Screening baarmoederhalskanker: barrières doorbreken

Wendy
Speleman
  • Veerle
    Stappers

Screening baarmoederhalskanker: barrières doorbreken

Baarmoederhalskanker is het enige type kanker dat bijna volledig voorkomen kan worden door het toepassen van veilige, simpele en goedkope methodes.  Toch sterft wereldwijd elke twee minuten een vrouw aan deze kanker.  Waarom blijft de deelnemingsgraad voor screening zo laag en hoe kunnen vrouwen overtuigd worden van het belang van screening?

Vrouwen aanzetten tot screening blijft een wereldwijde uitdaging

In 2012 werden wereldwijd 528 duizend nieuwe gevallen van baarmoederhalskanker gediagnosticeerd, dit maakt het de op drie na meest voorkomende kanker bij vrouwen dat jaar.  Een grote meerderheid hiervan, ongeveer 90%, kwam voor in ontwikkelingslanden.  De belangrijkste reden hiervoor is het relatieve gebrek aan effectieve preventie en georganiseerde screeningprogramma’s voor vroegtijdige opsporing en behandeling.  Screening of vroegopsporing betekent dat men op zoek gaat naar voorstadia, risicofactoren of een aandoening bij een doelgroep die zich niet ziek voelt en ook geen symptomen vertoont.  Zonder deze interventies wordt baarmoederhalskanker meestal alleen ontdekt wanneer het zich reeds in een vergevorderd stadium bevindt, zodat het te laat is voor een effectieve behandeling.  Toch ziet men dat in landen waar de gezondheidszorg reeds goed op punt staat, zoals bijvoorbeeld in België, de deelnemingsgraad voor screening nog steeds laag blijft.

Vlaams bevolkingsonderzoek

In juni 2013 is de Vlaamse overheid gestart met het bevolkingsonderzoek naar baarmoederhalskanker.  Daarbij wordt de aanbeveling gevolgd van de Wereldgezondheidsorganisatie en de Europese Unie om vrouwen van 25 tot en met 64 jaar om de drie jaar te laten screenen door middel van een baarmoederhalsuitstrijkje.  In het Bevolkingsonderzoek streeft men ernaar dat minstens 65% van de vrouwen binnen de doelgroep, tenminste één keer om de drie jaar een uitstrijkje laat nemen.  Uit onderzoek blijkt dat in België de deelnemingsgraad echter maar 62% bedraagt, en dat deze de laatste vijftien jaar stabiel is gebleven.

Barrières

Met het oog op het schrijven van de bachelorproef werd een literatuurstudie uitgevoerd betreffende cervixkanker, met de nadruk op de barrières die vrouwen ervaren omtrent het laten afnemen van een uitstrijkje.  Daaruit bleek dat de voornaamste reden tot het niet deelnemen aan screening is dat vrouwen onvoldoende geïnformeerd zijn als het op vroegopsporing aankomt.

Een ander opmerkelijk feit is dat vrouwen wel een positieve houding hebben ten opzichte van screening en dat ze wel van plan zijn om deel te nemen.  Doch komen ze er niet toe, enerzijds door nonchalance, anderzijds door het simpelweg te vergeten.

Schaamte werd ook een aantal keer genoemd als reden om niet over te gaan tot het laten afnemen van een uitstrijkje.  Deze bevindingen kunnen worden toegedragen aan godsdienstige en socio-culturele factoren.  Vrouwen ervaren het tonen van hun lichaam als taboe en het is niet in overeenstemming met hun overtuigingen en traditionele waarden.

Verder onderzoek toont aan dat er een correlatie is tussen het niet deelnemen aan screening en een hogere leeftijd.  Dit wil zeggen dat er meer kans is dat vrouwen vanaf de leeftijd van 55 jaar besloten hebben om niet deel te nemen.  In België zien we ook dat dit de groep dames is die uitvalt voor screening.  Er bestaan echter ook studies die deze bevindingen tegenspreken.  De verklaring hiervoor zou kunnen zijn dat jongere vrouwen voltijds werken en vrijaf moeten nemen voor een consultatie, in vergelijking met oudere vrouwen die meer flexibel met hun tijd kunnen omspringen.

Tot slot zijn er nog een reeks barrières die we benoemen als structurele factoren.  Ten eerste is er het kostenplaatje.  Dit omvat de kostprijs van raadpleging bij de specialisten alsook de onzekerheid omtrent de mogelijke verdere kosten indien er iets afwijkend gevonden wordt.  Zelfs als het afnemen van een uitstrijkje kosteloos zou gebeuren, zouden de indirecte kosten (zoals vervoer, tijd en kinderopvang) een impact hebben op personen met een laag inkomen.  Verder kwam tijdsgebrek aan bod, lange wachttijden en de moeilijkheid om een afspraak te bekomen.

Visueel hulpmiddel

Het onderwerp voor de bachelorproef werd aangereikt door het Centrum voor Kankeropsporing (CvKO).  Na overleg met het CvKO werd duidelijk dat we een visueel hulpmiddel zouden maken dat er toe zou kunnen bijdragen de drempel tot participatie aan screening te verlagen.  Er werd eveneens overeengekomen dat de informatiefilm enerzijds uit het onderzoek zelf zou bestaan en anderzijds uit getuigenissen.  Aan de hand van de resultaten van het literatuuronderzoek werd vervolgens een scenario opgesteld.  Er werd een oproep gedaan via sociale media en amateurtoneelgezelschappen om dames te vinden die bereid waren te acteren in de film.  Reeds van bij het begin stond Professor Dokter Weyers, hoofd van de Vrouwenkliniek van UZ Gent achter ons project en was hij ook bereid om mee te werken aan de film.

Op die manier wordt een zeer realistisch beeld geschetst van het onderzoek en kunnen vrouwen zich herkennen in de getuigenissen, wat een positieve invloed kan hebben op het screeningsgedrag.

Relevantie voor de praktijk

Na overleg omtrent onze ervaringen en het uiteindelijke resultaat, besliste het Centrum voor Kankeropsporing dat de film inhoudelijk zeer waardevol is voor de praktijk en in overeenstemming met de informatie die verspreid wordt door het Vlaams Bevolkingsonderzoek Baarmoederhalskanker.  Het samenwerkingsverband wordt bijgevolg doorgetrokken en de video zal voor het publiek beschikbaar gesteld worden op de website van het Vlaams Bevolkingsonderzoek Baarmoederhalskanker (www.bevolkingsonderzoek.be).

Op deze manier verwachten we een grote doelgroep te bereiken, en hopen we bij te dragen aan een verhoging van de participatiegraad.

De informatiefilm kan bekeken worden via onderstaande QR-code, alsook via de bijgevoegde link.

QR

https://www.youtube.com/watch?v=fczfFIECz0c

 

Conclusie

Vrouwen ervaren veel en vooral uiteenlopende barrières als het op screening naar baarmoederhalskanker aankomt.  Pas wanneer barrières individueel gedefinieerd kunnen worden, en hiermee op een gepersonaliseerde manier aan de slag kan gegaan worden, zullen vrouwen overtuigd raken van het belang van vroegopsporing en op die manier zichzelf bereid zien om deel te nemen aan screening voor baarmoederhalskanker.

 

Veerle Stappers

Wendy Speleman

Bachelor in de Verpleegkunde

Academiejaar 2017- 2018

Download scriptie (706.73 KB)
Universiteit of Hogeschool
Odisee
Thesis jaar
2018
Promotor(en)
Art Vereecke, Sarah Steckel, Mariane De Vriendt, Eliane Kellen
Thema('s)