atlas'. De afbeeldingen zijn verfijnde lithografieën van Becker zelf, die met waterverf zijn ingekleurd. Telkens als er een deel was afgerond, werd dit gepubliceerd in het tijdschrift van de Société entomologique belge. Deze monografieën gaan niet enkel over inheemse spinnen, ook Europese spinnen en exotische spinnen komen aan bod. Hij deed ook onderzoek buiten de landgrenzen, o.a. in Nederland, Duitsland en Hongarije. In Les arachnides de Belgique worden honderden spinnensoorten beschreven, zowel in hun fysieke hoedanigheid, maar ook de vindplaats en, indien gekend, leefwijze worden uitvoerig uit de doeken gedaan.  Het is opvallend dat veel van deze vindplaatsen overeenkomen met de locaties op zijn schilderijen (Yvoir, Genk). Vandaag de dag is het vierdelig naslagwerk nog steeds een standaardwerk binnen de arachnologie, wat het belang aantoont van de amateurwetenschapper in de negentiende eeuw.

 

Léon Becker als mediator tussen kunst en wetenschap

Waar kunst en wetenschap elkaar ontmoeten, is binnen Léon Beckers oeuvre als graveur. Hij was zeker even bekend als schilder dan als illustrator. De publicaties, die Léon Becker zelf illustreerde en in sommige gevallen ook zelf schreef, zijn onderverdeeld volgens het systeem van Johan Tollebeek en Raf de Bont in hun artikel Kevers en kinderen: de entomoloog als opvoeder (2009).  Zij maken een onderverdeling volgens doelpubliek: voor de jongsten, een iets ouder publiek en de jeugd.

Voor de jongsten waren er de alfabetboekjes of abécédaires, zoals het Alphabet des Insects (1883). Hierin wordt het alfabet opgesomd, steeds voorzien van een illustratie van insecten met menselijke (antropomorfe) eigenschappen.

Vervolgens zijn er de antropomorfe insectenverhalen voor een iets ouder publiek, zoals Les clients d’un vieux poirie (1878) en Mémoires d’une lycose (1885). Elke gravure is een vakwerk. Ze zijn ontzettend gedetailleerd en verfijnd uitgewerkt. Het gevecht met de natuur (The Strugle for life) krijgt een prominente plaats in de entomologische avonturenverhalen. Op dit moment bereikten de debatten over het darwinisme een hoogtepunt in België.  Deze invloed is hier duidelijk te merken. Zo ziet een moederspin bijvoorbeeld haar jongen sterven omdat haar web door een windvlaag wordt losgerukt.

Les êtres méconnus (1881). Etude sur l’araignée en  Histoire d’un aquarium et de ses habitants (1890) zijn geschreven voor de laatste doelgroep, namelijk de jeugd. Als de lezer voorgaande werken had gelezen, was hij klaar om over te schakelen naar het eigenlijke wetenschappelijke werk. Het eerste boek wil de jongeren inleiden in de studie van de spinnen, en hen ertoe aanzetten om zelf op onderzoek uit te gaan. Léon Becker pleitte voor een wetenschapsbeoefening waar het observeren van het leven centraal staat (ethologie).

 

Conclusie

Beckers artistieke academische loopbaan, en zijn lessen in maar liefst twee vrije ateliers in Brussel, getuigen zowel van een artistieke ambitie, als van talent. Op het vlak van de natuurwetenschappen kan er geconcludeerd worden dat de amateurwetenschappers een soort voorbodes zijn van de natuurbehoud/beheer-bewegingen die stilaan op gang komen, en waar Becker ook voor pleitte.

Download scriptie (8.81 MB)
Universiteit of Hogeschool
KU Leuven
Thesis jaar
2017
Promotor(en)
prof. dr. Koenraad Brosens
Thema('s)