D8 je nu egt dat de jeugd ni meer kon schrijven?

Gitte
Truijen

Snapchat, Whatsapp, Facebook Messenger,… er bestaan hoe langer hoe meer verschillende manieren om te communiceren. Kenmerkend aan de communicatie via sociale media en communicatie-apps is het gebruik van chattaal. Tussen jongeren onderling zorgt het gebruik van chattaal voor status en een groepsgevoel, volwassenen hebben er echter een minder positief beeld over. Ze stellen dat jongeren niet langer foutloos kunnen schrijven en zijn bang dat ze geen onderscheid kunnen maken tussen situaties waarin chattaal toegelaten is en formelere situaties waarin het absoluut niet kan. Een duidelijke ongerustheid dus bij ouders en leerkrachten, maar is deze paniek wel terecht?

Is chattaal dan zo anders?

Dat de chattaal die men gebruikt om te communiceren via sociale media en communicatie-apps verschilt van het algemeen Nederlands, valt niet te ontkennen. Er bestaat echter niet zoiets als een standaard chattaal. Zelfs jongeren uit dezelfde vriendengroep kunnen verschillende schrijfwijzen van een bepaald woord gebruiken. Wat echter wel vaststaat, is dat chattaal voor het grootste deel bestaat uit textisms, aanpassingen aan de standaardtaal. Opvallend daarbij is dat chattaal eerder de spreektaal dan de schijftaal benadert en dat er relatief vaak Engelse woorden (of afleidingen daarvan) in teruggevonden kunnen worden. Andere vaak voorkomende textisms bij het gebruik van chattaal zijn deleties van eindconsonanten (afspreke in plaats van afspreken), fonetisch schrijven (sgool in plaats van school) en visueel schrijven (w88 in plaats van wachten).

We doen de test…

Om na te gaan of het socialemediagebruik van jongeren een invloed heeft op hun spellingvaardigheid, werden een enquête en dictee afgenomen bij 109 leerlingen uit het 3e en 4e middelbaar Handel en Techniek Wetenschappen. Aan de hand van 10 invulzinnen werden de taalscores van de jongeren bepaald. Hoe hoger deze score, hoe slechter de spellingvaardigheid van de respondent. Met behulp van de enquête werd achterhaald hoe vaak men gebruik maakt van sociale media, chattaal en communicatie-apps.

Wanneer we de antwoorden op de enquête in verband brengen met de totaalscore op de spellingtest, zien we dat er geen significante verbanden bestaan tussen het socialemediagebruik van de respondenten en de hoeveelheid fouten die ze maken tijdens het dictee. Ook de tijd die ze dagelijks spenderen aan sociale media blijkt geen invloed te hebben op hun spellingvaardigheid.

Stop de paniek, maar wees alert!

De resultaten van het onderzoek, zijn met andere woorden in het voordeel van de jongeren. Ze lijken er perfect in te slagen het gebruik van chattaal gescheiden te houden van het gebruik van standaard Nederlands (wanneer ze werken met pen en papier). Ouders en leerkrachten die beweren dat er een negatieve invloed bestaat van sociale media en chattaal op de spellingvaardigheid van jongeren moeten hun mening herzien. Jongeren maken wel degelijk gebruik van een 'nieuwe' taal om met elkaar te communiceren maar de idee dat ze deze in een schoolcontext niet kunnen loskoppelen van de spelling van het standaard Nederlands is onterecht.

Kortom, ouders en leerkrachten dienen zich voorlopig niet al te druk te maken over de spellingvaardigheid van de volgende generatie. Dat wil echter niet zeggen dat er tijdens de lessen geen aandacht besteed kan worden aan het onderscheid tussen beide talen. Door tijdens de schoolcarrière van jongeren aandacht te besteden aan een aspect zoals mediawijsheid, kan voorkomen worden dat er in de toekomst toch chattaalkenmerken zullen doorsijpelen naar de schoolcontext.

 

 

Download scriptie (918.11 KB)
Universiteit of Hogeschool
Universiteit Gent
Thesis jaar
2018
Promotor(en)
Karin Raeymaeckers