Is de familiale verzekering nog up-to-date?

Cédric
Vaes

Biedt de huidige wettelijke regeling en polispraktijk inzake de aansprakelijkheidsverzekering privéleven voldoende bescherming voor ‘nieuwe gezinssamenstellingen/ gezinssituaties’ en ‘nieuwe risico’s’ in het privéleven?”. Ik hoor u al denken, waarom deze vraag? Wel, vandaag de dag heeft in België 85 tot 90% van de gezinnen een familiale verzekering afgesloten, wat goed is voor 4,05 miljoen familiale verzekeringscontracten.[1] De minimumvoorwaarden waaraan deze verzekering moet voldoen zijn vastgelegd bij Koninklijk Besluit op 12 januari 1984, dus meer dan 30 jaar geleden. Om even te kaderen, in datzelfde jaar kon men voor het eerst een Apple-computer kopen. Destijds was er zelfs enkel nog maar sprake van een huwelijk als wettelijke samenlevingsvorm. Vandaar de verantwoording voor de onderzochte onderzoeksvraag. Deze masterproef toetst of de familiale verzekering, gebaseerd op de minimumvoorwaarden zoals uiteengezet in het KB van 1984, voldoende waarborgen voorziet voor hedendaagse nieuwe ‘gezinssamenstellingen/gezinssituaties’ en ‘nieuwe risico’s’, zoals o.a. drones, elektrische fietsen en deeleconomie. 

 

Nieuwe gezinssamenstelling en gezinssituaties

 

‘Het gezin’ is vandaag de dag in vele gevallen niet meer het klassieke plaatje met vader en moeder die gehuwd zijn en samenwonen met hun biologische of geadopteerde kinderen. Men denkt aan nieuw samengestelde gezinnen, voorafgegaan door een scheiding, een einde aan het (wettelijk) samenwonen of een overlijden van één van de partners. Zijn de kinderen en de ‘verlaten’ partner nog (voldoende) beschermd wanneer er zich een echtscheiding voordoet? Daarnaast kan het gaan om situaties waarin grootouders terug bij hun kinderen inwonen, wanneer de vriendin van zoonlief bij het gezin komt inwonen of wanneer een stel vrienden gaan samenwonen. In dergelijke gevallen kan men zich afvragen of er nog sprake is van ‘een gezin’ met de bijhorende vraag of hiervoor ook dekking genoten kan worden binnen de familiale verzekering? De conclusie hieromtrent is de volgende: daar het KB met minimumvoorwaarden gedateerd is, voorziet ze toch in een stevige basis als bescherming. Er werd stilgestaan bij de drie wettelijke samenlevingsvormen: het huwelijk, het wettelijk samenwonen en het feitelijk samenwonen. Voor het huwelijk kan verwezen worden naar het KB dat de verzekeringnemer en zijn echtgenoot als verzekerden beschouwd.[2] Voor wettelijke en feitelijke samenwoning kan ook bescherming gevonden worden in de familiale verzekering, gebruikmakend van het begrip ‘inwonende’ en het criterium ‘in gezinsverband samenleven’.[3] Wanneer iemand als inwonende wordt beschouwd en dus met de verzekeringnemer in gezinsverband samenleeft, zal er bescherming genoten worden binnen de familiale verzekering. De invulling hiervan is uitgewerkt door de verzekeringspraktijk. Op deze manier zullen de twee andere samenlevingsvormen dekking vinden binnen de familiale verzekering. Zolang er met de verzekeringnemer in gezinsverband wordt samengeleefd, kunnen meerdere personen beschouwd worden als inwonenden. Hierbij kan dus gedacht worden aan kinderen, familieleden, vrienden, grootouders, …, wat kan leiden tot verschillende gezinssamenstellingen en gezinssituaties, zoals hierboven aangehaald. Als gevolg hiervan kan op het eerste deel van de onderzoeksvraag geantwoord worden dat op basis van de huidige wettelijke regeling en polispraktijk voldoende bescherming genoten kan worden voor ‘nieuwe gezinssamenstellingen en gezinssituaties’.

 

Nieuwe risico’s

 

Daarnaast is er gekozen om hetzelfde te onderzoeken voor drie ‘nieuwe risico’s’: drones, elektrische fietsen en deeleconomie.

Voor schade veroorzaakt door drones kan besloten worden dat de huidige wetgeving en polispraktijk voldoende bescherming verlenen voor het niet-commercieel gebruik van drones. Het commercieel gebruik van drones wordt niet gedekt aangezien dit buiten het toepassingsgebied van de familiale verzekering valt, welke enkel schade veroorzaakt in het privéleven dekt. Daaruit volgt dat alle schade veroorzaakt door drones die doorgaans in de handel te verkrijgen zijn en door een verzekerde in zijn privéleven gebruikt worden over het algemeen gedekt is. Het zijn enkel de gesofisticeerde drones die bestemd zijn voor professioneel gebruik die niet beschermd worden door de familiale verzekering. Bijkomend dient er wel rekening gehouden te worden met enkele wettelijke voorwaarden uitgewerkt door de verzekeringspraktijk. Deze zijn strenger dan in Nederland en zouden, mijns inziens, wat versoepelt mogen worden.

Om uit te maken of schade veroorzaakt bij het gebruik van een elektrische fiets gedekt wordt binnen de familiale verzekering, is het belangrijk na te gaan of deze autonoom kan rijden of niet. Zo wordt er, op enkele uitzonderingen na, geen dekking verleend voor elektrische fietsen die zich autonoom kunnen voortbewegen. Deze dienen verplicht verzekerd te worden door een WAM-verzekering. Daarnaast voorziet, vandaag de dag, de familiale verzekering dekking voor bestuurders van alle andere elektrische fietsen wanneer deze niet autonoom rijden. 

Voor de deeleconomie is het antwoord wat moeilijker te formuleren. De deeleconomie gaat over het ter beschikking stellen van goederen (bv. iets uitlenen) en het aanbieden van diensten (bv. klusjes uitvoeren). Het is een ruim concept waardoor de zoektocht naar de juiste juridische kwalificaties enige inspanning vergt. Bij het ter beschikking stellen van goederen is het moeilijk uit te maken of het gaat om contractuele of buitencontractuele verbintenissen, daar de familiale verzekering enkel in uitzonderlijke gevallen dekking verleent voor contractuele aansprakelijkheid. Daarnaast bestaat er bij het aanbieden van diensten geen eenduidigheid omtrent de vraag of deze handelingen gesteld worden in het privéleven of een professioneel karakter hebben. Aangezien het fenomeen van de deeleconomie nog groeiende is, kan er besloten worden dat onder de huidige regelgeving en verzekeringspraktijk in België nog onvoldoende voorzien wordt in bescherming. De deeleconomie zit in een transitiefase, wanneer in de toekomst de deeleconomie is doorgedrongen bij het brede publiek en de wetgeving en praktijk de tijd hebben gekregen om zich hieraan aan te passen, zal de familiale verzekering mijns inziens wel in voldoende bescherming kunnen voorzien. 

 

Het verdict.

 

Finaal kan er gesteld worden dat op basis van de huidige wettelijke regelgeving en polispraktijk inzake de familiale verzekering voldoende bescherming genoten kan worden voor ‘nieuwe gezinssamenstellingen/gezinssituaties’ en ‘nieuwe risico’s’ in het privéleven. Toch zal de verzekeringspraktijk en wetgeving in de toekomst moeten blijven evolueren om voldoende bescherming te kunnen bieden aan onze snel veranderende maatschappij. Het is daarom aangewezen de polisvoorwaarden erop na te lezen aangezien deze kunnen verschillen afhankelijk van verzekeringsmaatschappij tot verzekeringsmaatschappij. Zo weet men wanneer er bescherming genoten kan worden binnen de familiale verzekering en wanneer niet. 

 

Cédric Vaes

 

[1]De familiale verzekering is een aansprakelijkheidsverzekering die dekking verleent voor de aansprakelijkheid welke de verzekerde en zijn gezin kunnen oplopen in het privéleven, krachtens de artikelen 1382 tot en met 1386bis van het Burgerlijk Wetboek en gelijkaardige bepalingen van buitenlands recht.Kortom een verzekering die bescherming verleent voor een buitencontractuele fout.

[2]Art. 3, 1° KB 12 januari 1984.

[3]Art. 3, 2° KB 12 januari 1984.

Download scriptie (4.26 MB)
Universiteit of Hogeschool
KU Leuven
Thesis jaar
2018
Promotor(en)
Prof. dr. C. VAN SCHOUBROECK