Een gevoelige moslimleider in de Renaissanceliteratuur

Lies
Verbaere

Geen idee of u het had, op 22 maart 2016, maar velen hier moeten zich gevoeld hebben zoals vele westerlingen zich in 1529 voelden. Toen stond een echt moslimleger aan de poorten van Wenen, en de bestaande moslimdreiging bleef. Ondanks de symbolische christelijke overwinning in de slag bij Lepanto in 1571. En zo moet ook één van de grote namen van de Italiaanse literatuur, Torquato Tasso (1544-1595), zich gevoeld hebben.

Tasso en zijn Gerusalemme liberata

Tasso schrijft in die periode aan zijn Gerusalemme liberata (Jeruzalem bevrijd; gepubliceerd in 1581, maar hij begint te schrijven in 1565), een episch gedicht over de verovering van Jeruzalem tijdens de eerste kruistocht (1096-1099) door de Europeanen onder leiding van Godfried van Bouillon (1060-1100).

In Tasso’s tijd was Aristoteles net herontdekt: daardoor streefde men eenheid van plaats, tijd en actie na. Dus beperkte Tasso de actie bijna exclusief tot de belegering en inname van Jeruzalem zelf en de moeilijkheden die het kruisleger hierbij ondervond. Maar Tasso wou er geen saai gedicht van maken: hij vond het belangrijk dat zijn publiek genoot van het lezen. Dit betekende echter niet dat Tasso zijn fantasie de vrije loop liet gaan: hij baseerde zich onder andere sterk op historische bronnen zoals het relaas van Willem van Tyrus (ca. 1130-1186).

Godfried en Solimano: leiderschap in de Liberata

En waar komen die moslims uit de titel van dit artikel dan aan te pas? Deze thesis wou Tasso’s behandeling van leiderschap in zijn gedicht onderzoeken. Dit betekent ook het leiderschap van de tegenpartij: de moslims. Dit thema werd onderzocht door Willems geschiedenis naast Tasso’s gedicht te leggen. Zo’n lezing bevestigt grotendeels wat wetenschappers reeds vaststelden, maar kan enkele originele accenten toevoegen.

Tasso’s beschrijving van Godfried van Bouillons leiderschap, die hij in het eerste ‘hoofdstuk’ tot enige leider van de christenen bombardeert, garandeert onder andere de Aristotelische eenheid van het gedicht. Godfried wordt vaak geholpen, zeker indien conflicten binnen het leger opduiken, door engelen die door God gestuurd worden. Het belang van Godfried als garant van de eenheid van het gedicht wordt bevestigd door de lezing van Willems geschiedenis. Zo vertelt deze bijvoorbeeld dat tijdens de belegering van Jeruzalem engelen uit de hemel neerdaalden om samen met de christenen mee te vechten, iets wat alle soldaten konden zien. Tasso transformeert deze episode: in de Liberata ziet enkel Godfried de engelen. Een uitzonderlijke leider!

Plate 11- Illustration to Canto XI, from Torquato Tasso's 'Gerusalemme liberata III' MET DP865129Godfried wordt genezen door zijn bewaarengel

De enige andere leider in de Liberata die zoals Godfried het bovennatuurlijke kan aanvoelen – hoewel hij het niet kan zien – is Solimano, een islamitische sultan. Solimano’s besef van de aanwezigheid van een demon komt niet voor in de historische bronnen, maar de scène volgt wel Vergilius, een beroemde auteur uit de klassieke oudheid. Zowel geschiedenis als literatuur zijn heel belangrijke modellen voor Tasso. De meeste moslimleiders worden negatief afgebeeld in de historische bron, en dit doet Tasso ook. Maar de andere grote leider die belangrijk geworden is in deze thesis is net Solimano.

Want wanneer je enkele scènes met Solimano naast enkele scènes met Goffredo legt, en naast de historische bron van Willem van Tyrus, komt een interessant element naar voor. Tasso blijkt namelijk een plaatsje vrij te houden voor goed leiderschap niet enkel van christen Godfried, maar ook van de vijand van zijn tijd: de moslim. Het positieve element van het personage van Solimano werd al door onderzoekers aangegeven, maar wordt ook in zijn rol als leider bevestigd.

Want waar Solimano van bovenaf op het slagveld waarop hij net verslagen werd neerkijkt, huilt hij wanneer hij zijn strijdmakkers op de brandstapel ziet gooien. Dat terwijl Godfried bij de – in contrast met de verbranding van moslims – plechtige begrafenis van de christelijke ridder Dudone rouwt. Maar daarna denkt Godfried onmiddellijk aan het religieuze – Dudone zal gelukkig in het paradijs terechtkomen – en het praktische – de verovering van Jeruzalem. Ook wanneer Jeruzalem op het punt staat veroverd te worden en Solimano vanop een toren neerkijkt op het slagveld, wordt de moslimleider even stil en denkt hij filosofisch na over de tragedie van leven en dood.

Voor Godfrieds gedachten bij de begrafenis van Dudone vinden we een passage in Willems verhaal die deze kon inspireren, maar bij de passages over Solimano lijkt het erop dat Tasso veel meer origineels aan dit personage toevoegt. Solimano is ook een veel filosofischer personage, want Godfried raakt niet veel verder dan zijn vertrouwen in God en religie. Terwijl het meevoelen van Solimano wel historische wortels heeft – een gevoeligheid die hij deelt met Godfried –, is zijn filosofische kant een innovatie van Tasso zelf.

Hoewel Tasso in het eerste ‘hoofdstuk’ van zijn gedicht de sponsor van zijn werk, graaf Alfonso II d’Este van Ferrara, aanraadt om naar zijn woorden te luisteren en zich ondertussen voor te bereiden om te vechten, en hoewel zijn wereld een moslimdreiging voelt, houdt hij zich dus niet in. Hij durft deze vijand van zijn tijd niet enkel als wreed maar ook – vooral in Solimano’s geval als leider – positief, filosofisch en emotioneel te beschrijven. Iets om over na te denken in de vaak zwart-witte beschrijvingen van onze tijd.

 

 

 

 

Universiteit of Hogeschool
Universiteit Gent
Thesis jaar
2018
Promotor(en)
prof. dr. Teodoro Katinis