Scriptiebank is een vrij toegankelijke online databank. Deze bevat alle artikels en full text scripties van deelnemende bachelors en masters aan de Vlaamse Scriptieprijs.

Crisis in je huis, hoofd en lichaam? Een onderzoek naar de huisvestingcrisis in relatie tot de fysieke en mentale gezondheid van de patiënten in WGC De Regent, Antwerpen-Noord

Heleen Delanghe
Het eindwerk bekijkt de relatie tussen slechte huisvesting en de fysieke en mentale gezondheid van de patiënten in Wijkgezondheidscentrum De Regent. Het legt huisvestingsproblemen in de wijk Antwerpen-Noord bloot aan de hand van cijfers en praktijkervaringen. Door te spreken vanuit concrete casussen wil het een krachtig signaal naar beleid geven om structurele oplossing voor de huisvestingsproblemen te beiden.

Sexual and Reproductive Rights on the Flemish Political Agenda: A Case Study of Menstrual Health

Anneleen De Cuyper
Deze thesis identificeert de standpunten van de verschillende Vlaamse politieke partijen omtrent additionele politieke actie tegen menstruatiearmoede. Het onderzoekt of er gelijkenissen bestaan met de narratieven van de extreemrechtse, anti-gender beweging in Europa.

Vergelijkende levenscyclusanalyse van beton, staal, hout en metselwerk vloer-draagstructuurcombinaties in middelhoge gebouwen

Esther Claeys
De vervuilende staal- en betonindustrie zorgen er tot op vandaag voor dat de bouwsector verantwoordelijk is voor meer dan een derde van de energievraag en CO2-uitstoot op Europees niveau. Is bouwen met hout de geknipte oplossing om de bouwsector te vergroenen of is dit een genuanceerder verhaal? Aan de hand van een vergelijkende levenscyclusanalyse van beton, staal, hout en metselwerk vloer-draagstructuurcombinaties in middelhoge gebouwen wordt dit onderzocht in deze scriptie.

De toegankelijkheid van mondzorg in kansarme wijken in Gent.

Dania Imad Abed Dania Imad Abed
Het is onbekend in hoeverre bewoners van Nieuw-Gent en Ledeberg de toegankelijkheid van mondzorg ervaren. Aan de hand van deze bachelorproef werden de baseline gegevens verzameld.

Kennis en implementatie van richtlijnen m.b.t. ulcus cruris venosum bij verpleegkundigen op geriatrische afdelingen

Chloé Desmedt
Veneuze beenulcera betekenen een zware belasting voor zowel de individuele zorgvrager als de internationale gezondheidszorg. Om hieraan tegemoet te komen is nood aan een kwaliteitsvol wondmanagement dat enkel en alleen gerealiseerd kan worden m.b.v. bekwame verpleegkundigen. De verpleegkundige kennis en vaardigheden m.b.t. wondmanagement blijken in de klinische praktijk echter vaak suboptimaal te zijn.

Living through the crisis - Exploring a victim-oriented approach to crisis communication theory

Laurence Balliu
Dit onderzoek belicht het perspectief van het betrokken publiek binnen crisiscommunicatie. In februari en maart 2022, werden 31 inwoners van Zwijndrecht geïnterviewd over hun ervaringen met de PFOS-crisis en de communicatie van 3M. Op die manier werd er nagegaan wat ideale crisiscommunicatie ten opzichte van het betrokken publiek inhoudt.

De gerechtelijke reorganisatie door collectief akkoord en de Herstructureringsrichtlijn: De controversiële invoering van een Europese Relative Priority Rule

Louis Destoop
Dit werkstuk bestudeert en beschrijft de verschillende voor- en nadelen die gepaard gaan met de relative priority rule, een regel die vanuit Europees initiatief in het nationaal recht kan worden opgenomen.

“Sportminnend Sint-Pietersveld”: Lichamelijke opvoeding in de heropvoedingspraktijk van het Rijksopvoedingsgesticht te Ruiselede, 1912-1965.

Hannah Carnier
Deze masterproef onderzoekt de functie, de betekenis en de praktische invulling van lichamelijke opvoeding in de heropvoedingspraktijk binnen de context van het Rijksopvoedingsgesticht (ROG) van Ruiselede in de periode tussen 1912 en 1965.

Slachtoffers van onwetendheid: de kennisverspreiding van het DES-hormoon in België sinds 1971

Antje Van Kerckhove
In 1947 veroverde het DES-hormoon de wereld. Het middel had als doel om miskramen te voorkomen en werd wereldwijd voorgeschreven aan miljoenen zwangere vrouwen. In 1971 werd echter aangetoond dat DES schadelijk was voor de baby’s – zogenaamde DES-kinderen – die als foetus werden blootgesteld aan het hormoon. Vooral DES-dochters liepen ernstige medische risico’s. Bovendien bleek jaren later dat ook DES-kleinkinderen vatbaar zijn voor de gevolgen van DES. Dat het middel in België nog zeker tot 1977 – zes jaar nadat de schadelijkheid formeel werd bewezen – is toegediend aan zwangere vrouwen, doet onderzoeksjournaliste Greet Pluymers en enkele DES-dochters vermoeden dat er sprake is van een dofpotoperatie. Een mogelijke doofpotaffaire zou inderdaad verklaren waarom DES op de markt bleef tussen 1971 en 1977, maar het vormt geen antwoord op de vraag waarom er vandaag in België – in tegenstelling tot bijvoorbeeld de Verenigde Staten en Nederland – nog steeds weinig kennis bestaat of circuleert over de schadelijke gevolgen van het hormoon. Dit onderzoek gaat daarom na hoe de late en gebrekkige kennisverspreiding van DES binnen de Belgische context verklaard kan worden. Daarbij neemt deze studie afstand van een mogelijke doofpotaffaire door op zoek te gaan naar een lange termijn verklaring voor de relatieve onwetendheid over DES in België. Om een licht te werpen op het gebrek aan kenniscirculatie vanaf 1971 steunt dit onderzoek op inzichten uit de agnotologie, een theorie die ervan uitgaat dat onwetendheid het gevolg is van culturele constructies.
Zo bood deze studie – aan de hand van interviews met DES-dochters en gynaecologen – inzicht in de langdurige mechanismen en processen die aan de basis liggen van de gebrekkige kennisverspreiding van het DES-hormoon in België. De rol van ouders en artsen – die golden als de belangrijkste informatieverstrekkers in het kennisproces van DES-dochters – bleek daarbij cruciaal. Indien zij niet optraden als kennisverspreiders, bleven DES-dochters vaak jarenlang in het ongewisse over hun DES-identiteit. Verder wees de analyse uit dat DES-dochters in grote mate afhankelijk waren van toeval voor een juiste diagnostisering. Daarnaast bleek dat de schuldgevoelens van sommige DES-moeders – zeker in huishoudens waar een sterk taboe rustte op infertiliteit – het stilzwijgen van DES in de hand werkte. Op die manier toonde ik aan dat het stigma rond onvruchtbaarheid bijdroeg aan de onwetendheid over DES en niet alle ouders zomaar fungeerden als doorgeefluiken van kennis. Tot slot toonde dit onderzoek aan dat ook gynaecologen hun rol als informatieverstrekkers niet systematisch opnamen. Zo bleek dat artsen – ondanks het feit dat ze sinds het begin van de jaren 1970 geïnformeerd waren over de schadelijkheid van DES – het probleem leken te onderschatten. Deze onderschatting was het gevolg van de overtuiging dat het DES-probleem vanaf het einde van de jaren 1980 verleden tijd was. Maar deze opvatting alleen kon het kennistekort niet verklaren. Andere redenen waren de onzichtbaarheid van het DES-probleem in combinatie met de moeilijkheid om congenitale afwijkingen te linken met het hormoon, de exclusieve focus op fertiliteitsproblemen, het gebrek aan ondervraging
94
en de mogelijk nauwe relaties tussen UCB en de medische wereld. Op die manier ontstond er een algemeen gebrek aan belangstelling voor het DES-probleem in medische kringen in België waar DES-dochters tot op heden het slachtoffer van zijn.

Gender stratification in the workplace environment: implications for mental health

Esther Lermytte
Genderstratificatie op de arbeidsmarkt zorgt ervoor dat psychosociale risicofactoren op de werkvloer ongelijk verdeeld worden onder mannen en vrouwen. Deze factoren beïnvloeden ons mentaal welzijn. Deze thesis bestudeert hoe de mentale gezondheid van mannelijke en vrouwelijke werknemers in Europa verschillend beïnvloed wordt door bepaalde jobkenmerken.

Welke persoonlijke motieven bepalen het soort werkstatuut van een mondhygiënist in België en Nederland?

Lisa Verstraete
In deze bachelorproef werd onderzocht waarom een Belgische of Nederlandse mondhygiënist kiest voor het statuut van werknemer of zelfstandige. Het gaat hierbij over de invloed van persoonlijke, sociale en omgevingsfactoren. Deze bevorderende en belemmerende factoren kunnen meegenomen worden om een tewerkstelling in de publieke sector aantrekkelijker te maken.

Brengt de ideologie van de existentiële band tussen ouders en kinderen de jeugdhulp en jeugdbescherming in moeilijkheden?

Laetitia De Bruyn
De wet bepaalt dat een plaatsing van een kind alleen als laatste redmiddel en met het oog op gezinshereniging mag plaatsvinden, om de grondrechten van zowel ouders als kinderen te eerbiedigen. Het onderhouden van familiebanden is een gevestigde norm in de Belgische jeugdhulp en ligt aan de basis van ons jeugdbescherming systeem. Maar zou het hoofddoel van het werk van de jeugdbeschermers niet eerder moeten gesteld worden in functie van wat het kind in staat stelt zich goed te ontwikkelen, verre van pure ideologische verklaringen rond het belang van de familieband?

The role of Gardnerella and bacterial vaginosis in reproductive health of African women

Lisa Himschoot
In deze masterscriptie wordt prevalentie van bacteriële vaginose in 2 Afrikaanse populaties (uit Etiopië & de Democratische Republiek Congo) beschreven. De rol van verschillende bacteriën, van het genus Gardnerella, Atopobium en Lactobacillus, in bacteriële vaginose en vroeggeboorte wordt ook onderzocht.

De post-covid-19 stad: de huisvestingscrisis vanuit een nieuw perspectief

Katia Roslevitch
De coronacrisis heeft de sluimerende huisvestingscrisis scherper gesteld. Hoe kunnen we ervoor zorgen dat betaalbaar wonen gegarandeerd blijft en waar liggen de knelpunten de dag van vandaag?

Ouderschap en ontwikkeling van kinderen in niet-traditionele gezinnen.

Sanne Goossen
In deze systematic review willen we een overzicht geven van alle bestaande literatuur rond opgroeien in een niet-traditioneel gezin en hoe afwijken van traditionele gezinsvormen de (ervaren) opvoedingscompetentie, ouder-kindrelatie en het welzijn en de ontwikkeling van kinderen (fysiek, emotioneel en gedragsmatig) kan beïnvloeden.

Ver van thuis? Hoe sociale NGO’s veerkracht opbouwen in post-crisis aankomststeden door sociale innovatie en integratie

Alicia Van der Stighelen
In de context van migratie en de Europese vluchtelingencrisis beproeft deze masterproef het potentieel tot veerkracht van zowel de aankomststad met een eigen crisishistorie als van haar nieuwkomers. Een netwerk van ngo’s (afkorting voor ‘non-gouvernementele organisaties’) spelen hierin een essentiële rol via hun sociale zorg en huisvesting als substituut voor een (tot nog toe) weinig responsieve overheid. De thesis steunt in concreto op onderzoek van en vrijwilligerswerk met de ngo ARSIS die werkt rond opvang en integratie van niet-begeleide minderjarige migranten in Athene, Griekenland.

De roze wolk, schijn bedriegt: De betrokkenheid van de vroedvrouw bij postpartum psychosen

Sophie Van hoof
We zijn op de hoogte van de screenings- en behandelingsmethodes voor een postpartum depressie maar hoe zit het met deze voor een postpartum psychose? Deze aandoening kan tenslotte ook optreden en ook deze vrouwen hebben recht op kwaliteitsvolle zorg, zorgverlening die zich specifiek focust op hun noden en behoeften. Ik wil met andere woorden voor de vroedvrouwen van de toekomst trachten een overzicht te schetsen van hoe om te gaan met deze diagnosestelling.

Nature-Based Solutions for Cities: Development of a User-Friendly Catalogue Including a Flexible Search Tool

Helen De Weser Salomé Oliveira Loureiro
Twee studenten Burgerlijk Ingenieur Architect van de Ecole Polytechnique (VUB/ULB) maakten een gebruikersvriendelijke catalogus met Urban Nature-Based Solutions voor de stad Brussel. Ze creëerden een allereerste zoektool die gebruikers begeleidt doorheen de vele Urban Nature-Based Solutions om zo het zoek- en keuzeproces te vergemakkelijken.

Een eeuw aan financiële crisissen en de toestand in actuele financiële markten

Cedric Van Hoey Cedric Van Hoey
Vergelijkende studie van beurscrashes doorheen de tijd met de huidige situatie van de financiële markten wereldwijd.

Mantelzorger tussen kracht en onmacht: een sociaal werkonderzoek naar de relatie tussen formele en informele zorg ervaren door mantelzorgers van hulpbehoevende, thuiswonende ouderen

Silke De Troyer
Een onderzoek naar de relatie tussen formele en informele zorg, ervaren door mantelzorgers van thuiswonende, hulpbehoevende ouderen.

STRAFDOELEN IN DE UITVOERING VAN DE GEVANGENISSTRAF: een kwalitatief onderzoek bij penitentiair personeel en externe diensten

Amber Zahr
In de literatuur bestaat er heel wat kritiek over de effectiviteit van de gevangenisstraf. Er wordt zelfs gesteld dat de straf zinloos zou zijn. Deze masterproef stelde de proef op de som. Meer specifiek poogde dit onderzoek na te gaan in hoeverre er aan de vooropgestelde strafdoelen wordt voldaan tijdens de uitvoering van de gevangenisstraf. Bovendien werd ook het aanbod van diensten om deze strafdoelen te ondersteunen onderzocht. Om dit te onderzoeken werden er interviews afgenomen bij het penitentiair personeel en externe diensten van Brussel en Leuven.

Moedermelk in een correlatie tot necrotiserende enterocolitis: toeval of wetenschap?

Lien Heyvaert
In deze scriptie wordt de impact van moedermelk, donormoedermelk en kunstvoeding op necrotiserende enterocolitis bij prematuren bestudeerd.

Why SMEs should consider collaboration with other profit firms in order to improve sustainability innovation

Emma Van Coillie
Elk bedrijf moet innoveren in termen van zowel processen als producten om relevant te blijven en winstgevend. Bedrijven kunnen er ook voor kiezen om ecologische innovatie te verkrijgen door samen te werken met andere bedrijven. Het onderzoek naar de specifieke combinatie hiervan onderwerpen is schaars. Het doel van deze bachelorproef is om de nodige inzichten te verschaffen voor (Vlaamse) Kleine en Middelgrote Ondernemingen (kmo's) om samenwerking met andere bedrijven op het gebied van duurzaamheidsinnovatie aan te gaan.

The European football landscape: An analysis of the performance of Belgian, German and English football teams

Louis Van Looy
Dit werk analyseert de performance van voetbalclubs uit België, Duitsland en Engeland over een periode van 10 jaar aan de hand van statistische methoden. Devoornaamste link die onderzocht wordt is die tussen financiële, zakelijke en sportieve prestaties. Hieruit blijkt dat enkel Duitsland erin slaagt om een vorm van sustainability te creëeren. Werk aan de winkel dus voor het Engelse en Belgische voetbal.

Sociale klasse en duurzaamheid. Naar een verklaring voor sociale stratificatie in duurzaam gedrag

Robbe Geerts
De scriptie gaat over sociale klassenverschillen in duurzaam gedrag. Wat zijn de verschillen en hoe zijn ze te verklaren?