Voltooid leven: What’s in a name? Inzichten en tips voor allen met een hart voor ouderen.

Astrid Seyns
Persbericht

Voltooid leven of onvoltooide maatschappij?

Voltooid leven of een onvoltooide maatschappij?

Ik zit in de auto samen met vriendinnen op weg naar de zoo. Hoe het gaat in onze studies en jeugdbeweging werd gezellig besproken, gevolgd wat we elk door het raam zien en dan wat er in de krant stond.
Ik wil jullie graag meenemen binnenin het gesprek, waar we het hadden over wat in de actualiteit was gekomen die week: “upperdare in woonzorgcentrum”. Al lachend werd het onderwerp aangebracht: “oké, oké, een seksspeeltjesverkoop, maar toch niet bij oudjes!”. Luidop vroeg ik me af “waarom niet?”. “Kan je je het voorstellen? Dat gaat toch niet… Alhoewel, in één van die artikelen stond er dat een bewoonster het jammer vond dat ze 10 jaar geleden geen seksspeeltjesverkoper kende..” klonk het antwoord. Even was het gesprek op weg naar een kantelpunt, maar dan werd toch besloten dat je zoiets niet doet in een woonzorgcentrum.

Mijn opa was enkele weken opgenomen op de geriatrische afdeling van het ziekenhuis. Thuis nam mama mij stilletjes apart en zei dat de hoofdverpleegkundige papieren van vroegtijdige zorgplanning had meegegeven die wij zo snel mogelijk in orde dienden te brengen. Vakjes aankruisen tussen de keuzes ‘reanimeren – niet meer reanimeren’, ‘medicatie toedienen – geen medicatie’, ‘Wanneer ik niet langer wilsbekwaam ben wil ik – wil ik geen’.
Die ingekleurde vakjes geven dan antwoorden wanneer opa zijn wil zelf niet meer kan verdedigen. Klaarblijkelijk iets wat dochter en kleindochter horen in te vullen.

Mag ik even tegenspreken?

Kunnen we het even over de ouderen hebben? Excuses, kunnen we het eens met de ouderen hebben?
Stel dat je het als bewoner wel over seks mag hebben in een woonzorgcentrum? Zou zo een gesprek niet ook kunnen eindigen in een anekdote over hun langdurige relatie of over het verlies ervan? Over liefde? Over intimiteit? Of gewoon puur over seksualiteit. ‘Zorgen voor' gaat toch ook over ‘mens zijn’?
Als je een wilsbeschikking niet meer durft bespreken met je patiënt en in zijn plaats beslist dat hij niet meer zal kunnen antwoorden op deze moeilijke vragen, neem je dan niet net de kern van deze vroegtijdige zorgplanning weg? Loop je dan niet voorbij aan de kans om eindelijk te kunnen praten over de dood? Mis je dan niet het moment waarop je zegt “hé, het is oké.”

Laat taboedoorbrekend werken nu net één van de mogelijke tegenhangers zijn van een ‘voltooid leven’. Na de bachelorproef werd ik oplettender en gevoeliger voor wat er komt kijken bij een gevoel van ‘voltooid leven’, maar toch is het opvallend hoe gemakkelijk het thema ‘voltooid leven’ ook binnen sijpelt in het leven van een drieëntwintigjarige. Ik merk meer en meer dat wat ik vond in de resultaten over hoe omgaan met ‘voltooid leven’, niet zo voor de hand liggend is.

 image-20191006231540-1

Wat is voltooid leven (niet)?

Voor we verder kunnen gaan, houden we eerst even stop bij de eigenlijke inhoud van de scriptie. Voltooid leven klinkt misschien als iets utopisch, maar is het niet (altijd):
Een groep van oudere mensen vindt zijn plaats niet langer in het leven en voelt zich niet geïncludeerd in de maatschappij. Ouderen die leiden onder een ‘voltooid leven’ vechten tegen een doodswens. Soms vechten ze zelfs niet tegen een doodswens, maar vechten ze luid of net heel stil mét een doodswens. Zelfdoding kan gruwelijk zijn, de weg ernaar toe kan al even veel pijn doen. Het debat gaat op om het levenseinde zelf in handen te nemen, ondersteund door de wet.
De vraag is: Weten we wel waarover we zo sterk spreken? ‘Voltooid leven’ definiëren ondergraaft de complexiteit ervan. Want, voltooid leven is veel: Het is een persoonlijk gevoel en een maatschappelijke vraag. Een eigen verhaal, maar geen enkelvoudige zorg.  
Els Van Wijngaarden haar definitie komt dan misschien nog het dichtst in de buurt, omdat zij haar definitie formuleerde door middel van een proberen begrijpen en niet een proberen verklaren:

‘Voltooid leven’ kan worden omschreven als een kluwen van onvermogen en onwil om nog langer verbinding te maken met het leven. Dit proces van losraken en vervreemding (van de wereld en van zichzelf) levert permanente innerlijke spanning en verzet op, en versterkt het verlangen om het leven te beëindigen. De volgende vijf thema’s spelen – in meer of mindere mate – in alle verhalen een rol:

  • Een diep gevoel van existentiële eenzaamheid;
  • Het gevoel er niet meer toe te doen;
  • Een groeiend onvermogen om zich te uiten op een wijze die kenmerkend voor de persoon was;
  • Geestelijke en lichamelijke moeheid van het leven;
  • Een innerlijke afkeer en weerzin ten aanzien van (gevreesde) afhankelijkheid.

Waarom het iedereen aanbelangt

Momenteel roept de oplossing waaronder een euthanasiewetaanpassing valt, het luidst. In de bachelorproef spreekt de conclusie over iets anders:
Als ‘voltooid leven’ dan toch in een wettelijk kader zou moeten komen, laat het dan onder een beleidsplan van de minister van volksgezondheid zijn. Laat het dan een positieve maatschappelijke verandering in beweging zetten.
Want een persoon die lijdt onder een ‘voltooid leven’ is nog niet helemaal verloren. Zonder iemand uit te sluiten door te zeggen dat er met zekerheid een procedure is om ‘voltooid leven’ aan te pakken, kunnen we wel concluderen dat er mooie voorbeelden te vinden zijn die ons hoop geven dat ‘voltooid leven’ te voorkomen is of terug te draaien is. Dat er nog vele wegen in te slaan zijn voordat we de allerlaatste kaart euthanasie zouden trekken. En als iemand dan toch niet langer kan leven onder zijn lijden, laat het pad daar naartoe er dan één van verbondenheid zijn.

Dit onderwerp is een ethisch, abstract en moeilijk af te bakenen thema. De probleemstelling laat zich niet zo makkelijk tackelen. Een wetenschappelijk onderzoek voeren is moeilijk. Het is geen ‘zoek de zeven verschillen’ uit de zondagskrant, waarbij u weldegelijk zeven antwoorden kan vinden. Maar, als U na het lezen van de bachelorproef de paradox vindt die hierboven in het besluit verscholen zit, dan weet u waarover het gaat.

Vanaf daar kunnen we ons omdraaien en luisteren diegene die ‘stop’ roept en samen verder denken.

Bibliografie

Belgisch Centrum voor Farmacotherapeutische Informatie (BCFI). (2019). BCFI. Gent.

Blommendaal, P., & Vathorst, S. (2017). Euthanasie bij voltooid leven. (dutch/Flemisch). Huisarts en wetenschap, 60(2), 71 - 74. doi:10.10007/s12445-017-0039-2

Bussche, F., & Distelmans, W. (2012). Een goede dood. 2002 - 2012: tien jaar 'controversiële' euthanasiewet? Gent: Uitgeverij VUBPRESS.

Cornelis, E., Vanbosseghem, R., Desmet, V., & De Vriendt, P. (2018). Betekenisvolle activiteiten methode. Een mulitdisciplinaire en praktijkgerichte aanpak voor bewoners van woonzorgcentra. Arteveldehogeschool Gent: Uitgeverij Politeia nv.

Coomans, K. (2009 – 2010). Op zoek naar een toekomst voor grootschalige rust- en verzorgingstehuizen: theoretische studie en ontwerpend onderzoek [Masterproef]. Leuven: Katholieke Universiteit Leuven.

Craeynest, P. (2005). Psychologie van de levensloop. In P. Craeynest, Psychologie van de levensloop: inleiding in de ontwikkelingspsychologie. acco.

Craeynest, P. (2013). Psychologie van de levensloop. Leuven: Uitgeverij Acco.

d'Ancona, H., van Baarle, Y., Beekman, W., Bolkestein, F., Bouwman, M., Grotenhuis, M.-j., . . . Vliet, v. (sd). Burgerinitiatief voltooid leven. Opgeroepen op januari 2019, van Uit Vrije Wil: http://www.uitvrijewil.nu/index.php?id=1000

De Bosschere, C. & Maes, A. (2017 – 2018). Specifieke benaderingswijzen in de GGZ [onuitgegeven cursus]. Gent: Arteveldehogeschool Bachelor in de verpleegkunde.

De Clercq, H. (2012 – 2013). “Ik zen m’n leven meug” Fenomenologisch onderzoek naar levensmoeheid [masterproef]. Tilburg: Tilburg University, Tilburg school of humanities.

de Lange, F. (2010, september). Klaar met leven. Zin in Zorg, 12(3).

de Lange, F. (2011). Scholing in hoogbejaarde levenskunst. Christen Democratische Verkenningen, 14 - 17.

de Lange, F. (2015). Loving later life: an ethics of aging. Grand Rapids, Michigan: William B. Eerdmans Publishing Company.

de Lange, F. (2015, mei 30). Niemand weet wat voltooid leven is. Trouw: Letter & Geest, pp. 16 - 19.

De Smet, M. (2017, augustus 21). Brieven: Euthanasie. De Morgen, p. 14.

De Vuyst, L. (2018, mei 22). Intergenerationeel werken in de rusthuisklas. Opgehaald van Weliswaar. Welzijn en gezondheidsmagazine voor Vlaanderen: https://www.weliswaar.be/intergenerationeel-werken-de-rusthuisklas

Declercq, A., Van Audenhove, C., Mello, J., & Demaerschalk, M. (2007). Stapstenen naar kleinschalig genormaliseerd wonen. Eindrapport. Leuven: LUCAS.

Defesche, F. (2011). Voltooid leven in Nederland. Assen: Van Gorcum.

Delbeke, E. (2012). Juridische aspecten van zorgverlening aan het levenseinde. Antwerpen: Intersentia.

Delrue, E. (2017, augustus 26). De bewoners van rusthuis Tempelhof over euthanasie bij levensmoeheid. De Morgen Zomeruur, pp. 39 - 42.

Devisch, I. (2017, augustus 21). Mag het iets meer zijn Etienne Vermeersch? De Morgen, p. 14.

Donkervoort, M. (Regisseur). (2010). Ongeneeselijk oud [Film].

Fiksenbaum, L. M., Greenglass, E., & Eaton, J. (2006). 2016. Journal of applied gerontology(25), 17-30. doi:10.1177/0733464805281908

Fleming, J., Farquhar, M., Brayne, C., Barclay, S., & collaboration, C. C.-7. (2016). Death and the old: Attitudes and preferences for end-of-life care-qualitative research within a population-based cohort studie. PLoS One(11). doi:10.1371/journal. pone.0150686

Frankl, V. (2004). man's search for meaning. London: Ebury Publishing.

Gastmans, C., & Dierkx de Casterlé, B. (2016). verpleegkundige excellentie. Verpleegkunde tussen praktijk en ethiek. Houten: Bohn Stafleu van Loghum.

Gawande, A. (2014). Sterfelijk zijn. Geneeskunde en wat er uiteindelijk toe doet. Amsterdam: Uitgeverij Nieuwezijds.

Goethals, M. (2017, augustus 21). Ik heb eenvoudig geleefd, ik wil ook eenvoudig sterven. De Standaard, p. 10.

Greetje. (2007, februari 26). Visies binnen de zorg. Opgehaald van InfoNu: https://mens-en-samenleving.infonu.nl/sociaal/2606-visies-binnen-de-zor…

Grootschalige studie levert bruikbaar instrument op voor het (tijdig) identificeren van palliatieve patiënten en de ernst van hun zorgnoden. (sd). Opgehaald van Federatie Palliatieve Zorg Vlaanderen: http://www.palliatief.be/pict

Jonkers, A. (2017, februari). Niet 'fiksen' maar luisteren. Nursing, 16 - 21.

Jonkers, A. (2017, februari). Niet 'fiksen' maar luisteren. Nursing, 16 - 21.

Klinkhamer, B., & Klinkhamer, K. (2016). Gelukkig ouder worden. Actief, vitaal en wijs. Antwerpen: het Spectrum bv.

KNMG. (2011). De rol van de arts bij het zelfgekozen levenseinde. Utrecht: artsenfederatie KNMG.

KNMG. (2017). Overwegingen van artsenfederatie KNMG bij 'Kabinetsreactie en visie Voltooid Leven'. Utrecht: artsenfederatie KNMG.

Leget, C., Olthuis, G., Baart, A., & Vosman, F. (2010). Nog niet klaar met 'voltooid leven'. Medisch Contact, 65(9), 389 - 391.

LEIF. (sd). Voorafgaande zorgplanning. Opgehaald van LEIF: https://leif.be/voorafgaande-zorgplanning/

Lemmens, W. (2017, december 27). In de greep van de euthanasielobby. De Standaard, p. 36.

Lemmens, W. (2018, februari 21). Euthanasiewet toe aan evaluatie. Kerk en Leven, p. 5.

LevensEinde InformatieForum [LEIF]. (sd). Zes mogelijk medische beslissingen aan het levenseinde. Opgeroepen op augustus 15, 2019, van LEIF: https://leif.be/vragen-antwoorden/medische-beslissingen-aan-het-levense…

Loon, j. v. (2013). kwanda, een Zuid - Afrikaanse werkwijze in amsterdam Nieuw West. Geron. Tijdschrift over ouder worden & samenleving, 15(4), 51 - 54.

Maarten, G. (2017, oktober 3). Een chihuahua op de schoot, een python in de nek. De Standaard, p. 12.

Meijering, I. (2013, december). Je persoonlijkheid behouden. Geron. Tijdschrift over ouder worden & samenleving, 15(4), 40 - 42.

Nederlandse Vereniging voor een Vrijwillig Levenseinde (NVVE). (2015). Voltooid leven, de ervaring. NVVE. Opgehaald van https://www.nvve.nl/files/8014/4129/1525/Rapport_Voltooid_Leven_definit…

Nicholson, C., Meyer, J., Flatley, M., Holman, C., & Lowton, K. (2012). Living on the margin: Understanding the experience of living and dying with frailty in old age. Social Science and Medicine(75), 1426-1432. doi:10.1016/j.socscimed.2012.06.011

Op kot in een woonzorgcentrum. (2018, juni 21). Opgehaald van Karel De Grote Hogeschool: https://www.kdg.be/over-ons/nieuws/nieuwsberichten-van-kdg/op-kot-een-w…

Over ons. (sd). Opgehaald van Triamant: https://www.triamantgroup.com/over-ons.html

Peuteman, A. (2017, augustus 23). Wie helpt oma sterven? De Knack, 47(34), pp. 24 - 28.

Regionale Toetsingscommissies Euthanasie (RTE). (2018). EuthanasieCode 2018. Den Haag: Regionale Toetsingscommissies Euthanasie.

Rupur, M., Pasman, H., Goedhart, J., Deeg, D., Kerkhof, A., & Onwuteaka-Philipsen, B. (2011). Understanding why older people develop a wish to die: A qualitative interview study. Crisis(32), 204-216. doi:10.1027/0227-5910/a000078

Selhorst, K. (2017, maart 13). Active ageing in het woonzorgcentrum: droom of realiteit? Uitgerust(4).

Sigrid, S., & Raus, K. (2017). Euthanasie ook voor ondragelijk mentaal lijden? Tijdschrift voor Palliatieve Zorg, 13, 18 -23.

Swinnen, A. (2013). Oudere dansers op scène: van danse macabre tot apotheose. Geron. Tijdschrift over ouder worden & samneleving, 15(4), 29 - 31.

Swinnen, T. (2004). Gelukkig en zinvol ouder worden. Tielt: Uitgeverij Lannoo.

Thienpont, L. (2015). Libera Me: Over euthanasie en psychisch lijden . Antwerpen: Witsand Uitgevers.

Van Audenhove, Chantal et al., Kleinschalig genormaliseerd wonen voor personen met dementie, Garant, Antwerpen, 2003.

Van Den Broeck, A., & Eeckhout, B. (2017, augustus 19). Interview: Professor Etienne Vermeersch ziet in de dood soms een 'positief ding'. De Morgen, pp. 10 - 11.

Van Den Noortgate, N., Vanden Berghe, J., De Lepeleire, J., Ghijsebrechts, G., Lisaerde, J., & Beyen, A. (2016). Oud en moe van dagen: Levensmoeheid bij ouderen. Tijdschrift voor Geneeskunde(72), 145–157. doi:10.2143/ TVG.72.03.2002049

Van Humbeeck, L., Herregods-Van De Pontseele, E., Dillen, L., Piers, R., & Van Den Noortgate, N. (2019). The experience of nurses being confronted with tiredness of life in older persons: a qualitative study. The Gerontologist, 1-10.

van Wijngaarden, E. (2016). Ready to give up on life: a study into the lived experience of older people who consider their lives to be completed and no longer worth living. Utrecht: University of Humanisitic Studies.

Van Wijngaarden, E. (2016). Voltooid leven: over leven en willen sterven. Amsterdam/Antwerpen: Atlas Contact.

vanden Berghe, P. (2016). Leven tot het einde. Karakter.

Voltooid. (2019). Uit Van Dale Woordenboek. Utrecht: Van Dale Uitgeverij.

Vonkel... een luisterend huis. (2019). Over Vonkel. Opgeroepen op augustus 18, 2019, van Vonkel: https://www.vonkeleenluisterendhuis.be/over.html

Vroman, L. (2015). Alle malen zal ik wenen: het mooiste van Leo Vroman. Amsterdam: Querido.

Wellens, I. (2018, 1 december). Casussen. Namens G. Planckaert, levensmoeheid. Symposium georganiseerd door Huisartsenvereniging CRAGT.

Wet betreffende de euthanasie. (2016, 30 juni). Geraadpleegd op 15 augustus 2019, van http://www.ejustice.just.fgov.be/cgi_loi/change_lg.pl?language=nl&la=N&table_name=wet&cn=2002052837

World Health Organization (2002). Active Ageing. International Social Security Review, 55, 121– 139

Wyckstandt, K. (2017 - 2018). Prevalentie en risicofactoren van een doodswens bij ouderen[Masterproef]. Gent: Universiteit Gent.

 

Voordrachten:

Voordracht 16 december 2017, Gent, Mortier S., Seksualiteit bij ouderen, Festival van de gelijkheid.

Voordracht 1 december 2018, Gent, Planckaert, G., Symposium levensmoeheid, Huisartsenvereniging CRAGT.

 

 

Universiteit of Hogeschool
Verpleegkunde
Publicatiejaar
2019
Promotor(en)
Patrick Laevens & Christine De Bosschere
Kernwoorden
Share this on: