Paulus' tekst over de liefde en het toekomstvisioen

Sara
Van Gucht

De apostel Paulus schrijft zijn beroemde tekst over de liefde in Korinte, een Romeinse polis. Deze brief en specifiek dit hoofdstuk overstijgt het initiële publiek en doel omwille van onder meer de metaforen, de (dichterlijke) uitwerking van deugden en charisma’s en de Bijbelse exegese.

Vooreerst vat deze thesis aan met een klassieke exegetische methode waarin ik zowel de context als de inhoud van deze oude tekst bestudeer door zowel de auteur als de tekst te situeren binnen de historische context van de eerste eeuw na Christus. Zo wordt de wereld achter de tekst en de tekst zelf verhelderd: Paulus’ context, de context van de Korintiërs en van 1 Korintiërs 13 in het bijzonder, maar ook de elementen van de liefde die Paulus naar voren schuift, alsook de aard van de liefde waarover hij schrijft. Zijn buitengewoon voortreffelijke weg bevat een religieuze of morele levenshouding die ook een praktische houding omvat. Hij wil immers duidelijk aantonen dat liefde het basisingrediënt moet zijn op de weg naar het hemelse koninkrijk. Op poëtische manier spreekt Paulus over de betekenis, de kracht, de werking en het doel van de liefde. De apostel wil op krachtige wijze het belang van de agape benadrukken en zowel de liefde als de geestelijke gaven plaatsen in een eschatologische context van ‘alreeds’ en ‘nog niet’, net als in het gemeenschapsopbouwende karakter van de gemeente.

Deze thesis onderzoekt echter ook de toekomsthorizon die vervat zit in Paulus’ tekst over de liefde in 1 Korintiërs 13 via de benadering van de normativiteit van de toekomst. Deze toekomstgerichte hermeneutische lezing van Bijbelverhalen staat toe om nog verder door te denken op een dieper, toekomstvormend niveau dat de mens oproept om vandaag al mee te bouwen aan deze toekomst of het Rijk Gods en dit onder leiding van de Heilige Geest. Deze benadering die peilt naar de eschatologische horizon die verschijnt voor de tekst, staat toe een onderscheid te maken tussen die elementen die het inbreken van deze eschatologische toekomst in onze huidige tijd bemoedigen of verhinderen.

Bijbelteksten onthullen en verhullen tegelijkertijd. Ze zijn daarom ook te verstaan als symbolen die nooit ten volle kunnen uitdrukken wat bedoeld wordt. Belangrijk is het dialogaal proces tussen de lezer en de tekst, waarin de lezer op zoek gaat naar de wereld die de tekst voor zich ontvouwt, een alternatieve wereld of ook wel ‘het Rijk Gods’ genoemd. Die nieuwe wereld verschijnt aan ons als een open horizon. Interpretaties die deze open horizon van de nieuwe, alternatieve en inclusieve wereld afsluiten zijn dus niet aanvaardbaar. Daarenboven gaat van deze ontmoeting een impuls uit: de interactie tussen Bijbel en mens leidt hopelijk tot een transformatief proces: de lezer wordt uitgenodigd, niet enkel om zich te verdiepen en te interpreteren, maar ook om – onder leiding van Gods Heilige Geest - actief mee te bouwen aan deze nieuwe wereld.

Het onderwerp liefde past volledig binnen dit kader. Naastenliefde bevat iets eschatologisch, vermits ze nooit zal vergaan. En deze liefde brengt de eschatologische toekomst dichterbij doordat ze de mensen stuwt in de richting van deze alternatieve wereld en God. Dit loflied toont vooral een praktische houding, een levensweg voor alles en iedereen. Het is deze weg van de liefde die het enige pad is dat wij moeten betreden op onze weg naar de nieuwe schepping, het hemelse koninkrijk of het koninkrijk van God: een weg met gemeenschapsopbouwende en liefdevolle taal en kennis, een geloof dat ondanks angst toch Gods steun blijft zoeken, solidariteit en het opgeven van teveel aan persoonlijke ruimte, het plaatsen van de ander eerst en zichzelf laatst om zo maximale ontplooiingskansen te geven aan anderen. Zo werkt men aan een inclusieve maatschappij met genoeg voor iedereen en zo heeft onze wereld, onze aarde nog een toekomst om naartoe te leven.

Ook houdt Paulus ons ethische richtlijnen voor, die ik vervolgens tegen het licht van de benadering van de normativiteit van de toekomst hield.

Deze benadering moet ons immers hoeden voor  interpretaties waarin de naar voren geschoven kwaliteiten geëist worden om misbruik te rechtvaardigen en weerstand de kop in te drukken. Het is niet Paulus’ bedoeling dat mensen lijdzaam allerlei kwaad dat op hen af komt zouden ondergaan. Deze tekst spreekt ons van een wereld waarin mensen lange moed kunnen opbrengen om barmhartig, genadig en vergevend te zijn en te blijven wanneer het gaat om (zwakheden van) anderen. Het draait om een diep medeleven zodat men actief, opbouwend en beminnend in het leven kan staan; om ‘genoeg voor iedereen’ en een hoge achting voor de medemens,  met bijzondere aandacht voor wie zwak, hulpeloos en broos is. Een nederige houding nodigt uit tot interactie met die zwaksten en bevordert de inclusie.

Deze tekst roept ons op om niet te verdragen dat anderen geraakt en gekwetst worden of onrecht wordt aangedaan, maar onrecht te bestrijden en zo een alternatieve wereld met een bijzondere plaats voor de zwaksten en kleinsten te bewerkstelligen. We worden opgeroepen om bij elke gelegenheid en in elke omstandigheid een hoopvolle en ver-dragende liefde te verspreiden die zelfs de zwaksten weet op te tillen. Tot het einde toe worden we opgeroepen tot een houding van zachtheid en vergevingsgezindheid, standvastigheid en hoop op groei en verandering ten goede en de voltooiing in de eschatologische toekomst. Een houding van moed om tijd en ruimte te geven tot bekering en inkeer en de liefde steeds toegewijd te zijn. Wanneer we ons door de Geest laten leiden begrijpen we dat de (goddelijke) gaven ons niet geschonken werden tot meerdere glorie van onszelf, maar om het einddoel, wanneer God in alle en allen zal zijn, dichterbij te brengen. Het is de liefde die ons binnen trekt in de intimiteit van de God die zelf de volmaakte Liefde is op een ongehoorde, buitensporige en onnavolgbare manier. Het is deze houding van liefde die ook wij waar te maken hebben in ons eigen leven, uitgaande van die goddelijke liefde die voor ons een bron en kracht, een steun en toeverlaat mag zijn.

Download scriptie (874.58 KB)
Universiteit of Hogeschool
KU Leuven
Thesis jaar
2018
Promotor(en)
prof. Reimund Bieringer