Scriptiebank is een vrij toegankelijke online databank. Deze bevat alle artikels en full text scripties van deelnemende bachelors en masters aan de Vlaamse Scriptieprijs.
The road to equal educational opportunities in prison: a qualitative study of the challenges and needs within European cooperation regarding distance education to foreign national prisoners
Dit onderzoek focust zich op de ongelijke toegang tot onderwijs binnen detentie. De uitdagingen en noden, die gepaard gaan met het organiseren van een Europees educatienetwerk voor buitenlandse gedetineerden, worden in kaart gebracht.
Deze scriptie legt de focus op transpersonen in detentie en de problematieken tijdens detentie. De hoofdfocus is hun plaatsingskeuze en het tekort aan informatie en beleid. In deze scriptie werd gebruikt gemaakt van een kritisch interpretatieve synthese als onderzoeksmethode.
Op 29 mei 2018 schoot een geradicaliseerde gevangene op penitentiair verlof twee politieagenten en een burger dood in Luik. De Islamitische Staat (IS) eiste de aanslag op. Hoe voorkomen we dit? Hoe volgen we gedetineerden met radicaal gedachtegoed op? Een beleidsevaluatie van Plan R in de Vlaamse gevangenissen.
Deze masterscriptie onderzocht de visie van justitiële en gemeenschapsactoren op een digitaal leeraanbod in de Belgische gevangenissen. Concreet werd er bestudeerd hoe deze actoren het huidig digitaal leeraanbod in de gevangenissen ervaren, welke meerwaarde een digitaal leer- aanbod met zich meebrengt en hoe zo’n leeraanbod ideaal ingevuld wordt.
Deze studie brengt in kaart hoe de communicatie met anderstalige gedetineerden in Vlaamse en Brusselse gevangenissen tot stand komt. Daarnaast peilt het onderzoek naar de gevoelens en perceptie die taalbarrières bij de gevangenisdirectie en het gevangenispersoneel teweegbrengen. Hiervoor werden semi-gestructureerde interviews gehouden, dewelke aan de hand van de kwalitatieve inhoudsanalyse geanalyseerd werden.
De geestelijke gezondheid van en de psychische hulpverlening aan gedetineerden van Marokkaanse en Algerijnse origine vanuit het perspectief van psychosociale hulpverleners en gevangenisimams
Deze masterscriptie betreft een verkennend onderzoek naar de geestelijke gezondheid van en de psychische hulpverlening aan gedetineerden van Marokkaanse en Algerijnse origine vanuit het perspectief van psychosociale hulpverleners en gevangenisimams werkzaam in de Vlaamse en Brusselse gevangenissen. De onderzoeksbevindingen kunnen mogelijk nieuwe inzichten bieden aan zowel praktijkwerkers als beleidsactoren en zo bijdragen aan een verbetering van de psychologische en psychiatrische begeleiding en omkadering binnen detentie.
De periode na detentie krijgt amper aandacht en wordt al te vaak vergeten. De essentie van mijn onderzoek bestaat erin dit probleem aan te kaarten. Op deze manier schuilt in deze thesis een signaalfunctie naar beleidswerkers binnen het penitentiaire welzijnswerk toe. Daarnaast worden ook de effectieve noden en behoeften van veelplegers in kaart gebracht om de theorie en realiteit op elkaar af te stemmen.
In de literatuur bestaat er heel wat kritiek over de effectiviteit van de gevangenisstraf. Er wordt zelfs gesteld dat de straf zinloos zou zijn. Deze masterproef stelde de proef op de som. Meer specifiek poogde dit onderzoek na te gaan in hoeverre er aan de vooropgestelde strafdoelen wordt voldaan tijdens de uitvoering van de gevangenisstraf. Bovendien werd ook het aanbod van diensten om deze strafdoelen te ondersteunen onderzocht. Om dit te onderzoeken werden er interviews afgenomen bij het penitentiair personeel en externe diensten van Brussel en Leuven.
Deze masterproef onderzoekt of een toelating van internet in de Vlaamse gevangenissen een risico of opportuniteit betreft. Hiervoor werden 29 interviews afgenomen met gedetineerden en personeelsleden. Daarnaast werden ook nog gekeken welke beperkingen mogelijk waren, zoals tijdsbeperkingen, afstemming per gedetineerde.
Het onderzoek betrof een verkennende studie naar de samenwerking tussen het transitiehuis van Mechelen en de gevangenis van Mechelen. Het doel van dit onderzoek was om deze samenwerking op een diepgaande manier te beschrijven en na te gaan hoe het juridisch kader zich vertaalt in de praktijk.
Sport is een eenvoudig hulpmiddel voor gevangenen om zich na hun vrijlating in de samenleving terug te integreren. Meer aandacht voor sport na een gevangenschap is dan ook aangewezen. Dit onderzoek gaat na of er voor (ex-)gevangenen wel enige nazorg voor sport is uitgewerkt of hoe deze gerealiseerd kan worden.
We onderzochten de (on)toereikendheid van het Vlaamse hulp- en dienstverleningsaanbod in Vlaanderen voor kinderen van (ex-)gedetineerden. Hierbij maakten we ook de vergelijking met het expertisecentrum KIND uit Nederland. Zo konden we nagaan of dergelijke organisatie wenselijk is in Vlaanderen.
Uit onderzoek, in opdracht van Klasbak vzw, werd duidelijk dat het Vlaamse hulp- en dienstverleningsaanbod in Vlaanderen niet ideaal is om in te spelen op alle noden die kinderen van (ex-)gedetineerden ondervinden. Er bestaat namelijk geen enkele organisatie in Vlaanderen die zich volledig focust op deze kwetsbare en moeilijk te bereiken doelgroep.
In deze scriptie wordt de ervaring van moeders in detentie nagegaan wanneer ze in co-detentie leven met hun kind alsook wanneer moeder en kind gescheiden leven. Hiernaast wordt het beslissingsproces over co-detentie in België bestudeerd. Meer specifiek, welke instanties hiervoor verantwoordelijk zijn en welke factoren er in rekening gebracht worden bij deze beslissing.
Deze scriptie onderzoekt wat werkt bij jongvolwassen detentieverlaters en daklozen door middel van een internationale literatuurstudie en focusgroepen met begeleiders van de doelgroep en de jongeren zelf. Het resultaat is een brede waaier van werkzame factoren waarmee hulpverleners aan de slag kunnen.
Deze masterproef gaat na hoe het Europees asielstelsel meer in overeenstemming kan worden gebracht met de rechten van de niet-begeleide minderjarige vreemdeling. Uit het onderzoek blijkt dat zowel de Europese regelgevers als het EHRM een stevig tandje bij kunnen steken. De weg naar mensenrechtenbescherming lijkt lang, maar hoeft dat niet te zijn.
Deze scriptie heeft tot doel om een vergelijking te maken tussen hoe de procedure tot toekenning van het
penitentiair verlof is en hoe deze in praktijk effectief verloopt. Er wordt bijgevolg een globaal beeld van de procedure geschetst, vanuit de standpunten van de verschillende actoren opdat het voor de lezer duidelijk zou worden hoe deze functioneert, wie betrokken is en welke afwegingen en beslissingen deze betrokken actoren dienen te maken.
Via een studie van relevante literatuur en gesprekken met zes professionals probeert dit onderzoek een stap dichter te komen bij een genuanceerde benadering van een actuele maar tegelijk onbekende en gevoelige kwestie: de terugkeer en (re-)integratie van Belgische kinderen uit het gevallen kalifaat.
Onderzoek naar de seksuele gezondheid in de gevangenis negeert vaak andere aspecten dan seksuele dwang en deprivatie. In deze studie proberen we de seksualiteitsbeleving en seksuele activiteit van gedetineerden in België in kaart te brengen, net als factoren die samenhangen met het seksuele welzijn en tevredenheid tijdens detentie.
Deze masterproef brengt in kaart hoe personen in voorlopige hechtenis het proces met betrekking tot hun intrede in de gevangenis ervaren. Dit doe ik aan de hand van een literatuurstudie en interviews met gedetineerden uit een Vlaamse gevangenis. Ik focus mij hierbij op drie thema’s: de arrestatie door de politie, de aanhouding door de onderzoeksrechter en het leven in de gevangenis.
Dit beleidsrapport omvat een vergelijkende analyse van het Vlaamse preventiebeleid rond extremisme met hoofdzakelijk dat van het Verenigd Koninkrijk en Nederland. Hiervoor werd er een combinatie gemaakt van een literatuurstudie en interviews met diverse relevante actoren uit het veld. Door de recente aanslagen (en in het bijzonder de gebeurtenissen op 22/3) werd dit stuk relevanter dan ooit. Het maakt namelijk duidelijk dat er op vlak van samenwerking tussen de verschillende politieke niveaus, tussen de gemeenschappen, binnen de penitentiaire sector en het onderwijs nog heel wat zaken te verbeteren zijn. In het bijzonder zou er werk moeten gemaakt worden van een Nationale Coördinator Contra-Extremisme die het beleid in goede banen kan leiden, zou er meer vertrouwen moeten komen tussen verschillende lokale actoren en moet er een aanpak gezocht worden voor minderjarige terroristen. Ook moet er bekeken worden hoe veroordeelde afgezonderde terroristen in de toekomst beter kunnen begeleidt worden tijdens en na de detentieperiode.
Vzw De Huizen streeft naar een kleinschalige, maatschappelijk geïntegreerde en gedifferentieerde strafuitvoering met een focus op re-integratie. Gevangenissen worden daarbij vervangen door kleinschalige detentiehuizen. In deze masterproef wordt een raamwerk opgesteld om de vele locaties die hiervoor nodig zijn te evalueren.
De scriptie is een vergelijkende studie tussen België en het Verenigd Koninkrijk naar de preventie van suïcide tijdens detentie. De bijdrage van de gevangenisbeambte aan deze preventie wordt in concreto onder de loep genomen. Hierbij worden tal van spanningsvelden belicht die zich in deze specifieke context aanbieden. De werking van het suïcidepreventiebeleid van beide landen worden geanalyseerd, evenals er wordt nagegaan welke vertaling dit kent (cognietief-emotioneel) op de beambte.
“Ge hebt geen leven meer. Ge wordt geleefd. Dat is echt het woord van een gevangenis: ge wordt geleefd, en ge moet overleven. Er is niets aan te doen.”Probleemstelling en onderzoeksvraagOp dit moment bevinden zich volgens recente cijfers ongeveer 11 769 gedetineerden in de Belgische gevangenissen, waarvan 502 vrouwen. Zij vormen een unieke categorie. In de literatuur valt het dan ook op dat er weinig belangstelling is voor deze groep.
“Vergeten verhalen: ex-kindsoldaten in de gevangenis”“Het misdrijf waarvan ik verdacht word, is gebaseerd op een leugen. Mensen in m’n gemeenschap beschuldigden mij ervan omdat ik vroeger bij de rebellen leefde. Vandaag ben ik erg ongelukkig door de grote onzekerheid… hoe lang zal ik hier nog opgesloten zitten?” Jack is één van de tienduizenden jongeren die in Noord-Oeganda ontvoerd werd door de rebellen van het Lord’s Resistane Army (LRA) om hen in te zetten als kindsoldaat.