Scriptiebank is een vrij toegankelijke online databank. Deze bevat alle artikels en full text scripties van deelnemende bachelors en masters aan de Vlaamse Scriptieprijs.
Het klaslokaal op z'n kop: Een onderzoek naar de invloed van 'the flipped classroom' op het secundair onderwijs
Deze scriptie deed onderzoek naar de invloed van 'the flipped classroom' op het secundair taalonderwijs in Vlaanderen. Hierbij lag de focus op drie pijlers: het engagement van leerlingen tegenover hun lesvoorbereidingen, de prestaties van leerlingen en de perceptie van leerlingen en leerkrachten tegenover het concept.
Aan de hand van een kwalitatief interview werd onderzocht hoe leraren uit het secundair onderwijs de 'Basiscompetenties voor Inclusie' toepassen in de praktijk. De resultaten tonen aan dat leraren meer aandacht moeten besteden aan enkele elementen die aan de basis liggen van kwaliteitsvol onderwijs voor alle leerlingen.
Deze masterproef ontstond vanuit vijf interviews met ouders die vrijwillig terugkeren naar hun herkomstland. Deze keuze toont zich als een keuze voor opvang, die hun ervaring vormgeeft tussen machteloosheid en veerkracht, thuis en thuisloosheid.
Welke zijn vanuit socio-cultureel perspectief de emotionele noden van studenten in het hoger onderwijs en welke vormen van gezondheidspromotie komen hieraan tegemoet? -
Gezondheidspromotie voor de moderne student in het hoger onderwijs.
Deze scriptie tracht een beeld te schetsen van de positie van een zorgcoördinator in het Vlaamse basisonderwijs vanuit een historische invalshoek. Dit werd gerealiseerd aan de hand van verschillende perspectieven van zorgcoördinatoren die reeds meer dan 10 jaar actief zijn in de zorg op school.
Kunnen we leren van de kennis in de belangrijkste immigratielanden in Vlaanderen op het gebied van intelligentie, hoogbegaafdheid en de aanpak daarvan in het lokale onderwijs?
Anderstalige hoogbegaafde leerlingen worden vaak niet of te laat herkent, met alle gevolgen van dien. Deze literatuurstudie bekijkt of er leerzame punten zijn in de immigratieculturen waar we in het Vlaams onderwijs ons voordeel mee kunnen doen
Wetenschap op een creatieve manier in de klas brengen via WASO (Write A Science Opera) met behulp van een mobile applicatie. Gebaseerd op de ideeën van Oded Ben-Horin.
Binnen het onderzoeksgebied van tweedetaalverwerving in Vlaanderen, behandelt deze scriptie de Engelse receptieve woordenschatkennis van Vlaamse jongeren.
In onze maatschappij is er nood aan afgestudeerden met een STEM-profiel en een sterk onderzoekende houding. Het spreekt dus voor zich dat STEM-leerkrachten in secundaire scholen van grote invloed zijn en daarmee dus hun opleiding. In deze scriptie onderzocht men hoe lerarenopleiders van STEM vakken invulling geven aan deze specifieke taak en of er beïnvloedende factoren zijn.
Robotica brengt een ethische component met zich mee. De scriptie “Asimov in de auto en in de huisrobot” gaat over deze problematiek, en hoe je deze ethische problemen duidelijk maakt aan jongeren in het secundair onderwijs.
Om te onderzoeken hoe de verwerving van een tweede taal beïnvloed wordt door IQ, cognitieve controle en werkgeheugen, en hoe deze variabelen taal leren beïnvloeden, werden 35 kleuters in immersieonderwijs tweemaal getest.
In deze scriptie wordt een narratieve story stem techniek ontwikkeld dat ervaringen van eigenwaarde bij straatkinderen aantoonbaar maakt. Het instrument moet op termijn de impact van de interventies van Mobile School in kaart brengen. De scriptie omvat ook een pilootstudie die het instrument in twee verschillende culturele contexten test.
Hoewel polio sinds de opkomst van het vaccin eind jaren '50 lijkt uitgeroeid te zijn in België, leven er tot op de dag van vandaag enkele duizenden Belgen met de gevolgen van dit virus. In deze masterproef krijgen deze mensen een stem.
Kinderen brengen veel tijd door op de schoolbanken. Om de les even te laten bezinken kunnen zij ontspannen op de speelplaats. Maar is deze speelplaats wel voor iedereen een ontspanning? Vanuit de drie aanwezige factoren- de leerling, de leerkracht en de speelplaats- bekijk ik hoe het anders kan.
In deze bachelorproef werd onderzocht hoe kleuters uit de 2de kleuterklas in STEM-activiteiten gestimuleerd kunnen worden om meer te spreken. Er wordt nagegaan hoe de leerkracht via STEM-activiteiten de taalontwikkeling kan bevorderen, zowel bij kleuters met weinig spreekdurf als bij anderstalige kleuters.
In deze scriptie worden de verschillende vormen van faalangst besproken en de impact ervan. Verder worden een aantal gedragingen van ouders en leerkrachten besproken die een invloed hebben op faalangst.
Een exploratieve studie naar de manier waarop concrete deeleconomische initiatieven de betrokkenen veranderen en zo van onderuit de samenleving kunnen veranderen.
Het centraal aanmeldingssysteem maakt het voor ouders mogelijk om online een voorkeursformulier van scholen in te leveren. Later vernemen de ouders dan aan welke school hun kinderen zijn toegewezen. Maar hoe gebeuren deze toewijzingen? Is het trouwens wel verstandig om een populaire school op te geven? Krijgen hun kinderen evenveel kans als andere kinderen? Een nieuwe manier om de toewijzingen te bepalen wordt in deze scriptie ontsluierd.
De masterproef behandelt de relatie tussen inburgering en burgerschap in het Inloopteam De Mobil in Leuven. De medewerkers van De Mobil voelen een spanning tussen het inburgeringstraject en de eigen werkingsprincipes. In deze masterproef wordt de spanning geconcretiseerd vanuit een reeks verschillende invullingen die aan burgerschap gegeven worden. Er wordt gezocht naar een plaats van De Mobil in het gehele inburgeringsverhaal.
In het kader van een Internationale Zuidstage onderzocht ik in welke mate er sprake is van een krachtige leeromgeving in het derdewereldland Cambodja. Ik gebruikte het pedagogisch-didactisch basisschema van De Corte als instrument om de gecreëerde leeromgevingen in Vlaanderen en Cambodja te vergelijken. Na onderzoek kwam er een voorstel van een aangepast pedagogisch-didactisch schema dat inzetbaar is in derdewereldlanden.
Dit beleidsrapport omvat een vergelijkende analyse van het Vlaamse preventiebeleid rond extremisme met hoofdzakelijk dat van het Verenigd Koninkrijk en Nederland. Hiervoor werd er een combinatie gemaakt van een literatuurstudie en interviews met diverse relevante actoren uit het veld. Door de recente aanslagen (en in het bijzonder de gebeurtenissen op 22/3) werd dit stuk relevanter dan ooit. Het maakt namelijk duidelijk dat er op vlak van samenwerking tussen de verschillende politieke niveaus, tussen de gemeenschappen, binnen de penitentiaire sector en het onderwijs nog heel wat zaken te verbeteren zijn. In het bijzonder zou er werk moeten gemaakt worden van een Nationale Coördinator Contra-Extremisme die het beleid in goede banen kan leiden, zou er meer vertrouwen moeten komen tussen verschillende lokale actoren en moet er een aanpak gezocht worden voor minderjarige terroristen. Ook moet er bekeken worden hoe veroordeelde afgezonderde terroristen in de toekomst beter kunnen begeleidt worden tijdens en na de detentieperiode.