Door de ogen van Chinese vrouwen in Vlaanderen: Werk of familie, of allebei?

Melissa
Mortier

Het is half elf in de voormiddag wanneer ik aanklop aan de achterdeur van een kleine studio in de omgeving van Leuven. Een jonge Chinese vrouw, gekleed in een pluizige roze pyjama, doet voor me open. Ze maakt plaats zodat ik binnen kan komen. De studio lijkt net groot genoeg voor twee personen, zij en haar man. Die laatste is bezig met een doctoraat en is op dat moment niet thuis. Zij daarentegen, is zo goed als altijd thuis. Een jaar geleden gaf ze immers haar werk als lerares in China op om haar man in Vlaanderen te vergezellen. Zonder werkvergunning lukt het haar niet om in België aan de slag te gaan. Toch probeert ze haar tijd in het buitenland goed te gebruiken. Ze volgt Engelse les en zorgt voor haar man, die dankzij haar komst veel gelukkiger is. Dit neemt echter haar twijfels niet weg: Is ze tijd aan het verspillen? Is haar bijdrage voldoende waardevol?

De werk-familie combinatie

In zekere zin kennen we het probleem. Ook in eigen land is het vaak niet eenvoudig om werk en familie op ideale wijze te combineren. Het traditionele model van de man als kostwinner en de vrouw als hoofd van het huishouden onderging in de voorbije decennia heel wat verandering. In de jaren 70 van de vorige eeuw begaven westerse vrouwen zich immers massaal op de arbeidsmarkt. Er ontstond een vraag naar tijdelijk en deeltijds werk om werk en gezin combineerbaar te houden. Dat deze combinatie tot op de dag van vandaag niet evident is, vertaalt zich in talrijke onderzoeken naar de werk-familie-interface. Het meest besproken thema daarin is “werk-familie-conflict”, wat betekent dat de rol van een individu op het werk en de rol van dit individu binnen de familie in zekere mate onverenigbaar zijn. Beeld u bijvoorbeeld in dat u door overuren op het werk amper nog tijd met uw familie kan doorbrengen, of dat u door de zorg voor een ziek kind tijdelijk niet op uw werk aanwezig kan zijn.

De resultaten van dergelijk onderzoek mogen we echter niet veralgemenen over landen en culturen heen. De betekenis van werk is bijvoorbeeld niet noodzakelijk voor iedereen gelijk. Een Amerikaan zou werk eerder als een vorm van zelfrealisatie zien, de reflectie van persoonlijke ambitie. Wanneer men familie opoffert ten voordele van werk, kan dit door de familieleden als egoïstisch ervaren worden. In China daarentegen wordt werk eerder gezien als iets dat men net doet voor het welzijn van de familie. Chinezen zullen het daarom gemakkelijker aanvaarden wanneer een familielid werk voorop zet. Dit en vele andere verschillen maken het noodzakelijk om werk en familie in hun eigen land, eigen cultuur en eigen context te bestuderen. Tot zo ver was de bestaande literatuur wel mee, maar wat nu met mensen die eigen land tijdelijk of permanent verlaten? Ik heb het hier dan over expats en migranten, geen onbekend fenomeen in onze hedendaagse maatschappij. Hoe gaan zij om met het combineren van werk en familie in een ander land? Ik ga het na bij negen Chinese vrouwen in Vlaanderen.

Werk-familie-balans

Hoewel werk-familie-conflict in de literatuur het vaakst wordt besproken, is dit geen term die de vrouwen tijdens het interview zelf graag in de mond nemen. Wanneer ze spreken over hun situatie of de gewenste situatie, gebruiken ze vaak de term “werk-familie-balans”. In hun zoektocht naar balans, valt het op dat familie steeds een centrale rol speelt. Zo is de beslissing van de negen vrouwen om naar Vlaanderen te verhuizen steeds geïnspireerd door familie. De werksituatie van haar echtgenoot en het welzijn van de kinderen zijn allemaal factoren die meespelen. We mogen echter niet vergeten dat bijvoorbeeld ook de ouders en schoonouders een belangrijke rol hebben in dit verhaal. Een gebrek aan rusthuizen in China zorgt ervoor dat kinderen nog steeds verwacht worden hun ouders op te vangen op hun oude dag. Dit kan er in de toekomst dus toe leiden dat de vrouwen Vlaanderen, en eventueel hun job hier, opnieuw verlaten.

Ouders en schoonouders kunnen echter ook de lasten van de vrouw verminderen. Een aantal vrouwen getuigen dat hun ouders of schoonouders af en toe naar Vlaanderen komen om voor de kinderen te zorgen, te helpen bij huishoudelijke taken enz. In China is dit een bekend tafereel. Dergelijke hulp komt veelal uit het sociale netwerk bij gebrek aan maatschappelijke steun. Kinderdagverblijven zijn er bijvoorbeeld pas voor kinderen vanaf drie jaar. In Vlaanderen is die maatschappelijke hulp er wel, maar toch is het voor Chinese vrouwen met jonge kinderen vaak niet eenvoudig om er ook nog een job bij te nemen. De taalbarrière, geen werkvergunning, geen compatibel diploma, jonge kinderen… het zijn allemaal factoren die ervoor kunnen zorgen dat vrouwen beslissen om tijdelijk niet te werken.

Wanneer men onderzoek doet naar de werk-familie-interface, dan gaat men er al snel van uit dat de beoogde doelgroep zowel een job als een familie heeft, die men vervolgens op de één of andere manier moet combineren. De vraag is of het zinloos is om mensen zonder job in dit onderzoek te betrekken. Van de negen Chinese vrouwen die ik interview, zijn er vijf zonder job. Toch laten zij zich niet van deze discussie uitsluiten. Dat ze tijdelijk niet aan het werk zijn, betekent immers niet dat ze dat nooit zijn geweest of in de toekomst nooit meer zullen zijn. Door ook deze vrouwen in het onderzoek te betrekken, krijgen we meer inzicht in de term “werk-familie-balans”. Deze balans hoeft namelijk niet steeds te betekenen dat men tegelijk een familie en een job heeft. Men kan bijvoorbeeld, net om die balans te vrijwaren, tijdelijk niet werken. In die zin kunnen we het idee van balans uitbreiden tot iets dat zich afspeelt over verleden, heden en toekomst. Tijdelijk niet werken is dus niet noodzakelijk tijdverspilling, maar eerder een toegift aan de vereisten van de huidige situatie. Daar is volgens deze vrouwen helemaal niets mis mee.

Download scriptie (841.68 KB)
Universiteit of Hogeschool
KU Leuven
Thesis jaar
2018
Promotor(en)
Professor Marijke Verbruggen, Professor Nicolas Standaert