Scriptiebank is een vrij toegankelijke online databank. Deze bevat alle artikels en full text scripties van deelnemende bachelors en masters aan de Vlaamse Scriptieprijs.
De scriptie is een beschrijvend onderzoek naar de rol van niet-gouvernementele organisaties in de strijd tegen de straffeloosheid van feminicide gepleegd tijdens de Guatemalteekse burgeroorlog, gedurende de periode van 1960 tot 1996.
In deze masterproef wordt onderzocht welke plaats klantvriendelijkheid verdient binnen de uitvoering van de interneringsmaatregel. Daarnaast word de nieuwe interneringswet geanalyseerd vanuit een klantvriendelijkheidsperspectief. Tot slot wordt de vraag beantwoord hoe deze overgang van oude interneringswet met de Commissie tot bescherming van de maatschappij (CBM) naar nieuwe wet let de Kamers voor de bescherming van de maatschappij (KBM) zo kwaliteitsvol en vlot mogelijk kan gebeuren.
Deze masterproef onderwerpt het fenomeen sociale dumping aan een uitvoerige analyse, met bijzondere aandacht voor het fenomeen binnen de transportsector. Het inventariseert alle betrokken spelers binnen het fraudebestrijdingslandschap en omvat tevens de resultaten van een kwalitatief empirisch onderzoek naar de huidige aanpak binnen de provincie West-Vlaanderen.
Deze studie is een exploratief onderzoek op het domein van de (sociale) veiligheid bij gebruikers van de Belgische spoorwegen. Het doel was om meer informatie te krijgen over het gebruik van sociale media, meer specifiek Twitter, in functie van sociale veiligheid op het spoorwegdomein.
Etnische diversiteit binnen de drughulpverlening kent slechts weinig onderzoek in België. De vertegenwoordiging van etnisch-culturele minderheden in de Belgische drughulpverlening wordt in deze studie in kaart gebracht, waarna de verschillende barrières per fase in de behandeling (instroom, doorstoom, behandeling, uitstroom) en types drughulpverlening (MSOC, dagcentra, crisisopvang, therapeutische gemeenschappen) worden geëxploreerd.
Het belang van het kind betreft een complex begrip waarmee strafrechters rekening dienen te houden bij de toekenning van een straf aan diens ouder(s). Dit met het oog op de maximale ontplooiing van het kind. Toch kan uit dit onderzoek vastgesteld worden dat rechters dit veelal een minder of helemaal niet belangrijke factor achten.
In België worden we af en toe geconfronteerd met levensdelicten. Hierbij gaat onze aandacht steeds uit naar de nabestaanden van het slachtoffer. Maar wat met de familie van de dader?
Dit beleidsrapport omvat een vergelijkende analyse van het Vlaamse preventiebeleid rond extremisme met hoofdzakelijk dat van het Verenigd Koninkrijk en Nederland. Hiervoor werd er een combinatie gemaakt van een literatuurstudie en interviews met diverse relevante actoren uit het veld. Door de recente aanslagen (en in het bijzonder de gebeurtenissen op 22/3) werd dit stuk relevanter dan ooit. Het maakt namelijk duidelijk dat er op vlak van samenwerking tussen de verschillende politieke niveaus, tussen de gemeenschappen, binnen de penitentiaire sector en het onderwijs nog heel wat zaken te verbeteren zijn. In het bijzonder zou er werk moeten gemaakt worden van een Nationale Coördinator Contra-Extremisme die het beleid in goede banen kan leiden, zou er meer vertrouwen moeten komen tussen verschillende lokale actoren en moet er een aanpak gezocht worden voor minderjarige terroristen. Ook moet er bekeken worden hoe veroordeelde afgezonderde terroristen in de toekomst beter kunnen begeleidt worden tijdens en na de detentieperiode.
Het radicaliseringsvraagstuk is een realiteit binnen alle lagen van onze huidige westerse samenleving. Onze samenleving zal een kritische denkoefening moeten uitvoeren om een adequaat antwoord te formuleren op dit hedendaags vraagstuk. Deze bachelorproef geeft daartoe een eerste aanzet en wil nagaan of jeugdwelzijnsorganisaties, zoals Habbekrats, een rol kunnen spelen in de preventie van radicalisering
Het doel van deze thesis is het verkennen van de rol die imams kunnen spelen in disengagement en deradicalisering en hun eigen visies hierop. Hiervoor werd gebruikt gemaakt van een literatuuronderzoek, een analyse van beleidsdocumenten en diepte-interviews met imams van de moskeeën in Gent. Er wordt beargumenteerd dat imams een waarde kunnen hebben in disengagement en deradicalisering.
De Belgische Strafwet laat enkel de wettige verdediging van zichzelf en een ander toe, niet die van goederen. Bepaalde politieke partijen en ondernemersorganisaties (Unizo, NSZ, ...) zijn het hier niet mee eens. In het kader van deze scriptie wordt onderzocht of de uitbreiding van de wettige verdediging tot goederen noodzakelijk is.
Het kernconcept re-integratie bij terroristen werd ontrafeld aan de hand van een theoretisch model, uitgesplitst naar het verloop van dit proces en de bijhorende katalyserende en remmende factoren. Dit theoretisch model werd verder uitgediept aan de hand van een casestudy naar een uitgetreden neonazi, uitgevoerd door middel van een inhoudsanalyse. Op basis van beide delen, theoretisch en empirisch, konden een aantal beleidsmatige conclusies getrokken worden.
De masterproef onderzoekt de kritieken die doorheen de geschiedenis op de ontoerekeningsvatbaarheid werden geuit en toetst hoe de nieuwe interneringswet van 5 mei 2014 hieraan tegemoetkomt. Daarnaast wordt een blik geworpen op de ontoerekeningsvatbaarheid in het Nederlandse en Engelse recht.
Een kwalitatief onderzoek dat de Vlaamse dumpster diver in kaart brengt, vertrekkende vanuit een literatuurstudie rond de groene en kritische criminologie en internationale onderzoeken rond dumpster diving.
Binnen mijn eigen kwalitatief onderzoek tracht ik dieper in te gaan op de exacte motieven die divers sturen, de principes die zij daarbij voor zichzelf stellen en de manier waarop dat zich veruiterlijkt, hoe zij het hele gebeuren ervaren, de opinie van divers over de plaats van dumpster diving binnen het Belgisch strafrecht en hun ideeën omtrent eventuele beleidsaanbevelingen om hier verandering in te brengen.
Een pestonderzoek uitgevoerd in het Vlaams en Brussels secundair onderwijs naar de verschillen en gelijkenissen tussen leerlingen mét en zonder een migratieachtergrond. De inhoud van deze scriptie bevat zowel prevalentiecijfers, cijfers over de meest voorkomende pestvormen als cijfers over de beleving en perceptie van pesten, waarbij gekeken wordt naar de verschillen tussen slachtoffers, daders en getuigen.
Deze masterthesis behandelt twee aspecten van het transitionele justitie- en verzoeningsproces: enerzijds de forensische archeologie, haar technieken, toepassing en belang voor internationale strafhoven zoals het ICTY en het ICTR, en anderzijds de inspanningen om gebeurtenissen te memorialiseren, en hun impact op de gemeenschap. Beide onderdelen worden benaderd vanuit een algemeen oogpunt via een theoretisch kader dat telkens toegepast kan worden op de gekozen case study, namelijk de genocide tegen de Tutsi in Rwanda uit 1994.
In mijn scriptie ga ik op zoek naar een definitie voor intrafamiliaal geweld, de tendensen en wat de rol van de hulpverlening is bij deze complexe problematiek. Ik bekijk daarin specifiek de rol van de hulpverlening in Gent.
De scriptie is een vergelijkende studie tussen België en het Verenigd Koninkrijk naar de preventie van suïcide tijdens detentie. De bijdrage van de gevangenisbeambte aan deze preventie wordt in concreto onder de loep genomen. Hierbij worden tal van spanningsvelden belicht die zich in deze specifieke context aanbieden. De werking van het suïcidepreventiebeleid van beide landen worden geanalyseerd, evenals er wordt nagegaan welke vertaling dit kent (cognietief-emotioneel) op de beambte.
Psychopathie binnen de strafrechtspleging: de eeuwige vraag naar (on)toerekeningsvatbaarheid. Pijnpunten binnen de forensische psychiatrie en een blik op de Belgische wetgeving.
Het doel van mijn thesisonderzoek bestond erin het stigma uit de wereld te helpen dat psychopaten zware criminelen zijn zonder enig spijt- of genadegevoel. Aan de hand van metajuridisch onderzoek heb ik geprobeerd om aan te tonen dat psychopathie een geestesziekte is. Het gevolg hiervan is dat er toch enkele argumenten zijn die kunnen pleiten voor de ontoerekeningsvatbaarheid van deze personen hoewel dit maatschappelijk nog steeds als een taboe beschouwd wordt.
De laatste decennia heeft de private veiligheidssector een explosieve groei gekend. Dit leidt dan ook tot een toenemende aandacht voor private bewaking en beveiliging vanuit de wetenschappelijke wereld. Desondanks is er nog nauwelijks onderzoek verricht naar de manier waarop de bewakingssector zijn rol vervult op de luchthaven.
Het betreft een kwalitatief onderzoek naar de criteria die magistraten hanteren om op een voorstel tot verruimde minnelijke schikking in te gaan bij fiscale fraude.
Een kwantitatief en kwalitatief onderzoek naar agressie in het jeugdvoetbal. Zowel de prevalentie en frequentie worden onderzocht als mogelijke oorzaken van verschillende agressievormen.
Herstel voor nabestaanden van slachtoffers van levensdelicten. Kwalitatief onderzoek naar factoren die een rol (kunnen) spelen bij secundaire victimisatie.
Alhoewel nabestaanden van slachtoffers van levensdelicten (moord en doodslag) ook slachtoffers zijn, krijgen zij vaak niet de aandacht die zij verdienen. In dit onderzoek werd dan ook getracht om, via kwalitatieve interviews, in kaart te brengen hoe dergelijke nabestaanden hun slachtofferschap ervaren. Hierbij werd nagegaan of er, naast een primaire victimisatie (de directe gevolgen van het misdrijf), ook sprake is van een secundaire victimisatie (ten gevolge van de houding van allerlei actoren waarmee de desbetreffende personen in contact komen).
De (on)feilbare strafrechtspleging. Een rechtsvergelijkend onderzoek naar de controlemechanismen in België en Nederland ter preventie en aanpak van gerechtelijke dwalingen
Deze masterscriptie biedt een overzicht en vergelijking van de controlemechanismen ter preventie en aanpak van gerechtelijke dwalingen en België en Nederland