Scriptiebank is een vrij toegankelijke online databank. Deze bevat alle artikels en full text scripties van deelnemende bachelors en masters aan de Vlaamse Scriptieprijs.

Fantastic beasts and their value in youth work: The magic of animals on the resilience of vulnerable adolescents

Hanne Van Hoylandt
In haar bachelorproef Fantastic beasts and their value in youth work – The magic of animals on the resilience of vulnerable adolescents breekt Hanne Van Hoylandt een lans voor de implementatie van dieren als co-coaches of -therapeuten in het zorgtraject van kwetsbare jongeren, zowel in het onderwijs als in een begeleidingscontext.

EXPLOREREN HOE MENTOREN CO-REGULEREN - Een fenomenografisch onderzoek naar de bevordering van zelfregulerend professioneel leren

Monia Van Damme
Deze scriptie brengt voor het eerst in kaart hoe de vaardigheden van leraren om levenslang te leren kunnen ontwikkeld worden door mentoren. Het gaat dieper in op het zelfregulerend professioneel leren op de werkplek en hoe dit in de begeleiding van startende leraren kan bevorderd worden.

Officiële feedback in politiekorpsen: Do or Don't?

Lore Walbrou Amber Schuurmans
Deze masterproef onderzoekt of bepaalde soorten feedback leiden tot een hogere motivatie met met de feedback aan de slag te gaan. Zo worden de specificiteit en de bron van de feedback onder de loep genomen in een politionele context.

Welk effect heeft voorleessoftware op de zelfredzaamheid van kinderen met dyslexie of TOS in het derde leerjaar?

Sofie Van Hoecke
In dit onderzoek besloten we dat voorleessoftware in een derde leerjaar de zelfredzaamheid verhoogt van leerlingen met nood aan leesondersteuning indien aan alle randvoorwaarden zoals het in orde zijn van technische apparatuur en het over voldoende computationele vaardigheden beschikken, wordt voldaan. Maar ook de inbreng van de leerkracht doet ertoe! Om hieraan tegemoet te komen, werden een plan van aanpak met een leerlijn geïntegreerd in het schoolwerkplan. Er werden ook hulpfiches voor leerlingen en leerkrachten ingevoerd en er werd werk gemaakt van breed evalueren van de mate van zelfstandig werken met de voorleessoftware.

HOE KAN ERVARINGSDESKUNDIGHEID INGEZET WORDEN BINNEN DE BEGELEIDING VAN (JONG)VOLWASSEN CLIËNTEN MET EEN EMOTIEREGULATIESTOORNIS?

Blue Christiaens
De inhoud gaat over hoe ervaringsdeskundigheid ingezet kan worden binnen de hulpverlening aan (jong)volwassen cliënten met een emotieregulatiestoornis.

Welke executieve functies moeten de cognitief sterk functionerende leerlingen op de Kleine Icarus verder ontwikkelen om demotivatie, onderpresteren en op lange termijn schooluitval tegen te gaan?

Emma Paris Y Lopez
Ik ga in op de ontwikkeling van de executieve functies van de cognitief sterk functionerende leerlingen met als doel deze in kaart te brengen, kinderen hierin te trainen en coachen.

Ondersteuning anderstalige nieuwkomers in het regulier secundair onderwijs

Lynn Suy Julie Van Goylen
Uit ons onderzoek is snel gebleken dat de leerkracht geen tijd krijgt of kan maken voor het ondersteunen van een anderstalige nieuwkomer. Met onze ondersteuningsbundel proberen we zowel de leerkrachten als de leerlingen handvatten aan te bieden door extra aandacht te besteden aan zowel school- als vaktaalwoorden.

Kennis en implementatie van richtlijnen m.b.t. ulcus cruris venosum bij verpleegkundigen op geriatrische afdelingen

Chloé Desmedt
Veneuze beenulcera betekenen een zware belasting voor zowel de individuele zorgvrager als de internationale gezondheidszorg. Om hieraan tegemoet te komen is nood aan een kwaliteitsvol wondmanagement dat enkel en alleen gerealiseerd kan worden m.b.v. bekwame verpleegkundigen. De verpleegkundige kennis en vaardigheden m.b.t. wondmanagement blijken in de klinische praktijk echter vaak suboptimaal te zijn.

Een concrete en werkbare visie voor DiverGENT die betekenis geeft aan het leren van onze inclusieve leerling

Julie Van Hoorde
In onze organisatie vernieuwen we samen de visie naar een concrete én doorleefde visie volgens de richtlijnen van schoolontwikkeling. Ons veranderingsproces kan een voorbeeld zijn voor wie zoekt naar een meer inclusieve en diversiteitgerichte visie voor zijn organisatie.

Kleuters met weinig sociale wederkerigheid: van inzicht naar uitzicht (praktijkonderzoek in het ondersteuningsnetwerk Oost-Brabant)

Eleonora Tilkin-Franssens
Steeds meer kleuters worden bij het ondersteuningsnetwerk aangemeld met een (gemotiveerd) verslag type 9 of doorverwezen naar het buitengewoon onderwijs. Het ondersteuningsnetwerk waar ik voor werk, is een inclusiemotor die tracht zoveel mogelijk kinderen binnen het gewoon onderwijs tot leren te laten komen binnen het draagvlak van de school.
In dit onderzoek wordt onderzocht hoe ondersteuners leerkrachten beter kunnen begeleiden bij het creëren van een klasomgeving waarin kleuters met weinig sociale wederkerigheid wel tot ontwikkeling kunnen komen en waarbij de leerkracht minder gevoelens van onmacht, stress en handelingsverlegenheid ervaart.
Door uit te zoeken hoe de normale ontwikkeling van een kleuter er uitziet op het domein van sociaal-emotionele ontwikkeling, sociaal-communicatieve ontwikkeling, taalontwikkeling en spelontwikkeling probeert dit onderzoek een manier te vinden om leerkrachten en ondersteuners meer inzicht in de ontwikkeling van hun specifieke kleuter te bieden. Vanuit dat inzicht wordt getracht om te komen tot een beter afgestemde omgeving, aanpak en aanbod naar de kleuter toe.
Dit onderzoek tracht hierbij een antwoord te geven op wat ondersteuners en leerkrachten nodig hebben om dit te kunnen verwezenlijken en wat het gevolg is van een korte interventie op de beleving van de band tussen de leerkracht en de kleuter.
Overkoepelende conclusies trekken was niet mogelijk, aangezien de steekproef te klein was. Er kan wel afgeleid worden dat het inzetten van ondersteuners om de ontwikkeling van het jonge kind beter te begrijpen een meerwaarde kan betekenen.
Daarnaast is het aanreiken van een manier om kinderen te observeren en zo hun ontwikkelingsniveau te bepalen in combinatie met het bepalen van hun beleving van en door anderen een manier om te weten te komen waar net op kan ingezet worden om hun ontwikkeling te stimuleren.
Het opstellen van kleine, haalbare activiteiten om aan de band tussen kleuter en leerkracht te werken terwijl er naar een duidelijk doel wordt toegewerkt, kan ondersteuners helpen om gerichter de leerkrachten te ondersteunen zodat de kleuter zijn/haar ontwikkeling ook wordt gestimuleerd buiten ondersteuningstijd.

Leraren opleiden voor etnisch-culturele diversiteit

Heline Van Peteghem
Hoewel de etnisch-culturele diversiteit in de maatschappij als een meerwaarde kan gezien worden, neemt de etnische ongelijkheid in het onderwijs toe. Deze etnische ongelijkheid leidt tot verschillen in schoolprestaties, en vervolgens tot de reproductie van ongelijkheid in het onderwijs. Om deze onderwijsongelijkheid te overbruggen zijn succesvolle leerkrachten, en bijgevolg succesvolle lerarenopleidingen nodig. In dit onderzoek wordt nagegaan hoe lerarenopleidingen leerkrachten kunnen voorbereiden op de etnisch-culturele diversiteit onder leerlingen in het lager onderwijs, met aandacht voor de culturele competenties (attitudes, kennis en vaardigheden) van de leraar. De grote uitdaging hierbij is om de theoriepraktijkkloof te overbruggen en gelijke onderwijskansen te bieden aan alle leerlingen, ongeacht hun etnisch-culturele achtergrond. In het eerste deel van de studie werd een systematische literatuurstudie uitgevoerd van 19 literatuurreviews. De meest frequente theorieën en het belang van de culturele competenties werden toegelicht. Vervolgens werden er tien praktijken geïdentificeerd die effectief zouden zijn om leraren voor te bereiden op het omgaan met etnisch-culturele diversiteit bij leerlingen: (1) Een geïntegreerd curriculum op lange termijn, (2) De selectie van toekomstige leraren, (3) Kritische zelfreflectie, (4) Mentoring & coaching tijdens en na praktijkervaringen, (5) Community-based learning, (6) Continued professional development, (7) Voortdurende ondersteuning en samenwerking in de toekomstige praktijk, (8) Ontwikkelen van een veilige omgeving, (9) Focus op specifieke soorten behoeftes en de focus op algemene theorie, en (10) Innovatie en technologie.
In het tweede deel van de studie werd een multiple case studie uitgevoerd op twee lerarenopleidingen Lager Onderwijs in Brussel. Daarbij werd onderzocht in welke mate de tien praktijken tot curriculumdesign aan bod kwamen in het curriculum. Door triangulatie van drie soorten data (documentanalyse, interviews en online enquête) werden enkele resultaten gevonden. De praktijken die het sterkst aanwezig waren in de curricula van beide opleidingen zijn ‘Kritische zelfreflectie’ en ‘Community-based learning’. De praktijken ‘Focus op specifieke soorten behoeftes en de focus op algemene theorie’, en ‘Innovatie en technologie’ waren opvallend afwezig in het curriculum van beide opleidingen. Hoewel studenten uit beide opleidingen zich goed voorbereid voelen voor etnisch-culturele diversiteit, is er enige voorzichtigheid hieromtrent nodig. Zo kan de transitie naar het lerarenberoep als een praktijkschok aanvoelen en hun doeltreffendheidsbeleving doen dalen. Dit onderzoek is slechts een kleine stap voorwaarts in het opleiden van leerkrachten voor etnisch-culturele diversiteit. De systematische literatuurstudie, gebaseerd op reviews uit eerder internationaal onderzoek, duidt wel cruciale elementen aan die noodzakelijk zijn voor lerarenopleidingen in het opleiden van studenten voor etnisch-culturele diversiteit. Alle lerarenopleidingen zouden bijgevolg hun curriculum kunnen analyseren en evalueren in functie van de elementen geïdentificeerd uit de literatuurstudie.

Welbevinden van cognitief sterke leerlingen in het basisonderwijs. Bevindingen in gespecialiseerd lager onderwijs tegenover traditioneel onderwijs

Kathleen Vander Cruyssen
Er werd een online cross-sectioneel onderzoek uitgevoerd naar het welbevinden bij 187 leerlingen in het Vlaamse basisonderwijs met een vermoeden of diagnose van hoogbegaafdheid en hun ouders.
Onderzoeksvraag: “Is het welbevinden van cognitief sterke leerlingen die naar een gespecialiseerde lagere school (GS) gaan hoger dan dat van vergelijkbare leerlingen in traditionele scholen?” Aanvullend werd het verschil onderzocht in een gewone school: zonder extra ondersteuning (GO), individueel aangepast moeilijker leeraanbod (IA), deeltijds les met ontwikkelingsgelijken (‘peer grouping’) (PG) en individueel leeraanbod met ook ‘peer grouping’ (IP). Ten slotte werden leerlingen die één of meer leerjaren overgeslagen hebben vergeleken met niet-versnelde leerlingen.
Deze studie toont d.m.v. ANOVA en contrasten grote en positieve effecten aan van ondersteuningsmaatregelen (GS+IA+PG+IP) aan cognitief sterke leerlingen (versus GO) op algemeen welbevinden (d=2.369), tevredenheid algemeen (d=2.819), dingen die je hebt (d=1.825), waar je goed in wil zijn (d=2.616), die je dagelijks doet (d=1.42), relaties (d=1.589)) en schools welbevinden (welbevinden (d=2.977), tevredenheid (d=2.72), betrokkenheid (d=2.472), sociale relaties (d=1.823), pedagogisch klimaat (d=2.906)) en prestaties op rekenen (d=2.638). Volgens de ouders gaat meer aandacht naar kennis verwerven (d=1.623), sociaal emotioneel welzijn (d=3.187), differentiatie en persoonlijke aanpak (d=5.369) en creativiteit (d=2.179) dan in andere scholen.
Wanneer cognitief sterke leerlingen in een gespecialiseerde school (GS) les volgen, zijn er bijkomende positieve en grote effecten tegenover ondersteuning in gewone school (IA+PG+IP) op totaal schools welbevinden (d=.983), schoolse tevredenheid (d=.98), betrokkenheid (d=.994), sociale relaties (d=2.177) en pedagogisch klimaat (d=.98). Op academisch zelfconcept, prestaties voor rekenen (d=-1.354) en begrijpend lezen (d=-1.048) is er een negatief effect (referentiegroep verschilt). Er gaat meer aandacht naar kennis verwerven (d=3.402), sociaal emotioneel welzijn (d=3.916), differentiatie en persoonlijke aanpak (d=3.464) en creativiteit (d=2.820).
Er werden geen significante verschillen aangetoond tussen leerlingen in een gewone school met beide maatregelen versus één maatregel (IP vs IA+PG) en tussen versnelde leerlingen versus niet-versnelde leerlingen.

Werkstress bij telewerkers

Thomas Geleyn
De balans tussen risico- en beschermende factoren inzake stress bij telewerkers wordt bestudeerd. Dit aan de hand van het Job Demands- Resources model.

De muzikale entrepreneur: een onderzoek naar de drijfveren en denkprocessen bij DIY-muziekproductie

Cedric Fret
Deze studie onderzocht enerzijds de drijfveren en anderzijds de denkprocessen van muzikale entrepreneurs die verschillende facetten in en rond de productie van hun muziek met een DIY-filosofie benaderen.

Online versus real life coaching op een gezonde levensstijl

Yana Stappers
Dat ons leven niet altijd even gezond is, is duidelijk. Maar hoe ga je om met de gevaren die verbonden zijn aan een ongezonde levensstijl? En hoe kies je bewust voor een gezond alternatief? Possible onderzocht met een acht weken programma welke invloed een gezonde levensstijl op ons lichaam heeft.

Start to co-teach: een handleiding om leerkrachten in het kleuteronderwijs te ondersteunen bij het opstarten van co-teaching

Fien Leenaerts
Het onderwijs komt steeds meer in contact met onderwijsvernieuwing. Co-teaching kent op dit moment een opmars maar wat is co-teaching? Hoe ga je hier als school/directie en leerkracht mee aan de slag?

Hoogbegaafde jongeren aan de universiteit: ontwikkeling van een aanbod voor studie-ondersteuning

Eline van den Muijsenberg
Sommige hoogbegaafde studenten ervaren belemmeringen in de transitie naar het hoger onderwijs en presteren lager dan verwacht, ondanks het potentieel om sterke academische resultaten te behalen. Om in te spelen op hun noden, werd in deze masterproef het coachingstraject 'Hoogbegaafd? En toch loop je vast bij het studeren?' ontwikkeld en geëvalueerd.

Belonging als universeel ontwerp: het fundament voor de diverse school

Sofie Smets
Belonging als universeel ontwerp: het fundament voor een diverse school

Zit er een wiskundig kritische geest in de boekentas van de toekomstige leerkracht kleuteronderwijs?

Wim Mees
Enerzijds proberen we inzicht te verkrijgen in de kritische en creatieve bagage van tweedejaarsstudenten kleuteronderwijs tegenover vier wiskundige activiteiten. Anderzijds onderzoeken we met een online enquête hoe leerkrachten kleuteronderwijs hun kleuters laten kennismaken met wiskunde en wat zij als makkelijk en moeilijk ervaren.

Mensenrechten als handelinskader binnen de residentiële ouderenzorg

Simone Bootsma
Deze scriptie bevat een kwalitatief onderzoek over hoe 'waardigheid' en 'autonomie' worden gewaarborgd binnen de residentiële ouderenzorg. Het onderzoek werd uitgevoerd binnen een psychogeriatrische setting. Middels observaties en interviews werd getracht om een beeld te schetsen van de huidige situatie ten aanzien van deze thema's.

Heeft de coachingtool 'de Kik-cirkel' een bevorderend effect op zelfliefde?

Sofie Vandamme
Om coaches en zorgverleners een leidraad te geven om zelfliefde te bevorderen is de Kik-cirkel ontworpen. De Kik-cirkel is een coachingsmethodiek die uit 5 fasen bestaat en waar sprake is van een actieve cirkel en bonuscirkel. Deze methodiek is met drie verschillende proefpersonen getest.

Help! De vinger op de wonde leggen. De kennis van studenten verpleegkunde van Thomas More Lier omtrent wondzorg als onderdeel van eerste hulp.

Andrea Bosnjak
Traumatische wonden zoals schaafwonden of brandwonden worden gemakkelijk opgelopen in het dagelijks leven. Omstaanders zijn de eersten die in contact komen met deze traumatische wonden. Het is van levensbelang dat iedereen correct wondzorg als onderdeel van eerste hulp kan en wil bieden. Professionele hulpverleners zoals verpleegkundigen zouden zeker moeten weten hoe correcte wondzorg te verlenen. Mensen met voorkennis denken te weten hoe juiste
wondzorg te bieden als onderdeel van eerste hulp, maar uit onderzoek blijkt dit vaak niet zo te zijn. Daarom is het interessant om te onderzoeken hoe ver de kennis van de
studenten verpleegkunde van Thomas More Lier reikt.

Bringing the future into the classroom. Action research based on Theory U (Otto Scharmer, MIT). Impact from a student-centered competence-oriented learning environment on learning approach.

Kristien Verbist
We leven in ontwrichtende tijden. Volgens de sociale innovatietheorie Theory U (Otto Scharmer, Massachussets Institute of Technology, MIT) hebben we daarom een 4.0 Onderwijs nodig, een ondernemende, co-creatieve, participatieve manier van leren die de student en zijn hoogst mogelijke potentieel centraal stelt. In dit praktijkonderzoek wordt onderzocht wat de impact van zo'n leeromgeving is op de leerapproach van leerlingen (kwantitatief onderzoek) én op de aanpak van de leerkracht (kwalitatief onderzoek). Uit het onderzoek blijkt dat de 4.0. aanpak een positieve impact heeft op de leerapproach van leerlingen én dat de leerkracht anders voor de klas staat.

Jonge vrouwelijke ondernemers in Vlaanderen. Dromen en drempels.

Maaike Marchand
In deze scriptie, geschreven als bachelorproef voor de opleiding Journalistiek aan de Erasmushogeschool Brussel in het format van Flair, bekijk ik aan de hand van drie cases hoe het gesteld is met jonge, vrouwelijke ondernemers in België. Voor welke uitdagingen komen zij te staan en hoe maken zij hun dromen waar?

De samenwerking tussen het gewoon en buitengewoon basisonderwijs

Luca De Coninck
Alle leerlingen zijn welkom in het gewoon onderwijs. Sinds september 2017 kreeg het Vlaams onderwijs een nieuw ondersteuningsmodel die middelen van het buitengewoon onderwijs flexibeler wil inzetten in het gewoon onderwijs door vooral leraren en lerarenteams te ondersteunen. Het vergt een nauwe samenwerking tussen de leraar en de ondersteuner. Lees in deze scriptie hoe de samenwerking verloopt in de praktijk.