Scriptiebank is een vrij toegankelijke online databank. Deze bevat alle artikels en full text scripties van deelnemende bachelors en masters aan de Vlaamse Scriptieprijs.

Inburgeren in Vlaanderen: op grond van welk verleden? De rol van geschiedenis, erfgoed en herinneringseducatie in Vlaamse inburgeringstrajecten van meerderjarige nieuwkomers in Antwerpen (2004-heden)

Anthe Baele
De meeste volwassen nieuwkomers in Vlaanderen moeten verplicht een cursus Maatschappelijke Oriëntatie volgen in het kader van hun inburgeringstraject. Deze scriptie onderzoekt wat de rol is van geschiedenis, erfgoed en herinneringseducatie in deze lessenreeks en in welke mate dit mee vormgeeft aan een burgerschap.

Het gebruik van Machine Translation in het algemeen secundair onderwijs in Vlaanderen: een surveyonderzoek naar de visie van leraren moderne vreemde talen in de tweede en derde graad

Taike Vanhooren
Aangezien de kwaliteit van vertalingen gegenereerd door automatische vertaalsystemen de laatste jaren enorm verbeterd is, dringt onderzoek naar het gebruik van dergelijke systemen binnen de schoolcontext zich dan ook op. Aan de hand van een enquête werd de visie van leraren, die lesgeven in de tweede of derde graad van het Algemeen Secundair Onderwijs, bevraagd. Daarbij werd enerzijds gepeild naar hun persoonlijk MT-gebruik en anderzijds naar hun visie op het gebruik van MT door leerlingen in de les, voor huistaken en voor toetsen en examens.

Translations and prizes: Two modes of consecration. A comparative study about the impact of literary prizes on translation flows.

Eva Janssens
Deze masterproef bestudeert de impact van literaire prijzen op vertalingen. Daarvoor wordt gekeken naar de Libris Literatuur Prijs, de Literatuurprijs van de Europese Unie en de Booker Prize.

Speakaboo: spraakklankscreening bij meertalige kinderen (Onderzoek naar de betrouwbaarheid)

Miri Sheinfeld
Een spraakklankstoornis bij een meertalig kind manifesteert zich in beide talen. Daarom moeten beide talen onderzocht worden om een spraakklankstoornis te kunnen vaststellen. Maar wat als de logopedist de moedertaal van het kind niet spreekt?

Justus Lipsius als vaderlander: De beeldvorming van Justus Lipsius in België van 1853 tot 1947

Joachim Hoste
Deze masterproef gaat over de beeldvorming van de humanist Justus Lipsius van 1853 tot 1947. Hij paste binnen de herdenking van grote historische figuren om de natiestaat te legitimeren. Voor Leuven, Overijse en Ath riep hij lokale trots op. Lipsius werd vooral geëerd als groots wetenschapper. Maar in 1909 vond de liberale pers hem helemaal niet erenswaardig en bekritiseerde zijn intolerantie.

De toegankelijkheid van mondzorg in kansarme wijken in Gent.

Dania Imad Abed Dania Imad Abed
Het is onbekend in hoeverre bewoners van Nieuw-Gent en Ledeberg de toegankelijkheid van mondzorg ervaren. Aan de hand van deze bachelorproef werden de baseline gegevens verzameld.

Gipsen, is het zo eenvoudig als het lijkt?

Zohra Claes
Deze bachelorproef gaat over het belang van het correct aanleggen van een spalk op een spoedgevallendienst.

Hola mami: kritische zelfvertaling

Tine Schelkens
(Partiële) vertaling naar het Spaans van een zelfgeschreven manuscript in het Nederlands met literatuurstudie en kritische bespreking.

Elles vécurent heureuses et eurent beaucoup d’enfants: L’homoparentalité dans la romance lesbienne

Gilke Geeraerts
Hoe wordt homo-ouderschap voorgesteld in lesbische romances? Aan de hand van de analyse van een selectie boeken met dit thema van de Frans-Canadese LGBT-romanceuitgeverij Homoromance Éditions wordt die vraag beantwoord. Meer specifiek gaat de thesis na op welke manier homo-ouderschap als een voorwaarde wordt voorgesteld voor het perfecte plaatje dat de romances creëren.

"Zonder tolk is het onbegonnen werk." Een exploratieve studie naar het sociaal tolken in het OCMW Gent

Laura Robaey
Tolken slaan een brug tussen anderstaligen en medewerkers, maar vaak worden ze niet ingezet. Onterecht, want daardoor ontstaan misverstanden en een gebrekkige communicatie.

De opportuniteit van meertaligheid

Fien Lauwereins
In de klaspraktijk komen we steeds meer diverse klasgroepen tegen die ook op vlak van thuistaal van elkaar verschillen. Hiervoor heb ik een schooltaalwoordenboek ontworpen dat voor ondersteuning op vlak van instructietaal zal zorgen. Dit woordenboek is op mijn zelfontworpen site te vinden samen met enkele andere tools en niet-talige bewegingstussendoortjes en wachtplaten.

Klaar voor de loopgraven? Het rekrutenleven in de Belgische militaire opleidingskampen in Frankrijk tijdens de Eerste Wereldoorlog

Tine De Keyser
Deze thesis biedt een persoonlijke inkijk in het dagelijkse leven in de Belgische militaire opleidingskampen op Franse bodem tijdens de Eerste Wereldoorlog. De rekruten zelf staan erin centraal en hun reis ernaartoe, de training, de materiële gesteldheid en het vertrek naar het front kregen allemaal een plek in dit onderzoek.

De asymmetrische uitoefening van federale bevoegdheden

Quinten Jacobs
De federale overheid kan haar bevoegdheden verschillend uitoefenen in de verschillende landsdelen. Deze masterproef analyseert in welke mate dat verenigbaar is met de Grondwet.

Genealogie in het onderwijs. "Kunnen we genealogie in het onderwijs aanwenden, met als doel leerlingen hun interesse voor het vak geschiedenis te vergroten?"

Thomas E.J. Vanwelsenaere
Dit eindwerk handelt over het gebruik van genealogie (stamboomonderzoek) in het onderwijs, met als doel leerlingen hun interesse voor het vak geschiedenis te vergroten.

Grensverleggende zorg: Ervaringen van Vlaamse transgender personen met medische zorg, 1950 tot heden.

Esther Lamberts
Deze thesis focust op de ervaringen van Vlaamse transgender personen met de medische zorg, 1950 tot heden. Het duikt in een tot nu toe onbeschreven verleden van de transgender geschiedenis van België.

Implementatie van de SRD II: een blik op remuneratie

Dominik Verbist
Deze scriptie vormt een onderzoek naar de omzetting van de regels omtrent remuneratie voor bestuurders van beursgenoteerde vennootschappen uit de SRD II naar Belgisch recht. Hierbij wordt rekening gehouden met de Belgische rechtsleer aangaande het oude regime. Een rechtsvergelijking met Nederland en Frankrijk gaat op zoek naar lessen die de Belgische wetgever uit de omzetting in deze landen kan trekken.

Geldt een pandemie als overmacht in het verbintenissenrecht

Caro Stuer
1. Het uitgangspunt is dat een overeenkomst die geldig wordt aangegaan, de partijen tot wet strekt. Een pandemie kan daar een voorbeeld van zijn een omstandigheid die het moeilijk of onmogelijk maakt een verbintenis na te komen. Overmacht zou ervoor kunnen zorgen dat een schuldenaar wordt bevrijd van zijn contractuele verbintenis.
2. Om na te gaan of er in de context van de coronacrisis sprake is van overmacht, dient in de eerste plaats te worden nagegaan of er sprake is van een toestand waarbij de schuldenaar kampt met een financieel onvermogen. In de meeste gevallen is dit in het kader van een handelshuurovereenkomst.
Luidt het antwoord positief, dan kan men er kort over zijn. De kans is groot dat de rechter de rechtsgrond overmacht niet zal aanvaarden. De meerderheid en de meest recente rechtspraak verwijst naar het cassatiearrest van 28 juni 2018. Het Hof van Cassatie aanvaardt namelijk niet dat financieel onvermogen een kwalificatie tot overmacht rechtvaardigt. Het Franse Hof van Cassatie aanvaardt dit evenmin.
Luidt het antwoord daarentegen negatief en is er geen sprake van een financieel onvermogen in hoofde van de schuldenaar, dan dient te worden nagegaan of aan de toepassingsvoorwaarden van overmacht is voldaan.
3. Er moet bij elke met corona verband houdende situatie geval per geval, sector per
sector, contract per contract worden nagegaan of er sprake is van overmacht.
Een schuldenaar moet zich ingevolge de coronacrisis in de onmogelijkheid bevinden de verbintenis na te komen en de contractuele fout dient ontoerekenbaar te zijn. Er is nog discussie over de vraag of het nu gaat om een absolute of een relatieve onmogelijkheid. De contractuele wanprestatie dient onvoorzienbaar en onvermijdbaar te zijn.
Indien aan de toepassingsvoorwaarden van overmacht niet voldaan is, dan is er geen sprake van overmacht. Er kan dan worden onderzocht of er beroep kan worden gedaan op de alternatieven van overmacht: de wijziging van de overeenkomst, de ontbinding, contractuele clausules of de uitvoering te goeder trouw.

4. Het eerste alternatief voor overmacht is de wijziging van de overeenkomst.
Een contract kan alleen gewijzigd of opgezegd worden mits wederzijdse toestemming van de partijen of op grond van de wet. Dit standpunt wordt gevolgd in het Franse recht en in het nieuwe Burgerlijk Wetboek.
5. Het tweede alternatief is de ontbinding van de overeenkomst. Wanneer de gedwongen uitvoering niet mogelijk is, kan er een keuze gemaakt worden tussen: de gerechtelijke ontbinding, de ontbinding op kennisgeving of het uitdrukkelijk ontbindend beding.
De ontbinding op kennisgeving werd recentelijk erkend door cassatierechtspraak en zal in het nieuwe Burgerlijke Wetboek een wettelijke grondslag krijgen. De ontbinding op kennisgeving is wellicht geïnspireerd op het Franse recht. Er dient bij een ontbinding op kennisgeving sprake te zijn van een wederkerig contract, een voldoende gekwalificeerde schending, een ingebrekestelling en een kennisgeving van de beslissing van de schuldeiser aan de andere contractspartij. Het klassieke voorbeeld van een wanprestatie is de niet-betaling van de huurgelden. Wanneer overmacht kan worden vastgesteld, zal er niet aanvaard worden dat er sprake is van een wanprestatie die de ontbinding rechtvaardigt.
6. Het derde alternatief voor overmacht zijn de contractuele clausules. Deze clausules zijn mogelijk nu het verbintenissenrecht van aanvullend recht is. Enerzijds zijn er de overmachtsclausules en anderzijds de imprevisieclausules. In zo een clausule kunnen contractspartijen bedingen welke omstandigheden in aanmerking komen als overmacht of imprevisie en wat de gevolgen zijn van deze kwalificatie op hun contract. Partijen kunnen dus zelf overeenkomen in welke mate een pandemie een impact zal hebben op hun overeenkomst.
In Frankrijk zijn contractuele clausules eveneens mogelijk.
7. Het vierde en laatste alternatief dat in deze thesis wordt voorgesteld voor overmacht, is de uitvoering te goeder trouw.
Er kunnen op grond van de aanvullende werking van de goede trouw bijkomende verbintenissen worden opgelegd aan partijen. Zo dienen de contractspartijen er zich van te onthouden de nakoming van de verbintenis door de wederpartij te bemoeilijken in de context van een pandemie. Er kan ook de verplichting worden afgeleid om bijkomende contractuele regelingen te treffen met het oog op de goede afloop van de basisovereenkomst. Ook het Franse recht en het nieuw Burgerlijk Wetboek geven deze betekenis aan de aanvullende werking van de goede trouw. Een contractspartij die zich in een situatie van overmacht bevindt, kan worden verhinderd zijn verplichtingen te goeder trouw na te komen. Vaak is een onderhandelde oplossing wel opportuun. Zo kan een betalingsuitstel, afbetalingsregeling of een prijsvermindering worden voorgesteld.
Het is bij de matigende werking en bij rechtsmisbruik aan een contractpartij verboden de haar uit de overeenkomt voortvloeiende rechten uit te oefenen op een manier die in strijd is met wat van een redelijke contractpartij mag worden verwacht. Wie in het kader van de coronacrisis de nakoming zou blijven eisen van een ingrijpend gewijzigde overeenkomst, kan zich schuldig maken aan rechtsmisbruik. De schuldenaar dienst daarnaast loyaal redelijke maatregelen te nemen die de schade van de niet-nakoming kunnen matigen of beperken. Deze redenering is in het Franse recht en het nieuw Burgerlijk Wetboek terug te vinden. Het ontbreken van een onderhandelde oplossing, zoals een betalingsuitstel, een afbetalingsregeling of een prijsvermindering, kan leiden tot rechtsmisbruik. De matigende werking staat de toepassing van de risicotheorie in geval van overmacht echter niet in de weg.
8. Imprevisie kan niet als alternatief worden gebruikt voor overmacht in het Belgische recht. Bij imprevisie is er, in tegenstelling tot bij overmacht, sprake van omstandigheden die de uitvoering van de overeenkomst bijzonder moeilijk of aanzienlijk zwaarder maken voor (één van) de partijen. De coronacrisis kan daar een voorbeeld van zijn. De imprevisieleer beoogt een heronderhandeling van de overeenkomst tussen de partijen. Noch het Burgerlijk Wetboek, noch het Hof van Cassatie en noch andere (corona)rechtspraak aanvaarden de imprevisieleer.
De bindende kracht van een overeenkomst blijft het uitgangspunt. Het Franse recht en het nieuwe Burgerlijk Wetboek aanvaarden de imprevisieleer wel.
Partijen kunnen wel steeds een contractuele imprevisieclausule opnemen. De imprevisieleer kan ook min of meer het recht binnensluipen via enerzijds de matigende werking van de goede trouw en de leer van het verbod op rechtsmisbruik en anderzijds door een soepele invulling van het overmachtsbegrip.
We hebben de imprevisieleer niet kunnen gebruiken tijdens de coronapandemie.
Mocht het nieuw Burgerlijk Wetboek al van kracht zijn geweest, had dit een grote invloed gehad op verschillende contracten en zou de rechtspraak vandaag anders luiden.
De aanvaarding van de imprevisieleer tijdens de coronacrisis had er wellicht toe geleid dat overmacht minder snel werd aanvaard.

Kunnen we de leermotivatie voor het vak Frans in de eerste graad a- en b-stroom verhogen met ons didactisch bordspel?

Katrien Matthijs Nele Lombaert
Omdat we merken dat de leerlingen in de eerste graad a- en b-stroom weinig leermotivatie hebben voor de lessen Frans, hebben we zelf een educatief bordspel ontworpen. We hebben duidelijk gekozen voor een bordspel en niet voor een online platform om de schermtijd te beperken en om de spreekvaardigheid, leesvaardigheid, luistervaardigheid en groepsdynamica in de klas te vergroten. Daarbovenop willen we de leerlingen ook warm maken voor de Franse cultuur. Na een test bij 51 leerlingen hebben we 49% meer motivatie kunnen registreren.

Kleuters met weinig sociale wederkerigheid: van inzicht naar uitzicht (praktijkonderzoek in het ondersteuningsnetwerk Oost-Brabant)

Eleonora Tilkin-Franssens
Steeds meer kleuters worden bij het ondersteuningsnetwerk aangemeld met een (gemotiveerd) verslag type 9 of doorverwezen naar het buitengewoon onderwijs. Het ondersteuningsnetwerk waar ik voor werk, is een inclusiemotor die tracht zoveel mogelijk kinderen binnen het gewoon onderwijs tot leren te laten komen binnen het draagvlak van de school.
In dit onderzoek wordt onderzocht hoe ondersteuners leerkrachten beter kunnen begeleiden bij het creëren van een klasomgeving waarin kleuters met weinig sociale wederkerigheid wel tot ontwikkeling kunnen komen en waarbij de leerkracht minder gevoelens van onmacht, stress en handelingsverlegenheid ervaart.
Door uit te zoeken hoe de normale ontwikkeling van een kleuter er uitziet op het domein van sociaal-emotionele ontwikkeling, sociaal-communicatieve ontwikkeling, taalontwikkeling en spelontwikkeling probeert dit onderzoek een manier te vinden om leerkrachten en ondersteuners meer inzicht in de ontwikkeling van hun specifieke kleuter te bieden. Vanuit dat inzicht wordt getracht om te komen tot een beter afgestemde omgeving, aanpak en aanbod naar de kleuter toe.
Dit onderzoek tracht hierbij een antwoord te geven op wat ondersteuners en leerkrachten nodig hebben om dit te kunnen verwezenlijken en wat het gevolg is van een korte interventie op de beleving van de band tussen de leerkracht en de kleuter.
Overkoepelende conclusies trekken was niet mogelijk, aangezien de steekproef te klein was. Er kan wel afgeleid worden dat het inzetten van ondersteuners om de ontwikkeling van het jonge kind beter te begrijpen een meerwaarde kan betekenen.
Daarnaast is het aanreiken van een manier om kinderen te observeren en zo hun ontwikkelingsniveau te bepalen in combinatie met het bepalen van hun beleving van en door anderen een manier om te weten te komen waar net op kan ingezet worden om hun ontwikkeling te stimuleren.
Het opstellen van kleine, haalbare activiteiten om aan de band tussen kleuter en leerkracht te werken terwijl er naar een duidelijk doel wordt toegewerkt, kan ondersteuners helpen om gerichter de leerkrachten te ondersteunen zodat de kleuter zijn/haar ontwikkeling ook wordt gestimuleerd buiten ondersteuningstijd.

Taaluitwisselingen in gezinsverband: Casestudy van taaluitwisselingen georganiseerd door Swap-Swap

Sophie Rombouts
Deze kwalitatieve studie aan de hand van semigestructureerde interviews beoogt een
antwoord te geven op drie onderzoeksvragen, namelijk de kenmerken van taaluitwisselingen (OV1),
de voordelen van taaluitwisselingen tegenover een ander type taalreis (OV2) en de voorwaarden
voor succes van taaluitwisselingen in gezinsverband tegenover taaluitwisselingen in schoolverband
(OV3). Concrete tips voor deelnemers aan Swap-Swap uitwisselingen en voor de organisatie zelf worden meegedeeld.

Intense handelsrelaties tussen de Noordzee en het Baltische Zeegebied: de weg van Vlaamse lakenloodjes

Ingrid De Weert
Vlaanderen was in de middeleeuwen en vroegmoderne periode een gerenommeerd gebied voor de productie en handel van laken. Lakenloodjes aangetroffen in het Baltische Zeegebied getuigen hier van. Deze loden merktekens zijn een dankbaar, maar complex hulpmiddel om de lakenhandel in een ander perspectief te bekijken.

La « matriochka traductive » : réflexions sur l'altérité stratifiée dans la traduction littéraire. Traduction partielle de La fille d'un héros de l'Union soviétique d'Andreï Makine comparée à la traduction néerlandaise publiée.

Philippe Vanhoof
Het Vreemde en het Eigene, de Andere en het Ik vormen de spilfiguren van de interculturele spanning in de literaire vertaling, maar blijven tegelijkertijd té diffuus. Deze scriptie fourneert een preliminaire en non-exhaustieve categorisering van de verschillende types 'alteriteit' waarmee een vertaler in aanraking komt. Bovendien snijdt ze ook een pseudovertaling van Andreï Makine aan en tracht te verklaren hoe een dat tekstgenre niet alleen frauduleus is, maar ook intrinsiek vreemd aan zichzelf.

OPTIMALISATIE VAN DE OPKWEEK VAN DE ZWARTE SOLDATENVLIEG OP KIPPENMEST

Carl-Victor Deweer
Met behulp van 3 experimenten wordt de groei geoptimaliseer van de larven van de Zwarte Soldatenvlieg, die met vleeskuikenmest gevoederd worden.

L’acquisition incidente du vocabulaire par la présentation de matériaux audiovisuels : élèves dyslexiques et typiques

Janka Maes
Een onderzoek naar het onbewust verwerven van nieuwe Franse woordenschat bij jongeren met en zonder dyslexie. Deze woordenschat wordt onbewust opgepikt terwijl de deelnemers naar een aflevering kijken van een Franse kinderserie.

Translating Homesickness in Nâzım Hikmet’s Poems: A Chronotopical Reading of Homesickness in Literary Translation

İlayda Buse Demirci
In dit onderzoek wordt Nâzım Hikmets heimwee in zijn gedichten bestudeerd qua tijd en ruimte. Om te zien hoe zijn heimwee wordt weergegeven in vertaling wordt een selectie van de Engelse vertalingen van zijn gedichten geanalyseerd met betrekking tot strategieën voor poëzie vertalen.