Het kind als slachtoffer van de schoolrekening?

Giele
Van de Putte

@TeachforBelgium

Foto @TeachforBelgium

“Every child is a different kind of flower. All together they make a beautiful garden”. Met deze slogan benadrukte de jury van de eerste Belgische Kinderrechtenprijs dat kinderen een belangrijke plaats verdienen. De kinderen van vandaag zijn degene die de toekomst bouwen. Om die reden werden op internationaal niveau kinderrechten ontworpen, met in het bijzonder het recht op onderwijs. De vraag rijst of ook de rechten van kinderen, die leven in een onstabiele economische thuissituatie, worden gewaarborgd. Deze studie ging na in welke mate schoolkosten het recht op onderwijs van kinderen in het gedrang brengen.

“Gelijke kansen” niet zomaar een slogan

Stel je voor, morgen is het weekend voorbij en ga je naar school. Voor velen onder ons is dit vanzelfsprekend. Vaak staan we niet stil bij het prijskaartje dat vasthangt aan onderwijs. Helaas is wat voor jou een evidentie is, niet zo voor elk kind. Ook in Vlaanderen zijn er ouders die hun kinderen niet naar school laten gaan, omdat zij onvoldoende financiële middelen hebben. Kansarmoede kan daarom resulteren in een schending van het basisrecht op onderwijs. Het Kinderrechtencommissariaat trekt aan de alarmbel. Het is onmogelijk dat een kind slachtoffer is van financiële problemen. Bovendien moeten schoolfacturen worden beschouwd als iets tussen ouders en school. 

Kosteloos is niet gratis

De vraag rijst of schoolkosten wel überhaupt bestaan. Volgens het Internationaal Verdrag voor de Rechten van het Kind is het basisonderwijs voor elk kind verplicht en gratis toegankelijk. Zowel kansarme als kansrijke kinderen hebben eenzelfde recht op onderwijs. Maar is dat zogenaamde “kosteloos basisonderwijs” wel écht zonder kosten?

Kosteloos is namelijk niet hetzelfde als gratis. Kosteloos toegankelijk betekent dat er geen inschrijvingsgeld mag worden gevraagd. Dat betekent echter niet dat er geen kosten aan leermateriaal en activiteiten zijn verbonden. Hiervoor geldt de maximumfactuur, die ervoor zorgt dat per categorie kosten een maximumbedrag op voorhand is vastgelegd. Zo weten ouders aan welke bedragen zij zich gedurende het schooljaar kunnen verwachten en kan een kind op een betaalbare wijze deelnemen aan de onderwijsactiviteiten.

@TeachforBelgium

Foto @TeachforBelgium

Het recht op onderwijs

In de studie ‘Kosteloos basisonderwijs? Schoolkosten afgetoetst aan het recht op onderwijs’ werd nagegaan in welke mate schoolkosten het recht op onderwijs van kinderen in het gedrang brengen. Het onderzoek focust daarbij op leerlingen van het Gentse basisonderwijs.

Schoolfacturen als iets tussen ouders en school

De studie schetst eerst een theoretisch kader, waarin het recht op onderwijs in de verschillende juridische bronnen op zowel Internationaal, Europees, nationaal en lokaal niveau worden onderzocht. Het resultaat hiervan is dat in theorie de economische thuissituatie, volgens de wet, dus geen rol mag spelen.

Daarnaast bestaat het onderzoek uit een praktisch luik, waarbij diverse Gentse basisscholen van de drie onderwijsnetten en het departement onderwijs van Stad Gent zijn bevraagd.  

Aan de hand van interviews is eerst nagegaan wat de noodzakelijke voorwaarden zijn bij inschrijving in het basisonderwijs. Vervolgens lag de focus op gezinnen in kansarmoede en schoolkosten. Hierbij is onderzocht hoe dergelijke gezinnen te identificeren zijn en of er een schoolkostenbeleid voor die groep bestaat. 

@TeachforBelgium

Foto @TeachforBelgium

Basisonderwijs in Gent                           

Een eerste belangrijke vaststelling is dat het Stedelijke, Gentse basisonderwijs een sociaal beleid voert in de bedragen die zij van ouders vragen. Voor verschillende diensten, zoals opvang, geldt een standaard minimumtarief en zijn inkomensgerelateerde- en gezinskorting daarop van toepassing. Daarnaast kunnen er vrijstellingen of kwijtscheldingen worden toegekend aan gezinnen met een zeer lage economische leefsituatie.

Vervolgens worden dergelijke kortingen en tarieven bijna automatisch toegepast in de stedelijke scholen, in tegenstelling tot de niet-stedelijke scholen die eigen middelen moeten aanspreken. Kortingen of kwijtschelding worden in die scholen in regel niet toegekend en door de directie bepaald. Dit verschil is te verklaren in het feit dat de facturen die niet worden geïnd door de school, zelf gedragen moet worden.

Het sociaal beleid wordt ook doorgetrokken in de invorderingsprocedure van schoolfacturen. Stad Gent hanteert een eigen invorderingsprocedure voor openstaande schoolfacturen van de stedelijke scholen. Het onderwijs- en kansarmoedebeleid van de stad stelt het kind centraal. Dit heeft tot gevolg dat de thuissituatie weinig directe invloed heeft op het recht op onderwijs van kinderen.

Een derde resultaat is dat scholen zich er van bewust zijn dat de kosten snel hoog kunnen oplopen. Elke school dient verplicht een bijdrageregeling bij inschrijving voor te leggen. De meeste scholen anticiperen op hoge schoolfacturen door een simulatie te maken van de schoolkosten specifiek voor het gezin. Daarnaast worden de facturen in de meeste scholen maandelijks verstuurd of meegegeven. Hierdoor kan er snel ingegrepen worden ingeval van betalingsmoeilijkheden. Slechts in enkele gevallen wordt voor dit slechts trimestrieel gedaan, wat soms in het nadeel van de school speelt.

Een laatste belangrijke vaststelling is dat het krijgen van een rapport geen inschrijvingsvereiste is, noch een stok achter de deur is om de openstaande facturen te vereffenen, want dit is niet in het belang van het kind. Het ‘belang van het kind’ kent weinig tot geen operationalisering binnen de onderwijscontext. Een aantal mogelijke criteria zijn de afstand van school, de leeftijd van het kind, school als vertrouwelijke plaats enzoverder.

Het recht op onderwijs gewaarborgd

het recht op onderwijs op de eerste plaats

Het antwoord op de vraag of de rechten van kinderen, die leven in een onstabiele economische thuissituatie, worden gewaarborgd, luidt voor deze studie positief. We kunnen stellen dat het Gentse basisonderwijs er alles aan doet om er voor te zorgen dat het kind zeker naar school kan gaan. Hierbij dient te worden opgemerkt dat ook andere interessante spelers, zoals OCMW en ouders nog kunnen worden bevraagd in verder en meer uitgebreid onderzoek. Hoewel de scholen aangeven dat er geen druk kan worden gezet, stellen zij steeds het belang van het kind en het recht op onderwijs op de eerste plaats. Het kind mag geen slachtoffer van de rekening zijn.

Voor het Gentse basisonderwijs kan om die reden worden besloten dat de precaire economische thuissituatie van kinderen weinig directe invloed heeft op het recht op onderwijs. Elk kind heeft dus recht op gelijke onderwijskansen, want kansarm en kansrijk zijn slechts een zelfbeeld van elkaar verwijderd.

 

Download scriptie (2.27 MB)
Universiteit of Hogeschool
Universiteit Gent
Thesis jaar
2019
Promotor(en)
Professor Doctor Wendy De Bondt