Vorming van schooldirecteurs: een merkwaardig spel van vraag en aanbod

Emma
Adriaensen

Vele uitdagingen waarmee onze maatschappij te maken krijgt, schuiven we af op ons onderwijs. We hebben sterke schoolleiders nodig om aan deze uitdagingen tegemoet te komen. Ondanks de opleidingen die de Vlaamse onderwijskoepels voorzien, vertellen onze kranten ons de laatste jaren toch wel wat anders…

Op het eerste zicht lijkt onderwijs een ietwat vreemd thesisonderwerp voor een masterstudente overheidsmanagement en –beleid, maar leiderschap in de publieke sector is een belangrijk aspect binnen de bestuurskunde. Trek dit door naar de problematiek die heden ten dage heerst binnen de wereld van schooldirecteurs en je hebt een recept voor een masterproefonderzoek dat verschillende elementen van onze samenleving omvat: leiderschap, jongeren en de publieke sector. Dat er ook nog eens een doctoraatsonderzoek naar leiderschap in onderwijs loopt aan het Instituut voor de Overheid van de KU Leuven was doorslaggevend voor de start van dit masterproefonderzoek.

Onze maatschappij kent vandaag de dag heel wat uitdagingen, dat moet men de gemiddelde Belg niet meer vertellen. Veel van deze uitdagingen schuiven we af op ons onderwijssysteem dat hierdoor onder druk komt te staan. Het krijgt te maken met stijgende leerlingenaantallen en diversiteit, maar ook intern verandert er veel met het M-decreet, groeiende scholengemeenschappen met meer verantwoordelijkheden, en de toenemende controle op onderwijskwaliteit, om maar enkele voorbeelden te geven. We hebben goede schoolleiders nodig die hun schouders onder deze uitdagingen kunnen en willen zetten, ware het niet dat er in 2017 en 2018 wel eens krantenkoppen verschenen als ‘Schooldirecteurs haken al na twee jaar af’ (De Tijd, 8.8.2017), of ‘Schooldirecteur geen zwaar beroep? Daar til ik zwaar aan.’ (De Morgen, 27.5.2018).

Maar waarom haken schooldirecties snel af? Hoe kunnen we dit vroeg afhaken voorkomen? In hoeverre kunnen en/of moeten we schoolleiders bijstaan in het beantwoorden van de uitdagingen waar het onderwijs voor staat? Dit zijn deels politieke en maatschappelijke vragen die een wetenschappelijk masterproefonderzoek niet kan beantwoorden. Wel kan dit onderzoek een aanzet geven om die vragen te kunnen beantwoorden, of beter gezegd: om mogelijke antwoorden op deze vragen te kunnen onderbouwen.

Professionele ontwikkelingsactiviteiten door de onderwijskoepels

In Vlaanderen verzorgen pedagogische begeleidingsdiensten van de onderwijskoepels opleidingen en andere ontwikkelingsmogelijkheden voor onderwijspersoneel. Tabel 1 geeft een overzicht van directeursopleidingen voor secundaire schooldirecteurs die worden aangeboden door Katholiek Onderwijs Vlaanderen (KOV), het Gemeenschapsonderwijs (GO!), Onderwijsgemeenschap van Vlaamse Steden en Gemeenten (OVSG), Provinciaal Onderwijs Vlaanderen (POV), Federatie Steinerscholen en het Vlaams Onderwijs Overleg Platform (VOOP). Naast opleidingen voor startende directies organiseren de koepels ook andere ontwikkelingsmogelijkheden, evenzeer voor meer ervaren schooldirecteurs.

Tabel 1: Overzicht inrichting directeursopleidingen Vlaamse onderwijskoepels

Uit interviews met medewerkers van de pedagogische begeleidingsdiensten blijkt dat ze deze opleidingen inrichten en organiseren op basis van feedback die betrokkenen bij de activiteiten geven, op basis van wetenschappelijk onderzoek over opleiden en bijscholen van directies, en op basis van instructies die de diensten hierrond krijgen bijvoorbeeld via decreten.

Vraag vs. aanbod

In interviews gaven de medewerkers van de betrokken pedagogische begeleidingsdiensten een inzicht in de inhouden die ze aanbieden en welke leeractiviteiten (dus op welke manier de inhouden worden aangeboden) ze hanteren. Daarnaast werden schooldirecties gevraagd naar inhouden waarover ze ontwikkelingsactiviteiten wensen of waar ze die missen, en naar de manier waarop ze hun kennen en kunnen liefst uitbreiden. De antwoorden van alle respondenten, dus de aangegeven inhouden en leeractiviteiten, werden in twee schoolleiderschapsmodellen geplaatst: het Leadership for Learning Model van Murphy, Elliot, Goldring en Porter (2007) en ook het model van Kelchtermans en Piot (2010).

In de eerste kolom van Tabel 2 staat een opsomming van de verschillende categorieën van de twee schoolleiderschapsmodellen. De kolom opleidingsinhouden geeft aan de hand van een plusje weer dat pedagogische begeleidingsdiensten inhouden uit deze categorie opnemen in hun aanbod, een dubbele plus betekent dat inhouden in deze categorie zeer sterk benadrukt werden. De plusjes onder opleidingsnoden hebben een gelijke betekenis: een enkele plus wil zeggen dat de directies een nood ervaren in deze categorie, een dubbele plus betekent dat de directies in deze categorie sterker benadrukten opleiding en begeleiding te missen.

Tabel 2: Vraag en aanbod opleidingsinhouden in schoolleiderschapsmodellen

Bij de vergelijking van vraag door directies en aanbod door de koepels, komt dit onderzoek tot een merkwaardige conclusie. In Tabel 2 te zien, zijn de opleidingsinhouden die de koepels voorzien en de noden die directies ervaren naar inhouden grotendeels in dezelfde categorieën terug te vinden. De meest aangehaalde categorieën betreffen inhouden als veiligheidsbeleid, schoolorganisatie, relaties met externen/ouders, wetgeving, financieel management, participatief beleid en communicatieve vaardigheden.

Daarnaast komt het aanbod van de koepels ook wat betreft leeractiviteiten sterk overeen met de voorkeuren van de bevraagde directies. Hier ligt de nadruk vooral op intervisie- en netwerkmogelijkheden, meer persoonlijke begeleiding of een coach, praktijkgerichte sessies en jobshadowing. Deze conclusie wekt de vraag waarom directies aangeven in sommige domeinen een nood te ervaren gezien het aanbod klaarblijkelijk sterk overeenstemt met de vraag en dat zowel voor opleidingsinhoud als –activiteiten.

En wat nu?

Gegeven de overeenstemming tussen vraag en aanbod, alsook het onderbouwen van de inrichting van de directeursopleidingen aan de hand van feedback, wetenschappelijk onderzoek en instructies, is het merkwaardig dat de vraag naar en zelfs nood aan professionele ontwikkeling bij schooldirecties blijft bestaan. Ze blijft zelfs in die mate bestaan dat directies in sommige domeinen bijna radeloos tegenover de uitdagingen in het onderwijs staan.

Dit onderzoek hoopt een hulp te zijn voor de pedagogische begeleidingsdiensten van de onderwijskoepels in het eventuele bijsturen en hervormen van hun aanbod. Maar het hoopt ook een aanzet te zijn voor verder onderzoek naar het vroege afhaken van Vlaamse schooldirecteurs. Waarom gebeurt dit? Waarom blijft de vraag bestaan? Wat zijn hiervoor specifieke redenen? Hangt dit sterk samen met de opleidingen en professionele ontwikkeling die ze al dan niet volgden? Kan het wegwerken van deze contradictie van gelijke vraag en aanbod waar de vraag toch blijft bestaan, het vroeg afhaken van directies voorkomen? Hoe zit het met lager onderwijs? En hoger onderwijs? Dit zijn belangrijke vragen die een antwoord nodig hebben omdat schoolleiders een aanzienlijke invloed hebben op de prestaties van de leerlingen in hun scholen. Zij werken mee aan de generaties van morgen.

 

 

 

Download scriptie (2.42 MB)
Universiteit of Hogeschool
KU Leuven
Thesis jaar
2018
Promotor(en)
Prof. Dr. Annie Hondeghem
Thema('s)