De Vlaamse Technische Kring: vorming van een Vlaamse, katholieke elite? (1920-1970)

Arne
Dolhain

Deze masterproef bestudeert het verleden van de Vlaamse Technische Kring (VTK). Er was nog maar weinig onderzoek verricht naar het perspectief van ingenieursstudenten, met name hoe zij hun toekomstige rol in de samenleving beschouwden. Bovendien was er nauwelijks iets bekend over de ontstaansgeschiedenis van de VTK en hoe deze kring doorheen de twintigste eeuw tot één van de grootste faculteitskringen aan de KU Leuven evolueerde. In deze studie wordt er meer bepaald gefocust op de (dis)continuïteiten in de werking en doelstellingen van de ingenieurskring (vanaf haar ontstaan in november 1920 tot aan het begin van de jaren 1970) en hoe de leden hun latere rol in de samenleving waarnamen.

Carrièrevorming als hoofddoel?

”Launch your career!”

De slogan waarmee de Vlaamse Technische Kring van Leuven dit jaar (2018) reclame maakte voor zijn jaarlijkse Jobfair: een toekomstgericht evenement waar studenten burgerlijk ingenieur en burgerlijk ingenieurarchitect een dag lang kennis konden maken met 145 bedrijven en er terecht konden met hun vragen over de toekomst van het ingenieursberoep. Boven de slogan stond een gelanceerde raket afgebeeld: beeldspraak waarmee de VTK de hoge vlucht symboliseerde die de studenten zouden nemen wanneer ze op het evenement aanwezig zouden zijn. De Jobfair geeft aan dat de hedendaagse ingenieursstudenten actief bezig zijn met hun toekomstige carrière. Toch was carrièrevorming niet altijd het (hoofd)doel doorheen de geschiedenis van het ingenieursberoep. Dat blijkt ook uit de ontstaansmotieven van de stichters van de Vlaamse Technische Kring.

image

Een jaar na het einde van de Eerste Wereldoorlog ontstond er onder een aantal Leuvense ingenieursstudenten de idee om een Vlaamse ingenieurskring op te richten. Dit op een moment dat de onderwijstaal aan de Leuvense universiteit hoofdzakelijk Frans was en de Vlaamse studenten geradicaliseerd waren. In november 1920 werd de Technische Kring officieel gesticht en bestond ze uit een beperkte groep van Vlaamse, mannelijke ingenieursstudenten. De oprichting van de kring had tot doel om ervoor te zorgen dat de studenten hun technische vorming ook in de eigen moedertaal konden genieten, zodat zij beter voorbereid zouden zijn om in de industrie met Vlaamse technici en arbeiders om te gaan. Enerzijds voorzag de kring een aanvullende technische vorming aan haar leden en anderzijds werd de sociale rol van de ingenieurs besproken. De aandacht voor sociale kwesties bleef een belangrijke constante binnen de kring, waarbij de leden hun sociale rol vanuit de katholieke sociale leer benaderden.

Uit het beperkte bronnenmateriaal van de eerste decennia van de kring kan worden opgemaakt dat de leden van de ingenieurskring vanaf het midden van de jaren 1930 zich voorbereidden op hun latere rol in de samenleving, waarbij zij zich dienden in te zetten voor de verheffing van het Vlaamse volk. Deze gedachte werd later ook gekoppeld aan de idee dat zij de leidende posities in de samenleving moesten innemen. Vanuit deze posities wilden zij de Vlaamse emancipatiestrijd ondersteunen. De leden kregen zo tot aan de Tweede Wereldoorlog vanuit verschillende hoeken (professoren, verbonden ingenieursverenigingen) vaak eenzelfde roeping voorgespiegeld: de vorming van een nieuw leidend Vlaams ingenieurskorps, dat tevens een sociaal christelijk geïnspireerde opdracht moest vervullen.

Opvallend is dat na de Tweede Wereldoorlog herinnering een belangrijke rol speelde. De ingenieursstudenten werden telkens opnieuw door professoren en presides herinnerd aan de vooroorlogse taalsituatie en de verantwoordelijkheid ten opzichte van het verleden om hen te attenderen op hun latere rol in de samenleving, waarbij ze hun technische bagage ten dienste moesten stellen van het Vlaamse volk. Verder ontstond er aan het begin van de jaren 1950 ook een Europees bewustzijn onder de Vlaamse ingenieursstudenten, waarbij ze zich geroepen voelden om later als toekomstige ingenieurs ervoor te zorgen dat het Europese continent de leidinggevende plaats in de wereld bleef behouden. Daarnaast was er een enorme toewijding van de leden aan de beginselen van de katholieke universiteit.

Uitbreiding en contestatie

Vanaf het midden van de jaren 1950 nam de VTK een belangrijkere plaats in binnen het studentenleven en reageerde het op het stijgend aantal ingenieursstudenten door haar activiteiten, functies en dienstverlening uit te breiden. Vanaf 1957 nam de kring bovendien het statuut van een vzw aan en kon het over een eigen studentenhuis beschikken. Dit was enkel mogelijk door de financiële inbreng van de alumnikring UILv, met als gevolg dat deze een grotere invloed uitoefende op de ingenieurskring en de leden op hun katholieke verantwoordelijkheden kon wijzen

Ondanks de grote toename van studenten vanaf het einde van de jaren 1950 en begin jaren 1960 – waardoor het elitaire karakter van het studentenleven teloor ging en een deel van deze studenten zich niet meer als de ’leiders van morgen’ ging beschouwen – zetten de besturen van de VTK de roepinggedachte aan het begin van de jaren 1960 nog steeds verder. Zo vond preses Claeys in het academiejaar 1960-61 dat de taak van de faculteitskring erin moest bestaan om in te staan voor de persoonlijke ontwikkeling van de ingenieursstudenten. Zij moesten zich volgens hem voorbereiden op hun latere rol als ’cultuurdragers’ door het culturele niveau van de Vlamingen te verhogen. Om deze doelstelling te bereiken, organiseerde de faculteitskring diverse activiteiten. De lage opkomst op de verschillende ’ontplooiingsactiviteiten’ toont echter wel aan dat niet elke ingenieursstudent de roepinggedachte serieus nam. Vanaf het academiejaar 1962-63 (wanneer de VTK was uitgegroeid tot een massakring) stelden de opeenvolgende besturen zich ook tot doel om een leidende positie binnen de Leuvense studentenwereld in te nemen. Tevens werden de faciliteiten (cursussen en stages) die de ingenieurskring naast de culturele activiteiten aanbood stilaan de belangrijkste bezigheden van de kring.

Vanaf het midden van de jaren 1960 eiste de Leuvense overhevelingkwestie de aandacht van de besturen van de VTK op. Via weekbladen werden de ingenieursstudenten opgeroepen om deel te nemen aan de verschillende betogingen. Een deel van de ingenieursstudenten ging vanaf het academiejaar 1969-1970 mee in de antiautoritaire, nieuw-linkse koers waarbij het via contestatie de omvorming van de ’elite-universiteit’ tot een ’volksuniversiteit’ trachtte te bewerkstelligen.

De enorme evolutie die de Vlaamse Technische Kring heeft doorgemaakt, toont o.a. aan dat de opeenvolgende generaties ingenieursstudenten hun rol doorheen de tijd anders invulden... en zullen invullen.

image

Download scriptie (1.75 MB)
Universiteit of Hogeschool
KU Leuven
Thesis jaar
2018
Promotor(en)
Prof. dr. Martin Kohlrausch
Thema('s)