Ik zie, ik zie wat jij niet ziet.

Stéphanie
Vanderheeren

Hoger onderwijs kan en moet inclusiever

Mugshot met misdrijf: dyslexie en ADHD.

Je krijgt het gevoel dat je wordt veroordeeld voor het anders zijn, voor iets wat je eigenlijk niet in de hand hebt.

Ongeveer 10% van de Vlaamse studenten in het hoger onderwijs heeft een beperking. In theorie wordt hen gelijke kansen en gelijke toegang beloofd, maar in praktijk is dit niet zo. Wij stuurden veertien van deze studenten op pad met een fototoestel om hun ervaringen in beeld te brengen. Hun beperkingen zijn divers: van dyslexie, dyscalculie en ADHD, tot reuma en epilepsie, een visuele beperking, depressie, en andere.

Hoezo inclusie?

Tegenwoordig worden we om de oren geslagen met termen zoals ‘inclusie’, ‘inclusief onderwijs’, ‘M-decreet’ … Maar wat is inclusie precies, en waarom lijkt het zo belangrijk? Kort gezegd wil een inclusieve samenleving ervoor zorgen dat iedereen – ongeacht afkomst, beperking, etniciteit, geslacht, noem maar op – gelijke toegang heeft tot eender welke voorziening. Onze samenleving wordt steeds diverser en het onderwijs is daar een afspiegeling van. Inclusief onderwijs speelt in op de noden en behoeften van elke leerling, zodat niemand gediscrimineerd wordt. Inclusie is hierbij geen ‘eindbestemming’, maar eerder een proces: een streven naar een mooiere wereld.

Studeren met een beperking in het hoger onderwijs

In deze ruime diversiteit spitsen wij ons toe op één specifieke doelgroep, namelijk personen met een beperking in het hoger onderwijs. Steeds meer studenten met een beperking kiezen ervoor om na het secundair onderwijs verder te studeren, maar de vraag stelt zich of de leeromgeving hier voldoende op afgestemd is. Er blijkt een kloof te bestaan tussen studenten met en zonder beperking. Studenten met een beperking behalen doorgaans minder goede resultaten, stromen trager door naar volgende jaren, zetten sneller hun studies stop, en hebben het ook op sociaal vlak moeilijker. Inclusie lijkt dus veraf.

Uitgesloten legomannetje

Soms voel ik mij uitgesloten, want als ik mijn probleem vertel aan de mensen, dan begrijpen ze dat niet of negeren ze dat.

Om deze moeilijkheden het hoofd te bieden, moeten we in kaart brengen wat nu precies die belemmeringen zijn in het studeren met een beperking (drempels). Tegelijkertijd hebben we oog voor wat wel al goed loopt (succesfactoren).

De student als co-onderzoeker

Drempels en succesfactoren kan je bevragen via ellenlange vooropgestelde vragenlijsten, maar deze vertellen ons niks over de ervaringen van de studenten zelf. Hiervoor moeten we peilen naar hun hoogstpersoonlijke beleving. Door de studenten zelf het heft in handen te geven, willen we weg van onderzoek vanuit de ivoren toren. De studenten worden als het ware co-onderzoeker.

Naar de beleving van deze doelgroep in de setting van hoger onderwijs werd nog weinig onderzoek gedaan. Photovoice leek ons een aangewezen methodiek voor deze onderneming. In de kern van Photovoice zit het ineenvloeien van beelden en woorden. De studenten trokken foto’s en deelden hun intieme verhalen. We genoten zo het privilege om binnen te kijken in de leefwereld van de studenten.

Een beeld zegt meer dan 1000 woorden

Hoewel traditioneel onderzoek vaak gericht is op louter het verbale, willen wij de meerwaarde van visueel materiaal benutten. Beelden kunnen een ervaring zoveel krachtiger maken. Wanneer we de foto’s ontvingen van de studenten, zag iedereen daar andere verhalen in. Maar ons verhaal doet er niet toe, het gaat enkel om het verhaal van de student zelf. Terugkerend naar de titel, denken we aan een kind dat verwonderd op de achterbank in de auto joelt: “Ik zie, ik zie wat jij niet ziet”. Deze studenten laten ons iets zien wat we voorheen niet zagen.

Luisterboek

Met deze rijke verhalen moest iets gedaan worden; ze mochten niet zomaar verdwijnen in een archief. Zo kwam in cocreatie een luisterboek tot stand, gevuld met ervaringen in beeld en woord. Het doel is om met dit boek de bespreekbaarheid van inclusie in het hoger onderwijs te stimuleren. Dit project wil een stem geven aan studenten met een beperking, en die stem ook breed verspreiden in de hoop de maatschappelijke beeldvorming bij te stellen. De relevantie op de dag van vandaag mag je niet onderschatten, want als niemand je stem kan horen, blijft het stil.

Gevoelige snaar

Terwijl de studenten hun verhaal deelden met ons, kregen we het soms moeilijk. Eén student vertelde bijvoorbeeld dat hij liever voor altijd een gebroken arm had dan een onzichtbare beperking, want met een zichtbare beperking schieten mensen jou tenminste te hulp. Een andere student werd in de lagere school zwaar gepest omwille van haar beperking. Dit heeft littekens nagelaten op haar zelfbeeld. We waren wel getuige van een enorme veerkracht van deze personen: ze hebben geleerd om te vechten, om op te komen voor zichzelf. Iemand die gelooft in hen, is daarbij van onschatbaar belang. Dat geldt  voor iedereen eigenlijk …

 

Het blokje past niet in de vorm.

Je kan niet mee, je bent anders. En dat is ook hoe je je werkelijk voelt, dat je nergens in past. Je hebt het gevoel dat je geen plaatsje hebt hier in deze samenleving, en dat is net hetgeen waar je natuurlijk naar snakt.

Tot slot

Uit ons onderzoek blijkt dat er nog een lange weg te gaan is om van inclusief hoger onderwijs te kunnen spreken. In het hoger onderwijs botsen studenten met een beperking op heel wat drempels, zoals negatieve attitudes van medestudenten en docenten, een ontoegankelijke omgeving, nadelen binnen het gebruik van bepaalde redelijke aanpassingen (zoals een laptop, extra examentijd) … Deze studenten slepen bovendien heel wat negatieve ervaringen mee uit hun voorgaande onderwijs-loopbaan.

Studenten met een beperking merken op dat er echt al veel gedaan wordt voor hen door de instellingen hoger onderwijs, maar nog niet voldoende.

Handen raken elkaar net niet.      

De handen reiken naar elkaar, maar raken elkaar niet.

Meermaals geven ze aan dat er meer begrip en erkenning moet zijn, meer inzet om zich in te leven in en rekening te houden met ‘hun beleving’. Wij hopen dat dit onderzoek daar een steentje toe bijdraagt. Zien jullie ook wat wij nu zien?

 

Download scriptie (14.86 MB)
Universiteit of Hogeschool
KU Leuven
Thesis jaar
2018
Promotor(en)
Professor Katja Petry
Thema('s)