Schikken en schuldig pleiten als belastingplichtige: rechtsbescherming bij het afsluiten van een minnelijke schikking of het erkennen van schuld bij het openbaar ministerie

Eva
Nackaerts

 

Gemiddeld 95% van de strafrechtelijke veroordelingen in de U.S. worden bekomen door een plea bargain. Bij de andere 5% van de gevallen spreekt de rechter een straf uit. Ook België kent sinds 2016 zijn eigen plea bargain, namelijk de voorafgaande erkenning van schuld. Deze nieuwe alternatieve afhandelingsmethode komt naast de minnelijke schikking te staan, die we al sinds 1935 kennen in ons Belgische strafprocesrecht. Beide rechtsfiguren zijn interessant om een fraudezaak af te handelen.

Plea bargaining

Plea bargaining is de procedure waarbij een verdachte afstand doet van zijn recht op een behandeling door de rechter en akkoord gaat met een door het Openbaar Ministerie voorgestelde straf. Zowel de minnelijke schikking als de voorafgaande erkenning van schuld kenmerken zich door een efficiënter en sneller verloop dan de klassieke strafprocedure. De behandeling ten gronde wordt namelijk overgeslagen en de verdachte gaat akkoord met de door het openbaar ministerie voorgestelde geldsom (in het geval van een minnelijke schikking) of straf (in het geval van een VES). Doordat de verdachte akkoord gaat met de voorgestelde maatregel wordt er bovendien in een efficiëntere en effectievere strafuitvoering voorzien.

Minnelijke schikking en VES in een fiscale strafprocedure

Een fiscale strafzaak kent gemiddeld een langer verloop dan een gewone strafzaak en wordt gekenmerkt door een zekere complexiteit. Daarnaast houdt een fiscaal misdrijf nooit een geweldpleging in. In strafzaken waar de feiten duidelijk zijn en er voor de belastingplichtige fraudeur geen verdedigingslijnen voorhanden zijn, kan het interessant zijn om de behandeling ten gronde over te slaan en een (verruimde) minnelijk schikking af te sluiten of schuld te erkennen bij het openbaar ministerie. De fiscale strafzaak wordt op een proceseconomische wijze afgehandeld en zowel het parket als de verdachte hebben hier baat bij. Bij een minnelijke schikking heeft daarbovenop de fiscus ook nog eens een voordeel, aangezien de ontdoken belastingen integraal betaald moeten worden als voorwaarde om een schikking te kunnen sluiten.

Minder tolerantie, meer bestraffing

In onze huidige maatschappij wordt fiscale fraude niet meer getolereerd. Fraudebestrijding is een hot topic geworden in de politiek, de financiële wereld wordt transparanter en af en toe duikt er een lek op die grootschalige fraude ontbloot. Dit leidt tot meer bestraffing, zij het administratief, zij het strafrechtelijk. Om de toestroom aan fraudemisdrijven beter de baas te kunnen alternatieve afhandelingsmethoden gebruikt worden. Maar efficiëntie heeft ook zijn prijs, zijnde de verzaking aan bepaalde grondrechten. Een goede wetgever maakt hierbij een afweging tussen een efficiënte strafprocedure en de grondrechten van de verdachte.

EHRM legt standaarden op

Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) velde in 2014 met Natsvlishvili en Togonidze t. Georgië een mijlpaalarrest, waarin ze het gebruik van plea bargaining aanvaardt maar wel enkele procedurele waarborgen oplegt. Beschikken onze Belgische procedures wel over voldoende compenserende waarborgen om te voldoen aan de rechtspraak van het EHRM? Ook het Grondwettelijk Hof merkte deze rechtspraak op en wees onze wetgever op de afwezigheid van een inhoudelijke controle door de rechter bij een verruimde minnelijke schikking. Maar heeft het Grondwettelijk Hof zijn werk toen volledig gedaan? Dit werk onderzoekt de sterke en zwakke punten van beide rechtsfiguren en zoekt naar alternatieven in procedures uit andere rechtsstelsels.

Conclusie

Het creëren van een alternatieve strafprocedure die zowel proceseconomisch is als de grondrechten van de verdachte respecteert is geen sinecure. We zijn goed op weg maar toch is er nog ruimte voor verbetering in ons Belgisch strafrecht. Zo kan men bijvoorbeeld bij de minnelijke schikking de bijstand van een advocaat beter verplicht voorschrijven en de rechter tot een kwalificatiecontrole verplichten. Als sluitstuk van deze masterscriptie stel ik een fraudebestrijdingsmiddel voor dat mede gebaseerd is op de Franse convention judiciaire d’intérêt public, de comparution sur reconnaissance préalable de culpabilité en de Nederlandse strafbeschikking.

 

 

Download scriptie (1.66 MB)
Universiteit of Hogeschool
KU Leuven
Thesis jaar
2018
Promotor(en)
Axel Haelterman