Nieuws, kinderen, vluchtelingen en een faire democratie?

Emily
Lambert

Hoe beïnvloedt het nieuws kinderen? Wat zijn hier mogelijke gevolgen van voor de democratie? Kan nieuws de mening van kinderen veranderen?

Allemaal relevante vragen, die werden toegepast op een dataset van Duitse kinderen en jongeren (van 6 tot 19 jaar oud), op twee verschillende tijdstippen. Namelijk, maart en september 2016. Het belangrijke topic betrof de vluchtelingencrisis in Duitsland op dat moment. De hamvraag draaide rond faire politieke participatie, wat een voorwaarde is voor een goede democratie. Deze vraag was echter veel te breed en complex om zo te onderzoeken. Er werden dus enkele kleinere vragen onderzocht, die een inzicht konden geven over de grotere vragen.

Eerst en vooral werd vastgesteld dat de attitude tegenover vluchtelingen tussen Maart en September van 2016 enorm gedaald was. Dit wil zeggen dat in Maart Duitse kinderen en jongeren veel positiever dachten over vluchtelingen dan in September. Het leek dat meer nieuwsgebruik hier maar voor een klein deeltje meespeelde en zeker niet het gehele verschil kon verklaren. Blootstelling aan vluchtelingen zorgde in Maart nog voor een positiever gevoel, dit keerde om in een negatief gevoel in September. Erg duidelijk is het niet, maar een ding is zeker, doorheen de tijd daalde de attitude tegenover vluchtelingen sterk, en een klein deel hiervan werd verklaard door nieuws te consumeren.

De attitude van de kinderen en jongeren tegenover vluchtelingen hing samen met de attitude van hun ouders. Deze relatie was sterk, en niet helemaal onverwacht. Alhoewel we van een correlatie niet kunnen zeggen in welke richting het loopt, lijkt het in dit geval waarschijnlijk dat het de ouders zijn die hun kinderen beïnvloeden. Deze bevinding wees erop dat als we de eerder vermelde daling in attitude willen verklaren, we in de toekomst best ook naar de mening van de ouders kijken.

In veel onderzoek wordt er een relatie gevonden tussen SES (dit is sociaaleconomische status; een maat voor hoe goed je het hebt op basis van inkomen en opleiding), en hoeveel nieuwsmedia mensen gebruiken. De relatie gaat als volgt: mensen die het goed hebben en hoogopgeleid zijn (hoge SES), gebruiken veel meer nieuwsmedia en leren er sneller meer van dan mensen die het minder goed hebben en laagopgeleid zijn (lage SES). Dit zorgt vaak voor een verstoring in de balans van de democratie. Democratie vereist namelijk geïnformeerde burgers, met juiste kennis, om goed te werken. Als er door omstandigheden van deze SES een verschil is in hoe mensen informatie krijgen, dan is er een probleem. In deze gegevens, uit Duitsland, werd deze relatie echter niet gevonden, wat verwonderlijk was. Het is wel een positieve indicatie voor de hamvraag van faire politieke participatie.

Er werd ook getest of de kinderen en jongeren in September meer kennis hadden over vluchtelingen dan in Maart. Dit bleek niet zo te zijn. Dit wees erop dat deze kinderen en jongeren later waarschijnlijk ook goed geïnformeerd kunnen meedoen aan de politiek. Er werd wel een verband gevonden tussen meer nieuwsmediagebruik en meer kennis over vluchtelingen. Diegenen die meer nieuwsmedia consumeerden hadden meer kennis over vluchtelingen. Ook leeftijd speelde hier een rol, hoe ouder het kind of de jongere, hoe minder dat de blootstelling aan nieuws meespeelde in het voorspellen van hun kennis. Dit kan misschien zijn omdat oudere kinderen en jongeren dingen sneller onthouden, maar dit weten we niet zeker.

Concluderend kunnen we stellen dat de mening tegenover vluchtelingen daalde in de vergelijking van maart en september, dat nieuwsmedia in Duitsland kinderen en jongeren informeerde over de vluchtelingencrisis en dat meer nieuws gebruiken samenhangt met meer kennis hebben, alhoewel dit afneemt met de leeftijd. Duitse kinderen en jongeren lijken goed te zijn in het halen van kennis uit het nieuws, wat erop wijst dat ze later als volwassenen waarschijnlijk ook de juiste vaardigheden zullen hebben om informatie te verwerven. Dit maakt het waarschijnlijk dat een faire politieke participatie zal bestaan.

Download scriptie (685.09 KB)
Universiteit of Hogeschool
KU Leuven
Thesis jaar
2018
Promotor(en)
Prof. Dr. Sebatian Scherr