De psychiatrische patiënt aan het stuur van zijn behandeling.

Stefaan
Baeten

Samen kiezen in de zorg: een nieuw patiëntenrecht?

De patiënt aan het stuur van de behandeling

Elke dag maken we keuzes, zowel op basis van informatie als op basis van onze eigen ervaringen en voorkeuren. Samen kiezen in de zorg, ook wel gezamenlijke besluitvorming of shared decision making genoemd, is een nieuw overlegmodel waarbij het maken van keuzes centraal staat. Hulpverlener en patiënt maken samen een keuze, niet alleen op basis van de wetenschappelijke kennis van de hulpverlener, maar ook op basis van de ervaringskennis, de waarden en voorkeuren van de patiënt en zijn omgeving. Er is nood aan een nieuw patiëntenrecht om deze keuzebegeleiding en keuze-informatie te garanderen.

Het belang van keuzes in de zorg

Onze medische kennis is voortdurend in ontwikkeling. Dankzij deze medische vooruitgang zijn er vandaag voor  psychische problemen meerdere behandelingen mogelijk. Er is niet langer sprake van één behandeling die in alle omstandigheden de beste keuze is. Zo kan een ernstige depressie zowel behandeld worden via medicatie, psychotherapie, sociale ondersteuning of een combinatie hiervan. De behandeling kan aan huis, via de huisarts, in een centrum voor geestelijke gezondheidszorg, via daghospitalisatie of via opname in een psychiatrische afdeling van een algemeen of een psychiatrisch ziekenhuis. Elk van die behandelmogelijkheden heeft voordelen, nadelen en risico’s. De keuze voor een bepaalde behandeling mag niet alleen bepaald worden door de wetenschappelijke inzichten van de hulpverlener. De voorkeur van de patiënt en zijn omgeving spelen eveneens een belangrijke rol in de keuze voor een bepaalde behandeling. Patiënten verwachten vandaag meer dan enkel informatie. Ze verwachten ook echte betrokkenheid bij het maken van de voor hen relevante keuzes.

Gezamenlijke besluitvorming: een nieuw overlegmodel

Gezamenlijke besluitvorming vertrekt vanuit de relatie tussen hulpverlener en patiënt waarbij zowel ‘informatie’ als ‘gedeelde besluitvorming’ centraal staan. Dit nieuwe overlegmodel houdt het midden tussen twee andere vormen van besluitvorming bij medische behandelingen. In het ‘oude’ paternalistische model kiest de arts in de plaats van de patiënt. Als deskundige weet de arts wat best is voor zijn patiënt. In een consumentenmodel geeft de arts informatie vanuit zijn expertise. De volle verantwoordelijkheid voor de keuze ligt bij de patiënt. Bij gezamenlijke besluitvorming is er sprake van ‘twee experten’, waarbij de patiënt gezien wordt als ervaringsdeskundige. Dit nieuwe overlegmodel, ontwikkeld bij de behandeling van personen met kanker, wordt ondertussen met succes toegepast bij de behandeling van personen met psychische problemen.

Aan het stuur van de eigen behandeling

Psychiatrisch patiënten willen net als alle andere patiënten betrokken worden bij behandelkeuzes. Een sterkere betrokkenheid en een betere inschatting van de voor- en nadelen leidt tot een sterker gevoel van ‘eigen regie’ en dus tot hogere tevredenheid. Niet de hulpverlener maar de patiënt zit aan het stuur van zijn behandelkeuzes.

Gezamenlijke besluitvorming kan enkel slagen indien de keuzevaardigheid van patiënten ondersteund en begeleid wordt en indien hulpverleners beschikken over de nodige gespreksvaardigheid. Deze benadering sluit nauw aan bij een nieuwe visie op lichamelijke, psychische of sociale beperkingen. Alle burgers, ook personen met psychische beperkingen, willen participeren in belangrijke beslissingen en zo sturing geven aan hun leven.

De huidige Wet Patiëntenrechten

Vandaag heeft elke patiënt recht op geïnformeerde toestemming (informed consent) voor elke behandeling. Volgens de Wet Patiëntenrechten heeft die informatie niet enkel betrekking op het doel en de financiële gevolgen van de behandeling, maar ook op de risico’s van de mogelijke behandelingsalternatieven. De hulpverlener die deze informatie niet of niet correct geeft, kan hiervoor aansprakelijk gesteld worden als de patiënt schade lijdt.

Vergelijkend onderzoek

Uit een vergelijkend onderzoek tussen Belgische, Franse en Nederlandse wetgeving en rechtspraak blijkt duidelijk dat het recht op geïnformeerde toestemming niet meer voldoet. Het richt zich te eenzijdig op de vraag naar de toestemming en te weinig op de noodzaak van keuze-informatie. De huidige patiëntenwet sluit bovendien personen met ernstige psychische problemen uit indien de behandelaar van oordeel is dat ze feitelijk ‘wilsonbekwaam’ zijn. Nochtans blijkt die patiënt meestal wel bekwaam te zijn om keuzes te maken wanneer hij de nodige ondersteuning van familie en omgeving krijgt en een gepaste begeleiding door de behandelaar.

Wat als het fout gaat?

Als de behandelaar vandaag het recht op geïnformeerde toestemming schaadt, leidt dit uiterst zelden tot een gepaste schadevergoeding. De patiënt moet niet alleen bewijzen dat de behandelaar een fout heeft gemaakt, hij moet ook bewijzen dat hij een andere keuze zou gemaakt hebben indien hij wel correcte informatie had gekregen. Deze bewijsvoering blijkt in de praktijk quasi onmogelijk.

Gezamenlijke besluitvorming als nieuw patiëntenrecht

We stellen daarom voor om gezamenlijke besluitvorming als een nieuw patiëntenrecht te formuleren. Deze gezamenlijke besluitvorming treedt niet in de plaats van geïnformeerde toestemming, ze gaat eraan vooraf. Elke patiënt heeft het recht op alle relevante keuze-informatie en ondersteuning. Gezamenlijke besluitvorming op deze manier inschuiven in de bestaande Wet Patiëntenrechten is geen revolutie, maar wel een evolutie die recht doet aan het groeiende belang van keuze-informatie. Het respect voor de autonome keuze van de patiënt is een basiswaarde. Het waarborgt dat ook de patiënt met een psychische kwetsbaarheid zijn behandelkeuzes stuurt.

Download scriptie (1009.55 KB)
Universiteit of Hogeschool
KU Leuven
Thesis jaar
2018
Promotor(en)
Johan PUT