Wanneer ouders een stem krijgen

Sigrid
Verhelst
  • Eline
    Tommelein

“If there is one lesson to be learnt, I suggest it is that people must always come before numbers. It is the individual experiences that lie behind statistics and benchmarks and action plans that really matter, and that is what must never be forgotten when policies are being made and implemented.”

                                                                                                                                                                                                                           (Robert Francis, 2010)

“Mama, ik voel mij niet zo goed.” “Papa, ik kan niet naar school gaan vandaag, ik denk dat ik koorts heb.” Dit zal voor de overgrote meerderheid van de ouders bekend in de oren klinken. Een bezoekje aan de huisarts of apotheker is dan vaak niet ver weg. Toch werd nog maar zelden onderzocht wat ouders verwachten van een consultatie bij de huisarts of apotheker. Onderzoek wordt meestal gevoerd vanuit het standpunt van de zorgverlener. Maar wat is het resultaat wanneer de verwachtingen van ouders vergeleken worden met de visie van zorgverleners? Wat als ouders een stem krijgen?

Dokter, heeft u even tijd voor mij?

We kennen het allemaal, het stereotype van de drukbezette arts die vijf minuutjes van zijn o zo kostbare tijd vrijmaakt voor een ongeruste ouder. Die vijf minuten praat hij vol in een onverstaanbaar vakjargon, waarna de ouder met meer vragen naar huis gaat dan dat hij de consultatie binnenging. Maar in welke mate strookt dit beeld met de werkelijkheid? Wat verwachten ouders van zorgverleners en is het echt zo slecht gesteld met het taalgebruik van onze zorgverlener? Anderzijds kan men zich afvragen of zorgverleners wel voldoende inspelen op de noden en wensen van ouders. Daarom onderzochten we nader wat de visie van beide groepen is en in welke mate deze visies overeenstemmen.

Wat verwachten ouders van huisartsen en apothekers?

Uit de online enquête, ingevuld door 224 ouders, kwam naar voor dat - in tegenstelling tot wat we intuïtief zouden verwachten - ouders de huisarts of apotheker niet raadplegen omdat ze graag de snelle oplossing (lees: geneesmiddel) willen. Neen, ouders willen voornamelijk gerustgesteld worden en hun vragen beantwoord zien, ze zijn op zoek naar een luisterend oor. Maar liefst 92% van de ouders verwacht dat de apotheker extra vragen stelt om de situatie beter te kunnen inschatten en 89% wil dat de apotheker eenvoudige en duidelijke taal hanteert. Van de huisarts verwachten ouders dat een diagnose wordt gesteld en ook het uitvoeren van een lichamelijk onderzoek wordt als zeer geruststellend beschouwd.

" "

De prioriteiten van zorgverleners

Simultaan werden 156 zorgverleners (50 huisartsen en 106 apothekers) bevraagd. Een grote overeenkomst tussen wat zorgverleners belangrijk achten en wat ouders verwachten kwam naar voren. Zo gaven huisartsen en apothekers aan dat ze het voorschrijven/afleveren van medicatie als minst belangrijk beschouwen. Het uitvoeren van een lichamelijk onderzoek of het stellen van bijkomende vragen beschouwden de geënquêteerden als prioritair. Wanneer werd nagegaan welke informatie in praktijk aan ouders wordt gegeven merken we op dat informatie over bijwerkingen of het geven van niet-medicamenteus advies (voedingsadvies, levensstijlaanpassingen…) zeer weinig aan bod kwam.

" "

Nederlands of Chinees?

“Oh zeg Lien, ben net bij de huisarts geweest voor ons Kaatje en wat was me dat daar. Ik heb er amper iets van verstaan. De uitleg van die dokters, dat is precies Chinees voor mij.” Nochtans lijkt het erop dat de ouders in dit onderzoek een aardig woordje Chinees spreken. Zo gaven de ouders het taalgebruik van de huisarts en apotheker een gemiddelde score van 9/10. Zorgverleners gaven zichzelf gemiddeld één puntje minder, namelijk een 8/10.

Was het nu ibuprofen of ipobrufen?

“Goedemorgen meneer, doe mij maar een doosje ipobrufen… Ja ja, dat mogen die van 400 mg zijn… Neen, het is niet voor mij, het is voor ons Kaatje.” Een herkenbare conversatie voor iedere apotheker. Daarom vroegen we ons af hoe het gesteld is met de kennis van ouders over een aantal geneesmiddelen die frequent gebruikt worden bij kinderen i.e. paracetamol, ibuprofen en antibiotica. Voor paracetamol en ibuprofen werd goed ingeschat wanneer deze geneesmiddelen aangeraden zijn. Voor antibiotica was dit ook behoorlijk, al werden nog steeds een paar cruciale fouten gemaakt zoals het gebruik van antibiotica bij virale infecties. Verder werden een aantal uitdagende stellingen over deze geneesmiddelen voorgelegd aan de ouders. Deze bleken een groter struikelblok te vormen, maar dit dienen we de ouders te vergeven.

Help, mijn kind is ziek

"Ik heb ons Kaatje haar temperatuur gemeten, 37,8°C, die is goed ziek aan het worden… Ik vertrouw dat toch niet. Ik ga een afspraak maken bij de dokter.” Zijn ouders sneller ongerust wanneer hun kind symptomen vertoont dan wanneer de symptomen zich bij henzelf manifesteren? Om dit na te gaan werden drie casussen voorgelegd aan de ouders waarbij telkens de vraag was: wie zou u raadplegen of waar zou u informatie zoeken. Hieruit bleek dat ouders veel sneller geneigd waren een huisarts/pediater te raadplegen voor hun ziek kind dan voor zichzelf. De rol van dokter Google, de apotheker en vrienden/familie blijkt hier eerder beperkt te zijn.

Zorgverleners zetten hun beste beentje voor

"Ik moet zeggen, die huisartsen en apothekers doen hun werk best goed. Ze maken tijd voor mij vrij en doen moeite om alles eenvoudig uit te leggen. Ik ben blij dat ik er terecht kan met mijn vragen en ben nu toch gerustgesteld dat er niets erg aan de hand is met Kaatje.” Al bij al zouden we uit dit onderzoek kunnen opmaken dat het best goed gesteld is met onze gezondheidszorg en dat ouders tevreden zijn over de zorgverlening die aan hun kinderen wordt geboden. Al maakt de kleine hoeveelheid beschikbare studies vanuit het patiënten-standpunt duidelijk dat hier toch nog wat werk aan is. Want zoals Francis reeds stelde: de verwachtingen van personen dienen steeds voor cijfers te komen.

Download scriptie (1.16 MB)
Universiteit of Hogeschool
Universiteit Gent
Thesis jaar
2018
Promotor(en)
Prof. Dr. Apr. K. Boussery