Scriptiebank is een vrij toegankelijke online databank. Deze bevat alle artikels en full text scripties van deelnemende bachelors en masters aan de Vlaamse Scriptieprijs.

Small Spatial Greening Projects Influencing Gentrification Drivers

Bas van der Putten
Studie rond het verschil tussen top-down en bottom-up approaches in vergroeningsprocessen. Inclusie van burgers in het proces blijken helpvol te zijn in de preventie van 'verkeerde' landschapsveranderingen, sociale veranderingen ten nadele van lange termijn bewoners, en eventuele misplaatsing van lage inkomstgezinnen.

We Live On - Towards an Adaptable Reconfiguration of a Social Housing

Hannah Herrmann
De masterscriptie behandelt de transformatie van sociale woningen in Brussel, met de nadruk op beperkte en eenvoudige acties.

Wanneer heteronormativiteit queer verhalen ondermijnt: Een onderzoek naar hetero- en homonormativiteit in de Vlaamse en Nederlandse edities van de realityserie Blind Getrouwd

Julian Vanderstraeten
Deze thesis onderzoekt de Nederlandse en Vlaamse versies van de realityshow Married at First Sight en analyseert de effecten van hetero- en homonormatieve markers op de representatie van queer koppels in de show. Uit een literatuurstudie en tekstuele analyse van een Vlaams seizoen en een Nederlands seizoen, blijkt dat beide versies de neiging hebben om homoseksuele deelnemers in een hetero- en homonormatief licht te stellen. Dit wordt versterkt door cinematografische, narratieve en muzikale effecten, evenals de kledingkeuzes van de deelnemers. Deze bevindingen zijn in lijn met eerdere onderzoeken naar heteronormatieve verwachtingen in realityshows. Er zijn echter opvallende verschillen tussen de Vlaamse en Nederlandse versies. Over het algemeen focust de Vlaamse versie minder op de seksuele geaardheid van queer koppels, terwijl dit in de Nederlandse versie meer prominent aanwezig is. Dit onderzoek draagt bij aan het begrip van hetero- en homonormativiteit in televisieprogramma's en toont aan dat er ruimte is voor verbetering in de representatie van queer koppels in Married at First Sight.


Vergelijkende levenscyclusanalyse van beton, staal, hout en metselwerk vloer-draagstructuurcombinaties in middelhoge gebouwen

Esther Claeys
De vervuilende staal- en betonindustrie zorgen er tot op vandaag voor dat de bouwsector verantwoordelijk is voor meer dan een derde van de energievraag en CO2-uitstoot op Europees niveau. Is bouwen met hout de geknipte oplossing om de bouwsector te vergroenen of is dit een genuanceerder verhaal? Aan de hand van een vergelijkende levenscyclusanalyse van beton, staal, hout en metselwerk vloer-draagstructuurcombinaties in middelhoge gebouwen wordt dit onderzocht in deze scriptie.

Hoe wordt psycho-educatie voor kinderen en jongeren met ASS ingezet in het hulpverleningslandschap?

Amber Moerman Zoë Ronsse
Dit masterproef onderzoek heeft tot doel de praktijken van psycho-educatie in de begeleiding van jongeren met autisme in Vlaanderen in kaart te brengen. Het belangrijkste resultaat van dit onderzoek is dat psycho-educatie een gedeeld proces moet zijn samen met het kind of de adolescent met autisme en hun context. Verder geeft deze scriptie de top 3 methodieken, werkzame factoren, kritische blikken, voor- en nadelen en mogelijke outcomes mee vanuit verschillende invalshoeken (personen met autisme, ouders, praktijken en experts).

Met friluftsliv zit het welbevinden van jonge kinderen in de lift!

Anaïs Van Hoyweghen
Welbevinden is een gekend begrip in het Vlaamse kleuteronderwijs. In het Noorse kleuteronderwijs is outdoor education dan weer een gekend begrip. Wat is het resultaat als we beide begrippen combineren?
Deze bachelorproef gaat over hoe we de Noorse outdoor education in ons Vlaamse onderwijs kunnen inzetten om ervoor te zorgen dat kleuters een hoger welbevinden hebben.

The housing trajectories of single parent refugees during a housing crisis in Flanders

Hanne Deckmyn
Deze masterproef gaat over de toegang van eenoudervluchtelingen tot de krappe woningmarkt in Gent. Hierbij werden de drempels, institutionele omstandigheden en machtsverhoudingen onderzocht, evenals de strategieën die alleenstaande alleenstaande oudervluchtelingen gebruiken om deze drempels te overwinnen. Deze studie is het resultaat van kwalitatief onderzoek gebaseerd op participerende observatie en diepte-interviews.

Boomkorvissen: welke lessen kunnen we leren van de recente ongevallen

Eline Tiemens
Uit onderzoek van recente ongevallen blijkt dat vissersschepen relatief vaak verongelukken en kapseizen. De huidige vissersschepen beschikken over onvoldoende stabiliteit. Er moeten maatregelen genomen worden om de sector in de toekomst veiliger te maken.

Molly Spotted Elk (1903-1977) and The Surrealists: Transatlantic Modernisms in Interwar Paris

Charlotte Greenaway
Molly Spotted Elk (1903-1977) was een Penobscot danseres, schrijver en actrice die in 1931 naar Parijs trok. Daar gaf ze advies aan de directie van het Ethnografisch museum in het Trocadéro paleis en werd ze een belangrijk onderdeel van de artistieke scène.

De Franse Surrealisten hadden vanuit hun primitivisme grote interesse voor al wat Native-American was, maar niet voor de dansen van Spotted Elk. Uit deze fundamentele tegenstelling blijken de verschillende, maar diachrone modernismes die bestonden in interbellum Parijs.

Predictive Policing: Kwalitatief onderzoek naar een voorspellend criminaliteitsmodel in Nederland

Gert-Jan Van de Walle
In dit kwalitatief onderzoek wordt nagegaan hoe het voorspellen van criminaliteit (predictive policing) in Nederland vorm krijgt, en hoe wij er in België van kunnen leren.

Chemie 2.0 : een meer specifieke blik op duurzaamheid

Nathalie Vanneste
Deze scriptie toont een onderzoek hoe je één specifiek duurzaamheidsthema concreet kan maken voor één doelgroep tijdens de les. Een 6-stappen duurzaamheidsplan is daar de cruciale factor om de studenten een objectief en multiperspectivistisch kader te geven om tot oplossingen te komen. Hiermee scherpen we hun duurzaamheidsdenken aan.

(BE)SCHERM

Rani Vanlerberghe Emilia Renier André Wittevrongel-Liefhooghe Brontië Courtens Liza Keulemans Laurens Van Der Meulen
Kinderen gebruiken tegenwoordig op steeds jongere leeftijd games en sociale media. Om hierop in te spelen, werd er een volledig nieuwe klassessie bedacht om op maat te maken voor leerlingen van de derde graad basisonderwijs. Deze sessie gaat vanaf nu verder onder de naam (BE)SCHERM via het preventieteam van Centrum Geestelijke Gezondheidszorg Largo.

Draaistoel voor DV- en DL-motorblokken

Lars Wollaert
In deze scriptie wordt het ontwerp van een draaistoel met een draagcapaciteit van 60.000 kg voor de montage van DV- en DL-motoren van a tot z besproken. Het rapport bevat een gedetailleerde studie, alle berekeningen, de ontwerpkeuzes en de veiligheidsmaatregelen. Het ontwerp resulteert in verbeterde efficiëntie en productiviteit bij de krukasassemblage.

De zitepidemie

Amber Ollivier
Uit de literatuur is af te leiden dat in het hoger onderwijs weinig tot geen fysieke activiteit aan bod komt, dit ondanks de vele voordelen. In dit onderzoek wordt in kaart gebracht wat de totale fysieke activiteit van studenten beïnvloedt en wat het effect is van fysieke activiteit op een leerprestatie, rekening houdend met de motivatie en het engagement. Dit werd door cross sectioneel onderzoek nagegaan, waarbij een instructieactiviteit vooraf wordt gegaan door fysieke activiteit.

In dit onderzoek werd het effect van individuele factoren, sociale netwerken, fysieke omgeving, de macro omgeving, academische druk, studentenleven, examens, lessen en de schoolomgeving op de totale wekelijkse fysieke activiteit geanalyseerd. Het engagement van studenten is gebaseerd op verscheidene motorische theorieën over kennisconstructie, namelijk het constructivisme van Bruner (1966), de embodied cognition theory (Brouillet et al., 2010) en de theory of event coding (Hommel, 2015). Uit deze theorieën is af te leiden dat fysieke activiteit een motivator kan zijn voor kennisconstructie en meer engagement. De motivatie is binnen dit onderzoek de bevrediging van de basisbehoeften autonomie, verbondenheid en competentie (Ryan en Deci, 2017).

De individuele factoren en de sociale netwerken zorgen voor meer fysieke activiteit. Daarentegen zorgt het studentenleven voor minder fysieke activiteit. Fysieke activiteit zorgt ook voor hogere leerprestaties, rekening houdend met het engagement van studenten. Er is geen significant effect op de motivatie. De voordelen van fysieke activiteit, vastgesteld bij lagere en secundaire leerlingen, zijn zo ook aanwezig bij studenten van het hoger onderwijs. Meer fysieke activiteit kan bovendien een eerste stap zijn om de zitepidemie te doorbreken en de algemene volksgezondheid verder te stimuleren.

De rol van de kredietmakelaar voor hypothecaire kredieten in de veranderende maatschappij

Emma Weyne
De rol van de kredietmakelaar voor hypothecaire kredieten in de veranderende maatschappij:
- De rol van de kredietmakelaar bij het verminderen van het aantal fysieke bankkantoren, de digitalisering van de hypothecaire markt
- De neutraliteit van de kredietmakelaar bij het verstrekken van een hypothecair krediet
- De rol van de kredietmakelaar bij de vergroening van de woning

Welke visies hebben Vlaamse leerkrachten op burgerschapseducatie?

Benaissa Nams
De verschillende visies op burgerschapseducatie van Vlaamse leerkrachten en hoe die een impact hebben op de politieke kennis, interesses en attitudes van leerlingen al naargelang de gevolgde onderwijsvorm en sociaal-economische positie.

The role of initiators in epoxide-based thin-film composite membranes

Irian Baert Rhea Verbeke Daan Van Havere
De black-box synthese van epoxide-gebaseerde dunne film composiet membranen kon beter bergrepen worden door uitgebreide karakterisatie van membranen die werden gesynthetiseerd met strategisch uitgekozen tertiaire amine initiatoren. Zo werden belangrijke initiator eigenschappen duidelijk, alsook welke stappen in de synthese het belangrijkste zijn om zout selectieve membranen te vormen.

HOE ERVAREN MAATSCHAPPELIJK WERKERS DE DIGITALISERING BINNEN DE SECTOR VAN DE INTEGRALE JEUGDHULP IN VLAANDEREN

Gust Peeters Justine De Laet Febe Buelens Nathalie Teniers Lisa Foriers Nawal Bousakla
Digitalisering is vandaag de dag bijna overal in onze samenleving terug te vinden. Het is
geëvolueerd tot een norm die ons dagelijks handelen sterk beïnvloedt. Niet alleen voor het
individu, ook binnen de hulpverlening speelt digitalisering een belangrijke rol. Omwille van
de huidige coronacrisis is digitalisering binnen de hulpverlening enorm toegenomen, vaak
omdat men niet anders kon. Net omwille van deze tendens, is het essentieel om onderzoek
te doen naar het begrip digitalisering. Digitalisering beïnvloedt met al zijn verschillende
aspecten de hulpverlening. We willen daarom als studenten maatschappelijk werk met een
gemeenschappelijke interesse rond dit thema zelf hierin onze bijdrage leveren.

Dit onderzoek heeft als doel om de ervaringen van maatschappelijk werkers binnen de
integrale jeugdhulp op vlak van digitalisering in kaart te brengen. De
hoofdonderzoeksvraag luidt als volgt: “Hoe ervaren maatschappelijk werkers de
digitalisering binnen de sector van de integrale jeugdhulp in Vlaanderen?”.

Wij formuleren een antwoord op onze onderzoeksvragen aan de hand van kwalitatief
onderzoek. We begonnen met een literatuurstudie naar relevante thema’s en bevroegen
enkele experten. Nadien namen we tien diepte-interviews af bij maatschappelijk werkers
van verschillende organisaties binnen de integrale jeugdhulp. Uit onze interviews blijkt dat
hulpverleners digitalisering zowel positief als negatief kunnen ervaren. De visie van hun
organisaties varieert van ‘geen concrete zienswijze’ tot een duidelijker beeld over
digitalisering binnen hun werking. De toekomstvisie van onze respondenten lijkt aan te
tonen dat er gestreefd moet worden naar een heldere visie binnen een
hulpverleningsorganisatie. Als we kijken naar hun competenties, blijkt dat maatschappelijk
werkers vaak enkel over basis ‘digivaardigheden’ beschikken voor het uitvoeren van hun
job. Verder komt naar voor dat er ondersteuningsnoden zijn voor zowel het werkveld als
voor de cliënten. Er is behoefte aan infrastructuur, concrete vormingen, technische
ondersteuning en beleid. Tot slot is er de suggestie om digitalisering verder te integreren
in opleidingen zoals het sociaal werk.

Op basis van onze resultaten worden aanbevelingen gedaan op verschillende niveaus. In
eerste instantie moeten er duidelijke richtlijnen (beleidsniveau) en afspraken
(organisatorisch en interpersoonlijk niveau) worden gemaakt omtrent de plaats van
digitalisering in de hulpverlening. Daarnaast moeten er meer technologische middelen en
opleidingen op maat worden aangereikt.

Met ons onderzoek is er een volgende stap gezet om digitalisering breder in kaart te
brengen binnen de hulpverlening van de integrale jeugdhulp. We doen daarom graag een
oproep naar vervolgonderzoek om nog dieper in te gaan op het thema. Zelf denken we dat
het relevant zou zijn om te analyseren hoe digitalisering geïmplementeerd kan worden
binnen opleidingen of cursussen.

Hervorming van VSO naar CV erkend als SO: geslaagd of niet?

Selena Zwijsen
Deze scriptie tracht te beoordelen of de hervorming door het WVV van het regime van de VSO (vennootschap met sociaal oogmerk) naar de CVSO (coöperatieve vennootschap erkend als sociale onderneming) al dan niet geslaagd is. Dit doet men door middel van een bespreking van beide regimes, een vergelijking van de twee, een blik op de CVSO in de praktijk, en een formulering van alternatieven en aanbevelingen aan de wetgever.

Comic Art Generation using GANs

Marnix Verduyn
Een experimentele studie van het creëren van striptekeningen met GAN's (general adversarial networks). Een vergelijkend onderzoek tussen DCGAN, WGAN en StyleGAN2-ADA op een dataset van de stripreeks Kinky & Cosy (©Nix)

Berekening van een duurzame warmteprijs voor Vlaamse woningen

Ben De Pauw
Inzicht in het complexe vraagstuk rond duurzame warmteprijzen. Een eerste poging werd gedaan om vanuit een duurzaamheidsstandpunt de prijs voor warmte te berekenen. Een warmtemodel werd opgesteld waarmee de kostprijzen voor verschillende verwarmingsmethoden konden berekend worden. De impact van verschillende factoren die de prijs beïnvloeden, werden op een rij gezet en geanalyseerd.

Strategic Autonomy in the European Union’s Energy Policy: Enabling and Restraining factors

Jana Caulier
Deze masterproef biedt een antwoord op de onderzoeksvraag: "Wat zijn faciliterende en beperkende factoren voor strategische autonomie in het EU-energiebeleid?". Dit is een verkennend kwalitatief onderzoek naar de parameters die de strategische autonomie in het EU-energiebeleid vormgeven.

De succesfactoren van de Vlaamse COVID-19 vaccinatiecampagne

Célestine Vandeputte Justine Vanhooren
Deze masterproef trachtte om de succesfactoren van de Vlaamse COVID-19 vaccinatiecampagne in kaart te brengen, waarbij voornamelijk de keuzes van de verantwoordelijke besturen centraal staan.

Duurzame renovatiescenario's voor een flexibel gebouwgebruik op campus Sterre

Hannelore Scheipers Kevin Vanlerberghe
Deze masterproef onderzoekt hoe de gebouwen op campus Sterre op een duurzame manier gerenoveerd kunnen worden, waarbij energetisch-efficiënt en flexibel gebouwgebruik centraal staan.

Diversiteit in Sociale Huisvesting: Een analyse van de potentiële impact van de patrimoniumstrategie ten gevolge van de fusie tot de ééngemaakte woonmaatschappij op de renovatie van de sociale huisvestingsstock (Case Nieuw Gent)

Julie Roelandt
Deze masterproef werd geschreven in samenwerking met de Stadsacademie. Binnen de groep ‘Wonen in diversiteit’ werd de individuele focus gelegd op sociaal energetisch renoveren. Deze masterproef onderzoekt de koppeling van elkaar beïnvloedende onderwerpen die het sociaal betaalbaar, maar ook duurzaam wonen omvatten. Deze thematieken worden gekoppeld aan de éénmaking van de sociale huisvestingsmaatschappijen en verhuurkantoren tot de woonmaatschappij. Het onderzoek wordt gevoerd aan de hand van een dubbele invalshoek. Enerzijds wordt een kwalitatief onderzoek uitgewerkt. Hierin worden actoren binnen verschillende niveaus, gelinkt aan de éénmaking, bevraagd naar de vooropgestelde onderwerpen. De focus wordt daarbij gelegd op de Gentse situatie. Anderzijds wordt een kwantitatief onderzoek gevoerd waarin een referentiewoning en -bewoners als leidraad gebruikt worden. De doelgroep maakt deel uit van het huidig patrimonium van Volkshaard in Nieuw Gent. Het geldend sociaal beleid wordt hierbij in vraag gesteld. Er wordt gekeken naar alternatieve woonmodellen en de manier waarop deze hun eventueel sociaal en betaalbaar karakter verkrijgen. Dit onderzoek wordt gehanteerd om een toetsing te maken van de betaalbaarheid van het wonen en de renovatie binnen deze verschillende woonmodellen. Tot slot wordt een koppeling gemaakt van de dubbele onderzoeksstrategie waarbij een adviesrapport opgesteld wordt. De conclusies worden hierin opgenomen en gehanteerd om een opzet te maken van alternatieve scenario’s voor de toekomst. Het eerste alternatieve scenario geeft antwoord op de resultaten uit de onderzoeken. Dit geeft meer bepaald aan dat het huidig sociaal woonmodel als het enige haalbare middel naar voren geschoven kan worden. Daarnaast worden ook de bedenkingen en opportuniteiten omtrent de renovatie en de éénmaking verwerkt. Het tweede scenario geeft antwoord op het stigmaprobleem van het sociaal wonen en het contrasterende woonrecht voor iedereen. Dit wordt opgezet, niet als inzetbaar scenario, maar als aanleiding voor een gesprek binnen de gehele maatschappij.